Wijziging van de Subsidieregeling Mkb-haalbaarheidsvoucher

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen;

 

gelet op:

  • -

    de Algemene subsidieregeling SNN 2019;

  • -

    de Verordening (EU) Nr. 1407/2013 va de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L352);

  • -

    de Verordening (EU) Nr. 1407/2013 va de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU, L252);

  • -

    de gemeenschappelijke regeling SNN;

  • -

    het Operationeel Programma EFRO Noord-Nederland 2021-2027;

 

BESLUITEN:

 

de Subsidieregeling Mkb-haalbaarheidsvoucher als volgt te wijzigen:

 

ARTIKEL I

 

A.

 

In artikel 5, lid 3 wordt de tekst

 

“De kosten van de proeftuinfaciliteit, eerste lid, onder b, bedragen minimaal 40% van de totale projectkosten.’’

 

vervangen door:

 

“De kosten van de proeftuinfaciliteit, eerste lid, onder b, bedragen minimaal 20% van de totale projectkosten.”

 

B.

 

In de toelichting op artikel 5, lid 3 wordt de tekst

 

“Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren van innovatie van het mkb in Noord-Nederland. In een proeftuin is veel kennis, expertise en materialen aanwezig die beschikbaar wordt gesteld voor andere ondernemers om gebruik van te maken. Met de inzet van een proeftuin is het de bedoeling dat deze aanwezige kennis doorvloeit naar het mkb en dat zij hierdoor innovatiever worden.

 

Om deze reden is het verplicht dat de bijdrage van de proeftuin minimaal 40% van de projectkosten moet zijn. Op deze manier wordt beoogd dat de proeftuin een substantiële bijdrage levert aan uw haalbaarheidsproject en dat u sneller tot een go/no-go beslissing komt.

 

Als uw project bij aanvraag niet voldoet aan deze bepaling zal een deel van de projectkosten worden geweigerd. De kanttekening hierbij is wel dat het vereiste uit artikel 8 onder e van toepassing blijft. Dit houdt in dat de minimale kosten van het project € 25.000,-- moeten zijn.

 

Het subsidiebedrag wordt bij vaststelling naar rato wordt verlaagd als blijkt dat er minder projectkosten zijn gemaakt dan verleend. Dit houdt in dat ook bij vaststelling wordt getoetst of de kosten van de proeftuin minimaal 40% bedragen van de totaal gemaakte en betaalde projectkosten.’’

 

vervangen door:

 

“Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren van innovatie van het mkb in Noord-Nederland. In een proeftuin is veel kennis, expertise en materialen aanwezig die beschikbaar wordt gesteld voor andere ondernemers om gebruik van te maken. Met de inzet van een proeftuin is het de bedoeling dat deze aanwezige kennis doorvloeit naar het mkb en dat zij hierdoor innovatiever worden.

 

Om deze reden is het verplicht dat de bijdrage van de proeftuin minimaal 20% van de projectkosten moet zijn. Op deze manier wordt beoogd dat de proeftuin een substantiële bijdrage levert aan uw haalbaarheidsproject en dat u sneller tot een go/no-go beslissing komt.

 

Als uw project bij aanvraag niet voldoet aan deze bepaling zal een deel van de projectkosten worden geweigerd. De kanttekening hierbij is wel dat het vereiste uit artikel 8 onder e van toepassing blijft. Dit houdt in dat de minimale kosten van het project € 25.000 moeten zijn.

 

Het subsidiebedrag wordt bij vaststelling naar rato wordt verlaagd als blijkt dat er minder projectkosten zijn gemaakt dan verleend. Dit houdt in dat ook bij vaststelling wordt getoetst of de kosten van de proeftuin minimaal 20% bedragen van de totaal gemaakte en betaalde projectkosten.’’

 

ARTIKEL II

 

Dit wijzigingsbesluit wordt in de Provinciale Bladen van Drenthe, Fryslân en Groningen bekendgemaakt en treedt in werking op 19 juni 2024.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Assen, 11 juni 2024

Kenmerk 4.2/2024000845

 

Uitgegeven: 18 juni 2024

Naar boven