Provinciaal blad van Flevoland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Flevoland | Provinciaal blad 2024, 9228 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Flevoland | Provinciaal blad 2024, 9228 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024- 2028
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Artikel 2. Doel en doelgroep van de nadere regels
Deze nadere regels zijn van toepassing op vouchers die Gedeputeerde Staten kunnen verstrekken ter ondersteuning en versterking van Flevolandse mkb-ondernemingen en hebben tot doel om aan potentiële aanvragers duidelijkheid te verschaffen over de inhoudelijke criteria waaraan aanvragen worden getoetst.
De subsidie heeft tot doel om adviesvragen van Flevolandse mkb-ondernemingen te helpen beantwoorden om de Flevolandse economie productief, innovatief, duurzaam en toekomstbestendig te houden en te maken. Op die manier wil Gedeputeerde Staten de continuïteit van Flevolandse ondernemingen waarborgen waardoor zij een blijvende bijdrage kunnen leveren aan het creëren van structurele welvaart en welzijn in de provincie Flevoland, voor nu en later.
De subsidie kan worden ingezet om het (internationale) verdienvermogen van Flevolandse mkb-ondernemingen te behouden en/of te verbeteren dan wel om Flevolandse mkb-ondernemingen toekomstbestendig te maken.
Subsidie op grond van deze nadere regels kan worden verstrekt aan een mkb-onderneming die op het moment van aanvragen en gedurende de gehele looptijd van het project een vestiging heeft in de provincie Flevoland en daar haar ondernemingsactiviteiten uitvoert.
Primaire producenten van landbouwproducten en ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector zijn grotendeels uitgesloten van deze nadere regels. Zij komen alleen in aanmerking voor de adviesvoucher binnen het thema continuïteit van de bedrijfsvoering (artikel 4, lid 2 sub b).
Op grond van deze nadere regels kan alleen een subsidieaanvraag worden ingediend wanneer Gedeputeerde Staten van Flevoland een openstellingsbesluit vaststellen met:
Artikel 4. Subsidiabele activiteiten
De aanvraag voor subsidie kan worden ingediend vanaf de datum genoemd in het openstellingsbesluit zoals bedoeld in artikel 3.
Artikel 9. Niet-subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet in aanmerking voor subsidie:
Artikel 10. Hoogte van de voucher
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een minimum van € 1.000 tot een maximum van:
De beschikking tot subsidievaststelling vermeldt de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht en de wijze waarop de aanvrager moet aantonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen en resultaten.
Artikel 12. Verdeelsystematiek
Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van tijdstip van ontvangst. In het geval op basis van tijdstip van ontvangst geen rangschikking kan worden vastgesteld, geschiedt de onderlinge rangschikking door middel van loting door een notaris.
Artikel 13. Verplichtingen van de subsidieontvanger
Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:
Dit besluit kan worden aangehaald als nadere regels ‘Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024- 2028’.
Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 18 juni 2024
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
de secretaris,
de voorzitter,
Deze nadere regels vloeien voort uit het Economisch Programma 2023-2028: ‘Investeren in de kapitalen van de toekomst’ dat Provinciale Staten op 19 juli 2023 hebben vastgesteld.
De uitwerking van het Economisch Programma is gedaan door op grond van de Algemene Subsidieverordening nadere regels in het leven te roepen die het mogelijk maakt om vouchers toe te kennen om het verdienvermogen van Flevolandse mkb-ondernemingen te behouden en/of te verbeteren dan wel om Flevolandse mkb-ondernemingen toekomstbestendig te maken zodat de continuïteit van Flevolandse ondernemingen kan worden gewaarborgd en zij een blijvende bijdrage kunnen leveren aan het creëren van structurele welvaart en welzijn, voor nu en later.
Een bestuursorgaan mag op grond van de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht slechts subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Binnen de provincie Flevoland is dit de Algemene Subsidieverordening Flevoland (ASF 2023).
Hierin zijn in aanvulling op de subsidiespelregels die in de subsidietitel van de Awb zijn opgenomen, nadere subsidiespelregels opgenomen die bij subsidiering in acht moeten worden genomen.
De ASF 2023 schrijft voor dat subsidie slechts wordt verstrekt indien de activiteit past binnen de beleidsdoelstellingen van de provincie, en door de aanvrager aannemelijk is gemaakt dat hieraan kan worden voldaan. In aanvulling op de ASF 2023 kunnen GS nog nadere regels vaststellen, waarin beleid specifieke voorwaarden op maat worden gesteld. In deze nadere regels worden de beleid specifieke voorwaarden (subsidiespelregels) vermeld. Omdat de subsidietitel van de Awb een gedetailleerde regeling geeft van het proces van subsidieverstrekking, zijn veel bepalingen die in de Awb staan niet nog een keer in de verordening opgenomen. Dit houdt in dat er, wanneer sprake is van subsidiëring, niet alleen rekening moet worden gehouden met het bepaalde in de ASF 2023, maar ook met de wettelijke bepalingen van de subsidietitel van de Awb. De basisspelregels voor subsidiëring zijn opgenomen in de ASF 2023 en de subsidietitel van de Awb. De beleid specifieke spelregels zijn opgenomen in de nadere regels.
Op grond van deze nadere regels kunnen alleen ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf (mkb) in aanmerking komen voor een subsidie op grond van deze nadere regels. Dit artikel geeft een definitie van wat onder het mkb valt. Hierbij is aangesloten bij de definitie die wordt gehanteerd in verordening (EU) Nr. 2023/1315 van de Commissie van 23 juni 2023, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard, de zogenoemde “algemene groepsvrijstellingsverordening”.
In bijlage 1 van de algemene groepsvrijstellingsverordening is een definitie gegeven van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. Conform deze definitie behoren tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMO’s), ondernemingen waar minder dan 250 fte werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet overschrijdt.
Gevolg van deze Europese regelgeving is dat voor het bepalen of de aanvragende onderneming een KMO is, gekeken wordt naar het gehele verband van ondernemingen waartoe de aanvragende onderneming behoort. Denk bijvoorbeeld aan moedermaatschappijen, zusterondernemingen en dochterondernemingen. Indien de aanvragende onderneming direct of indirect voor 25% of meer, maar niet meer dan 50%, qua aandelenkapitaal en/of zeggenschap relaties heeft met andere ondernemingen, wordt voor het bepalen of de aanvragende onderneming een KMO is, het aantal werkzame personen, de jaaromzet en het balanstotaal van die ondernemingen naar rato meegenomen. Dit geldt ook indien een andere onderneming 25% of meer aandelen in de aanvragende onderneming heeft.
Indien de aanvragende onderneming op een andere onderneming of een andere onderneming op de aanvragende onderneming overheersende invloed kan uitoefenen of een andere invloed heeft als genoemd in de definitie van een KMO, dienen voor het bepalen of de aanvragende onderneming een KMO is, het aantal fte, de jaaromzet en het balanstotaal van die ondernemingen volledig meegenomen te worden.
Indien één of meer overheidsinstanties of openbare lichamen gezamenlijk direct of indirect zeggenschap hebben over 25 % of meer van het kapitaal of de stemrechten van de aanvragende onderneming, dan kan de aanvragende onderneming (behoudens de uitzonderingen die in de definitie zijn genoemd) niet als een KMO worden aangemerkt.
Als de ene onderneming meer dan 50% zeggenschap heeft over een andere onderneming beschouwen we beide ondernemingen als één onderneming in het kader van deze nadere regels. Het maakt daarbij niet uit of de ondernemingen een fiscale eenheid zijn.
Eén onderneming omvat voor de toepassing van deze verordening alle ondernemingen die ten minste één van de volgende banden met elkaar onderhouden: één onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming (ook in combinatie met overeenkomsten met andere aandeelhouders/vennoten);één onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan; één onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met die onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van laatstgenoemde onderneming.
één onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van laatstgenoemde onderneming.
Artikel 2. Doel en doelgroep van de nadere regels
Verenigingen, stichtingen en beheermaatschappijen komen niet in aanmerking voor een voucher. Tevens worden primaire producenten van landbouwproducten en ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector grotendeels uitgesloten van deze nadere regels. Primaire producenten van landbouwproducten en ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector komen alleen in aanmerking voor de adviesvoucher binnen het thema continuïteit van de bedrijfsvoering zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 sub b.
Artikel 4. Subsidiabele activiteiten
Lid 2, sub – Internationaal ondernemen
Er is alleen sprake van activiteiten binnen het thema Internationaal ondernemen als de activiteiten niet passen binnen de overige thema’s: Innovatie en Continuïteit van de bedrijfsvoering.
Er is sprake van een aanvraag als het aanvraagformulier correct en volledig is ingediend én is voorzien van alle gevraagde documenten. Deze documenten dienen ook correct en volledig te zijn ingevuld en ondertekend. Als blijkt dat er documenten ontbreken of niet compleet zijn, dan volgt een verzoek om aanvullende informatie. De dag waarop de ontbrekende gegevens worden aangeleverd, is de dag waarop er sprake is van een aanvraag. Let op! Dit kan gevolgen hebben voor de datum waarop u (onherroepelijke) verplichtingen mag aangaan.
In dit artikel zijn verplichte weigeringsgronden opgenomen. Wanneer deze weigeringsgronden zich voordoen, zal de aanvraag voor een voucher worden afgewezen. Een van de gronden waarop een aanvraag zal worden afgewezen is een overschrijding van het subsidieplafond. In de praktijk kan het voorkomen dat een aanvraag voor een voucher, gelet op het beschikbare subsidieplafond, alleen gedeeltelijk kan worden gehonoreerd. Wanneer deze situatie zich voordoet, moet worden beoordeeld of de activiteit waarvoor een voucher wordt gevraagd niet zodanig door de voucheraanvrager kan worden uitgevoerd dat het ook met minder geld kan. Daarvoor moet nadere informatie worden gevraagd aan de aanvrager. Wanneer uit deze nadere informatie blijkt dat de activiteit niet met minder geld kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag worden afgewezen. Blijkt dat de activiteit wel met minder kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag gedeeltelijk worden afgewezen, namelijk voor het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden.
Onder het aangaan van verplichtingen voor een adviesvoucher wordt bijvoorbeeld verstaan het (mondeling) bevestigen van een opdracht aan een onafhankelijke externe deskundige of een ondertekening voor akkoord van een offerte. Indien een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag dan wordt er géén subsidie verleend. In het geval er voor een deel van de opgevoerde projectkosten de verplichting vóór ontvangst van de aanvraag is aangegaan, dan zal de gehele aanvraag worden afgewezen.
Omdat er veelal sprake is van grote animo voor deelname aan beurzen, tentoonstellingen en handelsmissies, zijn ondernemingen genoodzaakt zich tijdig in te schrijven. Als de betreffende inschrijving nog niet definitief is, bijvoorbeeld omdat de onderneming nog de mogelijkheid heeft om de inschrijving te annuleren, dan komt de onderneming wel in aanmerking voor een beursvoucher.
Het mag niet gaan om reguliere activiteiten. Zo worden gebruikelijke HR-activiteiten (zoals het aanpassen van vacatureteksten en het opstellen van ontwikkelingsplannen van individuele medewerkers), gebruikelijke werkzaamheden van een accountant, het laten ontwerpen van een bedrijfslogo, website en huisstijl, het anders laten inrichten van de financiële administratie, verzekeringskosten en het voldoen aan wettelijke verplichtingen/certificeringen niet gesubsidieerd.
Kosten voor activiteiten die behoren tot het primaire proces van de onderneming komen niet in aanmerking voor subsidie. Adviezen die van permanente of periodieke aard zijn, komen niet in aanmerking voor subsidie, alsmede adviezen die behoren tot de gewone bedrijfsuitgaven van de onderneming, zoals routinematig belastingadvies, gangbare juridische dienstverrichting of reclame.
Artikel 8. Subsidiabele kosten
Conform artikel 33 van de ASF 2023 zijn kosten voor het gebruik van materiële vaste activa naar rato van het gebruik subsidiabel. In dit kader komen alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens algemeen erkend boekhoudkundige beginselen, in aanmerking voor subsidie.
Artikel 9. Niet-subsidiabele kosten
Artikel 12. Verdeelsystematiek
Overzicht van relevante links:
Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV):
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:02014R0651-20230701
De-minimisverordening landbouwsector (1408/2013)
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32013R1408
De-minimisverordening regulier (2023/2831)
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=OJ:L_202302831
De-minimisverordening visserijsector (717/2014)
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32014R0717
Economisch Programma Flevoland 2023-2028: ‘Investeren in de kapitalen van de toekomst’:
https://www.flevoland.nl/getmedia/4f8337ee-d9c2-4e21-8b58-dd35b2bee3ac/Economisch-Programma-2023-2028-DV.pdf
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: https://organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-9228.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.