Vierde wijziging van het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland 2008

Provinciale Staten van Flevoland,

 

overwegende dat:

 

Provinciale Staten van Flevoland in hun vergadering van 7 februari 2008, onder nummer 615156, Provinciale Staten van Fryslân in hun vergadering van 13 februari 2008, onder nummer 733018, Provinciale Staten van Overijssel in hun vergadering van 20 februari 2008, onder nummer PS/2007/989 gelet op de artikelen 2, 3, 4 en 6 van de Waterschapswet ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland 2008 hebben vastgesteld;

 

gelet op het bepaalde in artikel 6 van de Waterschapswet en artikel 23 van het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland 2008 Provinciale Staten van Flevoland bevoegd zijn om wijzigingen van beperkte strekking van het reglement vast te stellen;

 

de Wet tot wijziging van de Waterschapswet van 17 december 2022 in verband met de aanpassing van de geborgde zetels verwerkt moet worden;

 

de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 tot wijziging van het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland 2008 noopt;

 

de Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland heeft verzocht om haar naam te wijzigen in Algemeen Bestuur;

 

tevens de kaart met het gebied van Waterschap Zuiderzeeland wordt toegevoegd;

 

andere onjuistheden worden hersteld;

 

in verband hiermee het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland 2008 gewijzigd dient te worden;

 

gelet op de beperkte strekking van de wijzigingen Provinciale Staten van Flevoland hiertoe bevoegd zijn;

 

Gelet op de artikelen 2, 3, 4 en 6 van de Waterschapswet en artikel 23 van het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland 2008,

 

 

Besluiten:

 

Vast te stellen de volgende ‘Vierde wijziging van het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland 2008’

Artikel I Wijziging verordening

Het Reglement voor Waterschap Zuiderzeeland 2008 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Artikel 1 onder b komt te luiden:

    • b.

      categorie ingezetenen: de categorie waartoe behoren degenen die hun werkelijke woonplaats in het waterschap hebben;

  • 2.

    Artikel 1 onder c komt te luiden:

    • c.

      categorie natuurterreinen: de categorie waartoe behoren degenen die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot hebben van natuurterreinen;

  • 3.

    Artikel 1 onder a vervalt, onder verlettering van onderdeel b tot en met g tot onderdeel a tot en met onderdeel f.

B.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Artikel 2 tweede lid komt luiden:

    • 2.

      Het gebied van het waterschap is aangegeven op de bij dit reglement gevoegde kaart.

  • 2.

    Artikel 2, derde lid, vervalt.

  • 3.

    Artikel 2, vierde lid, vervalt.

C.

In artikel 3 wordt ‘de Algemene Vergadering’ vervangen door ‘het Algemeen Bestuur’.

 

D.

Artikel 4 tweede lid komt te luiden:

 

  • 2.

    De taak, bedoeld in het eerste lid, omvat de zorg voor het watersysteem en de zorg voor het zuiveren van afvalwater, hieronder mede begrepen het stedelijk afvalwater dat afkomstig is vanuit het beheergebied van een aangrenzende waterkwaliteitsbeheerder en dat om doelmatigheidsredenen wordt gezuiverd op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij het waterschap.

E.

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘Algemene Vergadering’ vervangen door ‘Algemeen Bestuur’.

 

F.

In § 1. wordt ‘De Algemene Vergadering’ vervangen door ‘Het Algemeen Bestuur’

 

G.

Artikel 6 komt te luiden:

 

Artikel 6 Omvang en samenstelling Algemeen Bestuur

Het Algemeen Bestuur bestaat uit 25 leden. Hiervan vertegenwoordigen:

  • a.

    21 leden de categorie ingezetenen;

  • b.

    2 leden de categorie ongebouwd;

  • c.

    2 leden de categorie natuurterreinen.

H.

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Artikel 7 lid 2 komt te luiden:

    • 2.

      Voor de categorie ongebouwd worden door de Land- en Tuinbouworganisatie Noord 2 vertegenwoordigers benoemd.

  • 2.

    Artikel 7 lid 3 komt te luiden:

    • 3.

      Voor de categorie natuurterreinen worden door de Vereniging Bos- en Natuureigenaren 2 vertegenwoordigers benoemd.

  • 3.

    Artikel 7 lid 1 vervalt, onder vernummering van lid 2 tot en met lid 3 tot lid 1 tot en met lid 2.

I.

In artikel 8 wordt ‘De Algemene Vergadering’ vervangen door ‘Het Algemeen Bestuur’.

 

J.

In artikel 9 wordt ‘de Algemene Vergadering’ vervangen door ‘het Algemeen bestuur’.

 

K.

Artikel 10 komt te luiden:

 

Artikel 10 Benoeming heemraden

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 41, tweede lid, van de wet.

  • 2.

    De tot heemraad benoemde deelt het Algemeen Bestuur uiterlijk op de tiende dag na de kennisgeving van zijn benoeming mee of hij de benoeming aanneemt. Indien deze termijn verstrijkt zonder mededeling, wordt de benoemde heemraad geacht de benoeming niet aan te nemen.

  • 3.

    Wanneer de benoeming niet is aangenomen, geschiedt zo spoedig mogelijk een nieuwe benoeming.

  • 4.

    De benoeming ter vervulling van een plaats die tussentijds openvalt geschiedt zo spoedig mogelijk nadat de opengevallen plaats in het Algemeen Bestuur is vervuld, tenzij het Algemeen Bestuur besluit het aantal heemraden te verminderen dan wel indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid.

L.

In artikel 12 wordt ‘de Algemene Vergadering’ vervangen door ‘het Algemeen Bestuur’.

 

M.

In artikel 13 wordt ‘de Algemene Vergadering’ vervangen door ‘het Algemeen Bestuur’.

 

N.

In artikel 14 wordt ‘de Algemene Vergadering’ vervangen voor ‘het Algemeen Bestuur’.

 

O.

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd luidende:

    • 2.

      Het Algemeen Bestuur kan bij de initiële benoeming van de dijkgraaf voor ten hoogste zes maanden ontheffing verlenen van de verplichting om de werkelijke woonplaats te hebben in het gebied van het waterschap. Deze ontheffing kan eenmaal met een periode van ten hoogste zes maanden worden verlengd.

P.

In artikel 17 wordt ‘de Algemene Vergadering’ vervangen voor ‘het Algemeen Bestuur’.

 

Q.

In artikel 18 wordt ‘de Algemene Vergadering’ vervangen voor ‘het Algemeen Bestuur’.

 

R.

In artikel 19 wordt ‘De Algemene Vergadering’ vervangen voor ‘Het Algemeen Bestuur’.

 

S.

Artikel 20 komt te luiden:

 

Artikel 20 Toezichtsbevoegdheid

Voor de toepassing van de bepalingen in de Waterschapswet en de bepalingen bij of krachtens de Omgevingswet met betrekking tot het toezicht op het waterschapsbestuur wordt onder gedeputeerde staten verstaan: gedeputeerde staten van de provincie Flevoland.

 

T.

Artikel 22 komt te luiden:

 

Artikel 22 Meldingen

Het college van dijkgraaf en heemraden zendt aan gedeputeerde staten ter kennisneming:

  • a.

    ontwerp besluiten tot aanleg, verlegging of versterking van regionale waterkeringen, voor zover deze niet onder de projectprocedure vallen;

  • b.

    ontwerp peilbesluiten, zoals bedoeld in artikel 2.41 van de Omgevingswet, die peilverlaging mogelijk maken;

  • c.

    ontwerp besluiten die wateraanvoer mogelijk maken;

  • d.

    ontwerp besluiten als bedoeld in artikel 80, eerste lid van de Waterschapswet;

  • e.

    ontwerp besluiten tot vaststelling van een verordening op grond van de Omgevingswet waarin instructieregels, zoals de instructieregel in artikel 4.20, van de Omgevingsverordening Flevoland zijn opgenomen;

  • f.

    ontwerp besluiten tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van grondwater of het infiltreren van water ten behoeve van menselijke consumptie;

  • g.

    besluiten over de hoogte van de te heffen omslagen;

  • h.

    besluiten tot oprichting of deelneming in een rechtspersoon.

U.

Artikel 23 komt te luiden:

 

Artikel 23 Wijzigingen van beperkte strekking

Provinciale Staten van Flevoland zijn bevoegd tot wijziging van dit reglement, tenzij het desbetreffende besluit een regeling bevat van de in artikel 5 van de wet genoemde onderwerpen.

 

V.

Artikel 25 komt te luiden:

 

Artikel 25 Overgangsrecht

In besluiten en alle andere bescheiden waar de aanduiding Algemene Vergadering wordt gebruikt, moet worden gelezen Algemeen Bestuur.

 

W.

De Kaart Begrenzing gebied Waterschap Zuiderzeeland, als bedoeld in artikel 2, tweede lid wordt toegevoegd.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin deze regeling wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Provinciale Staten van 29 mei 2024.

Provinciale Staten van Flevoland,

de griffier,

de voorzitter,

Kaart Begrenzing gebied Waterschap Zuiderzeeland, als bedoeld in artikel 2, tweede lid

 

 

Toelichting Wijziging reglement Waterschap Zuiderzeeland 2008

 

1. Algemeen

 

De inhoudelijke aanleiding voor de aanpassing van het Reglement voor het Waterschap Zuiderzeeland 2008 (verder: reglement) is gelegen in een wetswijziging met betrekking tot de geborgde zetels, de invoering van de Omgevingswet en een verzoek van de Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland om een naamswijziging. Daarnaast wordt tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele andere punten te wijzigen en onjuistheden in het huidige reglement te corrigeren.

 

Op 17 december 2022 is de Wet tot wijziging van de Waterschapswet in verband met het schrappen van geborgde zetels voor de categorie bedrijven, het schrappen van de eis dat ten minste één lid van het dagelijks bestuur houders is van een geborgde zetel en het introduceren van een vaste verdeling van de resterende geborde zetels in werking getreden (hierna: de wijziging van de Waterschapswet).1 Het Reglement voor het Waterschap Zuiderzeeland 2008 wordt gewijzigd om te voldoen aan bovengenoemde wijzigingswet van de Waterschapswet.

 

In het reglement wordt verwezen naar de Waterwet. Vanwege de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024 worden de verwijzingen indien nodig aangepast.

 

Op grond van artikel 10 Waterschapswet bestaat het bestuur van een waterschap uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Het algemeen bestuur van het waterschap Zuiderzeeland werd aangeduid als ‘Algemene Vergadering’. Op verzoek van de Algemene Vergadering van het waterschap Zuiderzeeland wordt de naam van dit vertegenwoordigend orgaan gewijzigd naar het ‘Algemeen Bestuur’ van het waterschap Zuiderzeeland.2 Deze aanduiding wordt tevens in de Waterschapswet gehanteerd. Daarnaast wordt opgemerkt dat bij andere waterschappen ook veelal wordt gekozen voor de terminologie overeenkomstig de Waterschapswet. De naamswijziging van Algemene Vergadering naar Algemeen Bestuur is verwerkt in het gehele reglement.

 

Op dit moment bevat het reglement in artikel 2 de bepaling dat een exemplaar van de kaart met het gebied van Waterschap Zuiderzeeland bij het waterschap en de provincies Overijssel, Frylân en Flevoland rust. Deze bepaling wordt zo aangepast dat de betreffende kaart daadwerkelijk bij het reglement wordt gevoegd, zodat een ieder op eenvoudige wijze kennis kan nemen van het gebied van Waterschap Zuiderzeeland.

 

Op grond van artikel 16 van het reglement is de dijkgraaf woonachtig in het gebied van het waterschap. Dit blijft het uitgangspunt. Wel kan door toevoeging van het tweede lid het algemeen bestuur van het waterschap hierop tijdelijk een uitzondering maken.

 

2 . Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

 

Onderdeel A (artikel 1)

 

Artikel 1 onder a komt te vervallen. De wijziging van de Waterschapswet brengt met zich dat er geen geborgde zetels meer zijn voor de categorie bedrijven in het waterschapsbestuur. De categorie bedrijven wordt geschrapt uit de begripsomschrijvingen.

 

Onderdeel B (artikel 2)

 

In artikel 2 is aangegeven dat het gebied van het waterschap wordt aangegeven op een kaart welke is bijgevoegd bij dit reglement. Het gaat om één kaart toegevoegd als bijlage bij dit reglement. De bevoegdheid van gedeputeerde staten om de grenzen nader te kunnen aangeven is komen te vervallen. In de praktijk wordt geen gebruik gemaakt van deze bevoegdheid en wordt ook niet verwacht dat deze bevoegdheid zal worden aangewend.

 

Onderdeel C (artikel 3)

 

In artikel 3 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel D (artikel 4)

 

In artikel 4 werd verwezen naar de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Deze wet is echter per 21 december 2009 vervallen. De verwijzing naar de wet bleek niet nodig en is derhalve geschrapt uit dit artikel. Daarnaast wordt voor de term beheergebied gekozen in plaats van beheersgebied. In eerdere wetgeving, zoals de Wet op de waterhuishouding, werd de term beheersgebied gebruikt. Tegenwoordig wordt het gebied in beheer van het waterschap aangeduid als beheergebied. In de Omgevingswet wordt in artikel 2.33 deze aanduiding ook gebruikt.

 

Onderdeel E (artikel 5)

 

In artikel 5 lid 1 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel F (§ 1.)

 

Wijziging titel van de paragraaf ‘De Algemene Vergadering’ in ‘Het Algemeen Bestuur’.

 

Onderdeel G (artikel 6)

 

In artikel 6 is de omvang en samenstelling van de Algemene Vergadering geregeld. In de eerste plaats wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging. Voorts brengt met de wijziging van de Waterschapswet (zie Stb. 2022, 517) met zich dat er 2 leden de categorie ongebouwd en de categorie natuurterreinen vertegenwoordigen in het Algemeen Bestuur. Voorts brengt de wijziging van de Waterschapswet met zich dat er geen geborgde zetels meer zijn voor de categorie bedrijven in het waterschapsbestuur. Derhalve komt onderdeel d van artikel 6 te vervallen.

 

Onderdeel H (artikel 7)

 

De wijziging van de Waterschapswet brengt met zich dat er geen geborgde zetels meer zijn voor de categorie bedrijven in het waterschapsbestuur. Derhalve komt artikel 7 lid 1 te vervallen. Daarnaast brengt deze wijziging van de Waterschapswet met zich dat er voor de categorie ongebouwd (landbouw) en voor de categorie natuurterreinen twee geborgde zetels zijn.

 

Onderdeel I (artikel 8)

 

In artikel 8 lid 1 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel J (artikel 9)

 

In artikel 9 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel K (artikel 10)

 

Artikel 10 is in 2015 gewijzigd vanwege de Wet aanpassing waterschapsverkiezingen (Staatsbladen 2014, 63 en 183). Op grond van deze wet vinden sinds 18 maart 2015 gecombineerde stembusverkiezingen voor provinciale staten en de categorie ingezetenen in het Algemeen Bestuur van het waterschap plaats. Bij de wijziging van artikel 10 is abusievelijk de verwijzing in het vierde lid niet gewijzigd.

Deze verwijzing heeft betrekking op de ontheffing van Gedeputeerde Staten. Het waterschap kent een monistisch stelsel. Dat betekent dat het dagelijks bestuur hun lidmaatschap van het Algemeen Bestuur behouden. Gedeputeerde Staten kunnen op grond van artikel 10, eerste lid van het reglement ontheffing verlenen van het vereiste dat de benoeming van heemraden plaats vindt uit de leden van het Algemeen Bestuur. Heemraden van ‘buitenaf’ maken dan ook geen deel uit van het Algemeen Bestuur. Het ligt in de rede dat bij toepassing van de ontheffingsmogelijkheid het verzoek deugdelijk wordt gemotiveerd. Immers bij een ontheffing wordt een uitzondering gecreëerd, het niet-toestaan is daarbij het uitgangspunt. De ontheffingsmogelijkheid biedt geen basis om op deze wijze, door alleen heemraden van buitenaf te benoemen, alsnog in een dualistisch stelsel te voorzien. Alleen bij een deugdelijke motivering zullen Gedeputeerde Staten kunnen instemmen met de afwijking. Daarbij zal onder meer het aantal, de verbondenheid met het gebied van Waterschap Zuiderzeeland en de benodigde bestuurlijke kwaliteiten van belang zijn. De invulling van een open gevallen plek in het college van dijkgraaf en heemraden geschiedt ingevolge het vierde lid zo spoedig mogelijk. Dit kan anders zijn indien het Algemeen Bestuur besluit het aantal heemraden te verminderen dan wel een heemraad van buitenaf te zoeken.

 

In de vergadering van het Algemeen Bestuur vindt de benoeming plaats van de leden van het college van dijkgraaf en heemraden niet zijnde de voorzitter. De heemraad wordt geacht zijn benoeming niet aan te nemen, indien hij op de tiende dag nadat hij in kennis is gesteld van zijn benoeming zijn benoeming niet heeft aanvaard. In het tweede lid is de aanvaarding van de benoeming gewijzigd. Voorheen werd voorgeschreven dat aanvaarding dient te geschieden middels een aangetekende brief. Dit is nu gewijzigd en vormvrij gemaakt. Deze bepaling houdt niet langer een vormvoorschrift in voor de wijze waarop de benoeming moet worden aanvaard. In de praktijk accepteert de heemraad zijn benoeming in de vergadering van het Algemeen Bestuur. De benoemde heemraad wordt geacht zijn benoeming niet te accepteren, indien hij uiterlijk op de tiende dag nadat de benoeming aan hem kenbaar is gemaakt, geen mededeling aan het Algemeen Bestuur heeft gedaan dat hij de benoeming aanneemt. De kennisgeving van de benoeming kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden. De benoemde heemraad heeft een bedenktijd van tien dagen. Door deze wijziging van de aanvaarding is de benoeming in overeenstemming gebracht met de benoeming van leden van het dagelijks bestuur in de Gemeentewet en de Provinciewet. Ook deze organieke wetten kennen het stelsel van fictieve weigering met een termijn van tien dagen.

 

Onderdeel L (artikel 12)

In artikel 12 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel M (artikel 13)

 

In artikel 13 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel N (artikel 14)

 

In artikel 14 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel O (artikel 16)

 

In het huidige reglement was geen ontheffingsmogelijk opgenomen voor het woonplaatsvereiste van de dijkgraaf. Het is wenselijk om deze mogelijkheid op te nemen. Hier voorziet artikel 16 tweede lid in. In het licht van de taken van het waterschap op onder meer het terrein van waterveiligheid is deze ontheffingsmogelijkheid niet onbegrensd. Het uitgangspunt blijft dat de dijkgraaf woonachtig is in het gebied van Zuiderzeeland. De ontheffingsmogelijkheid is bedoeld om bij een benoemings-procedure de dijkgraaf de nodig tijd te kunnen bieden om zich te kunnen vestigen in het gebied van Waterschap Zuiderzeeland. De ontheffing kan daarom worden verleend bij de initiële benoeming en niet bij een eventuele herbenoeming van de dijkgraaf.

 

Onderdeel P (artikel 17)

 

In artikel 17 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel Q (artikel 18)

 

In artikel 18 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel R (artikel 19)

 

In artikel 19 wordt Algemene Vergadering vervangen door Algemeen Bestuur. Hiermee wordt aangesloten bij de terminologie uit de Waterschapswet en wordt voldaan aan de wens van de Algemene Vergadering voor deze wijziging.

 

Onderdeel S (artikel 20)

 

In verband met het interprovinciaal karakter van het waterschap moet, ingevolge artikel 164 van de Waterschapswet, in het reglement een regeling over het toezicht worden opgenomen. Het gaat dan om toezicht ingevolge de Waterschapswet én enige andere vorm van toezicht. Aangezien het waterschapsgebied nagenoeg samenvalt met het grondgebied van de provincie Flevoland, is in het huidige reglement het toezicht aan het college van gedeputeerde staten van Flevoland opgedragen. Vanwege de invoering van de Omgevingswet is het eerste lid aangevuld met deze wet. Zo is de bevoegdheid tot indeplaatstreding van gedeputeerde staten opgenomen in artikel 2.36 van de Omgevingswet.

 

De uitzondering voor waterkering Ramspol is komen te vervallen. Het tweede lid van artikel 20 vervalt, omdat toezicht op primaire waterkeringen, zoals de waterkering Ramspol, sinds 1 januari 2014 (zie Stb. 2013, 280 en 281) niet langer wordt uitgeoefend door gedeputeerde staten, maar door de minister.

 

Het toezicht moet hier in ruime zin worden opgevat. Het omvat bijvoorbeeld ook de rol van gedeputeerde staten in het kader van vernietiging, taakverwaarlozing, de rekening, de waterschapsbelastingen en de benoeming van de dijkgraaf.

 

Onderdeel T (artikel 22)

 

Op grond van artikel 156 van de Waterschapswet is het repressief toezicht op het waterschap belegd bij gedeputeerde staten. Gedeputeerde Staten kunnen een besluit dan wel een niet-schriftelijke beslissing gericht op enig rechtsgevolg van het waterschapsbestuur onder meer vernietigen. In artikel 22 zijn de (ontwerp)besluiten benoemd die in het kader van het toezicht worden toegezonden.

 

Sub b van artikel 22 is gewijzigd in lijn met de Omgevingswet. Artikel 22 sub e is aangepast in lijn met de Omgevingsverordening Flevoland, die in werking treedt met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Artikel 22 sub h is zo gewijzigd dat besluiten van het college van dijkgraaf en heemraden tot oprichting of deelneming in een rechtspersoon altijd ter kennisneming aan Gedeputeerde Staten worden verzonden. In de huidige formulering is ruimte voor discussie wanneer deze besluiten ter kennisname aan Gedeputeerde Staten moeten verzonden. In de huidige formulering hoeven dergelijke besluiten immers alleen aan Gedeputeerde Staten te worden verzonden indien hierbij een ‘belangrijk onderdeel van de aan het waterschap opgedragen taak betrokken is’. Deze formulering laat ruimte voor discussie wanneer dergelijke besluiten aan Gedeputeerde Staten worden toegezonden. Deze nieuwe formulering is een stuk helderder voor beide partijen en voorkomt een dergelijke discussie.

 

Onderdeel U (artikel 23)

 

Het tweede lid van artikel 5 Waterschapswet is per 1 januari 2013 komen te vervallen en daarmee ook de aanduiding ‘1’ voor het eerste lid (zie Stb. 2012, 682). Zodoende wordt nu verwezen naar artikel 5 Waterschapswet en niet naar artikel 5, eerste lid, Waterschapswet.

 

Onderdeel V (artikel 25)

 

Door deze bepaling in artikel 25 wordt expliciet duidelijk gemaakt dat de naamswijziging van Algemene Vergadering naar Algemeen Bestuur geen inhoudelijke wijziging met zich meebrengt. Dit betekent dat overal waar (eerder) de aanduiding Algemene Vergadering is gebruikt voor het algemeen bestuur, de aanduiding Algemeen Bestuur gelezen dient te worden.

 

Onderdeel W

 

Betreft de toevoeging van de kaart van het gebied van Waterschap Zuiderzeeland als bedoeld in artikel 2, tweede lid van het reglement.

Naar boven