Besluit van gedeputeerde staten van 14 mei 2024, PZH-2024-849823589 (DOS-2023-0000342) tot wijziging van het Openstellingsbesluit subsidie niet-productieve investeringen in watersystemen GLB-NSP Zuid-Holland 2023 in verband met verhoging van de deelplafonds

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Gelet op artikel 1.2 van de Regeling Europese landbouwsubsidies Zuid-Holland;

Besluiten:

Artikel I

Artikel 5 van het Openstellingsbesluit subsidie niet-productieve investeringen in watersystemen GLB-NSP Zuid-Holland 2023 komt als volgt te luiden:

Artikel 5 Deelplafonds

Gedeputeerde staten stellen de deelplafonds voor de periode, genoemd in artikel 4, eerste lid, voor het beheergebied van:

• a. het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, vast op € 922.500;

• b. het Hoogheemraadschap van Delfland, vast op € 1.440.000;

• c. het Hoogheemraadschap van Rijnland, vast op € 2.400.000;

• d. het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, vast op € 1.440.000.

Artikel II

Artikel 9 van het Openstellingsbesluit subsidie niet-productieve investeringen in watersystemen GLB-NSP Zuid-Holland 2023 komt als volgt te luiden:

Artikel 9 Verplichting

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.15 van de regeling is de subsidieontvanger verplicht om de activiteit, bedoeld in artikel 2, eerste lid, uiterlijk 31 december 2028 af te ronden.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 november 2023.

Den Haag, 14 mei 2024

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

ir. J.C. van Ginkel MCM

plv. secretaris

drs. J. Smit,

voorzitter

Toelichting

De vier waterschappen hebben allen het deelplafond voor hun beheergebied overvraagd, met de bedoeling om te overprogrammeren met Europese middelen. Door te overprogrammeren wordt geanticipeerd op eventuele vrijval van Europese middelen en wordt de kans vergroot om op korte termijn middelen te kunnen declareren bij Europa, zowel binnen Zuid-Holland als landelijk. Zo wordt landelijk de kans vergroot om de beschikbare Europese middelen maximaal te benutten in Nederland. De maximale uitvoeringsperiode wordt aangepast naar 31 december 2028, zodat de vaststelling van de subsidie kan plaatsvinden zodra er zicht is op de eventuele vrijval van Europese middelen.