Besluit aanwijzing toezichthouders Seveso-inrichtingen en IPPC installaties categorie 4, als bedoeld in bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (2010/75/EU) ‘Rie-4’ Omgevingsdienst Groningen 2024

 

De directeur van de Omgevingsdienst Groningen;

 

overwegende dat:

 

  • -

    voor bedrijven waarop de Seveso-richtlijn (2012/18/EU) van toepassing is en/of bedrijven met installaties als bedoeld in bijlage I, categorie 4 van de Richtlijn Industriële emissies (2010/65/EU) is de Omgevingsdienst Groningen aangewezen als gespecialiseerde omgevingsdienst voor vergunningverlenende-, toezichthoudende- en handhavingstaken bij deze bedrijven;

  • -

    de provincies Fryslân en Drenthe met de Omgevingsdienst Groningen een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten ten behoeve van de uitvoering van deze taken. De provincie Groningen is deelnemer in de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Groningen en heeft met de Omgevingsdienst Groningen een dienstverleningsovereenkomst gesloten ten behoeve van de uitvoering van deze taken;

  • -

    ter uitvoering van voornoemde overeenkomsten de directeur van de Omgevingsdienst Groningen toezichthouders zal aanwijzen als bedoeld artikel 2 lid 2 van het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen 2024 onderscheidenlijk het Besluit mandaat en machtiging Seveso- en RIE4-bedrijven directeur Omgevingsdienst Groningen;

  • -

    de personen die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift moeten worden aangewezen.

gelet op:

 

  • -

    het bepaalde in de afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 18.6 van de Omgevingswet;

  • -

    de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Groningen;

  • -

    de besluiten van de colleges van gedeputeerde staten van de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen, ieder voor zover het de uitoefening van hun bevoegdheid betreft, tot het verlenen van mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst Groningen voor het aanwijzen van medewerkers of van categorieën medewerkers als bedoeld in artikel 18.6 lid 1 Omgevingswet

 

BESLUIT:

 

  • 1.

    Aan te wijzen als toezichthouder belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet voor zover het betreft bedrijven met installaties als bedoeld in bijlage I, categorie 4, van de Richtlijn industriële emissies (2010/75/EU) en bedrijven/activiteiten waarop de Seveso richtlijn (2012/18/EU) van toepassing is, de volgende personen:

  • a.

    de personen die in dienst zijn van de Omgevingsdienst Groningen in de functie van:

  • -

    medewerker handhaving LI

  • -

    medewerker handhaving LII

  • -

    medewerker handhaving I

  • -

    medewerker handhaving II

  • -

    medewerker beleidsuitvoering LI

  • -

    medewerker beleidsuitvoering I

  • -

    medewerker beleidsuitvoering II

  • b.

    de personen die in dienst zijn, op basis van inhuur werkzaam zijn, geplaatst of gedetacheerd zijn bij de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing in de functie van:

  • -

    medewerker handhaving 00 | senior toezichthouder

  • -

    medewerker handhaving 0 | toezichthouder A

  • -

    medewerker handhaving 1 | toezichthouder B

  • -

    medewerker handhaving 2 | toezichthouder C

  • c.

    de personen die in dienst zijn, op basis van inhuur werkzaam zijn, geplaatst of gedetacheerd zijn bij de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe in de functie van:

  • -

    adviseur III

  • -

    medewerker handhaving I

  • -

    medewerker handhaving II

  • -

    medewerker beleidsuitvoering I

  • -

    medewerker beleidsuitvoering III

  • 2.

    tevens worden aangewezen personen van buiten de onder artikel 1 genoemde omgevingsdiensten die op basis van inhuur werkzaam zijn, geplaatst of gedetacheerd en die belast zijn met de toezichthoudende taken behorende bij de hiervoor onder artikel 1 genoemde functies;

  • 3.

    de aanwijzing tot toezichthouder vervalt met ingang van de dag waarop het dienstverband met of de detachering is beëindigd, dan wel tot benoeming in een functie die niet valt binnen de hiervoor genoemde functies dan wel op moment van beëindiging van hun werkzaamheden;

  • 4.

    aan de onder artikelen 1 en 2 genoemde personen wordt, ten behoeve van de toezichtuitoefening op de naleving van het bepaalde bij of krachtens voormelde wetten en verordeningen, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de daarop gebaseerde “Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb”;

 

  • 5.

    als voornoemde wetten met bijbehorende regelingen in de toekomst wijzigen, heeft dit aanwijzingsbesluit tevens betrekking op de opvolgende c.q. gewijzigde verordening/wet of bijbehorende regeling;

  • 6.

    dit besluit wordt conform artikel 3:42 van de Awb bekend gemaakt door plaatsing van dit besluit in het Blad Gemeenschappelijke Regeling. Tevens wordt van dit besluit tot aanwijzing van toezichthouders conform artikel 18.6, lid 2 Omgevingswet mededeling gedaan in het Provincieblad;

  • 7.

    dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024;

  • 8.

    met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit wordt het ‘Besluit aanwijzing toezichthouders BRZO Omgevingsdienst Groningen 2017’, ingetrokken;

  • 9.

    dit besluit wordt aangehaald als: “Besluit aanwijzing toezichthouders Seveso / RIE-4 Omgevingsdienst Groningen 2024".

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

namens dezen,

 

A. Schepers

directeur Omgevingsdienst Groningen

 

 

Naar boven