Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 4832 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 4832 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 2 april 2024 tot wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant in verband met de evaluatie van paragraaf 4 en de openstelling van een nieuw aanvraagtijdvak (Vijfendertigste wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant te wijzigen in verband met de evaluatie van paragraaf 4 en de openstelling van een nieuw aanvraagtijdvak;
Artikel I Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant
De Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
De titel van paragraaf 4 komt te luiden:
Paragraaf 4 Amateurkunst 2025-2028
Artikel 4.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op het ontwikkelen, produceren en presenteren van:
Subsidie wordt geweigerd indien:
Artikel 4.6 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 4.7 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 4.8 wordt “8 april 2020 tot en met 18 juni 2020” vervangen door “9 april 2024 tot en met 30 mei 2024, 12.00 uur”.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 4.4, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 4.8, vast op
In artikel 4.10 wordt “€ 160.000” vervangen door “€ 120.000”.
Artikel 4.11 wordt als volgt gewijzigd:
Het eerste lid komt te luiden:
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het van toepassing zijnde subsidieplafond, genoemd in artikel 4.9, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende volledige aanvragen op basis van de volgende criteria, waarbij ten minste 40 punten worden behaald:
Artikel 4.12 Externe adviescommissie
Gedeputeerde Staten leggen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 4.4 voor advies over artikelen 4.6, tweede lid, en 4.11 voor aan de Adviescommissie amateurkunst Noord-Brabant 2024.
Artikel 4.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger voert de activiteiten uit in de periode 2025 tot en met 2028.
Artikel 4.14 wordt als volgt gewijzigd:
Bijlage 1 bij deze regeling wordt toegevoegd als bijlage 3 behorende bij de Subsidieregeling Hedendaagse cultuur Noord-Brabant.
Op subsidieaanvragen als bedoeld in paragraaf 4 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, blijft paragraaf 4 van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant, zoals die luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van onderdeel M, dat in werking treedt op het tijdstip waarop de vierde wijziging van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant in werking treedt.
[Artikel III bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van onderdeel L, dat in werking treedt op het tijdstip waarop de vierde wijziging van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant in werking treedt.]
’s-Hertogenbosch, 2 april 2024
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Bijlage 1 behorende bij de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant
Bijlage 3 Model meerjarenbegroting behorende bij artikel 4.6, eerste lid, onder f, van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant
ACTIVITEITENLASTEN (alle personele en materiele lasten die direct samenhangen met de activiteiten van de organisatie) |
|||||||||
Activiteitenlasten materieel (hieronder vallen zaken als zaalhuur, kostuums, licht/geluid, specifieke publiciteit/marketing, reis- en verblijf, ….) |
|||||||||
SUBSIDIES EN OVERIGE BIJDRAGEN (geef hierbij ook de status aan, waar mogelijk onderbouwd door middel van bewijsstukken) |
|||||||||
Toelichting behorende bij de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant
De Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wijzigt paragraaf 4, Amateurkunst. Met de wijzigingsregeling wordt een nieuwe periode van 2025 tot en met 2028 opengesteld voor het subsidiëren van amateurkunst in Noord-Brabant. Daarnaast is de paragraaf geëvalueerd en zijn de lessen uit de evaluatie over de openstellingsperiode 2021-2024 in deze wijzigingsregeling verwerkt.
Doel van deze wijziging van de subsidieparagraaf is dat er meerjarige zekerheid komt voor de Brabantse culturele amateur infrastructuur. Met vierjarige subsidies ontstaat zekerheid voor de culturele instellingen die samen zorgen voor een artistiek hoogwaardig, divers en aansprekend aanbod van lokaal gewortelde culturele activiteiten. Voor de aanvragende instellingen wordt medio 2024 duidelijk welke financiële bijdrage zij van de provincie ontvangen voor de periode 2025-2028.
De activiteiten onder paragraaf 4 zijn bedoeld voor amateurkunstinstellingen die over het algemeen genomen niet als een onderneming gezien kunnen worden omdat er geen economische activiteiten op een markt plaatsvinden. Bovendien hebben deze instellingen een regionale of provinciale functie, zodat sprake is van een puur lokaal karakter. Mocht derhalve op onderdelen toch sprake zijn van economische activiteiten, dan is er geen sprake van een beïnvloeding van het tussenstaatse handelsverkeer, dan wel slechts zeer marginaal. Voor paragraaf 4 is derhalve geen sprake van staatssteun.
Artikel I (Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant)
Onder B (artikel 4.4 Subsidiabele activiteiten)
De onder a tot en met f genoemde subsidiabele activiteiten zijn uitgesplitst per discipline. Sommige van deze disciplines omvatten een verscheidenheid aan verschillende activiteiten die allemaal verband houden met de discipline.
Onder visuele kunsten wordt mede verstaan schilderkunst, beeldhouwkunst, filmkunst, videokunst, fotografie, design, mode, grafische vormgeving, keramiek, lichtkunst en glaskunst.
Onder instrumentale muziek wordt verstaan muziek waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van muziekinstrumenten.
Onder vocale muziek wordt verstaan muziek die in hoofdzaak wordt uitgevoerd door de menselijke stem.
Onder dans wordt onder andere verstaan modern, jazz, ballet, latin en ballroom.
Onder urban activiteiten wordt mede verstaan rap, hiphop, graffiti, streetdance, breakdance en beatbox.
Onder theater wordt mede verstaan toneelvoorstelling en voorstellingen op het gebied van drama, circus, revue, cabaret, opera, operette, musical en pantomime.
Onder literatuur wordt mede verstaan korte verhalen, gedichten, novelles, autobiografie en romans.
Onder C (artikel 4.5 Weigeringsgronden)
De weigeringsgronden in dit artikel komen in aanvulling op de weigeringsgronden uit de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de weigeringsgronden uit artikel 8 Asv.
Ingevolge artikel 8, Asv, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien het aangevraagde subsidiebedrag minder bedraagt dan € 1.000, de aangevraagde subsidie niet in voldoende mate in het algemeen provinciaal belang wordt geacht, de activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op de provincie Noord-Brabant, de activiteiten van de aanvrager niet aantoonbaar ten goede komen aan de inwoners van de provincie Noord-Brabant of de subsidieontvanger op enigerlei wijze handelt in strijd met de fundamentele rechtsbeginselen.
In aanvulling op de algemene weigeringsgronden wordt de tweede aanvraag tijdens de tenderperiode geweigerd. Een subsidieaanvrager kan maar één aanvraag indienen. De aanvrager kiest zelf in welke categorie hij zijn aanvraag indient. Zo kan bijvoorbeeld een instelling die zich bezig houdt met urban culture zelf kiezen of de aanvraag wordt ingediend voor de categorie podiumkunsten, muziek of urban. Het is niet mogelijk om met een aanvraag in meerdere categorieën aan te vragen.
Onder D (artikel 4.6 Subsidievereisten)
In het eerste lid, onderdeel b is de datum aangepast aan de nieuwe openstellingsperiode. Het vereiste in het eerste lid, onderdeel g is iets aangescherpt. Er is een tweede lid toegevoegd, waarin een minimum aantal punten van 40 punten wordt vereist om voor de subsidie in aanmerking te komen. De criteria die hiervoor worden gehanteerd zijn dezelfde criteria als die zijn opgenomen onder artikel 4.11, eerste lid.
Onder E (artikel 4.7 Subsidiabele kosten)
Het bedrag voor externe inhuur en vrijwilligerskosten wordt opgehoogd. Het is aan de aanvrager en vrijwilliger om zich te vergewissen van de hoogte van de maximale vrijwilligersvergoeding per jaar en de regels omtrent belastingvrije drempels. De regels over vrijwilligersvergoedingen kunnen op de site van de belastingdienst worden geraadpleegd.
Onder F (artikel 4.8 Vereisten subsidieaanvraag)
Het aanvraagtijdvak wordt gewijzigd van 8 april 2020 tot en met 18 juni 2020 naar 9 april 2024 tot en met 30 mei 2024 om 12.00 uur.
Onder G (artikel 4.9 Subsidieplafond)
Voor de subsidiabele activiteiten, genoemd in artikel 4.4 zijn deelplafonds per activiteit ingesteld.
Onder H (artikel 4.10 Subsidiehoogte)
De subsidiehoogte wordt verlaagd van € 160.000 tot € 120.000.
Onder K (artikel 4.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger)
Omdat de maximale subsidiehoogte is verlaagd zijn de verplichtingen voor subsidies hoger dan € 125.000 vervallen. De subsidieontvanger dient de activiteiten uit te voeren conform het activiteitenplan in de periode 2025-2028. De verplichting is aanvullend op de algemene verplichtingen van artikel 16 van de Asv.
Onder L (Artikel 4.14 Prestatieverantwoording)
Omdat de maximale subsidiehoogte is verlaagd zijn de verplichtingen voor subsidies hoger dan € 125.000 vervallen. Voor de toepassing van de arrangementen wordt gekeken naar de subsidies per kalenderjaar. Dit bedrag wordt bepaald door het totaal aangevraagde subsidiebedrag te delen door de vier kalenderjaren van de openstellingsperiode. Arrangement 3 is niet meer van toepassing voor subsidies in paragraaf 4.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-4832.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.