Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2024, 5233 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2024, 5233 | overige overheidsinformatie |
Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van Provinciale Staten van Limburg 2024
Provinciale Staten van Limburg,
Maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet bekend de nieuwe integrale tekst van:
Gedragscode bestuurlijke integriteit leden van Provinciale Staten van Limburg 2024
DEEL I, ALGEMEEN KADER VOOR BESTUURLIJKE INTEGRITEIT
De gedragscode is een instrument aanvullend aan de vigerende wet- en regelgeving met bijbehorende jurisprudentie om de integriteit en de belangen van een integer bestuur te waarborgen.
De gedragscode bestaat naast de hieronder opgenomen artikelen tevens uit de bijbehorende toelichting inclusief moresprudentie ( interpretatie van de normen) en de bijbehorende verordeningen.
De vigerende wet- en regelgeving betreft o.a.:
De moresprudentie wordt op basis van casuïstiek gaandeweg verder uitgebreid en dient ter invulling van de beoordelingskaders voor integriteitskwesties. In deze kan men de moresprudentie vergelijken met jurisprudentie in de rechtspraak.
In het bestuursrecht staat integriteit voor rechtschapenheid ofwel de omstandigheid dat een volksvertegenwoordiger zijn functie adequaat en zorgvuldig uitoefent in het licht van zijn positie en alle in het geding zijnde verantwoordelijkheden1. Dit vormt een van de belangrijkste voorwaarden voor het vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur.
De gedragscode is een interne regeling. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen, maar kan wel mogelijke politieke gevolgen hebben. Derhalve is de gedragscode niet vrijblijvend en kunnen volksvertegenwoordigers daarop worden aangesproken en (politiek) ter verantwoording worden geroepen.
Leden van Provinciale Staten horen bij hun handelen de kwaliteit van het provinciale openbaar bestuur centraal te stellen. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Bestuurlijke Integriteit houdt in dat leden van Provinciale Staten de verantwoordelijkheid, die met het lidmaatschap van Provinciale Staten samenhangt, aanvaarden en dat de bereidheid bestaat daarover verantwoording af te leggen.
De volgende waarden zijn daarbij leidend en plaatsen bestuurlijke integriteit in een breder perspectief.
Het handelen van leden van Provinciale Staten is primair gericht op het algemene belang van de provincie en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uitmaken.
Het handelen van leden van Provinciale Staten heeft een herkenbaar verband met de functie die Statenleden in het bestuur vervullen.
Het handelen van leden van Provinciale Staten is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en burgers en organisaties inzicht hebben in het handelen van de volksvertegenwoordiger en zijn beweegredenen daarbij.
Op leden van Provinciale Staten moet men kunnen rekenen. Die houden zich aan hun afspraken. Kennis en informatie waarover zij uit hoofde van hun lidmaatschap van Provinciale Staten beschikken, wenden zij enkel aan voor het doel waarvoor die kennis en informatie zijn gegeven.
Het handelen van leden van Provinciale Staten is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van alle partijen op nauwgezette wijze worden afgewogen.
De leden van Provinciale Staten doen dit zonder last.
Deze waarden zijn de toetssteen voor de volgende gedragsafspraken.
DEEL II, GEDRAGSCODE INTEGRITEIT LEDEN PROVINCIALE STATEN PROVINCIE LIMBURG 2024
De klankbordfunctie behelst eveneens de mogelijkheid om bij vraagstukken betreffende een mogelijke (schijn van) belangenverstrengeling, waaronder financiële belangen, de Statengriffier en/of de extern adviseur integriteit te laten toetsen waar eventueel spanningsvelden inzake het voorgelegde vraagstuk kunnen ontstaan en hierover een advies uit te laten brengen. Dit advies biedt handvatten voor leden van Provinciale Staten om transparant en zorgvuldig handelen te kunnen waarborgen en zo (een schijn van) belangenverstrengeling zoveel mogelijk te voorkomen.
De informatie betreft in ieder geval de omschrijving van de (neven)functie, de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht, of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het Statenlidmaatschap en of de (neven) functie bezoldigd of onbezoldigd is. Dit betekent ten minste:
5. Regels betreffende de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens vergaderingen
Provinciale Staten voornoemd
de voorzitter,
de heer E.G.M. Roemer
de griffier,
de heer mr. A.O.J. Pregled
Toelichting en moresprudentie bij deel II van de gedragscode integriteit leden Provinciale Staten Provincie Limburg 2024
1.1 Deze gedragscode geldt voor alle leden van Provinciale Staten, het bestuursorgaan Provinciale Staten en de voorzitter van Provinciale Staten.
Deze gedragscode geldt voor alle leden van Provinciale Staten, het bestuursorgaan Provinciale Staten en de voorzitter van Provinciale Staten.
Burgercommissieleden: De gedragscode is niet van toepassing verklaard op burgercommissieleden omdat zij geen deel uitmaken van het besluitvormende orgaan PS en niet de beschikking hebben over geheime informatie. Burgercommissieleden tekenen een verklaring dat zij er alles aan doen om te voorkomen dat geheime informatie hen kan bereiken en dat indien zich deze situatie toch voordoet zij deze informatie niet met derden delen. Daarnaast verklaren zij te voldoen aan de eisen, die het Presidium aan burgercommissieleden heeft gesteld te weten:
Fractiemedewerkers zijn in dienst van de fracties. T.a.v. fractiemedewerkers zijn daarom geen eisen opgesteld door het Presidium.
Griffie: de gedragscode is niet van toepassing op medewerkers van de Griffie. Zij leggen de eed (of verklaring en belofte) af.
1.2 De code is openbaar en via internet voor iedereen toegankelijk.
1.3 Een lid van Provinciale Staten tekent na zijn installatie een verklaring dat hij de gedragscode zal naleven.
1.4 Leden van Provinciale Staten zoeken actief een klankbord op bij de CdK of griffier als zij n integriteitsvraagstukken hebben.
1.5 De klankbordfunctie behelst eveneens de mogelijkheid om bij vraagstukken betreffende een mogelijke (schijn van) belangenverstrengeling, waaronder financiële belangen, de Statengriffier en/of de extern adviseur integriteit te laten toetsen waar eventueel spanningsvelden inzake het voorgelegde vraagstuk kunnen ontstaan en hierover een advies uit te laten brengen. Dit advies biedt handvatten voor leden van Provinciale Staten om transparant en zorgvuldig handelen te kunnen waarborgen en zo (een schijn van) belangenverstrengeling zoveel mogelijk te voorkomen.
1.6 Leden van Provinciale Staten, die een (mogelijke) schending van bestuurlijke integriteit vermoeden, handelen volgens het vigerende protocol voor integriteitsschendingen Provincie Limburg.
Het is van belang dat integriteitsvraagstukken z.s.m. bespreekbaar worden gemaakt. Statenleden streven er actief naar binnen twee weken een klankbord op te zoeken nadat ze zijn geconfronteerd met een (eigen) integriteitsvraagstuk. Ook en juist voordat een eventuele officiële melding van een schending bij de CdK, extern adviseur Integriteit plaatsvindt en/of indien er (nog) geen sprake is van een schending (zie stappenplan Protocol (mogelijke) integriteitsschendingen). De CdK, Extern Adviseur Integriteit en de Statengriffier zijn beschikbaar als klankbord.
2.1 Leden van Provinciale Staten leveren de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het Statenlidmaatschap, dan wel binnen één maand na aanvaarding van de (neven)functie en geven de griffier de wijzingen daarin door.
2.2 De informatie betreft in ieder geval de omschrijving van de (neven)functie, de organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht, of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het Statenlidmaatschap en of de (neven) functie bezoldigd of onbezoldigd is. Dit betekent ten minste:
Nevenfuncties: bij een inschrijving in het handelsregister dient als nevenfunctie te worden opgegeven: welke functie (1) wordt bij welke rechtspersoon (2) vervuld. Het gaat hier om betaalde en niet betaalde nevenfuncties. Letterlijke weergave van de in het handelsregister opgenomen gegevens (zoals adresgegevens) hoeven niet te worden opgegeven. Ook nevenfuncties die niet staan opgenomen in het handelsregister moeten worden opgegeven.
2.3 De Griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar. Leden van Provinciale Staten zijn verantwoordelijk voor het adequaat melden van wijzigingen van gegevens.
3.1 Leden van Provinciale Staten gaan zorgvuldig en nauwgezet om met (niet openbare) mondelinge en schriftelijke informatie waarover zij uit hoofde van hun lidmaatschap van Provinciale Staten beschikken.
Onder zorgvuldigheid wordt ook verstaan het zorgvuldig opbergen en beveiligen (via PINcode iPad) van digitale bestanden, die onder verantwoordelijkheid van het lid van Provinciale Staten vallen.
3.2 Leden van Provinciale Staten maken niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het lidmaatschap van Provinciale Staten verkregen (niet openbare) informatie.
Leden van Provinciale Staten accepteren of geven geen geschenken die hun onafhankelijke positie in het gedrang brengt.
Onder geschenken en giften worden ook verstaan verkregen zaken in natura zoals (jaar)abonnementen, etentjes, toegang tot (culturele) activiteiten e.d. aangeboden aan Provinciale Statenleden, waarvoor overige inwoners (van Limburg) dienen te betalen.
Met onafhankelijke positie wordt bedoeld dat met het aannemen of geven van de geschenken geen (schijn van) aanspraak op een tegenprestatie kan / mag worden verwacht.
Alertheid is vooral op zijn plaats bij geschenken met een geschatte waarde van meer dan €50.
5. Regels betreffende de onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens vergaderingen
5.1 Leden van Provinciale Staten gaan zowel tijdens Statenbijeenkomsten alsook daarbuiten respectvol met elkaar, met collegeleden en met ambtenaren om.
Het is van belang om ambtenaren niet rechtstreeks met naam of functie te benoemen in een vergadering. Zij werken onder de verantwoordelijkheid van het college van Gedeputeerde Staten of, in geval van de ambtenaren van de Griffie, onder de verantwoordelijkheid van Provinciale Staten. Zij zijn daarnaast niet in de gelegenheid om op het moment dat zij genoemd worden zelf te reageren en maken geen onderdeel uit van een politiek debat.
6. Inwerkingtreding en citeertitel
6.1 Deze regeling treedt in werking bij de vaststelling.
6.2 De gedragscode bestuurlijke integriteit leden van Provinciale Staten Provincie Limburg 2020, vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 11 december 2020, vervalt bij de inwerkingtreding van deze regeling.
6.3 Deze regeling kan worden aangehaald als “de Gedragscode integriteit leden van Provinciale Staten 2024”.
Leden van Provinciale Staten doen adequaat en zorgvuldig hun werk met inachtneming van de geldende regels en waarden. Bij het ontbreken hiervan oordelen en handelen de leden van Provinciale Staten op moreel verantwoorde wijze, op basis van breed gedragen sociale en ethische normen en nemen vervolgens verantwoording voor het eigen handelen, ze zijn hierop aanspreekbaar, maar spreken ook anderen aan op hun gedrag.
Provinciewet Artikel 14 lid 1:
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de voorzitter de eed (verklaring en belofte) af.
"Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van provinciale staten benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van provinciale staten naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!"
Provinciewet Artikel 15, lid 3:
Provinciale Staten stellen voor hun leden een gedragscode vast.
Provinciewet Artikel 28, lid 1:
Algemene Wet Bestuursrecht Artikel 2:4, lid 2:
Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.
Incompatibiliteiten en nevenfuncties
Provinciewet Artikel 15 lid 1 en 2:
De werking van een besluit, inhoudende de vervallenverklaring, wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist. Ingeval de vervallenverklaring ambtshalve heeft plaatsgevonden, is het lid van provinciale staten gedurende deze periode in zijn betrekking geschorst.
In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder h, kan een lid van provinciale staten tevens gedeputeerde zijn gedurende het tijdvak dat:
aanvangt op het tijdstip van zijn benoeming tot gedeputeerde en eindigt op het tijdstip waarop de goedkeuring van de geloofsbrief van zijn opvolger als lid van provinciale staten onherroepelijk is geworden of waarop het centraal stembureau heeft beslist dat geen opvolger kan worden benoemd. Hij wordt geacht ontslag te nemen als lid van provinciale staten met ingang van het tijdstip waarop hij zijn benoeming tot gedeputeerde aanvaardt. Artikel X 6 van de Kieswet is van overeenkomstige toepassing.
Zij geven provinciale staten vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 158, eerste lid, onder d, e, en g, indien provinciale staten daarom verzoeken of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de provincie. In het laatste geval nemen gedeputeerde staten geen besluit dan nadat provinciale staten hun wensen en bedenkingen terzake ter kennis van gedeputeerde staten hebben kunnen brengen.
Algemene Wet Bestuursrecht Artikel 2:5:
Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.
De leden van het provinciebestuur en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor dan wel worden verplicht getuigenis af te leggen als bedoeld in artikel 165, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering over hetgeen zij in de vergadering van provinciale staten hebben gezegd of aan provinciale staten schriftelijk hebben overgelegd.
Provinciale staten, gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid, een verplichting tot geheimhouding opleggen ten aanzien van informatie die bij dat orgaan berust.
Provinciale staten kunnen informatie ten aanzien waarvan krachtens artikel 23, vierde lid, een verplichting tot geheimhouding geldt of zij een verplichting tot geheimhouding hebben opgelegd, verstrekken aan gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning, de rekenkamer en een commissie als bedoeld in hoofdstuk V.
Indien gedeputeerde staten of de commissaris van de Koning overeenkomstig het tweede of derde lid informatie verstrekken aan een commissie waarin leden van provinciale staten zitting hebben, verstrekken gedeputeerde staten of de commissaris van de Koning die informatie tevens aan provinciale staten.
Indien gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning of een commissie overeenkomstig het tweede, derde of vierde lid informatie verstrekken aan provinciale staten, kunnen provinciale staten die informatie verstrekken aan anderen. Provinciale staten kunnen regels stellen over het verstrekken van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding is opgelegd door gedeputeerde staten, de commissaris van de Koning of een commissie en die tevens aan provinciale staten is verstrekt.
Een lid van provinciale staten of van een door provinciale staten ingestelde commissie als bedoeld in hoofdstuk V dat in strijd handelt met het tweede lid kan bij besluit van provinciale staten ten hoogste drie maanden worden uitgesloten van het ontvangen van informatie ten aanzien waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt.Wetboek van Strafrecht Artikel 272:
Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
Wetboek van Strafrecht Artikel 272:
Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-5233.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.