Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 4806 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 4806 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 2 april 2024 tot wijziging van de regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant in verband met een aanpassing van paragraaf 7 (tweede wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant)
Artikel I Wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant
De regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
In hoofdstuk 2 komt paragraaf 7 als volgt te luiden:
Paragraaf 7 Samenwerking voor plattelandsontwikkeling-LEADER – Uitvoering projecten LOS
Artikel 2.7.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
LAG: lokale actiegroep als bedoeld in artikel 33 van verordening 2021/1060;
LEADER: vanuit de gemeenschap aangestuurde lokale ontwikkeling als bedoeld in artikel 31 van Verordening (EU) 2021/1060;
LOS: strategie voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel c, en artikel 32 van verordening 2021/1060.
Artikel 2.7.2 Subsidiabele activiteit
Subsidie kan worden verstrekt voor het uitvoeren van projecten die passen binnen:
Artikel 2.7.4 Subsidievereisten aanvraag
Indien de subsidie wordt aangevraagd door een onderneming, overlegt deze gegevens waarmee de subsidieaanvrager kan aantonen dat de onderneming een mkb-onderneming is als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van Verordening (EU) Nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
Artikel 2.7.5 Subsidiabele kosten
Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2.7.2 worden ingediend van 18 april 2024, 9:00 uur, tot en met 7 januari 2025, 17:00 uur.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies:
Artikel 2.7.9 Selectie van aanvragen
Op grond van artikel 1.12, eerste lid, onder a, vindt selectie van activiteiten die:
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging van ten hoogste een jaar en tot uiterlijk 31 december 2028.
Subsidies tot € 125.000 worden op basis van artikel 1.7, vijfde lid, vastgesteld op basis van artikel 1.20.
Artikel 2.7.12 Bevoorschotting
Gedeputeerde Staten verstrekken ambtshalve een voorschot, als bedoeld in artikel 44 van verordening 2021/2116, van 50%.
In artikel 2.8.8, onder c, wordt “483.289” vervangen door “543.289”.
Na bijlage 2, behorende bij de regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant wordt bijlage 1 behorende bij deze regeling ingevoegd.
’s-Hertogenbosch, 2 april 2024
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Bijlage 1 bij de eerste wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant
Bijlage 3 behorende bij de artikelen 2.7.4 en 2.7.9 van de regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant
Hoofdstuk 1 Selectiecriteria De Brabantse Peel
Per selectiecriteria wordt een score van 0 t/m 3 of 1 t/m 3 toegekend, waarbij 0 = niet aanwezig/van toepassing, 1 = matig, 2 = goed, en 3 = uitstekend.
Hoofdstuk 2 Selectiecriteria Het Groene Woud
Per selectiecriterium wordt de aangegeven wegingsfactor gehanteerd en per onderdeel van het selectiecriterium wordt een score van 1 t/m 4 toegekend, waarbij 1 = onvoldoende, 2 = voldoende, 3 = goed, 4 = zeer goed.
Per selectiecriterium geldt alleen de hoogste score van de afzonderlijke onderdelen.
De maximaal haalbare score is 60 punten. De totaalscore dient minimaal 36 te bedragen (60%). Het te hanteren subsidiepercentage is gerelateerd aan het aantal behaalde punten, volgens onderstaande verdeling:
Hoofdstuk 3 Selectiecriteria Kempenland-West
Bij de beoordeling van alle aanvragen worden onderstaande thema’s en criteria gebruikt.
Elk criterium krijgt een score van 0 tot en met 5. Voor de waardering van de scores wordt uitgegaan van:
0 punten als de bijdrage aan het criterium afwezig is;
1 punt, als de bijdrage aan het criterium ruim onvoldoende is;
2 punten, als de bijdrage aan het criterium onvoldoende is;
3 punten, als de bijdrage aan het criterium voldoende is;
4 punten, als de bijdrage aan het criterium goed is;
5 punten, als de bijdrage aan het criterium zeer goed is.
Voor elk criterium moet minimaal 1 punt behaald worden om de aanvraag te kunnen honoreren.
De totaalscore van elk thema dient minimaal 50% te zijn van de maximaal te behalen score per thema om de aanvraag te kunnen honoreren. De som van de score van alle drie de thema’s dient minimaal 60% te zijn van de maximaal te behalen totaalscore om de aanvraag te kunnen honoreren. De lat ligt op het niveau van criterium en thema lager dan de geaccumuleerde scores om ruimte te bieden voor compensatie op de andere criteria en thema’s.
Mate van effectiviteit (bijdrage aan de overall doelstelling van de LOS en het versterken van de ontwikkelings-kracht van de eigen gemeenschap)
Aansluiting op LEADER-aanpak (de mate waarin de zes basisprincipes van LEADER zijn toegepast)
Kans op succes (de algehele kwaliteit van de aanvraag, de kennis en ervaring die nodig is om het project op een goede manier uit te kunnen voeren, de haalbaarheid en tijdige uitvoerbaarheid en de kosten in relatie tot de verwachte resultaten)
Minimale scores voor een positieve beoordeling
Indien een aanvraag niet op alle thema’s het minimale vereiste aantal punten scoort wordt de aanvraag afgewezen.
Toelichting behorende bij de tweede wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant
LEADER is onderdeel van het nieuwe GLB 2023 – 2027 en kent een programmatische, gebiedsgerichte, integrale en bottom-up aanpak voor plattelandsontwikkeling. De focus ligt op de landbouw-, natuur- en waterdoelen, en op versterking van het voorzieningenniveau en sociale cohesie op het platteland.
Gedeputeerde Staten als de beheerautoriteit bepalen de criteria voor de selectie van de strategieën, richten een comité op om deze selectie uit te voeren en keuren de door het comité geselecteerde strategieën goed. (artikel 32, tweede lid, 2021/1060).
De beheerautoriteit maakt de eerste selectie van strategieën en zorgt ervoor dat de geselecteerde plaatselijke actiegroepen (LAG) de in artikel 33, lid 3, bepaalde taken kunnen uitvoeren binnen twaalf maanden na de datum van het besluit tot goedkeuring van het programma of, in het geval van uit meer dan één fonds gesteunde strategieën, binnen twaalf maanden na de datum van het besluit tot goedkeuring van het laatste betrokken programma. (artikel 32, derde lid, 2021/1060). Per besluit van 5 december 2023 heeft dit plaatsgevonden.
De Lokale ontwikkelstrategie (LOS) is een gebiedsplan met o.a. de gebiedsafbakening, een SWOT-analyse, de aanpak (activiteiten zoals beoogde lokale projecten en begroting), met draagvlak en een lokale bijdrage. De LAG is de lokale organisatie (bestaande uit deels overheid en private partijen) die zorg draagt voor uitvoering van de LOS en lokale initiatieven toetst aan criteria o.b.v. de LOS voor steunverlening. In de oproep was gedetailleerd aangegeven hoe de LOS uitgewerkt dient te worden. LEADER-projecten kunnen een breed scala van activiteiten bevatten zoals kennisoverdracht, innovatie, investeringen in (on)roerend goed, incl. landinrichtingsmaatregelen.
Artikel I (Wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant)
De afkorting LEADER staat voor de verbinding tussen acties voor de ontwikkeling van de plattelandseconomie (Liaisons Entre Actions de Développement de l'Économie Rurale).
LEADER beoogt bij te dragen aan de plaatselijke ontwikkeling van plattelandsgebieden. De interactie tussen landbouw en samenleving wordt steeds belangrijker. Er ligt een opgave om samen te werken aan de sociaaleconomische ontwikkeling van het platteland en aan een duurzaam beheer van de ruimte. De agrarische sector zal zich in moeten zetten voor maatschappelijk draagvlak. De sector moet daarbij invulling geven aan haar “license to produce”. Dat kan bijvoorbeeld door de relatie tussen het platteland en de stad en tussen de boer en de burger te verstevigen. LEADER kan hier een bijdrage aan leveren, want:
Er is door de Europese Commissie een tweetal interventies ontwikkeld op basis waarvan LEADER-initiatieven ondersteund kunnen worden: Voorbereiding van een LOS en Uitvoering van een LOS. De interventie Uitvoering van een LOS bestaat uit twee onderdelen, te weten Operationele kosten en Uitvoering projecten. Deze paragraaf gaat over het onderdeel Uitvoering projecten. Het onderdeel Operationele kosten is uitgewerkt in paragraaf 8. Voor de interventie Voorbereiding van een LOS is paragraaf 9 gereserveerd. Die paragraaf is bedoeld voor de voorbereiding op de GLB-periode 2028-2034.
Artikel 2.7.2. Subsidiabele activiteit
Voor subsidie komen in aanmerking activiteiten die bijdragen aan de doelen en resultaten genoemd in de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde Lokale Ontwikkelstrategie (LOS). De inhoudelijke voorwaarden waaraan projecten moeten voldoen, zijn neergelegd in de LOS van de betreffende LAG. De drie strategieën zijn te vinden op de site van Stimulus1.
Artikel 2.7.4. Subsidievereisten aanvraag
Een subsidie bestaat voor 80 % uit Europese middelen uit het Europees Landbouw Fonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), voor 6,67 of 7,1 % uit middelen van de provincie, en voor 13,33 of 12,9 % uit middelen van een gemeente of waterschap. Het subsidieplafond is opgebouwd uit deze drie delen. Stel dat een aanvrager met succes een subsidie aanvraagt van € 60.000 die bestaat uit 60 % van € 100.000 aan subsidiabele kosten. De subsidieverlening bedraagt dan € 60.000. Indien het project loopt als gepland, keert het betaalorgaan € 60.000 uit aan de subsidieontvanger. Het betaalorgaan stuurt de gemeente of het waterschap een rekening voor diens deel. Bij de subsidievaststelling betaalt het betaalorgaan het cofinancieringsdeel uit van de gemeente of het waterschap. Dat houdt in dat een gemeente of waterschap geen extra voorwaarden aan de subsidie kan opleggen. Zij stellen de subsidie voor hun deel immers niet zelf vast. Om de bijdrage van gemeente of waterschap te borgen, stuurt de aanvrager bij de aanvraag een cofinancieringsverklaring mee van gemeente of waterschap, waaruit blijkt dat deze 13,33 of 12,9 % bijdraagt aan het subsidiebedrag.
Bij een aanvraag voor een project dat past binnen de LOS de Brabantse Peel betreft de cofinancieringsverklaring in dit voorbeeld dus € 7.740: 12,9 % van € 60.000. Bij een aanvraag voor een project dat past binnen de LOS het Groene Woud of Kempenland-West betreft de cofinancieringsverklaring in dit voorbeeld € 7.998: 13,33 % van € 60.000.
Een aanvraag dient te voldoen aan de eisen zoals deze zijn opgenomen in de verschillende ontwikkelstrategieën. Met de bepaling uit onderdeel c zijn de voorwaarden die de LOS stelt aan een aanvraag onverkort van toepassing. Een aanvrager dient zich derhalve te vergewissen van hetgeen de LOS als vereiste stelt. Zij kunnen zich hiervoor tot de desbetreffende LAG wenden.
De LAG kent een aanvraag een score toe op basis van de criteria zoals opgenomen in bijlage 3. De minimumscores zijn in onderdeel d opgenomen als vereiste voor het in aanmerking komen van een subsidie.
Voor de kosten voor voorbereidende werkzaamheden geldt op grond van het vijfde lid een extra aanvraagvereiste. Dit is dat de aanvrager opdrachtbevestigingen meestuurt met de aanvraag. Dit geldt uitsluitend in het geval dat er bij de kosten voor voorbereidende werkzaamheden sprake is van kosten derden. Op deze manier is geborgd dat de kosten voldoen aan de voorwaarden zoals vastgelegd in artikel 2.7.5, vierde lid.
Artikel 2.7.5. Subsidiabele kosten
Alleen projecten die door de LAG positief zijn beoordeeld komen voor subsidie in aanmerking. Dit beoordelen dient te worden bezien in het licht van artikel 33, derde lid, onder d, van de Verordening (EU) 2021/1060, waaruit dwingend volgt dat uitsluitend de plaatselijke actiegroepen concrete acties selecteren.
Kosten voor voorbereidende werkzaamheden, zoals het verkrijgen van vergunningen en de uitvoering van voorbereidende haalbaarheidsstudies, zijn niet subsidiabel (zie artikel 1.10, onder c). Legeskosten zijn evenmin subsidiabel (zie artikel 1.10, onder e). Voor projecten onder paragraaf 2.7 wordt het toch mogelijk voor deze kosten subsidie te verstrekken.
In het derde lid is opgenomen welke kosten door deze uitzondering voor subsidie in aanmerking komen. Het gaat om kosten voor het voorbereiden, opstellen of indienen van de aanvraag. Dit betreft algemene kosten die noodzakelijkerwijs worden gemaakt om het projectplan en de begroting te ontwikkelen. Zo kan bijvoorbeeld een bestek worden opgesteld om een onderbouwing te kunnen leveren voor de begroting.
Onder deze kosten vallen die voor adviezen op het gebied van duurzaamheid en die voor haalbaarheidsstudies. Deze kosten dienen samen te hangen met de vraag of het project te realiseren is en noodzakelijk te zijn voor het opstellen van de aanvraag.
Ook vallen hieronder kosten voor grond- en andere onderzoeken die samenhangen met een vergunningprocedure, en de bijbehorende leges. Aangezien legeskosten in artikel 1.10 expliciet zijn opgenomen als niet-subsidiabele kosten, zijn ze hier toegevoegd als kostensoort die wel voor subsidie in aanmerking komt. Dit op basis van de mogelijkheid die artikel 1.10, onder e, biedt om legeskosten subsidiabel te stellen
Het gaat bij deze voorbereidende werkzaamheden nadrukkelijk niet om de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, maar om de voorbereiding daarvan. Gelet hierop staat de weigeringsgrond van artikel 1.5 onder i niet in de weg aan verlening van subsidie voor deze kosten.
Bij de legeskosten in het derde lid gaat het om legeskosten die tijdens de voorbereidende fase zijn gemaakt. Deze kosten moeten dus zijn gemaakt uiterlijk één jaar voordat de subsidieaanvraag is ingediend (lid 4). Ook nadat de subsidieaanvraag is ingediend, kunnen legeskosten voor subsidie in aanmerking komen (lid 6). Gedeputeerde Staten maken dus ook voor deze fase gebruik van de mogelijkheid die artikel 1.10, onder e, biedt om legeskosten subsidiabel te stellen.
De regeling heeft een doorlopende openstelling. De lokale actiegroepen streven naar zes vaste vergadermomenten per jaar die zij kenbaar maken via hun site.
De hoogte van de subsidie wordt gebaseerd op de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde LOS, na overleg met de plaatselijke actiegroepen, waarbij rekening is gehouden met eventueel van toepassing zijnde staatssteunbepalingen op grond van de staatssteunregels.
Artikel 2.7.9 Selectie van aanvragen
Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst, met inachtneming van hetgeen is opgenomen in de desbetreffende LOS. De bepalingen van artikel 1.12 (Verdelingswijze) zijn van toepassing. De subsidieplafonds worden, conform artikel 1.12, eerste lid, onder a, verdeeld op volgorde van binnenkomst. De selectiecriteria en minimum aantal punten dat de aanvraag moet behalen zijn opgenomen in bijlage 3. Indien een aanvraag het vereiste minimum aantal punten niet haalt wordt de aanvraag afgewezen.
De bepalingen van artikel 1.12, tweede lid, zijn van toepassing voor het bepalen van de onderlinge rangschikking bij volgorde van binnenkomst en het plaatsvinden van een loting bij overschrijding van het subsidieplafond.
De bepalingen uit artikel 2.7.10 dienen ter aanvulling op de algemene bepalingen uit artikel 1.15 (Verplichtingen algemeen) en artikel 1.16 (Verplichting voortgangsverslag).
Alle projecten dienen uiterlijk 31 december 2028 te zijn afgerond.
Voor subsidies tot € 25.000 en van € 25.000 tot € 125.000 zijn de vaststellingsvereisten van arrangement 2 (artikel 1.20) van toepassing. Voor subsidies van € 125.000 of meer zijn de vaststellingsvereisten van arrangement 3 (artikel 1.21) van toepassing. Een accountsverslag als bedoeld in artikel 1.21, zevende lid, hoeft niet bij de aanvraag tot vaststelling te worden overgelegd voor subsidies van € 125.000 of meer.
Conform artikel 1.20, vijfde lid bevat de verleningsbeschikking voor een subsidie tot € 125.000 de wijze waarop de aanvrager aantoont dat de activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.
Artikel 2.7.12 Bevoorschotting
Ambtshalve wordt een voorschort verstrekt van 50% van de verleende subsidie. De Europese Verordening (EU) 2021/2116 verzet zich tegen een hogere bevoorschotting dan 50%.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-4806.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.