Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 19 maart 2024 tot wijziging van de regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant in verband met een aanpassing van paragraaf 4 (eerste wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant te wijzigen in verband met het openstellen van paragraaf 4;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant

De regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 2.4.9 komt te luiden:

Artikel 2.4.9 Aanvraagtijdvak

  • 1.

    Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2.4.2, eerste lid, onder a, worden ingediend van 1 februari 2024, 9:00 uur, tot en met 1 april 2024, 17:00 uur.

  • 2.

    Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2.4.2, eerste lid, onder b, worden ingediend van 1 februari 2024, 9:00 uur, tot en met 28 oktober 2024, 17:00 uur.

B.

 

Artikel 2.4.11 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Indien de aanvraag een subsidie als bedoeld in artikel 2.4.2, eerste lid, onder a, betreft, hebben de selectiecriteria bedoeld in het eerste lid een wegingsfactor van 1.

  • 2.

    Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

    • 4.

      Indien de aanvraag een subsidie als bedoeld in artikel 2.4.2, eerste lid, onder b, betreft, hebben de selectiecriteria bedoeld in het eerste lid de volgende wegingsfactor:

      • a.

        mate van effectiviteit: 4;

      • b.

        de haalbaarheid van de activiteit: 1;

      • c.

        de mate van urgentie: 3;

      • d.

        de mate van efficiëntie van uitvoering van de activiteit: 1.

C.

 

Het opschrift van bijlage 2 komt te luiden:

Bijlage 2 behorende bij artikel 2.4.11, vijfde lid, van de Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 26 maart 2024

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Toelichting behorende bij de eerste wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant

Onder B (2.4.11)

 

vierde lid

Aanvragen voor subsidie die aan de vereisten voldoen, en waarop geen weigeringsgronden van toepassing zijn, worden gescoord op de vier criteria die in het eerste lid staan. Per criterium kunnen 0 tot en met 5 punten behaald worden.

 

Een aanvraag moet op basis van de criteria minimaal 60% van het totaal aantal te behalen punten scoren om voor subsidie in aanmerking te komen (1.12, vierde lid). Behaalt een aanvraag minder dan 60% van het totaal aantal te behalen punten, dan wordt de aanvraag alsnog geweigerd. Aanvragen met de hoogste scores worden het hoogst gerangschikt. De subsidies worden verleend op volgorde van de rangschikking, totdat het deelplafond van het betreffende beheergebied is bereikt.

 

Toepassing bij activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.2, eerste lid onder b (niet-productieve investeringen op niet-landbouwbedrijven gericht op herstelmaatregelen voor water)

 

De mate van effectiviteit

Bij dit criterium gaat het om het effect van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 5 punten als de bijdrage zeer effectief is. De activiteit is gericht op minimaal één KRW-oppervlaktewaterlichaam, het projectplan toont overtuigend aan dat deze voor 31 december 2027 is afgerond en de value for money is goed.

  • 4 punten als de bijdrage goed is. De activiteit is gericht op minimaal één KRW-oppervlaktewaterlichaam, het projectplan toont overtuigend aan dat deze voor 31 december 2027 is afgerond en de value for money is voldoende.

  • 3 punten als de bijdrage voldoende is. De activiteit is gericht op minimaal één KRW-oppervlaktewaterlichaam, het projectplan levert weinig twijfel op dat deze voor 31 december 2027 is afgerond en de value for money is goed.

  • 2 punten de bijdrage matig is. De activiteit is gericht op minimaal één KRW-oppervlaktewaterlichaam, het projectplan levert weinig twijfel op dat deze voor 31 december 2027 is afgerond en de value for money is voldoende.

  • 1 punt als de bijdrage gering is. De activiteit is gericht op minimaal één KRW-oppervlaktewaterlichaam, het projectplan levert weinig twijfel op dat deze voor 31 december 2027 is afgerond en de value for money is matig.

  • 0 punten als de bijdrage zeer gering is. De activiteit is gericht op minimaal één KRW-oppervlaktewaterlichaam, het projectplan levert twijfels op dat deze voor 31 december 2027 is afgerond.

Haalbaarheid

Met dit criterium wordt naar de haalbaarheid van de investering gekeken. Voor de haalbaarheid worden de volgende aspecten in samenhang bezien:

  • Kent het project een realistische planning, opzet en begroting (is er draagvlak, zijn de eventueel benodigde gronden al verworven, zijn benodigde vergunningen al verleend?);

  • De kwaliteit van het projectplan. Een kwalitatief goed projectplan is een plan dat realistisch is, waarin alle mogelijke risico’s zijn geïdentificeerd en beheersbaar zijn gemaakt en zijn gereduceerd;

  • Zijn de relevante partijen bij de investering betrokken;

  • Beschikt de ontvanger over een financiële buffer om eventuele financiële tegenvallers in het project op te kunnen vangen?

Op basis van bovenstaande aspecten wordt de haalbaarheid als volgt gekwalificeerd:

  • 5 punten als de haalbaarheid zeer goed is. De activiteit kan worden uitgevoerd, ook als er zich gedurende de uitvoering financiële tegenvallers voordoen.

  • 4 punten als de haalbaarheid goed is. De activiteit kan worden uitgevoerd, de risico’s zijn benoemd en beheersbaar gemaakt.

  • 3 punten als de haalbaarheid voldoende is. De activiteit kan worden uitgevoerd, de risico’s zijn inzichtelijk gemaakt, maar nog niet concreet beheersbaar gemaakt.

  • 2 punten als de haalbaarheid matig is. Om de activiteit te kunnen uitvoeren, moet nog aan een aantal voorwaarden (bijvoorbeeld vergunningen) worden voldaan, waarbij het nog onzeker is of aan de voorwaarden voldaan kan worden.

  • 1 punt als de haalbaarheid gering is. Er is weinig tot geen vertrouwen dat de activiteit kan worden uitgevoerd.

  • 0 punten als de haalbaarheid zeer gering is. Er is geen vertrouwen dat de activiteit kan worden uitgevoerd.

Urgentie

Met dit criterium wordt voorrang gegeven aan activiteiten die urgentie hebben.

  • 5 punten als langer wachten met het uitvoeren van de activiteit niet langer verantwoord is, er is gelijk actie noodzakelijk (zeer dringende urgentie);

  • 4 punten als de activiteit op zeer korte termijn noodzakelijk is;

  • 3 punten als de activiteit op korte termijn noodzakelijk is;

  • 2 punten de activiteit op de middellange termijn noodzakelijk is;

  • 1 punt als de activiteit niet op de middellange maar wel op de lange termijn noodzakelijk is;

  • 0 punten als de activiteit ook niet op de lange termijn noodzakelijk is.

De mate van efficiëntie

Bij dit criterium wordt gekeken naar de wijze van uitvoering van de activiteit. Om dit te kunnen beoordelen wordt gekeken naar de input (geld, kennis, kunde en overige middelen) die wordt ingezet om de output te kunnen realiseren. Daarbij wordt bezien of de opgevoerde kosten passend zijn (worden de resultaten met de juiste middelen gehaald?). Ook wordt gekeken naar de verhouding proceskosten, feitelijke investeringskosten en wordt bezien of bij de uitvoering van de activiteit op een goede manier gebruik gemaakt wordt van reeds bestaande kennis en kunde.

 

Op basis van de genoemde aspecten worden de volgende scores toegekend:

  • 5 punten als de efficiëntie zeer goed is. Het project wordt efficiënter uitgevoerd dan redelijkerwijs verwacht mag worden. De aanvrager realiseert de grootst mogelijke output met de zo klein mogelijke inzet van geld, kennis, kunde en overige middelen.

  • 4 punten als de efficiëntie goed is. De opgevoerde projectkosten staan in goede verhouding met de output van het project. Het project wordt efficiënt uitgevoerd.

  • 3 punten als de efficiëntie voldoende is. De doelmatigheid van de opgevoerde kosten zijn redelijk en de benodigde kennis en kunde is in kaart gebracht en wordt gebruikt in het project.

  • 2 punten als de efficiëntie matig is. De doelmatigheid van de opgevoerde kosten en de ingezette middelen is matig. Er wordt wel gebruik gemaakt van bestaande kennis en kunde, maar de opgevoerde project kosten zijn hoog in relatie tot de output.

  • 1 punt als de efficiëntie gering is. De opgevoerde kosten en inzet middelen zijn onvoldoende doelmatig. Opgevoerde projectkosten zijn hoog. De aanvrager geeft wel blijk van kennis van bestaande kennis en kunde, maar gebruikt die kennis niet of nauwelijks bij de uitvoering van het project. De aanvraag bevat bijvoorbeeld veel uren van adviseurs in plaats van de bestaande kennis en kunde te gebruiken

  • 0 punten als de efficiëntie zeer gering is. Kosten worden niet doelmatig gemaakt en middelen niet doelmatig ingezet. De opgevoerde projectkosten zijn te hoog. Er wordt geen gebruik gemaakt van bestaande kennis en kunde. De aanvrager gaat opnieuw het wiel uitvinden.

In tabelvorm ziet dit er als volgt uit:

Criterium

Punten

Weging

Totaal

Effectiviteit

5

4

20

Haalbaarheid

5

1

5

Urgentie

5

3

15

Efficiëntie

5

1

5

Totaal

45

 

De minimumscore bedraagt in dit geval dus 60% van 45 = 27 punten. Een project dat minder dan 27 punten scoort, komt niet voor subsidie in aanmerking.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven