Kabinet van de Gouverneur/Commissaris der Koning(in) 1814-1951 en
Kabinet van de Commissaris van de Koningin in Drenthe (1946)1952-2000(2004)
De navolgende inventarisnummers zijn beperkt openbaar.
Voor de tijd van 75 jaar
19
|
Stukken betreffende de zuivering van burgemeesters, provinciale, gemeente- en rijkswaterstaatambtenaren in Drenthe, 1947-1956
|
85
|
Stukken betreffende afzonderlijke burgemeesters - Westerbork; benoeming en schorsing van de burgemeester, 1945-1951
|
135-144
|
Stukken betreffende de positie van en de gevolgen voor een ambtenaar der rijkspolitie, na aanhangig maken van misstanden bij de groep Rijkspolitie Westerbork en binnen het bestuurlijke en ambtelijke apparaat bij de gemeenten Westerbork en Rolde, 1949-1975
|
Voor de tijd van 50 jaar
172-173
|
Dagboekverslag van gebeurtenissen, acties en besluiten (het ‘journaal’ van het beleidscentrum) betreffende de treinkaping in De Punt en bezetting van de school in Bovensmilde van 23 mei-12 juni 1977, 1977
|
175
|
Stukken betreffende de gijzeling in het Provinciehuis te Assen op 13 en 14 maart 1978, 1978-1979
|
177
|
Stukken betreffende Molukse aangelegenheden, 1971-1981
|
Raadpleging, gebruik of vervaardiging van reproducties van de onder bovengenoemde inventarisnummers bewaarde archiefbescheiden is tot het moment van openbaarmaking uitsluitend mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van Gedeputeerde Staten van Drenthe. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.
Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.
Tegen dit besluit kan bezwaar gemaakt worden bij Gedeputeerde Staten van Drenthe. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken, te beginnen met de dag van officiële publicatie van het besluit.
Toelichting
Beperkingen op grond van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer
Deze beperking van de openbaarheid houdt in dat de archiefbescheiden niet openbaar zijn, behoudens enkele uitzonderingsgevallen:
- 1.
wanneer de verzoeker inzage vraagt in een dossier dat betrekking heeft op hem- of haarzelf;
- 2.
wanneer de verzoeker kan aantonen dat de persoon in wiens dossier hij inzage wil hebben is overleden of
- 3.
wanneer de verzoeker een verklaring kan overleggen waaruit blijkt dat de persoon op wie het dossier betrekking heeft ondubbelzinnig toestemming geeft voor inzage.
De beperking op basis van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer eindigt altijd bij het overlijden van de persoon waarop het dossier betrekking heeft.
Voor de inzage van bijzondere persoonsgegevens, zoals seksuele geaardheid, religieuze overtuiging, medische of strafrechtelijke informatie, gelden er aanvullende voorwaarden bij bovengenoemde uitzonderingen onder 2 en 3. De verzoeker moet dan een schriftelijk gemotiveerd verzoek tot inzage indienen, waarin wordt aangetoond dat:
- •
raadpleging noodzakelijk is als juridisch bewijsstuk of
- •
raadpleging noodzakelijk is ter voldoening aan een volkenrechtelijke verplichting of
- •
raadpleging plaatsvindt ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek, waarbij de aanvrager moet aantonen dat:
- >
het onderzoek een algemeen belang dient;
- >
de verwerking voor het desbetreffende onderzoek of statistiek noodzakelijk is;
- >
bij de uitvoering van het onderzoek in zodanige waarborgen is voorzien dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet wordt geschaad.
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. J. Klijnsma, voorzitter
W.F. Brenkman MSc, secretaris
Assen, 7 mei 2024
Kenmerk 4.3/2024000654
Uitgegeven: 15 mei 2024