Verkeersbesluit fietspad N217 ‘s-Gravendeel

PZH-2024-850422039 / DOS-2024-0001214 BABW

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Inleiding

Langs de N217 bij ’s-Gravendeel (gemeente Hoeksche Waard) is een bromfietspad gerealiseerd, zodat voor (brom)fietsverkeer een veilige en snelle verbinding ontstaat. Omdat hierdoor een gebod ontstaat (verkeersbord serie G) en omdat het bromfietspad ter hoogte van de rotonde met de Maasdamseweg de N217 oversteekt (voorrang regelen), moet hiervoor een verkeersbesluit worden genomen. Gebleken is dat deze maatregelen destijds zijn ingesteld zonder dat hier een verkeersbesluit aan ten grondslag ligt. De provincie wenst aan haar wettelijke verplichting te voldoen door in dit besluit alsnog formeel over te gaan tot het instellen van betreffende maatregelen.

Het bromfietspad loopt deels over het areaal van de provincie Zuid-Holland, en deels over het areaal van Waterschap Hollandse Delta. Waterschap Hollandse Delta heeft een verkeersbesluit (VTH202403-0061) genomen voor de verkeersborden en verkeerstekens op het eigen areaal (ten zuiden van De Havelaar, hmp 27,2) die te maken hebben met het nieuwe bromfietspad.

De verkeersbesluitplichtige verkeersborden en verkeerstekens die op het areaal van de provincie Zuid-Holland zijn genomen (ten noorden van de weg De Havelaar) zijn opgenomen in voorliggend verkeersbesluit. Op de bijgaande tekening is ook de bebording op het areaal van het waterschap meegenomen, omdat het om een gezamenlijk project gaat. De verkeersbesluiten van de provincie Zuid-Holland en van Waterschap Hollandse Delta zijn met elkaar afgestemd en worden gelijktijdig gepubliceerd.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15 lid 1 van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken, moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15 lid 2 van de WVW.

 

Belangenafweging

Door de aanleg van een bromfietspad ontstaat een directere en veiligere verbinding voor (brom)fietsers in de Hoeksche Waard. Om te voorkomen dat autoverkeer gebruik kan maken van het bromfietspad, en om te voorkomen dat (brom)fietsers gebruik kunnen maken van de rijbaan van de N217, wordt het bord G12a (verplicht bromfietspad) toegepast.

Ter hoogte van de rotonde N217-Maasdamseweg en ter hoogte van de Hendrik Hamerstraat kruist het bromfietspad gelijkvloers de N217. Conform het beleid van de provincie Zuid-Holland is de fietsoversteek uit de voorrang gehaald, waardoor het autoverkeer voorrang heeft op het (brom)fietsverkeer. Hierdoor ontstaat er een uniforme en voorspelbare voorrangssituatie op het bromfietspad. Dit vergroot de verkeersveiligheid en doorstroming van het verkeer. Ook op de fietsoversteken over de Strijenseweg en De Havelaar moet het (brom)fietsverkeer voorrang verlenen aan het autoverkeer (areaal Waterschap Hollandse Delta).

Uit onderzoek blijkt dat het uit de voorrang halen van de (brom)fietser tot minder ongevallen leidt dan wanneer (brom)fietsers voorrang hebben op het autoverkeer. De voorrangssituatie wordt geregeld door vóór de oversteek de borden B6 op het bromfietspad te plaatsen en haaientanden aan te brengen.

Door deze verkeersmaatregelen wordt ook de bruikbaarheid van de weg en de vrijheid van het verkeer gewaarborgd. Alles tegen elkaar afgewogen zijn de te nemen maatregelen dus in ieders belang.

 

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef van de Nationale Politie. Dit besluit is in concept voorgelegd aan de daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van de eenheid Rotterdam. Deze heeft ingestemd met de maatregel(en).

 

BESLUIT

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande en overeenkomstig bijgaande verkeersplan tekeningen met kenmerken P14420020-TEK-UO-MBB-SIT-005-1 t/m P14420020-TEK-UO-MBB-SIT-005-3 besluiten:

 

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het bromfietspad ten noorden van De Havelaar aan de buiten de bebouwde kom gelegen provinciale weg N217 tussen HM 26,3 en HM 27,2 de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B06 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek uit bijlage I van het RVV op de fietsoversteek over de N217 ter hoogte van HM 26,3 om de voorrang te regelen;

    • b.

      Door plaatsing van borden B06 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek uit bijlage I van het RVV op de fietsoversteek over de Maasdamseweg om de voorrang te regelen;

    • c.

      Door plaatsing van borden B06 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek uit bijlage I van het RVV op het punt waar het fietspad dat de N217 oversteekt ter hoogte van HM 26,8 samenkomt met het fietspad parallel aan de N217 om de voorrang te regelen;

    • d.

      Door plaatsing van borden B06 en het aanbrengen van haaientanden op het wegdek uit bijlage I van het RVV op de fietsoversteek over de N217 ter hoogte van HM 26,8 om de voorrang te regelen;

    • e.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV aan het begin van het bromfietspad, ter hoogte van de fietsoversteek op de N217 ter hoogte van HM 26,3 om inrijden van het bromfietspad door autoverkeer tegen te gaan;

    • f.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV aan het begin van het bromfietspad, ter hoogte van de fietsoversteek op de N217 ter hoogte van HM 26,8 om inrijden van het bromfietspad door autoverkeer tegen te gaan;

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag, nadat een termijn van zes weken na de dag waarop het besluit is bekend gemaakt, is verstreken.

 

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

 

- naam en adres van de indiener;

- dagtekening;

- omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

- gronden van het bezwaar.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de Voorzieningen rechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Naar boven