Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 juni 2024, UTSP-367003060-13327, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 (Subsidieregeling tegemoetkoming proceskosten transitie landelijk gebied Utrecht 2024-2025)

Gedeputeerde Staten van Utrecht;

 

Gelet op het gestelde in de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022,

 

Overwegende:

  • -

    dat de provincie Utrecht heeft besloten in te zetten op een financiële bijdrage bedoeld voor de inzet van menskracht ten behoeve van participatie in het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG).

  • -

    dat in het coalitieakkoord provincie Utrecht 2023-2027 is opgenomen dat er geïnvesteerd wordt in de transitie van het landelijk gebied.

  • -

    dat in de begroting de transitie landelijk gebied is opgenomen onder meerjarendoel 2.2.2, kopje Gebiedsgerichte aanpak stikstof en Utrechts Programma Landelijk Gebied.

  • -

    dat na 2025 tegemoetkoming van middelen voor belangenorganisaties in het UPLG is geregeld en deze regeling een overbrugging is zoals ook opgenomen in de kaderbrief 2024.

 

Besluiten de volgende subsidieregeling vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    AsvpU: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    Tbo: Terrein beherende organisatie;

  • d.

    gebiedsproces: proces dat gericht is op het realiseren van opgaven in een gebied door samenwerking van overheid en belanghebbende partijen, waarbij sprake is van maatwerk.

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in de provincie Utrecht die zijn gericht op participatie in gebiedsprocessen ten behoeve van de transitie in het landelijk gebied.

Artikel 3 Subsidieontvangers

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verstrekt aan de in de bijlage (‘Bijlage berekening maximale vergoeding per organisatie’) genoemde:

    • a.

      gemeenten;

    • b.

      waterschappen;

    • c.

      tbo’s en andere belangenorganisaties;

    • d.

      agrarische belangenorganisaties

  • 2.

    De in het eerst lid genoemde bijlage maakt onlosmakelijk onderdeel uit van deze regeling

Artikel 4 Vorm van de subsidie

Subsidie wordt verstrekt in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen doorlopend worden ingediend tot en met 30 september 2024.

  • 2.

    De aanvragen worden digitaal ingediend, met gebruikmaking van het daarvoor beschikbare aanvraagformulier op het subsidieportaal van de provincie Utrecht.

  • 3.

    Gelet op artikel 4.4. lid 1 en lid 4 AsvpU, kan bij de aanvraag, naast het in het vorige lid genoemde (ingevulde) aanvraagformulier, worden volstaan met het overleggen van een KvK-uittreksel, indien dit van toepassing is.

Artikel 6 Verplichtingen

In aanvulling op paragraaf 6 van de AsvpU is de subsidieontvanger verplicht uiterlijk 6 maanden na afloop van de projectperiode een activiteitenverslag te over leggen.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

Het maximale aan te vragen subsidiebedrag per subsidieontvanger is het bedrag vermeld in de bijlage, zoals genoemd in artikel 3 van deze regeling.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Onverminderd artikel 4.8 van de AsvpU zijn alleen kosten betreffende inzet van in- of externe menskracht, gemaakt in de periode 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025 subsidiabel.

  • 2.

    De beleidsregel subsidiabele kosten projectsubsidies van 2 november 2021 is niet op deze regeling van toepassing.

Artikel 9 Vaststelling

  • 1.

    Subsidies tot € 25.000,00 worden direct vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening en zonder aanvraag tot vaststelling.

  • 2.

    Gelet op artikel 5.2. lid 2 AsvpU worden ook subsidies vanaf € 25.000,00 direct vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening, indien sprake is van verlening aan een publiekrechtelijke organisatie.

  • 3.

    In alle andere gevallen wordt de subsidie vastgesteld na een aanvraag tot vaststelling.

  • 4.

    Een aanvraag tot vaststelling dient uiterlijk 6 maanden na afloop van de subsidieperiode te worden ingediend.

Artikel 10 Voorschotten

Bij toekenning van de subsidie wordt een voorschot van 100% verstrekt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 31 december 2025.

Artikel 12 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling tegemoetkoming proceskosten transitie landelijk gebied provincie Utrecht (2024-2025)’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 04-06-2024.

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Bijlage berekening maximale vergoeding per organisatie

 

Bijlage berekening maximale vergoeding per organisatie

 

gemeente

oppervlakte buitengebied (ha)

afgerond

 

 

 

 

Amersfoort

2942

€ 30.300

Baarn

2651

€ 27.300

Bunnik

3422

€ 35.300

Bunschoten

2905

€ 30.000

De Bilt

5461

€ 56.300

De Ronde Venen

10621

€ 109.500

Eemnes

3181

€ 32.800

Houten

4765

€ 49.100

IJsselstein

1535

€ 15.800

Leusden

5217

€ 53.800

Lopik

7689

€ 79.300

Montfoort

3521

€ 36.300

Nieuwegein

638

€ 6.600

Oudewater

3821

€ 39.400

Renswoude

1731

€ 17.800

Rhenen

3919

€ 40.400

Soest

3434

€ 35.400

Stichtse Vecht

9420

€ 97.100

Utrecht

3339

€ 34.400

Utrechtse Heuvelrug

12103

€ 124.800

Veenendaal

344

€ 3.500

Vijfheerenlanden

13926

€ 143.500

Wijk bij Duurstede

4623

€ 47.600

Woerden

8091

€ 83.400

Woudenberg

3407

€ 35.100

Zeist

3408

€ 35.000

totaal hectares

126.112

totaal budget

€ 1.300.000

 

Waterschap

oppervlakte (ha)

afgerond

 

 

 

 

Amstel, Gooi en Vecht

21550

€ 41.500

De Stichtse Rijnlanden

76454

€ 147.000

Rivierenland

15332

€ 29.500

Vallei en Veluwe

42660

€ 82.000

totaal hectare

156005

totaal vergoeding

€ 300.000

 

Terrein beherende organisaties/overige belangenorganisaties

 

 

 

NMU

€ 31.250

UPG

€ 31.250

Staatsbosbeheer

€ 31.250

St. Het Utrechts Landschap

€ 31.250

Natuurmonumenten

€ 31.250

Nationaal park Utrechts Heuvelrug

€ 31.250

LEU

€ 31.250

St. Het Zuid-Hollands Landschap

€ 31.250

 

Agrarische belangenorganisatie

% van totaal beschikbaar bedrag

 

 

LTO-Noord provincie Utrecht

LTO Noord provincie Utrecht

5,6

%

LTO-Noord afdelingen

Bunnik/Houten

3,4

%

Eemland

3,4

%

Gelderse Vallei

3,4

%

Gooi, Vecht en Amstelstreek

3,4

%

Kromme Rijn en Heuvelrug

3,4

%

Noord-West Utrecht

3,4

%

Woerden e.o.

3,4

%

LTO Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

3,4

%

Agrarische Collectieven

Zuid-West Utrecht

5,6

%

BoerenNatuur Utrecht Oost

5,6

%

Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

5,6

%

Collectief Lopikerwaard

5,6

%

Gebiedscoöperatie Rijn, Vecht en Venen U.A.

5,6

%

Belangen overig

Collectief Eemland

5,6

%

Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt

5,6

%

Varkens

Producenten Organisatie Varkenshouderij

3,4

%

Pluimvee

Biologische Pluimveehouderij

3,4

%

Nederlandse vakbond Pluimveehouderij

3,4

%

Melkvee

Nederlandse Melkvee vakbond

3,4

%

Fruitteelt

Nederlandse Fruitteelt organisatie

3,4

%

Biologisch, natuurinclusief

Bionext

3,4

%

Caring farmers

3,4

%

belangen overig

Agractie

3,4

%

Farmers Defence Force

3,4

%

Vergoeding 5,6%

€ 19.600

Vergoeding 3,4 %

€ 11.900

totaal bedrag

€ 350.000

 

Toelichting

Algemeen

Vooruitlopend op een transitiefonds vanuit het Rijk wordt de ruimte geboden aan ‘stakeholders’ om een start te maken met het aantrekken van de benodigde capaciteit ten behoeve van de transitie landelijk gebied. In het coalitieakkoord 2023-2027 zijn hiervoor procesmiddelen gereserveerd.

 

Weigeringsgronden

In de regeling zijn geen (aanvullende) weigeringsgronden opgenomen. De weigeringsgronden uit de AsvpU, artikel 4.6, zijn wel van toepassing zijn.

 

Toelichting bij artikel 2

Van de subsidieontvanger wordt een inhoudelijke bijdrage verwacht met betrekking tot het op te stellen beleid, bijvoorbeeld door een actieve bijdrage te leveren gericht op het gebiedsproces ten behoeve van de transitie van het landelijk gebied.

 

Er is een verdeelsleutel voor de gemeenten en waterschappen toegepast op basis van hectares buitengebied.

 

Voor de agrarische belangenorganisaties, natuur- en overige belangenorganisaties is een evenredig deel per organisatie als verdeelsleutel toegepast, omdat deze organisaties geen grond in beheer hebben.

Naar boven