Verkeersbesluit voor de provinciale weg Goes - Zierikzee (N256); (1e Deltaweg) (Zandkreekdam)

Verkeermaatregel voor de langs de N256 gelegen landbouwweg en parallelweg.

 

 

Middelburg, 19 april 2024

Zaaknummer : 434084

Afdeling : Infrastructuur

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

betreft:

Verkeersbesluit voor de provinciale weg Goes - Zierikzee (N256); (1e Deltaweg) (Zandkreekdam)

Verkeermaatregel voor de langs de N256 gelegen landbouwweg en parallelweg.

 

Overwegingen met betrekking tot het besluit

Bevoegdheidsgrondslag

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens.

De betreffende langs de N256 gelegen landbouwweg en parallelweg zijn in beheer bij de provincie Zeeland.

Op grond van artikel 18, eerste lid onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn wij bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Motivering en belangenafweging

Op de N256 (Zandkreekdam) is bij verkeersbesluit van 3 december 2021 een aantal verkeersmaatregelen vastgesteld. Doel was ter plaatse de wachttijden voor landbouwverkeer bij de Zandkreeksluis te beperken, de verschillende verkeerssoorten zoveel als mogelijk te scheiden (m.n. ter bescherming van de kwetsbare verkeersdeelnemers, t.w. (brom)fietsers) en het gemotoriseerde verkeer zoveel mogelijk gebruik te laten maken van de hoofdrijbaan N256, door het onmogelijk maken om van noord naar zuid en vice versa over de parallelweg te rijden. Hiervoor is o.m. een zgn. landbouwweg aangelegd. Tevens is, ter voorkoming van sluipverkeer op de parallelweg, bij besluit van 23 mei 2022 een gedeelte van de parallelweg onttrokken aan de openbaarheid van het verkeer. Tegen beide besluiten is destijds geen bezwaar ingediend.

Omdat het voor een beperkte groep bewoners gewenst is om gebruik te kunnen blijven maken van deze route is beleid inzake een pasjesregeling vastgesteld bij besluit van 12 juli 2022, ‘pasjesregeling voor gebruik van de RWS-weg bij de Zandkreeksluis’.

Gebleken is dat door het onmogelijk te maken om van noord naar zuid en vice versa over de parallelweg te rijden met als enige alternatief om over de hoofdrijbaan van de N256 te rijden voor een bepaalde categorie voertuigen, w.o. zgn. buggy’s, vallend onder de L7e-voertuigcategorie van de Regeling Voertuigen, een hiaat is ontstaan en daarmee verkeersonveilige situaties. Deze categorie komt niet in aanmerking voor een ontheffing op grond van voornoemde pasjesregeling. Afwijking van voornoemd beleid, voor bepaalde (sub)categorieën, zou leiden tot precedentwerking. Voornoemde categorie voertuigen is echter (deels) niet geschikt om tussen het overige verkeer op de hoofdrijbaan te rijden. Dit kan, met name vanwege de beperkte capaciteit (deze voertuigen halen vaak de maximumsnelheid van 80 km/h niet) leiden tot verkeersonveilige situaties, als ook subjectieve verkeersonveiligheid van deze weggebruikers.

Deze onveilige situatie kan worden opgeheven door deze categorie voertuigen (L7e) toe te staan op de landbouwweg en de parallelweg van de N256 door plaatsing van een onderbord bij de verkeersborden C1 en L8 met de tekst ‘uitgezonderd categorie voertuigen L7e’.

Deze categorie voertuigen L7e:

- mag alleen gebruik maken van de landbouwroute/landbouwweg;

- moet via de bypass rijden;

- moet wachten tot de bypass opengaat;

- mag geen gebruik maken van het fietspad over de Hongersdijckbrug.

Overig

De in dit verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen strekken tot de volgende in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen:

Lid 1, sub. a.: het verzekeren van de veiligheid op de weg;

Lid 1, sub. b.: het beschermen van weggebruikers en passagiers;

Lid 1, sub. c.: het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

Lid 1, sub. d.: het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer.

Gelet op artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is overleg gepleegd met de politie.

Gelet op artikel 25 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is overleg gepleegd met de aangrenzende wegbeheerder, te weten Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat ontvangt ter kennisname een afschrift van het verkeersbesluit.

Gelet op artikel 26 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en artikel 2, 5 en 6 van de Bekendmakingswet wordt dit besluit bekendgemaakt door publicatie in het Provinciaal Blad en is voor een ieder in te zien op www.overheid.nl.

Besluit

Op grond van vorenstaande overwegingen

Besluiten wij:

door plaatsing, van een onderbord met de tekst ‘uitgezonderd categorie voertuigen L7e’, bij verkeersborden C1, ter hoogte van km 8,475b en km 8,498 en bij verkeersbord L8, ter hoogte van km 8,106, van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), respectievelijk op de langs de provinciale weg Goes - Zierikzee (N256); (1e Deltaweg) (Zandkreekdam) gelegen landbouwweg en parallelweg, genoemde categorie toe te staan.

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND,

namens dezen,

 

F. Chervet,

Afdelingsmanager Infrastructuur

 

Mededeling(en)

Inlichtingen

Voor nader gewenste inlichtingen kunt u contact opnemen op onderstaande telefoonnummers:

+31 6 25 70 93 43;

+31 6 28 90 40 04.

Rechtsmiddelen

Belanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij: Gedeputeerde Staten van Zeeland, t.a.v. de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg.

Wie is belanghebbende?

Volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht bent u belanghebbende als uw belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is. Uw belang moet zich dan wel onderscheiden van de belangen van grote aantallen anderen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als u eigenaar, huurder of gebruiker bent van een perceel in de directe omgeving van de weg waarop het besluit betrekking heeft. Volgens vaste jurisprudentie is dat onderscheid bij een willekeurige verkeersdeelnemer onvoldoende aanwezig.

In het bezwaarschrift neemt u ten minste op uw naam en adres, de dagtekening van het bezwaarschrift, tegen welk besluit u bezwaar maakt en waarom. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend.

U moet het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. I.c. is dat de dag na de datum van bekendmaking in het Provinciaal Blad. Overschrijding van de inzendtermijn kan ertoe leiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden.

Als u overweegt bezwaar te maken, kunt u een informatiefolder aanvragen op telefoonnummer 0118-631000. U kunt de informatie ook downloaden via https://www.zeeland.nl/subsidieregels-en-procedures/bezwaar-maken.

Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, team bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd.

Naar boven