Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 16 april 2024 , nummer 406080 , houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidie in het kader van Zeeland in Stroomversnelling bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 zijn opgenomen;

  • overwegende dat in deze bijzondere bepalingen naar aanleiding van een evaluatie wijzigingen worden aangebracht om knelpunten in de uitvoering op te lossen en gewenste beleidswijzigingen te implementeren;

  • gelet op artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2023;

besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023:

 

Artikel I  

Hoofdstuk 17 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 17.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel b vervalt ‘op basis van een gezamenlijke strategische agenda’.

  • 2.

    In onderdeel d wordt

    ‘- Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013;’

    vervangen door

    ‘– Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L, 2023/2831, 15.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2831/oj);’.

  • 3.

    Onderdeel l komt te luiden:

    • l.

      maatschappelijke transities: de volgende transities uit de RIS3 Zuid-Nederland 2021-2027:

      • landbouw en voeding;

      • energie;

      • klimaat;

      • grondstoffen;

  • 4.

    Na onderdeel l wordt een begripsbepaling toegevoegd, luidende:

    • m.

      RIS3 Zuid-Nederland 2021-2027: Regionale Innovatie Strategie Slimme Specialisatie voor programma’s Europese fondsen vastgesteld door gedeputeerde staten van de provincie Zeeland, de provincie Noord-Brabant en de provincie Limburg op 21 april 2020.

       

B.

Artikel 17.1.2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Subsidie wordt slechts verstrekt aan een consortium werkzaam binnen één of meer van de maatschappelijke transities.

     

C.

Artikel 17.1.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onderdeel f komt te luiden:

    • f.

      de subsidiabele activiteit draagt bij aan de realisatie van ten minste één van de maatschappelijke transities;

  • 2.

    Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • i.

      de licenties voor onderzoeksresultaten die voortvloeien uit de subsidiabele activiteit die door intellectuele eigendomsrechten worden beschermd, worden tijdig tegen marktprijs en op niet-exclusieve en niet-discriminerende basis beschikbaar gesteld voor gebruik door geïnteresseerde partijen in de Europese Economische Ruimte.

       

D.

In artikel 17.2.2, derde lid, onderdeel a, wordt ‘vanuit een strategische agenda’ vervangen door ‘ten behoeve van de maatschappelijke transities’.

 

 

E.

Aan artikel 17.2.3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.3.2, eerste lid, aanhef en onder b, kan op verzoek van de aanvrager voor de berekening van de subsidiabele personeelskosten een vast uurtarief van € 60 worden gehanteerd. Per consortiumpartner wordt slechts één berekeningswijze gehanteerd.

     

F.

Artikel 17.2.4, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    In het openstellingsbesluit kunnen gedeputeerde staten nadere regels stellen met betrekking tot de maatschappelijke transities waarbinnen het consortium werkzaam moet zijn en waaraan de projecten een bijdrage moeten leveren.

     

G.

In artikel 17.2.7, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘vanuit een strategische agenda’ vervangen door ‘ten behoeve van de maatschappelijke transities’.

 

 

H.

Artikel 17.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het vierde lid, onderdeel a, wordt ‘vanuit een strategische agenda’ vervangen door ‘ten behoeve van de maatschappelijke transities’.

  • 2.

    In het vierde lid, onderdeel c, vervalt ‘economisch’.

     

I.

Aan artikel 17.3.3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.3.2, eerste lid, aanhef en onder b, kan op verzoek van de aanvrager voor de berekening van de subsidiabele personeelskosten een vast uurtarief van € 60 worden gehanteerd. Per consortiumpartner wordt slechts één berekeningswijze gehanteerd.

     

J.

Artikel 17.3.4, derde lid, komt te luiden:

  • 3.

    In het openstellingsbesluit kunnen gedeputeerde staten nadere regels stellen met betrekking tot de maatschappelijke transities waarbinnen het consortium werkzaam moet zijn en waaraan de projecten een bijdrage moeten leveren.

     

K.

In artikel 17.3.7, eerste lid, onderdeel c, vervalt ‘economisch’.

 

Artikel II  

Hoofdstuk 17A van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 17A.1, onderdeel b, wordt

‘- Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb L 352/1 van 24 december 2013;’

vervangen door

‘– Verordening (EU) nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L, 2023/2831, 15.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2831/oj);’.

 

 

Artikel III  

Hoofdstuk 17B van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 vervalt.

 

 

Artikel IV  

De toelichting op Hoofdstuk 17 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 komt te luiden:

 

Toelichting op hoofdstuk 17 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie in het kader van Zeeland in Stroomversnelling

 

Artikel 17.2.2, derde lid en artikel 17.2.7

 

Toelichting beoordelingscriteria haalbaarheidsonderzoeken

 

Bijdrage aan structuurversterking van de Zeeuwse economie ten behoeve van de maatschappelijke transities

Bij het beoordelen van dit criterium wordt aan de deskundigencommissie gevraagd om een kwalitatief oordeel te vellen over het project in relatie tot de mate waarin het project impact genereert in de Zeeuwse economie. Hierbij wordt het project beoordeeld op:

  • de mate waarin het project een bijdrage levert aan tenminste één van de maatschappelijke transities:

    • landbouw en voeding;

    • energie;

    • klimaat;

    • grondstoffen;

  • de impact of schaaleffect van de actie op Zeeuwse, bovenregionale of nationale waarde van het project;

  • de mate waarin het project een bijdrage levert aan het versterken van de kennisbasis in Zeeland;

  • aansluiting bij de betreffende K&I-agenda (indien relevant);

  • de mate waarin het project aansluit bij één van de prioriteiten binnen de maatschappelijke transities:

     

    Prioriteiten 1

    • Landbouw en Voeding:

      • °

        Gezond en veilig voedsel (ketenaanpak, verduurzaming (gezondere) voedselproductie)

      • °

        Alternatieve teelten en bio-based grondstoffen, inclusief duurzaam gebruik van reststromen uit voedselproductieprocessen

      • °

        Landbouw in balans met omgeving (zilte teelten, droogteresistente gewassen, kringlopen en bodemverbetering)

      • °

        Het verhelpen/verminderen van de netcongestie door gebruik te maken van slimme energiesystemen

      • °

        De warmtetransitie in de gebouwde omgeving

      Energie:

    • Klimaat:

      • °

        Vergroten van de beschikbaarheid van zoetwater in Zeeland door beter benutten en opwaarderen van afval- en regenwater

      • °

        Klimaat adaptieve en groene inrichting van bedrijfspercelen

    • Grondstoffen:

      • °

        Het opwaarderen van reststromen

      • °

        Het verminderen van het grondstofgebruik door (minimaal) een extra stap hoger te zetten op de R-ladder

Mate van innovativiteit

De deskundigencommissie let bij de beoordeling van dit criterium op de mate van innovativiteit van het project. Het gaat hierbij om product-, proces- en diensteninnovatie. Aspecten die een rol spelen:

  • het project is voor de sector in Zeeland nieuw of het project beoogt een nieuw ontwikkelde techniek toe te passen in een Zeeuwse situatie;

  • de mate waarin het project vernieuwend is en bijdraagt aan de ontwikkeling van een product, proces of dienst;

  • de meerwaarde ten opzichte van bestaande of lopende producten, processen, diensten of ontwikkelingen;

  • de verhouding van de innovatie tot (inter)nationale ontwikkelingen binnen het innovatiegebied.

Kwaliteit van het projectplan

Bij het beoordelen van de kwaliteit van het projectplan tellen met name de volgende zaken:

kwaliteit consortium:

  • relevant en representatief consortium over het werkveld;

  • mate van samenwerking binnen het project;

  • breedte van keten, meerdere schakels uit keten betrokken;

  • betrokkenheid van K&I-netwerk (indien relevant).

 

kwaliteit projectplan:

  • bijstuurbaarheid, planning en opzet;

  • doelstelling objectief en meetbaar;

  • begroting helder en effectief ingericht;

  • hoe is de opzet van het project, in hoeverre zijn de activiteiten goed beschreven en tonen deze ambitie;

  • is er sprake van een logisch geheel van activiteiten, bestaat er een logisch onderling verband tussen de activiteiten binnen het project;

  • in welke mate is het marktfalen onderbouwd, met andere woorden wordt de noodzaak tot subsidieverlening onderbouwd.

 

Artikel 17.3.2, vierde lid en artikel 17.3.7

 

Toelichting beoordelingscriteria demonstratieprojecten

 

Bijdrage aan structuurversterking van de Zeeuwse economie ten behoeve van de maatschappelijke transities

Bij het beoordelen van dit criterium wordt aan de deskundigencommissie gevraagd om een kwalitatief oordeel te vellen over het project in relatie tot de mate waarin het project impact genereert in de Zeeuwse economie. Hierbij wordt het project beoordeeld op:

  • de mate waarin het project een bijdrage levert aan tenminste één van de maatschappelijke transities:

    • landbouw en voeding;

    • energie;

    • klimaat;

    • grondstoffen;

  • de impact of schaaleffect van de actie op Zeeuwse, bovenregionale of nationale waarde van het project;

  • de mate waarin het project een bijdrage levert aan het versterken van de kennisbasis in Zeeland;

  • aansluiting bij de betreffende K&I-agenda (indien relevant);

  • de mate waarin het project aansluit bij één van de prioriteiten binnen de maatschappelijke transities:

     

    Prioriteiten 2

    Binnen de vier maatschappelijke transities zijn er prioriteiten benoemd die relevant zijn voor Zeeland. Projecten die bijdragen aan deze prioriteiten hebben een voordeel bij de beoordeling. Prioriteit krijgen innovaties die bijdragen aan:

    • Landbouw en Voeding:

      • °

        Gezond en veilig voedsel (ketenaanpak, verduurzaming (gezondere) voedselproductie)

      • °

        Alternatieve teelten en bio-based grondstoffen, inclusief duurzaam gebruik van reststromen uit voedselproductieprocessen

      • °

        Landbouw in balans met omgeving (zilte teelten, droogteresistente gewassen, kringlopen en bodemverbetering)

    • Energie:

      • °

        Het verhelpen/verminderen van de netcongestie door gebruik te maken van slimme energiesystemen

      • °

        De warmtetransitie in de gebouwde omgeving

    • Klimaat:

      • °

        Vergroten van de beschikbaarheid van zoetwater in Zeeland door beter benutten en opwaarderen van afval- en regenwater

      • °

        Klimaat adaptieve en groene inrichting van bedrijfspercelen

    • Grondstoffen:

      • °

        Het opwaarderen van reststromen

      • °

        Het verminderen van het grondstofgebruik door (minimaal) een extra stap hoger te zetten op de R-ladder

Mate van innovativiteit

De deskundigencommissie let bij de beoordeling van dit criterium op de mate van innovativiteit van het project. Het gaat hierbij om product-, proces- en diensteninnovatie. Aspecten die een rol spelen:

  • het project is voor de sector in Zeeland nieuw of het project beoogt een nieuw ontwikkelde techniek toe te passen in een Zeeuwse situatie;

  • de mate waarin het project vernieuwend is en bijdraagt aan de ontwikkeling van een product, proces of dienst;

  • de meerwaarde ten opzichte van bestaande of lopende producten, processen, diensten of ontwikkelingen;

  • de verhouding van de innovatie tot (inter)nationale ontwikkelingen binnen het innovatiegebied.

Perspectief

De aanvraag wordt beoordeeld op de kwaliteit van de businesscase, de kwaliteit van het consortium, de economische spin-off en het perspectief op doorontwikkeling of opschaling naar nieuwe projecten. Daarbij kunnen de deskundigen de businesscase vanuit de volgende zes perspectieven beoordelen:

  • 1.

    Technisch perspectief;

  • 2.

    Organisatorisch perspectief;

  • 3.

    Economisch perspectief;

  • 4.

    Financieel perspectief;

  • 5.

    Ecologisch perspectief;

  • 6.

    Maatschappelijk perspectief.

Kwaliteit van het projectplan

Bij het beoordelen van de kwaliteit van het projectplan tellen met name de volgende zaken:

kwaliteit consortium:

  • relevant en representatief consortium over het werkveld;

  • mate van samenwerking binnen het project;

  • breedte van keten, meerdere schakels uit keten betrokken;

  • betrokkenheid van K&I-netwerk (indien relevant).

 

kwaliteit projectplan:

  • bijstuurbaarheid, planning en opzet;

  • doelstelling objectief en meetbaar;

  • begroting helder en effectief ingericht;

  • hoe is de opzet van het project, in hoeverre zijn de activiteiten goed beschreven en tonen deze ambitie;

  • is er sprake van een logisch geheel van activiteiten, bestaat er een logisch onderling verband tussen de activiteiten binnen het project;

  • in welke mate is het marktfalen onderbouwd, met andere woorden wordt de noodzaak tot subsidieverlening onderbouwd.

Artikel V  

De toelichting op Hoofdstuk 17B van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 vervalt.

 

Artikel VI  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 16 april 2024.

Drs. J.M.M. Polman, voorzitter

Drs. M.C.J. Franken, secretaris

Naar boven