Provinciaal blad van Zeeland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2024, 8435 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeeland | Provinciaal blad 2024, 8435 | ander besluit van algemene strekking |
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 28 mei 2024, kenmerk 440288, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023
Gedeputeerde staten van Zeeland;
gelet op artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2023;
Overwegende dat gedeputeerde staten een specifieke uitkering hebben ontvangen van de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van het Programma Natuur die ingezet dient te worden ter versterking van het natuurherstel van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden;
Overwegende dat gedeputeerde staten ter bescherming van de Natura 2000-gebieden in Zeeland, de groenblauwe dooradering in het landelijk gebied wensen te stimuleren;
Overwegende dat zij daartoe een hoofdstuk aan het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 wensen toe te voegen, dat gebaseerd is op de door de Europese Commissie goedgekeurde Catalogus Groenblauwe diensten;
Besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023:
Hoofdstuk 35 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor natuurelementen op landbouwgrond
Artikel 35.1 Begripsbepalingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
Subsidie wordt verstrekt aan een agrarisch collectief dat beschikt over een geldend certificaat collectief agrarisch natuurbeheer als bedoeld in de Uitvoeringsregeling Stichting Certificering SNL.
Artikel 35.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op:
Artikel 35.5 Subsidievereisten
In afwijking van het eerste en tweede lid, worden in het geval een subsidie op grond van dit hoofdstuk met een andere subsidie of financiële bijdrage voor dezelfde in aanmerking komende kosten wordt gecumuleerd, de krachtens dit hoofdstuk toe te kennen bedragen zodanig beperkt dat het totale bedrag aan subsidies en financiële bijdrages niet hoger is dan de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten, het maximale subsidiebedrag uit dit hoofdstuk en de maximale steunintensiteiten en steunbedragen die zijn toegestaan op grond van de toepasselijke staatssteunregels.
Artikel 35.9 Subsidieverplichtingen
Onverminderd het bepaalde in § 1.6, is de subsidieontvanger verplicht:
Artikel 35.11 Subsidievaststelling en verantwoording
Onverminderd artikel 1.9.5, eerste lid, bevat de aanvraag tot vaststelling een GIS-bestand van de gerealiseerde elementen.
Na de toelichting op hoofdstuk 33, wordt een toelichting toegevoegd, luidende:
Toelichting op hoofdstuk 35 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor natuurelementen op landbouwgrond
Het nieuwe hoofdstuk 35 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 (Asb 2023) heeft als doel rond een tweetal Natura 2000-gebieden activiteiten te stimuleren die leiden tot extensivering van landbouwgrond. Daarmee kunnen zowel stikstofreductie- als VHR-doelen worden verwezenlijkt. Vergelijkbare activiteiten worden reeds verricht in de leefgebieden zoals beschreven in het Natuurbeheerplan Zeeland en worden bekostigd uit het ANLb. Het Europese Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling co-financiert dit ANLb. Hoofdstuk 35 richt zich juist op activiteiten die niet al als leefgebied begrensd zijn in het Natuurbeheerplan, maar wel rondom Natura 2000-gebieden zullen plaatsvinden. Op deze wijze wordt een robuustere bescherming van de Natura 2000-gebieden mogelijk. Ook levert een dergelijk beheer een bijdrage aan de waterkwaliteitsdoelstellingen van grond- en oppervlaktewater.
Dit hoofdstuk maakt onderdeel uit van het Asb 2023. Dat betekent dat bij subsidieverstrekking ook de algemene bepalingen in hoofdstuk 1 van het Asb 2023 en de Algemene subsidieverordening Zeeland 2023 (Asv) van toepassing zijn. De bepalingen van de Asv en hoofdstuk 1 van het Asb 2023 gelden in aanvulling op het onderhavige hoofdstuk. Zo bevat § 1.3 van de Asb 2023 een aantal bepalingen over subsidiabele kosten en § 1.4 een aantal vereisten waar de aanvraag aan moet voldoen. § 1.6 bevat een aantal verplichtingen die de subsidieontvanger in acht moet nemen, waaronder de meldingsplicht indien hij verwacht de activiteiten niet (geheel) te zullen verrichten of niet (geheel) aan zijn verplichtingen te zullen voldoen.
Subsidiëring van groenblauwe projecten kunnen staatssteun inhouden indien de subsidie wordt verstrekt aan een onderneming. Om de subsidie rechtmatig te kunnen verstrekken, wordt daarom gebruik gemaakt van de door de Europese Commissie goedgekeurde Catalogus Groenblauwe Diensten. Deze goedkeuring (laatstelijk op 26 oktober 2018, SA.44848) heeft de Europese Commissie gebaseerd op de Landbouwrichtsnoeren (Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (PB EU 2022/C 485/01).
II Artikelsgewijze toelichting
De natuurelementen waar dit hoofdstuk op betrekking heeft, zijn gedefinieerd overeenkomstig de beheerpakketten die in het Agrarisch Natuurbeheer worden gehanteerd (zie Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer | BoerenNatuur). Hier is voor gekozen omdat hier reeds ruim ervaring mee is opgedaan. Ook de met deze beheerpakketten samenhangende beheereisen en beheervoorschriften worden van overeenkomstige toepassing verklaard (zie verplichtingen artikel 35.9).
Voor subsidie komen uitsluitend agrarische collectieven in aanmerking die beschikken over een geldend certificaat collectief agrarisch natuurbeheer.
Artikel 35.3 Subsidiabele activiteiten
In artikel 35.3, onder a, zijn de aanleg en het beheer van een aantal nader genoemde natuurelementen als subsidiabele activiteiten opgenomen. De definitie van deze elementen is in artikel 35.1 terug te vinden. De elementen sluiten aan bij de beheerpakketten die in het kader van het Agrarisch natuurbeheer (het ANLb, als onderdeel van het subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer) worden gebruikt. Omschrijving van die pakketten en de wijze waarop die beheerd moeten worden, is te vinden op Beheerpakketten 2024 (boerennatuur.nl)
De subsidie komt ten goede aan de eigenaren of grondgebruikers op wiens grond de elementen worden aangelegd. Daarnaast kan een subsidie worden verstrekt voor de kosten die het collectief maakt bij de organisatie en coördinatie van eerdergenoemde activiteiten (zie artikel 35.3, onder b).
Artikel 35.4 Weigeringsgronden
In artikel 5 van de Asv 2023 en in artikel 1.2.1, tweede lid van de Asb 2023 is een aantal weigeringsgronden opgenomen. Zo wordt een subsidie geweigerd indien tegen de onderneming die de subsidie ontvangt een bevel tot terugvordering van ongeoorloofde staatssteun uitstaat.
Artikel 35.5 Subsidievereisten
In artikel 35.5 is een aantal vereisten opgenomen waaraan de activiteiten moeten voldoen. Zo kunnen de activiteiten alleen uitgevoerd worden op percelen gelegen binnen een zone van drie kilometer rond de genoemde Natura 2000-gebieden. Voor sommige natuurelementen gelden bovendien minimale en maximale afmetingen. Daarnaast dient er een ecologische onderbouwing te worden gegeven waaruit moet blijken dat de voorgenomen activiteiten ook daadwerkelijk een positieve bijdrage zullen leveren aan soortenbescherming.
Bij uitzondering zal de deelnemende agrariër een “grote onderneming” zijn (meer dan 250 werknemers in dienst en/of een jaaromzet hoger dan 50 miljoen euro en/of een jaarlijks balanstotaal hoger dan 43 miljoen euro). Als dat het geval is, zal aangetoond moeten worden dat de onderneming zonder de subsidie de activiteit niet zou uitvoeren. Dat kan door een ‘contrafeitelijk scenario’ te beschrijven, waarbij de bedrijfseconomische redenen (gestaafd met bewijsstukken) worden gegeven waarom zonder subsidie de activiteiten niet uitgevoerd zou kunnen worden.
Artikel 35.6 Subsidiabele kosten
Voor aanleg en beheer van de natuurelementen gelden vaste bedragen. Aangesloten is bij de bedragen die gelden voor het ANLb in Zeeland. Deze bedragen zijn gebaseerd op de beleidstarieven zoals vastgelegd in bijlage 4 van de SVNL. Deze beleidstarieven zijn berekend aan de hand van de door een onafhankelijke technisch-economische werkgroep opgestelde normbedragen voor aanleg, beheer en inkomstenderving.
Bij het bepalen van de subsidiehoogte voor aanleg en beheer is uitgegaan van de berekeningen die eveneens gelden voor het ANLb. In de vaste bedragen zijn kosten opgenomen voor aanleg, beheer en opbrengstderving. De kostenposten waar deze bedragen op gebaseerd zijn, zijn de noodzakelijke interne of externe arbeids- of personeelskosten, apparatuur- en materieelkosten, plantmateriaal en andere materialen, kosten voor opbrengstderving en de kosten van beheer en onderhoud.
Niet meegenomen in de bedragen zijn kosten voor investeringen die leiden tot een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van het bedrijf, kosten voor de aankoop van productierechten, betalingsrechten en dieren, kosten voor de aankoop en aanplant van eenjarige productiegewassen en kosten van investeringen om aan geldende EU-normen of nationale normen te voldoen.
Genoemde bedragen zijn vaste bedragen. Eventuele btw-kosten zijn niet separaat subsidiabel en dienen dus uit genoemde bedragen bekostigd te worden.
De kosten van het agrarisch collectief mogen maximaal 20% bedragen van de totale kosten die op grond van het eerste lid van dit artikel worden gesubsidieerd.
Na het verlenen van de subsidie, zijn subsidieontvangers verplicht om binnen een jaar de aanleg van het natuurelement te realiseren. Het beheer dient plaats te vinden overeenkomstig de beheereisen en beheervoorschriften die ook gelden voor de pakketten van het ANLb (zie Beheerpakketten 2024 (boerennatuur.nl)). Daarbovenop gelden echter ook enkele eisen die voortvloeien uit de Catalogus groenblauwe diensten ( o.a. ten aanzien van het gebruik van onkruidbestrijding). Ook is in afwijking van het agrarisch natuurbeheer voor geen van de elementen het gebruik van ruige mest toegestaan. Dit omdat met de onderhavige regeling het terugdringen van stikstof wordt nagestreefd.
De Specifieke uitkering van de Minister van LNV waaruit deze subsidies bekostigd worden (Regeling specifieke uitkering Programma Natuur), verplicht de provincie tot deelname aan de landelijke monitoring. Wat deze deelname inhoudt, is echter op het moment van inwerkingtreding van dit hoofdstuk nog niet duidelijk. Indien hierover op het moment van subsidieverlening meer duidelijkheid is, zal hiertoe een verplichting worden opgenomen in de subsidieverleningsbeschikking.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-8435.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.