Nadere subsidieregels Preventie Faunaschade 2024

Gedeputeerde Staten van Limburg

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 23 april 2024 hebben vastgesteld:

 

Nadere subsidieregels Preventie Faunaschade 2024

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Aangewezen hoefdieren: schapen en geiten;

  • 2.

    Aanpassing: een reeds bestaand niet gesubsidieerd verplaatsbaar dan wel vast raster tot wolfwerende afrastering maken. Dit betreft geen uitbreiding van een bestaand raster.

  • 3.

    BIJ12: uitvoeringsorganisatie van de gezamenlijke provincies in Nederland, zijnde onderdeel van de Vereniging Interprovinciaal Overleg;

  • 4.

    de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in Verordening (EU) 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PbEU 2013, L 352) dan wel in Verordening (EU) 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU L, 2023/2831 van 15 december 2023);

  • 5.

    Effectieve preventieve maatregel: maatregel die voldoet aan de eisen zoals gesteld in de vigerende Faunaschade-preventiekit van BIJ12 (www.bij12.nl> Onderwerpen > Faunaschade > Schade voorkomen);

  • 6.

    Geregistreerde hoefdieren:

    • a.

      voor alpaca’s, lama’s en damherten registratie door een recent afschrift van de registratie op basis van de vigerende Diergezondheidswetgeving;

    • b.

      voor runderen, paardachtigen, geiten, schapen en varkens vier uitdraaien van het Identificatie- en Registratiesysteem voor landbouwhuisdieren met de peildata 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november, in het jaar voorafgaand aan de aanschaf van wolfwerende afrastering;

  • 7.

    Identificatie- en Registratiesysteem van dieren: het door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland beheerde Identificatie- en Registratiesysteem van elke Nederlandse landbouwhuisdierenhouder met een uniek Bedrijfsnummer (UBN);

  • 8.

    In het wild levende beschermde diersoorten: diersoorten (met uitzondering van de wolf) zoals genoemd in artikel 11.37, 11.46 en 11.54 van het vigerende Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) ;

  • 9.

    Landbouw: bedrijfsmatig uitgeoefende akkerbouw; weidebouw; veehouderij; pluimveehouderij; tuinbouw, daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen; de teelt van griendhout en riet; elke andere tak van bodemcultuur, met uitzondering van de bosbouw;

  • 10.

    Landbouwer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon dan wel een groep natuurlijke personen of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groep en haar leden volgens het nationale recht, van wie het bedrijf zich bevindt binnen het territoriale toepassingsgebied van de verdragen als omschreven in artikel 52 VEU in samenhang met de artikelen 349 en 355 VWEU, en die een landbouwactiviteit uitoefent;

  • 11.

    Landbouwactiviteit: primaire productie van landbouwproducten alsmede handel in landbouwproducten, als bedoeld in bijlage 1 VWEU;

  • 12.

    Overige hoefdieren: alpaca, lama, damhert, varken, runderen, paardachtigen;

  • 13.

    Praktijkgericht onderzoek: onderzoek dat zich richt op de verbetering van de toepassing van preventieve maatregelen die zijn opgenomen in de vigerende Faunaschade-preventiekit van BIJ12 of onderzoek dat zich richt op de ontwikkeling van nieuwe middelen en/of methoden die betrekking hebben op preventie van faunaschade maar die niet zijn opgenomen in deze preventiekit;

  • 14.

    Schadedreiging: een reële kans op schade aangetoond door het overleggen van onderbouwde gegevens over een combinatie van de landbouwen actueel in het gebied aanwezige in het wild levende beschermde diersoorten waarbij wordt aangetoond dat de schade daadwerkelijk het gevolg kan zijn van het aanwezige in het wild levende beschermde dier;

  • 15.

    Urgentie: een situatie waarin sprake is van schade veroorzaakt door minimaal twee aanvallen van wolven op overige hoefdieren op verschillende dagen binnen zeven dagen na de dag waarop het eerste overige hoefdier is gedood of verwond binnen één gemeente of in een aan Nederlands Limburg grenzende Nederlandse/Belgische/Duitse gemeente;

  • 16.

    Wolfwerende afrastering: vaste afrastering dan wel verplaatsbare afrastering die voldoet aan de vigerende Faunaschade Preventiekit module wolven van BIJ12. Hieronder valt ook het aanpassen van een bestaande vaste of verplaatsbare afrastering tot een wolfwerende afrastering.

Artikel 2 Doel van de regeling

De preventie van faunaschade in de Nederlandse provincie Limburg zoals vastgelegd in het Limburgs Natuurprogramma 2023-2030, 6.1.9. Faunabeheer (www.limburg.nl > Natuur en Landschap > Natuurprogramma 2023-2030):

  • -

    door middel van de aanschaf en/of het plaatsen van effectieve preventieve maatregelen ter voorkoming van schade aan landbouw, veroorzaakt door in het wild levende beschermde diersoorten, dan wel het doen van praktijkgericht onderzoek ter voorkoming van schade aan landbouw, veroorzaakt door in het wild levende beschermde diersoorten; of

  • -

    door middel van de aanschaf van wolfwerende afrastering ter voorkoming van schade door de wolf aan aangewezen geregistreerde hoefdieren dan wel overige geregistreerde hoefdieren waarbij sprake is van urgentie.

Artikel 3 Subsidieplafond

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidie(deel)plafond voor Preventie faunaschade door in het wild levende beschermde diersoorten en het subsidie(deel)plafond voor Preventie faunaschade door de wolf voor de looptijd van deze nadere subsidieregels vast.

  • 2.

    De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Hoofdstuk 2 Preventie faunaschade in het wild levende beschermde diersoorten (m.u.v. de wolf)

Artikel 4 Aanvrager

Grondeigenaren en grondgebruikers die krachtens eigendom dan wel een ander zakelijk recht zeggenschap hebben over de grond(en) waarop of waaraan de effectieve preventieve maatregel dan wel het praktijkgericht onderzoek waarvoor subsidie wordt aangevraagd, wordt getroffen/wordt gedaan of de grondgebruiker heeft schriftelijke toestemming ontvangen van de eigenaar(s) van de grond/gronden om de maatregel uit te voeren. Gemeentes of waterschappen komen niet voor een subsidie in aanmerking.

 

Indien aanvrager kwalificeert als een onderneming, wordt de subsidie aangemerkt als de-minimissteun die wordt verleend in overeenstemming met het relevante en vigerende kader betreffende de-minimissteun in de landbouwsector (in het geval van een landbouwer die een landbouwactiviteit verricht) of de reguliere de-minimissteun.

Artikel 5 Algemene Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, dient aan alle volgende algemene criteria te worden voldaan:

  • 1.

    De effectieve preventieve maatregel dan wel het praktijkgericht onderzoek richt zich op het voorkomen van schade aan landbouw door (een) in het wild levende beschermde diersoort(en).

  • 2.

    De effectieve preventieve maatregel dan wel het praktijkgericht onderzoek is in overwegende mate gericht op de Nederlandse provincie Limburg, dan wel komt aanwijsbaar ten goede aan de Nederlandse provincie Limburg.

Artikel 6 Specifieke criteria effectieve preventieve maatregel

Om voor een subsidie betreffende een effectieve preventieve maatregel in aanmerking te komen, dient aan alle volgende criteria te worden voldaan:

  • 1.

    De schade aan landbouw door de betreffende in het wild levende beschermde diersoort(en) is veroorzaakt in 2023 dan wel 2024 en is aantoonbaar middels onderbouwde schadegegevens dan wel is er sprake van een schadedreiging aan landbouw door de betreffende in het wild levende beschermde diersoort(en);

  • 2.

    De aantoonbare schade dan wel de schadedreiging aan landbouw kan voor tegemoetkoming in aanmerking komen conform de vigerende provinciale Beleidsregels Tegemoetkoming Faunaschade 2024 (www.BIJ12.nl > Faunaschade > Tegemoetkoming aanvragen > Provinciale beleidsregels > Limburg).

Artikel 7 Specifiek subsidiecriterium praktijkgericht onderzoek

Om voor een subsidie betreffende een praktijkgericht onderzoek in aanmerking te komen, dient aan alle volgende criteria te worden voldaan:

  • 1.

    Het praktijkgericht onderzoek richt zich op de preventie van schade die voor tegemoetkoming op grond van de vigerende provinciale Beleidsregels Tegemoetkoming Faunaschade 2024 (www.BIJ12.nl > Faunaschade > Tegemoetkoming aanvragen > Provinciale beleidsregels > Limburg) in aanmerking komt.

  • 2.

    De resultaten van het onderzoek worden voor eenieder openbaar toegankelijk gepubliceerd.

Artikel 8 Verplichtingen subsidieontvanger effectieve preventieve maatregel

Subsidieontvanger is verplicht om de effectieve preventieve maatregel ten minste voor een periode van 5 jaar na de subsidievaststelling deugdelijk te beheren en onderhouden.

Artikel 9 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    Het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    Het project niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 4;

  • c.

    Niet wordt voldaan aan alle criteria in artikel 5 en daarnaast voor effectieve preventieve maatregelen aan de criteria van artikel 6 en daarnaast voor praktijkgericht onderzoek aan de criteria van artikel 7;

  • d.

    De Provincie Limburg dezelfde activiteit/ project al op een andere wijze subsidieert en/ of financiert;

  • e.

    Aan een grondgebruiker of grondeigenaar reeds een subsidie is verleend op grond van deze nadere subsidieregels;

  • f.

    Voor het betreffende perceel reeds een subsidie is verleend op grond van deze nadere subsidieregels;

  • g.

    De subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 18.

  • h.

    Ingeval er sprake is van staatssteun, indien de subsidieaanvrager het maximumbedrag aan de-minimissteun al heeft overschreden berekend over het lopende belastingjaar en de twee daaraan voorafgaande belastingjaren.

Artikel 10 Subsidiebedrag

  • 1.

    Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 80% van de totale subsidiabele projectkosten.

  • 2.

    Er geldt een maximaal provinciaal subsidiebedrag van € 15.000,00 per grondgebruiker of grondeigenaar en tevens per perceel.

Artikel 11 Subsidiabele en niet subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten zijn subsidiabel:

    • -

      Kosten van de effectieve preventieve maatregel(en) om faunaschade te voorkomen zoals opgenomen in de vigerende Faunaschade-preventiekit van BIJ12 (www.bij12.nl> Onderwerpen > Faunaschade > Schade voorkomen);

    • -

      Bij praktijkgericht onderzoek zijn daarnaast ook de ontwikkeling van nieuwe middelen en/ of methoden die betrekking hebben op preventie van faunaschade maar die niet zijn opgenomen in de vigerende Faunaschade-preventiekit subsidiabel;

    • -

      Kosten van het plaatsen van effectieve preventieve maatregelen door derden;

    • -

      Kosten van coördinatie van gebiedsgerichte schadepreventie in samenwerkingsverband.

  • 2.

    Aanvullend op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

    • -

      Onvoorzien;

    • -

      Wettelijke taken, verboden of verplichtingen;

    • -

      Eigen uren en/of arbeidskosten/loonkosten van aanvrager;

    • -

      Contractuele en/of financiële verplichtingen die zijn aangegaan vóórdat de subsidie is aangevraagd dan wel kosten die reeds zijn gemaakt vóórdat de subsidie is aangevraagd, met uitzondering van de contractuele en/of financiële verplichtingen die zijn aangegaan of kosten die reeds zijn gemaakt vanaf 1 januari 2024.

Hoofdstuk 3 Preventie faunaschade wolf

Artikel 12 Aanvrager

Eigenaren van aangewezen geregistreerde hoefdieren dan wel eigenaren van overige geregistreerde hoefdieren waarbij sprake is van urgentie. Gemeenten dan wel waterschappen komen niet voor een subsidie in aanmerking.

 

Indien aanvrager kwalificeert als een onderneming, wordt de subsidie aangemerkt als de-minimissteun die wordt verleend in overeenstemming met het relevante en vigerende kader betreffende de-minimissteun in de landbouwsector (in het geval van een landbouwer die een landbouwactiviteit verricht) of de reguliere de-minimissteun.

Artikel 13 Subsidiecriteria wolfwerende afrastering

  • 1.

    De maatregel betreft het aanschaffen van wolfwerende afrastering.

  • 2.

    De wolfwerende afrastering richt zich op het voorkomen van schade aan aangewezen geregistreerde hoefdieren door de wolf dan wel de wolfwerende afrastering richt zich op het voorkomen van schade door de wolf aan overige geregistreerde hoefdieren waarbij sprake is van urgentie.

  • 3.

    De aanschaf en of plaatsing van de wolfwerende afrastering is in overwegende mate gericht op de Nederlandse provincie Limburg, dan wel komt aanwijsbaar ten goede te aan de Nederlandse provincie Limburg.

Artikel 14 Verplichtingen subsidieontvanger wolfwerende afrastering

Subsidieontvanger is verplicht om de afrastering ten minste voor een periode van 5 jaar na de subsidievaststelling deugdelijk te beheren en onderhouden.

Artikel 15 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a)

    Het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b)

    Het project niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 12;

  • c)

    Niet wordt voldaan aan alle criteria in artikel 13;

  • d)

    De Provincie Limburg dezelfde activiteit/ project al op een andere wijze subsidieert en/ of financiert;

  • e)

    Reeds gesubsidieerde afrastering wordt uitgebreid;

  • f)

    Voor het betreffende perceel aan de aanvrager reeds een subsidie voor wolfwerende afrastering is verleend in de afgelopen 5 jaar;

  • g)

    De aanvraag niet binnen 16 weken na het optreden van die urgentie is ingediend;

  • h)

    Aan een aanvrager reeds een subsidie is verleend op grond van deze nadere subsidieregels;

  • i)

    De subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 18;

  • j)

    Ingeval er sprake is van staatssteun, indien de subsidieaanvrager het maximumbedrag aan de-minimissteun al heeft overschreden berekend over het lopende belastingjaar en de twee daaraan voorafgaande belastingjaren.

Artikel 16 Subsidiebedrag

  • 1.

    Er geldt een maximaal provinciaal subsidiebedrag van € 10.000,00 per aanvrager.

  • 2.

    Subsidies kleiner dan € 1.500,00 worden niet verstrekt.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie bedraagt voor:

    • a.

      vaste afrastering:

      • i.

        € 570

      • ii.

        € 3,40 per strekkende meter vaste wolfwerende afrastering met een maximum € 114,- per dier voor aangewezen geregistreerde hoefdieren en overige geregistreerde hoefdieren waarbij sprake is van urgentie, behalve runderen en paardachtigen, hiervoor geldt een maximum van € 680,- per dier en waarbij voor het totale aantal dieren wordt uitgegaan van de registratie.

    • b.

      Verplaatsbare afrastering:

      • i.

        € 34,00 per aangewezen geregistreerd dan wel overig geregistreerd hoefdier waarbij sprake is van urgentie.

      • ii.

        € 4.500 voor een draad-opwindsysteem of systeem waarmee verplaatsbare wolfwerende afrastering op- en afgewonden kan worden, mits de verplaatsbare wolfwerende afrastering een wolfwerende afrastering met draden is en de verplaatsbare afrastering op moment van indienen van de aanvraag wordt gebruikt voor minimaal 100 aangewezen hoefdieren dan wel overige hoefdieren waarbij sprake is van urgentie.

    • c.

      De hoogte van de subsidie voor de aanpassing van een vaste respectievelijk een verplaatsbare afrastering bedraagt 50% van de bedragen bedoeld in het tweede lid van dit artikel.

  • 4.

    De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald door het aantal geregistreerde hoefdieren op het betreffende perceel, voor geregistreerde hoefdieren zoals genoemd onder artikel 1, lid 6 sub b, wordt de hoogte bepaald door het gemiddeld aantal geregistreerde hoefdieren dat op peildata 1 februari, 1 mei, 1 augustus en 1 november in het jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag is vastgelegd in het Identificatie- en Registratiesysteem van dieren.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 17 Indienen aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies>actuele subsidieregelingen.

  • 2.

    Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient te worden verzonden naar het op het aanvraagformulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht), dan wel digitaal middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) of DigiD (aanvragen van particulieren) te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.

Artikel 18 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag kan vanaf 14 mei 2024 worden ingediend en dient uiterlijk 20 december 2024 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten;

  • 2.

    Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend en bij digitale aanvragen de datum van digitale ontvangst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 19 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 20 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 14 mei 2024 tot en met 31 december 2024.

  • 2.

    Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Preventie Faunaschade 2024”.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 23 april 2024 Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

dhr. E.G.M. Roemer

secretaris.

D. Timmer

Toelichting Nadere subsidieregels Preventie Faunaschade 2024

De normbedragen zoals beschreven in artikel 16 van deze subsidieregeling, betreffende Hoofdstuk 3 Preventie faunaschade wolf, zijn gebaseerd op de kosten die redelijkerwijs gemoeid zijn met de aanschaf van het wolfwerende raster. Dit betreffen dan ook gemiddelde bedragen op basis van ervaringsgegevens en betreffen niet de werkelijke kosten van de aanschaf van het wolfwerende raster. De volgende kostentypen maken expliciet geen deel uit van deze normbedragen en zijn zodoende ook niet hierin meegenomen:

 

  • -

    Onvoorziene kosten;

  • -

    Wettelijke taken, verboden of verplichtingen;

  • -

    Eigen uren en/of arbeidskosten/loonkosten

  • -

    Emotionele schade als gevolg van een wolvenaanval;

  • -

    Vermindering van de waarde van grond.

Naar boven