Ligplaatsenbesluit provinciale vaarwegen in Drenthe

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op gelet op de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 van de Scheepvaartverkeerswet, artikel 5 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer, de artikelen 1.19, 5.02, 7.02 en 7.05 van het Binnenvaartpolitiereglement, artikel 7a van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement, hoofdstuk 11 van de Omgevingsverordening Drenthe en de bepalingen van de Verordening nautisch beheer vaarwegen provincie Drenthe;

 

overwegende dat het langdurig ligplaats innemen op de meeste kanaaltrajecten vanuit nautische, waterhuishoudkundige, landschappelijke, ecologische of recreatieve belangen ongewenst is;

 

  • -

    vanuit nautisch belang omdat de provinciale vaarwegen, gelet op de toelaatbare scheepsafmetingen, in het algemeen erg smal zijn en afgemeerde schepen al snel een belemmering voor de doorgaande scheepvaart vormen;

  • -

    vanuit waterhuishoudkundig belang omdat (veel) afgemeerde vaartuigen extra ongewenst weerstand veroorzaken en de kans op het op drift raken van die vaartuigen wordt verhoogd bij het afstromen, met name bij een maximale waterafvoer in de periode van 1 november tot 1 april;

  • -

    vanuit landschappelijk belang omdat afgemeerde schepen de gaafheid van het landschap of de cultuurhistorische waarde van het kanaal of gebied kunnen aantasten;

  • -

    vanuit ecologisch belang omdat de provincie ecologische verbindingszones tot stand brengt en de aanwezigheid van afgemeerde schepen binnen deze zones, alsook binnen stilte- en rustgebieden en locaties voor faunavoorzieningen, een storende factor is;

  • -

    vanuit recreatief belang omdat afmeergelegenheden voor de vaarrecreant of passant worden beperkt door langdurig gestalde schepen.

BESLUITEN:

 

  • I.

    het Ligplaatsenbesluit provinciale vaarwegen in Drenthe vast te stellen.

  • II.

    het Ligplaatsenbesluit provinciale vaarwegen 2016, zoals vastgesteld bij besluit van 20 november 2018, kenmerk 2018002617, Provinciaal Blad nummer 8707 van 2018, in te trekken.

Artikel 1 Definitiebepaling

Onder ligplaats wordt verstaan: het afmeren en laten liggen van een vaartuig, met uitzondering van het in verband met het doorvaren van bruggen en sluizen noodzakelijke afmeren.het Noord-Willemskanaal, km 0.0-km 6.7

 

Artikel 2 Ligplaatsverbod

  • 1.

    Het is verboden ligplaats in te nemen in de bij de provincie Drenthe in beheer zijnde vaarwegen.

  • 2.

    Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op:

  • -

    de bij de provincie Drenthe in eigendom zijnde vaartuigen;

  • -

    vaartuigen die in opdracht van de provincie Drenthe werkzaamheden op en aan vaarwegen verrichten;

  • -

    de woonschepen langs de Paradijsweg, voor zover deze vallen onder de Ligplaatsenregeling van de gemeente Meppel;

  • -

    de aan de gemeentelijke en particuliere laad- en loskaden gelegen schepen in de provinciale vaarwegen;

  • -

    de 'Johannes Veldkamp' en de twee rondvaartboten van het Veenpark BV. Deze boten nemen regelmatig een ligplaats in op de locaties in de gemeente Emmen die zijn aangegeven met de borden: 'ligplaats rondvaartboot';

  • -

    de woonschepen in Coevorden, voor zover deze vallen onder de Ligplaatsenregeling van de gemeente Coevorden;

  • -

    de woonschepen in de gemeente Emmen, voor zover deze zijn afgemeerd met een bijbehorende ligplaatsvergunning, dan wel dat voor de ligging van het desbetreffende woonschip een specifiek gedoogbesluit is genomen, voor de duur van de daarin aangegeven periode;

  • -

    schepen voor evenementen. Deze mogen gedurende maximaal veertien dagen afmeren op passantenlocaties of winterlocaties.

Artikel 3 Uitzonderingen ligplaatsverbod

  • 1.

    In afwijking van artikel 2 is het innemen van een ligplaats toegestaan op die locaties zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende bijlage I. Deze locaties worden ter plaatse aangegeven door plaatsing van verkeerstekens van 1 april tot 1 november.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan, in het belang van een evenredige verdeling van de beschikbare ligplaatsen, de maximale liggingsduur worden beperkt tot maximaal veertien dagen. In voorkomende gevallen wordt dit ter plaatse aangegeven door middel van onderborden.

  • 3.

    In afwijking van artikel 2 is, mits daarvoor vergunning is verleend, het innemen van een ligplaats toegestaan op die locaties zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende bijlage II, de zogenaamde winterstallingslocaties. Deze locaties worden ter plaatse aangegeven door plaatsing van verkeerstekens van 1 november tot 1 april.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in het derde lid doet eenieder die voor de hier betreffende periode van enig jaar ligplaats inneemt op een van de bedoelde locaties een aanvraag bij de beheerder van de vaarweg.

Artikel 4 Overgangsrecht

Verleende vergunningen, zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, genomen op basis van voorgaande regelingen, worden geacht te zijn genomen op basis van dit ligplaatsenbesluit.

 

Artikel 5 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal blad en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

Assen, 4 juni 2024

Kenmerk 4.6/2024000796

 

Uitgegeven: 6 juni 2024

 

 

Bent u het niet eens met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na de dag van verzending ervan hiertegen een beroepschrift indienen bij de Rechtbank Noord-Nederland. De dag van verzending is de dagtekening van het besluit. Voor meer informatie over het indienen van een beroepschrift verwijzen wij u naar www.provincie.drenthe.nl/bezwaarprocedure.

Naar boven