Verkeersbesluit tijdelijke verkeersmaatregelen N211

PZH-2024-847922801 / DOS-2024-0001506

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Inleiding

De komende jaren wordt de N211 Wippolderlaan tussen de A4 en de N222 gereconstrueerd. Deze reconstructie zal gefaseerd plaatsvinden, zodat het verkeer gedurende de werkzaamheden gebruik kan blijven maken van de N211. Om de werkzaamheden veilig te laten verlopen worden een aantal verkeersmaatregelen genomen, zoals het instellen van een snelheidsbeperking en het instellen van een inrijverbod voor niet-bouwverkeer op de bouwinritten. De verkeersmaatregelen hebben betrekking op de verkeersborden in de serie A (snelheid),de serie C (geslotenverklaring) en de serie D (rijrichting), en duren langer dan 4 maanden. De verkeersmaatregelen zijn daarom verkeersbesluitplichtig.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het wijzigingsbesluit Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

 

Krachtens artikel 15, eerste lid, van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

 

Motivering

Uit het oogpunt van (zoals genoemd in de artikelen 2 lid 1en 2 lid 2a van de WVW):

het verzekeren van de veiligheid op de weg;

het beschermen van weggebruikers en passagiers;

het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om op de N211 en de N222 ter hoogte van werkvakken de maximumsnelheid te verlagen van 80 km/h naar 50 km/h en inrijverboden te plaatsen ter hoogte van de bouwinritten. BelangenafwegingVoor de veiligheid van de wegwerkers, van werkverkeer en van de weggebruikers is het van belang dat de maximumsnelheid op delen van de N211 tijdelijk wordt verlaagd naar 50 km/h en inrijverboden uitgezonderd voor werkverkeer voor de bouwinritten worden ingesteld. Door de maatregelen ontstaat er een veiligere verkeerssituatie en wordt voor weggebruikers duidelijker welk verkeersgedrag er gedurende de werkzaamheden van hen wordt verwacht. Op grond van de in de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens benoemde voorschriften voor bord A1 (maximumsnelheid) is het toegestaan om buiten de bebouwde kom ter hoogte van gevarenpunten een maximumsnelheid van 50 km/h in te stellen. Dit betreffen standaardmaatregelen zoals opgenomen in de landelijk gehanteerde CROW-publicatie 96b. Omdat dit een snelheid is die afwijkt van de algemene snelheidslimiet uit art. 21 RVV 1990 zal deze snelheidsbeperking met borden A1 aangeduid moeten worden. Dat draagt bij aan het wegnemen van mogelijke onduidelijkheid over de geldende snelheidslimiet bij weggebruikers. Hierdoor wordt ook de bruikbaarheid van de weg en de vrijheid van het verkeer gewaarborgd, waarbij de verkeersveiligheid voor wegwerkers en werkverkeer wordt vergroot. Alles tegen elkaar afgewogen zijn de te nemen maatregelen dus in ieders belang.

 

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft deels ingestemd met de maatregel(en). De politie heeft negatief geadviseerd op het onderbord ‘uitgezonderd werkverkeer’ onder de verkeersborden C1 die ter hoogte van de bouwinritten staan, vanwege de handhaafbaarheid. Volgens de politie is het namelijk niet goed te handhaven of verkeer dat gebruik maakt van de bouwinrit daadwerkelijk bouwverkeer betreft. De politie erkent echter dat deze bebording het meest passend is bij de situatie, en ziet geen andere oplossing. De provincie heeft daarom besloten om de bebording op deze wijze uit te voeren, ondanks het negatieve politieadvies. Volgens de provincie draagt de bebording ook bij aan verkeersveiligheid voor werkverkeer. Daarnaast heeft de politie negatief geadviseerd op het bord D4 ter hoogte van N211 hm 21,9, bedoeld voor werkverkeer dat de bouwuitrit verlaat. De politie geeft aan dat het bord niet handhaafbaar is. De provincie begrijpt de motivatie, en besluit het bord niet te plaatsen. Op alle overige in dit verkeersbesluit opgenomen maatregelen heeft de politie positief geadviseerd.

BESLUIT

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande besluiten, gelet op het voorgaande en overeenkomstig bijgevoegde situatietekening, besluiten voor de provinciale weg N211 in de gemeente Westland en de gemeente Midden-Delfland het volgende:

 

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor het in de gemeente Westland en de gemeente Midden-Delfland buiten de bebouwde kom gelegen gedeelte van de provinciale weg N211 tussen hectometer 20,0 en 22,5 en op de provinciale weg N222 tussen hectometer 6,2 en 6,6 de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekeningen met tekeningnummers, 74.23.3502-014-0 VKM N211 Fase 1 (DG1) en 74.23.3502-015-0 VKM N211 Fase 1 (DG2):

    a. Door plaatsing van bord A1-50 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N211 Re 20,1;

    b. Door plaatsing van bord A1-50 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N211 Re 21,2;

    c. Door plaatsing van bord A1-50 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N211 Li 22,0;

    d. Door plaatsing van bord A1-50 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N222 Li 6,2;

    e. Door plaatsing van bord A1-50 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N222 Re 6,6;

    f. Door plaatsing van bord A2-50 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N211 Li 20,0;

    g. Door plaatsing van bord C1 met als onderbord “Uitgezonderd werkverkeer” uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N211 Re 21,5;

    h. Door plaatsing van bord C1 met als onderbord “Uitgezonderd werkverkeer” uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N222 Re 6,4;

    i. Door plaatsing van bord C1 met als onderbord “Uitgezonderd werkverkeer” uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N222 Li 6,6;

    j. Door plaatsing van bord D5-R uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) op N222 Li 6,5;

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Naar boven