Verkeersbesluit rotonde N218 – N496

PZH-2024-850306311 / DOS-2023-0006356

Inleiding

Het kruispunt tussen de provinciale wegen N218 – N496 in Oostvoorne (gemeente Voorne aan Zee) is in de huidige situatie vormgegeven als een voorrangskruispunt. Het kruispunt kent door toegenomen verkeersintensiteiten geen optimale doorstroming. In verhouding tot het doorgaande verkeer op de N218 kent het kruispunt een grote verkeersstroom van en naar de N496. Om de doorstroming te verbeteren op het kruispunt is besloten het kruispunt om te bouwen naar een zogenaamde turborotonde. Een turborotonde is een robuuste maatregel voor de verkeersafwikkeling op de langere termijn. Ook voor het waarborgen van de verkeersveiligheid is een rotonde een veilige kruispuntvorm op deze locatie, doordat een rotonde minder conflictpunten heeft en het verkeer snelheid moet verminderen. De rotonde wordt zo vormgegeven dat het fietsverkeer de N496 in twee fasen kan oversteken. Ook wordt een verhoogde middengeleider aangebracht die het fietsverkeer extra bescherming biedt in de opstelruimte tussen de rijbanen. Naar verwachting wordt de rotonde gerealiseerd in mei 2024. Voor de bijbehorende verkeersmaatregelen moet een verkeersbesluit genomen worden.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het wijzigingsbesluit Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15 lid 1 van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

Motivering

Uit het oogpunt van (zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van de WVW):

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

is het gewenst om een turborotonde te realiseren bij het kruispunt met de provinciale wegen N218 en N496, met de bijbehorende verkeersmaatregelen.

Belangenafweging

Om de doorstroming en bruikbaarheid van de weg te waarborgen is een turborotonde de meest geschikte kruispuntvorm bij het kruispunt met de provinciale wegen N218 – N496 in Oostvoorne. Links afslaand verkeer vanaf de afrit van de N496 hoeft geen rekening meer te houden met het verkeer uit oostelijke richting, wat de verkeersafwikkeling bevordert. Daarnaast is een rotonde voor de weggebruikers een verkeersveilige kruispuntvorm. Het verkeer dat de rotonde nadert heeft een lage snelheid waardoor het risico op ongevallen kleiner wordt en als er zich toch een ongeval voordoet, is de impact beperkter.

Met deze verkeersmaatregelen wordt de vrijheid van verkeer gewaarborgd en de bruikbaarheid van de weg bevorderd. Alles tegen elkaar afgewogen zijn de te nemen maatregelen dus in ieders belang.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef. Deze heeft ingestemd met de maatregelen.

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande, besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor de in de gemeente Voorne aan Zee buiten de bebouwde kom gelegen rotonde N218 (t.h.v. hectometer 17,7)– N496 (t.h.v. hectometer 10.8), de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen overeenkomstig bijgaande tekeningen met tekeningnummer 51007617-W506-11-31-02:

    • a.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) en door het aanbrengen van haaientanden op het wegdek, zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV, aan te geven dat verkeer dat de rotonde vanaf alle takken nadert voorrang dient te verlenen aan het verkeer op de rotonde;

    • b.

      Door plaatsing van borden B6 uit bijlage I van het RVV en door het aanbrengen van haaientanden op het (brom)fietspad, zoals bedoeld in artikel 80 van het RVV, aan te geven dat (brom)fietsers voorrang moeten verlenen aan het kruisende verkeer;

    • c.

      Door plaatsing van borden D1 uit bijlage I van het RVV de verplichte rijrichting op de rotonde aan te geven;

    • d.

      Door plaatsing van bord D2 uit bijlage I van het RVV op de middengeleider van de toeleidende weg aan de westzijde van de rotonde, alle weggebruikers te verplichten het bord voorbij te gaan aan de rechterzijde;

    • e.

      Door plaatsing van borden G12a uit bijlage I van het RVV het vrijliggende pad aan de noordzijde van de rotonde aan te wijzen als verplicht (brom-)fietspad.

  • 3.

    Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt gemaakt – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

Naar boven