Vaststelling nadere beleidsregels doelgebonden depositiebank Getec

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

gelet op artikel 2.12 van de Beleidsregels bescherming natuur provincie Drenthe;

 

gelet op ;

 

overwegende dat Gedeputeerde Staten op grond van artikel 5.1, eerste lid, onder e Omgevingswet bevoegd zijn om een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit te verlenen;

 

BESLUITEN:

 

de nadere beleidsregels doelgebonden depositiebank Getec vast te stellen.

 

 

Nadere beleidsregels doelgebonden depositiebank Getec

 

Artikel 1 Algemene bepaling

 

De begrippen uit artikelen 2.1 en het bepaalde in artikel 2.4 van de Beleidsregel bescherming natuur provincie Drenthe zijn van overeenkomstige toepassing op dit besluit.

 

Artikel 2 Instelling doelgebonden depositiebank

 

  • 1.

    Gedeputeerde Staten continueren de doelgebonden depositiebank Getec Park Emmen zoals ingesteld bij besluit van 9 juli 2021, provinciaal blad 5493 van het jaar 2021.

  • 2.

    Dit besluit is uitsluitend van toepassing op initiatieven en ontwikkelingen:

    • -

      binnen het Getec Park Emmen, 1e Bokslootweg 17 te Emmen;

    • -

      in de gemeente Emmen voor zover het een projectontwikkeling van groot maatschappelijk belang betreft.

Die met een aanvraag voor een natuurvergunning een beroep doen op depositieruimte uit deze doelenbank.

 

Artikel 3 Vulling van de doelgebonden depositiebank

 

  • 1.

    De depositiebank wordt gevuld met vrijgemaakte depositieruimte ten aanzien waarvan de toestemming na 9 juli 2021 ten behoeve van deze doelenbank wordt of is ingetrokken.

  • 2.

    In aanvulling op hoofdstuk 17a van de Regeling is artikel 2.6, met uitzondering van de lid 11, van de Beleidsregels bescherming natuur provincie Drenthe van toepassing op de vulling van deze depositiebank.

Artikel 4 Reserveren depositieruimte in de doelgebonden depositiebank

 

  • 1.

    Indien een aanvraag is gerelateerd aan een doel als bedoeld in artikel 2, tweede lid, reserveren Gedeputeerde Staten depositieruimte in de doelgebonden depositiebank op volgorde van binnenkomst van een volledige aanvraag voor een natuurvergunning en voor zover alle daarvoor benodigde depositieruimte in het compartiment voor deze doelgebonden depositiebank beschikbaar is.

  • 2.

    Een reservering vervalt bij de afwijzing of intrekking van een aanvraag om een natuurvergunning, waarna de hierbij betrokken depositieruimte opnieuw beschikbaar komt als vulling als bedoeld in artikel 3.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen geregistreerde ruimte in de doelgebonden depositiebank tot uiterlijk drie jaar na 9 juli 2021 reserveren. Daarna vervalt eventuele restruimte.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten kunnen de termijn, bedoeld in het derde lid, éénmalig met maximaal drie jaar verlengen.

  • 5.

    Bij verval door tijdsverloop als bedoeld in het derde of vierde lid bestaat geen recht op vergoeding voor reeds ingebrachte ruimte.

Artikel 5 Toedeling depositieruimte in natuurvergunning

 

  • 1.

    In aanvulling op artikel 17a.11 van de Regeling delen Gedeputeerde Staten gereserveerde depositieruimte toe bij de verlening van een natuurvergunning voor zover de N-depositie op geen enkel relevant hexagoon voor stikstofgevoelige habitats binnen een Natura 2000-gebied toeneemt, waarbij rekening wordt gehouden met de saldering.

  • 2.

    Gereserveerde ruimte is alleen beschikbaar voor het project waarvoor het gereserveerd is en niet voor andere aanvragen voor een natuurvergunning.

  • 3.

    Op het moment dat een natuurvergunning waarmee saldo is toegedeeld, wordt vernietigd of ingetrokken en die vernietiging of intrekking onherroepelijk wordt, vloeit de depositieruimte terug naar de depositiebank, waarna deze weer kan worden toegedeeld.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing indien de in dat lid genoemde omstandigheden zich voordoen na afloop van de termijn, bedoeld in artikel 4, derde of vierde lid.

  • 5.

    Artikel 4, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding

 

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2.

    Het Instellingsbesluit doelgebonden depositiebank Getec Park Emmen, dat is vastgesteld bij besluit van 9 juli 2021, provinciaal blad 5493 van het jaar 2021, in te trekken.

TOELICHTING

Op basis van de Regeling kunnen Gedeputeerde Staten nader, per doelgebonden depositiebank (subcompartiment), omschrijven wat (a) het doel van de doelgebonden depositiebank is, (b) binnen welke termijn de in die bank opgenomen ruimte kan worden uitgegeven en (c) wat de eventueel nadere regels voor vulling en toedeling van stikstofdepositieruimte zijn. Dit wordt in deze beleidsregel voor de doelgebonden depositiebank Getec aangegeven.

 

Wij continueren van de instelling van de doelenbank Getec Park Emmen om de stikstofdepositieruimte die door vermindering van NOx-emissie door GETEC Industrial Businesspark is ontstaan en nadat 30% van deze stikstofruimte ten goede is gekomen aan de natuur, in de doelenbank vast te leggen om later weer uit te kunnen geven op basis van aanvragen voor een natuurvergunning. Alleen de stikstofdepositieruimte die ontstaat na de instelling van de doelenbank (9 juli 2021) kan in de bank worden opgenomen.

 

In de jurisprudentie over externe saldering is aanvaard dat saldering in de vorm van intrekking van een toestemming van een saldogevende activiteit ten behoeve van de verlening van een Wnb-vergunning voor de oprichting of uitbreiding van een saldo-ontvangende activiteit onder voorwaarden kan worden betrokken als mitigerende maatregel in een passende beoordeling. Er dient onder andere sprake te zijn van een directe samenhang tussen de intrekking van de toestemming en de verlening van de natuurvergunning. Die directe samenhang wordt aangenomen als de vergunning voor de saldogevende activiteit daadwerkelijk is of zal worden ingetrokken ten behoeve van de uitbreiding van de saldo-ontvangende activiteit. Dit kan blijken uit een intrekkingsbesluit of uit een overeenkomst tussen de saldogevende en saldo-ontvangende activiteit over de overname van het stikstofdepositiesaldo van de in te trekken toestemming. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft meerdere malen geoordeeld dat bij externe saldering met gebruikmaking van een depositiebank (ook) wordt voldaan aan het vereiste van directe samenhang. Door met een depositiebank te werken kan derhalve aan het vereiste van directe samenhang worden voldaan. Tevens wordt op deze manier voorkomen dat stikstofruimte verloren gaat, omdat de toestemming voor de saldogevende activiteit dikwijls betrekking heeft op meer stikstofdepositie dan de saldo-ontvangende activiteit nodig heeft.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Uit artikel 2.4 van de Beleidsregels salderen volgt dat Gedeputeerde Staten uitgaan van de op dat moment meest recente versie van de AERIUS Calculator, zoals beschikbaar op www.aerius.nl. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op besluiten in relatie tot deze doelgebonden depositiebank.

 

Artikel 2

(lid 1) In dit lid is zekerheidshalve bepaald dat het instellingsbesluit wordt gecontinueerd. Dit is een juridische terugvaloptie mocht in de toekomst blijken dat er (naast de regels in de Regeling) toch een instellingsbesluit noodzakelijk is.

(lid 2) Dit besluit is uitsluitend van toepassing op initiatieven die passen binnen het doelbereik zoals omschreven in dit artikel, waarbij gebruik wordt gemaakt van externe saldering en voor zover ten behoeve van een saldo-ontvangende activiteit wordt verzocht om toedeling van depositieruimte uit de doelgebonden depositiebank.

 

Artikel 3

(lid 2) Deze bepaling geldt in aanvulling op hetgeen in de Regeling al bepaald is. Zo is bijvoorbeeld de eis dat 70% van stikstofruimte slechts gebruikt mag worden voor vulling al geregeld in artikel 17a.5, lid 5 van de Regeling.

Aangezien dit besluit geldt in aanvulling op de Beleidsregels salderen worden bij de externe saldering de relevante eisen uit artikel 2.6 (extern salderen) toegepast op de depositieruimte die in de doelgebonden depositiebank wordt opgenomen. Hieronder vallen bijvoorbeeld de eis dat deze maatregelen niet noodzakelijk zijn in het kader van artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn en het moet gaan om feitelijk gerealiseerde capaciteit die ingetrokken wordt.

Mocht er onverhoopt sprake zijn van eisen die zowel in de beleidsregels bescherming natuur als in de Regeling zijn geregeld dan hebben de regels uit de Regeling voorrang.

 

Artikel 4

Deze bepaling geldt in aanvulling op hetgeen in de Regeling al bepaald is. In artikel 17a.11 worden de algemene regels gesteld ten aanzien van de reservering en toedeling van stikstofdepositieruimte.

(lid 3) In aanvulling op hoofdstuk 2 van de Beleidsregels bescherming natuur is bepaald dat eventuele door tijdsverloop resterende depositieruimte vervalt, waarbij deze ten goede komt aan de reductie van stikstofdepositie.

(lid 4) Gedeputeerde Staten zullen in beginsel de termijn verlengen, mits voor het eind van de termijn genoegzaam is aangetoond dat verlenging nodig is.

(lid 5) Aangezien er geen afdwingbaar recht is op depositieruimte en de N-emissie niet aan eigendom onderhevig is, ontstaat geen recht op vergoeding bij het vervallen van resterende ruimte door tijdsverloop

 

Artikel 5

(leden 3 en 4) Mocht een Wnb-vergunning worden vernietigd of ingetrokken na de vervaldatum van de doelgebonden depositiebank, dan vervalt het betrokken saldo in plaats van dat het terugvloeit in de doelgebonden depositiebank.

 

Artikel 6

De inhoudelijke regels uit het oude instellingsbesluit zijn overgezet naar de “nadere beleidsregels doelgebonden depositiebank Getec”. Het oude instellingsbesluit gebaseerd op de Wet natuurbescherming kan om die reden ingetrokken worden.

 

 

Gedeputeerde Staten voornoemd,

 

drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

Assen, 19 december 2023

Kenmerk 4.14/2023001786

 

Uitgegeven: 15 januari 2024

Naar boven