Derde wijziging Beleidsregel Programma EFRO Oost-Nederland 2022

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Handelend in hun hoedanigheid van beheerautoriteit van het Programma EFRO 2021-2027 Oost-Nederland;

 

Gelet op artikel 9 van de Uitvoeringswet EFRO;

 

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op de goedkeuring door het monitoringscomité op grond van artikel 40, tweede lid, aanhef en onder a, van Verordening (EU) Nr. 2021/1060 op 12 december 2022;

 

Besluiten

Artikel I  

De Beleidsregel Programma EFRO Oost-Nederland 2022 als volgt te wijzigen:

 

Onderdeel A

 

In artikel 1.1 wordt het laatste gedachtestreepje (‘verordening 1407/2013 […]’) vervangen door:

 

‘- verordening 2023/2831: Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;’

 

Aan artikel 1.1 wordt vervolgens een nieuw gedachtestreepje toegevoegd, luidende:

 

‘VInnovate-regio’s: de aan VInnovate verbonden Europese regio’s, voor zover die regio’s een gelijktijdige openstelling hebben voor hetzelfde VInnovate-instrument. Een actueel overzicht van de deelnemende regio’s is te raadplegen op

www.s3vanguardinitiative.eu/multipurpose-page/vinnovate .’

 

In artikelen 3.1.3, tweede lid en 3.2.3, tweede lid, wordt de zinsnede ‘verordening 1407/2013’ vervangen door ‘verordening 2023/2831’.

 

In de artikelsgewijze toelichting wordt, bij de toelichting op artikel 1.3, tweede tot en met vijfde lid, de zinsnede ‘40%’ vervangen door ‘20%’.

 

Onderdeel B

 

Aan artikel 2.2 worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Bij aanvragen voor activiteiten als bedoeld in paragraaf 3.3 worden de punten voor de criteria genoemd in artikel 2.1 als volgt verdeeld:

    • a.

      maximaal 50 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder a;

    • b.

      maximaal 25 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder d;

    • c.

      maximaal 25 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder e.

  • 4.

    Bij aanvragen voor activiteiten als bedoeld in paragraaf 3.4 worden de punten voor de criteria genoemd in artikel 2.1 als volgt verdeeld:

    • a.

      maximaal 25 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder a;

    • b.

      maximaal 10 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder b;

    • c.

      maximaal 25 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder c;

    • d.

      maximaal 15 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder d;

    • e.

      maximaal 25 punten voor het criterium, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder e.

Onderdeel C

 

Na artikel 3.3.2 wordt een nieuw artikel opgenomen, luidende:

 

‘Artikel 3.3.3

  • 1.

    Subsidie op grond van deze paragraaf wordt verstrekt met toepassing van artikel 21 van verordening 651/2014, met toepassing van verordening 2023/2831 of indien anderszins geen sprake is van staatssteun.

  • 2.

    De aanvraag moet voldoen aan de uitkomsten van de ‘Ex ante beoordeling Oost-Nederland’ van januari 2024. Dit document is gepubliceerd op www.efro-oost.eu.

  • 3.

    De aanvraag moet voorzien zijn van een fondsplan dat voldoet aan de vereisten van bijlage X van verordening 2021/1060.

  • 4.

    Beoogd wordt om 65% van het beschikbare budget te investeren in Gelderland en 35% in Overijssel, met daaronder een verdeling van 50%/50% over prioriteit 1 en prioriteit 2. Om die reden wordt verduidelijkt dat de mate waarin de aanvraag voldoet aan dit streven mede in ogenschouw wordt genomen bij de beoordeling van het criterium als bedoeld in artikel 2.2, derde lid onder a.

  • 5.

    De beoordelingscriteria zijn nader uitgewerkt in het document ‘Beoordelingscriteria Programma EFRO 2021-2027 Oost-Nederland’, dat is gepubliceerd op www.efro-oost.eu.’

Onderdeel D

 

Na paragraaf 3.3 wordt een paragraaf ingevoegd luidende:

 

‘Paragraaf 3.4 VInnovate -pilot 2024

 

Artikel 3.4.1

  • 1.

    De activiteiten zijn gericht op een slimmere, duurzamere en/of meer autonome industrie, en minimaal een van de volgende onderwerpen: nieuwe nano-actieve producten, bio-economie, efficiënte duurzame productie, high-performance productie door 3D-printing, geavanceerde productie voor energie-gerelateerde toepassingen onder zware omstandigheden, smart health, kunstmatige intelligentie of waterstof.

  • 2.

    De activiteiten zijn tevens gericht op prioriteit 1 of prioriteit 2.

  • 3.

    Een subsidie wordt slechts verstrekt, indien:

    • a.

      de activiteiten passen in een of meer van de technology readiness levels (TRL) 5 tot en met 8 zoals gedefinieerd in bijlage 2.1 bij de Mededeling van de Europese Commissie van 26 juni 2012, COM(2014) 341; en

    • a.

      meer dan 50% van de activiteiten in TRL 6 tot en met 8 vallen.

  • 4.

    De maximale looptijd van het project bedraagt 36 maanden. Het project moet starten binnen drie maanden na subsidieverlening.

Artikel 3.4.2

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verstrekt aan tenminste twee samenwerkende ondernemingen,

    • a.

      die gevestigd zijn in minimaal twee aan deze pilot deelnemende VInnovate-regio’s en tenminste twee EU-lidstaten; en

    • b.

      waarvan ten minste één onderneming een mkb-onderneming in Oost-Nederland is.

  • 2.

    De ondernemingen zijn ten opzichte van elkaar in ieder geval aan te merken als zelfstandige ondernemingen als bedoeld in artikel 3 van bijlage 1 van verordening 651/2014.

Artikel 3.4.3

  • 1.

    De beheerautoriteit verstrekt subsidie op grond van deze paragraaf met toepassing van artikel 22, 25, 26 bis, 29 36, 36 bis, 38, 38 bis, 41, 46, 47, 48 of 56 van verordening 651/2014.

  • 2.

    Buiten het eerste lid verstrekt de beheerautoriteit de subsidie slechts met toepassing van verordening 2023/2831 of indien anderszins geen sprake is van staatssteun.

Artikel 3.4.4

  • 1.

    De subsidie bedraagt voor aanvragen die worden ingediend binnen het tijdvak van de openstelling per aanvraag: minimaal € 40.000 per begunstigde, met een maximum van € 500.000 per aanvraag.

  • 2.

    De subsidie is afhankelijk van de staatssteungrondslag en bedraagt per subsidieontvanger ten hoogste 40% van zijn deel van de subsidiabele kosten.

  • 3.

    Het percentage in het tweede lid bedraagt ten hoogste 60% indien de subsidieontvanger een mkb-onderneming of een kennisinstelling is.

  • 4.

    Alleen de kosten gemaakt door de in Oost-Nederland gevestigde ondernemingen of kennisinstellingen komen voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 3.4.5

  • 1.

    Beoogd wordt om met dit onderdeel invulling te geven aan interregionale samenwerking, die van toegevoegde waarde is voor de regio. Om die reden wordt verduidelijkt dat de mate waarin de aanvraag voldoet aan deze aspecten, waaronder een evenwichtige verdeling van de activiteiten tussen de regio's, mede in ogenschouw wordt genomen bij de beoordeling van het criterium als bedoeld in artikel 2.2, vierde lid onder a.

  • 2.

    De beoordelingscriteria zijn nader uitgewerkt in het document ‘Beoordelingscriteria Programma EFRO 2021-2027 Oost-Nederland’, dat is gepubliceerd op www.efro-oost.eu.’

Artikel II  

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking op 15 mei 2024.

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Henri Lenferink

Commissaris van de Koning

Frederik van Ardenne

Secretaris

Toelichting

Het Programma EFRO 2021-2027 Oost-Nederland is een Europees subsidieprogramma van Gelderland en Overijssel. GS Gelderland is aangewezen als Beheerautoriteit voor het programma. Het programma richt zich primair op het verstrekken van subsidies aan mkb-ondernemingen waarbij de ontwikkeling en toepassing van innovatie in de regionale economie en in de energietransitie in Oost- Nederland centraal staan. In het programma staat dat ten minste 10% van het beschikbare budget beschikbaar wordt gesteld in de vorm van financiële instrumenten.

 

De Beleidsregel Programma EFRO Oost-Nederland 2022 wordt gewijzigd om twee openstellingen te kunnen realiseren. In onderdeel C worden de bepalingen omtrent financieringsinstrumenten aangevuld. Uit het onlangs uitgevoerde ex-ante onderzoek blijkt dat er bij Gelderse en Overijsselse mkb-ondernemingen behoefte is aan kapitaal in de vorm van leningen en/of participaties in de innovatieve (vroege) fase (TRL 4-8). Aan de al bestaande bepalingen wordt toegevoegd aan welke eisen potentiële fondsbeheerders moeten voldoen bij het indienen van een aanvraag voor de open te stellen subsidietenderregeling. Onderdeel D behelst het toevoegen van een nieuwe paragraaf aan de Beleidsregel met het oog op de VInnovate-pilot voor 2024. Het Vanguard Initiative (een samenwerking van 38 Europese regio’s, waaronder de regio Oost-Nederland) geeft met het VInnovate-instrument uitvoering aan de wens om financieringsmechanisme op te richten met eigen middelen van de regio’s. Met deze pilot doen 11 regio’s mee, waaronder de regio Oost-Nederland. De open te stellen regeling stimuleert innovatieve grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten van bedrijven en instellingen uit de aangesloten VInnovate-regio’s.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Onderdeel A (redactionele wijziging)

Dit onderdeel betreft een redactionele wijziging. Er worden twee nieuwe definities opgenomen en de verwijzingen naar verordening 1407/2013 worden vervangen door verwijzingen naar verordening 2023/2831.

 

Onderdeel B (beoordelingscriteria)

Aan artikel 2.3 worden twee nieuwe leden toegevoegd. Het betreft het vastleggen van de maximale puntenscores voor de beoordelingscriteria.

 

Onderdeel C (financieringsinstrumenten)

In het nieuwe artikel 3.3.3 worden nadere eisen aan potentiële aanvragen opgenomen.

 

Onderdeel D ( VInnovate -pilot)

Er wordt een nieuwe paragraaf opgenomen waarin de voorwaarden voor aanvragen voor de VInnovate-pilot zijn opgenomen. De voorwaarden zijn een combinatie van de eisen die op grond van het Programma EFRO Oost-Nederland 2021-2027 gelden en de gezamenlijke doelstellingen die door de deelnemende VInnovate-regio’s zijn vastgelegd voor deze pilot. Ten overvloede wordt opgemerkt dat ook op subsidieaanvragen onder deze pilot verordening 2021/1060, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de REES 2021 van toepassing zijn.

Naar boven