Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 4853 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 4853 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 2 april 2024, tot wijziging van de Bijdrageregeling stimulering woningbouw Noord-Brabant 2023 in verband met het verhogen van het bijdrageplafond van paragraaf 1 en het toevoegen van twee nieuwe paragrafen betreffende Opgave wonen en zorg en betreffende Regionale woondeals (Eerste wijziging Bijdrageregeling stimulering woningbouw Noord-Brabant 2023)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat er vanwege een tekort aan woningen in de provincie Noord-Brabant versneld woningen moeten worden gerealiseerd en Gedeputeerde Staten om die reden gemeenten willen stimuleren om hiervoor plannen op te stellen, uit te werken en uit te voeren;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten om die reden de Bijdrageregeling stimulering woningbouw Noord-Brabant 2023 wensen te wijzigen door in paragraaf 1 het bijdrageplafond te verhogen en twee nieuwe paragrafen toe te voegen op het gebied van ‘Opgave wonen en zorg’ en ‘Regionale woondeals’;
Artikel I Wijziging Bijdrageregeling stimulering woningbouw Noord-Brabant 2023
De Bijdrageregeling stimulering woningbouw Noord-Brabant 2023 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1.8 wordt “€ 5.000.000” vervangen door “€ 5.954.301”.
Artikel 1.9 Hoogte van de bijdrage en verdelingswijze
In artikel 1.10, tweede lid, wordt “de dag voor het verstrijken van de termijn” vervangen door “1 september 2024”.
De bijdrageontvanger toont bij de aanvraag tot vaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan, door middel van:
In artikel 1.14 wordt “2025” vervangen door “2026”.
Onder vernummering van § 2, inhoudende de artikelen 2.1 en 2.2 tot § 4, inhoudende de artikelen 4.1 en 4.2, worden twee paragrafen ingevoegd, luidende:
In deze regeling wordt verstaan onder:
aandachtsgroepen: groepen mensen als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Regeling specifieke uitkering flexibele inzet ondersteuning;
Abv: Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
regionale woonzorganalyse: regionale of subregionale analyse van de huisvestingsopgave voor de verschillende aandachtsgroepen;
regionale woonzorgvisie: regionale of subregionale integrale visie op het realiseren van betaalbare woningen met passende zorg en ondersteuning voor aandachtsgroepen, welke visie past binnen de aanpak die is opgenomen in het programma “Een thuis voor iedereen”, opgesteld door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
woondealregio: regio Noordoost-Brabant, de Stedelijke regio Breda-Tilburg, de regio West-Brabant-West of regio Zuidoost-Brabant.
Een bijdrage op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door:
Artikel 2.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op regionale afstemming tussen gemeenten over de opgave wonen en zorg.
Een bijdrage wordt geweigerd indien in hetzelfde kalenderjaar reeds een bijdrage is verstrekt op grond van deze paragraaf ten behoeve van de desbetreffende woondealregio.
Artikel 2.5 Vereisten voor een bijdrage
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.6 Kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage
De kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage betreffen:
Artikel 2.7 Kosten die niet in aanmerking komen voor een bijdrage
In afwijking van artikel 2.6, komen compensabele en verrekenbare BTW niet in aanmerking voor een bijdrage.
Artikel 2.8 Vereisten aanvraag
Een aanvraag voor een bijdrage:
Artikel 2.10 Hoogte van de bijdrage
De hoogte van de bijdrage betreft 100% van de kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage tot een maximum van € 62.500 per regio per kalenderjaar.
Het bijdrageplafond wordt naar evenredigheid verdeeld over de woondealregio’s overeenkomstig artikel 2.9.
Artikel 2.12 Verplichtingen van de bijdrageontvanger
De bijdrageontvanger besteedt de bijdrage:
De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan, door middel van:
Artikel 2.14 Bevoorschotting en betaling
Artikel 2.15 Wijze van vaststellen
De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.
Gedeputeerde Staten zenden in 2026 aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en doeltreffendheid van deze paragraaf.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Abv: Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
eerste tranche: periode van1 januari 2022 tot en met 31 december 2025;
tweede tranche: periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2026;
woondealregio: regio Noordoost-Brabant, Stedelijke regio Breda-Tilburg, regio West-Brabant-West of regio Zuidoost-Brabant;
woondeal: regionale bestuurlijke afspraken tussen de Minister, provincies, gemeenten en woningcorporaties over woningbouw en andere relevante woononderwerpen.
Een bijdrage op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door:
Artikel 3.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Een bijdrage kan worden verstrekt voor het uitvoeren van een woondeal.
Een bijdrage wordt geweigerd indien:
Artikel 3.5 Vereisten voor een bijdrage
Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 3.6 Kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de bijdrage, komen de volgende kosten voor bijdrage in aanmerking:
Artikel 3.7 Kosten die niet in aanmerking komen voor een bijdrage
In afwijking van artikel 3.6 komen de volgende kosten niet voor een bijdrage in aanmerking:
Artikel 3.8 Vereisten aanvraag
Een aanvraag voor een bijdrage:
Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 3.8, onder b, vast op een totaal van € 594.166 waarvan:
Artikel 3.10 Hoogte van de bijdrage
De hoogte van de bijdrage betreft 100% van de kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage tot een maximum van de bedragen per regio, genoemd in artikel 3.9.
Het bijdrageplafond wordt verdeeld over de woondealregio’s overeenkomstig artikel 3.9.
Artikel 3.12 Verplichtingen van de bijdrageontvanger
De bijdrageontvanger besteedt de bijdrage uiterlijk:
De bijdrageontvanger toont bij de aanvraag tot vaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan, door middel van een verslag waarin per activiteit als bedoeld in artikel 3.5, onder a, in ieder geval het aantal bestede uren, de gemaakte kosten en de behaalde resultaten zijn opgenomen.
Artikel 3.14 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van de verleende bijdrage. Het voorschot wordt in een keer uitbetaald.
Artikel 3.15 Wijze van vaststellen
De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.
Gedeputeerde Staten zenden in 2026 aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en doeltreffendheid van deze paragraaf.
Bijlage 1 bij Bijdrageregeling stimulering woningbouw 2023 wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling.
Bijlage 1 behorende bij de Eerste wijziging Bijdrageregeling stimulering woningbouw Noord-Brabant 2023
Bijlage 1 behorende bij artikel 1.9, eerste lid, van de Bijdrageregeling stimulering woningbouw Noord-Brabant 2023
Toelichting behorende bij de Eerste wijziging Bijdrageregeling stimulering woningbouw Noord-Brabant 2023
Aan de Bijdrageregeling stimulering woningbouw Noord-Brabant 2023 worden twee nieuwe paragrafen toegevoegd. Tevens wordt het plafond van paragraaf 1 opgehoogd en wordt duidelijk gemaakt dat als de gelden afkomstig uit de ‘Regeling specifieke uitkering ten behoeve van het opstellen en uitvoeren van woondeals tweede tranche’ van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) onvoldoende toereikend zijn, de aanvragen worden afgehandeld op basis van volgorde van binnenkomst.
De nieuwe paragraaf 2 beoogt het opstellen van een regionale woonzorgvisie te versnellen. Deze woonzorgvisie bevat afspraken op regionaal of subregionaal niveau tussen gemeenten over betaalbare huisvesting van de zogenaamde ‘aandachtsgroepen’.
Op grond van de nieuwe paragraaf 3 kunnen bijdrages worden aangevraagd om te komen tot het versneld uitwerken en uitvoeren van de woondeals die op regionaal niveau zijn afgesproken tussen gemeenten, woningcorporaties, de provincie en de Minister van BZK.
De specifieke uitkering van de Minister van BZK, verplicht tot het besteden van de bijdrages voor 31 december 2024. Eventueel uitstel zal door de provincie aangevraagd moeten worden. Om een tijdige aanvraag door de provincie mogelijk te maken, is de termijn gewijzigd waarbinnen de gemeenten eventueel uitstel bij de provincie moeten aanvragen.
Het tijdstip van evaluatie wordt gewijzigd naar 2026. Op die manier kunnen de drie paragrafen gelijktijdig worden geëvalueerd.
Het begrip ‘aandachtsgroepen’ is rechtstreeks overgenomen van de SPUK-regeling van de Minister van BZK. Hieronder vallen: statushouders, arbeidsmigranten, dak- of thuislozen, mensen met sociale of medische urgentie, mensen die uitstromen uit een intramurale zorginstelling, uitwonende studenten, woonwagenbewoners en ouderen.
De woonzorganalyse die gemeenten gezamenlijk dienen uit te werken, moet passen binnen het door de Minister van BZK vastgestelde programma “Een thuis voor iedereen” (https://open.overheid.nl/documenten/ronl-dfe59a4dce3367cfe84d95284838a8b69af70d4d/pdf).
De Brabantse gemeenten kunnen in regioverband een aanvraag indienen. Dat kan ofwel door een gemeente worden gedaan namens de andere gemeenten in een woondealregio. Ofwel door de woondealregio zelf indien deze rechtspersoonlijkheid heeft.
Er kan slechts één aanvraag worden gedaan per woondealregio per openstellingsperiode (zie ook artikel 2.8). Een tweede aanvraag zal worden afgewezen. Het is dus van belang om in één vraag zoveel mogelijk activiteiten te betrekken.
Deze weigeringsgrond komt in aanvulling op de weigeringsgronden van artikel 6 van de Algemene bijdrageverordening (Abv).
Artikel 2.5 Vereisten voor een bijdrage
De aanvrager moet een of meer van de genoemde activiteiten voornemens zijn te verrichten. Een van die activiteiten is het uitwerken van de regionale woonzorganalyse in nadere regionale of subregionale regels (zie onderdeel 3°). Deze regels zijn bijvoorbeeld een huisvestingsverordening, een urgentieverordening of een afsprakenkader.
Vereist is dat de activiteiten kunnen starten binnen drie maanden na verlening van de bijdrage. Dit is opgenomen om de vereiste versnelling van het proces mogelijk te maken.
Uitsluitend uren (interne en externe) komen voor een bijdrage in aanmerking. Deze kunnen worden ingezet voor het opstellen en uitwerken van regionale woonzorganalyses. Daarbij kan de bijdrage ook besteed worden aan het organiseren van regionale bijeenkomsten en kennissessies of het inkoopproces bij de aanschaf van datasets.
Onder interne arbeids- en personeelskosten worden de arbeids- en personeelskosten van alle binnen de regio samenwerkende gemeenten verstaan en de eventuele kosten van de gemeenschappelijke regeling indien deze bijdrageontvanger is.
Artikel 2.8 Vereisten aanvraag
Er zijn twee aanvraagtijdvakken opengesteld: één in 2024 en één in 2025. Voor elk aanvraagtijdvak geldt een maximale hoogte van de bijdrage per woondealregio (zie de artikelen 2.9 en 2.10).
De verplichting om de bijdrage die in 2024 wordt verstrekt ook uiterlijk 31 december 2024 te besteden, vloeit voort uit de specifieke uitkering die de Minister van BZK heeft verstrekt aan de provincie. Hetzelfde geldt voor de bijdrage die in 2025 wordt verstrekt aan de woondealregio’s. Deze moet voor 31 december 2025 zijn besteed.
In paragraaf 3 wordt, in navolging van de specifieke uitkering van de Minister van BZK, een onderscheid gemaakt tussen activiteiten die worden verricht in de “eerste tranche” en activiteiten die worden verricht in de “tweede tranche”. Deze activiteiten kunnen overlappen in tijd. Aanvragers moeten dus goed bezien binnen welke tranche hun activiteiten vallen, gezien (i) het tijdstip waarop zij hun kosten maken (zie artikel 3.8, onder a en b), (ii) het bijdrageplafond (zie artikel 3.9), (iii) de maximale hoogte van de bijdrage (zie artikel 3.10) en (iv) het tijdstip waarop hun bijdrage moet zijn besteed (zie artikel 3.12).
De Brabantse gemeenten kunnen in regioverband een aanvraag indienen. Dat kan ofwel door een gemeente worden gedaan namens de andere gemeenten in een woondealregio ofwel door de woondealregio zelf indien deze rechtspersoonlijkheid heeft.
Voor de activiteiten ten behoeve van de woondealregio kan maar één aanvraag worden ingediend per tranche. Als beide tranches al zijn verstrekt, zal een volgende aanvraag worden geweigerd. Voorts wordt een aanvraag voor de tweede tranche geweigerd als er op basis van de eerste tranche nog een bijdrage kan worden aangevraagd.
Vereist is dat de bijdrageontvanger de activiteiten kan starten binnen drie maanden na bijdrageverlening. Voorts is vereist dat de activiteiten vóór eind 2025 (voor bijdrages uit de eerste tranche) of vóór eind 2026 (voor bijdrages uit de tweede tranche) kunnen worden verricht. Uit de planning moet blijken of dit haalbaar is.
Uitsluitend interne arbeids- en personeelsuren of de inhuur van externe capaciteit komen voor een bijdrage in aanmerking. Onder interne arbeids- en personeelskosten worden zowel de arbeids- en personeelskosten van alle binnen de regio samenwerkende gemeenten verstaan als de eventuele kosten van de gemeenschappelijke regeling indien deze bijdrageontvanger is.
Artikel 3.8 Vereisten aanvraag
De subsidieregeling staat tot en met 30 mei 2025 open voor aanvragen. In die openstellingsperiode kunnen dus per regio maximaal twee aanvragen worden ingediend: een voor activiteiten onder de eerste tranche en een voor activiteiten onder de tweede tranche.
De ontvangers van de bijdrage voor de eerste tranche dienen deze te besteden vóór eind 2025. Voor de tweede tranche is de einddatum van besteding eind 2026.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-4853.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.