Verkeersbesluit N434 Corbulotunnel

PZH-2023-842745649 / DOS-2023-0006180

Inleiding

De RijnlandRoute betreft een infrastructuurproject van de provincie Zuid-Holland. Het is een nieuwe wegverbinding van Katwijk, via de A44, en de A4 bij Leiden. Met deze nieuwe route wordt er gebouwd aan de economische versterking van de regio en wordt er geïnvesteerd in de bereikbaarheid en leefbaarheid van het gebied. De weg lost de huidige knelpunten op en garandeert de doorstroming in de regio Holland Rijnland, met name rondom Leiden en Katwijk.

 

De N434 vormt een belangrijke schakel in het wegennet ten zuiden van de gemeente Leiden. Het is de verbinding tussen de A4 en de A44 en vormt een hoofdontsluiting voor Leiden-West, Katwijk, Valkenburg en Oegstgeest. Dit besluit vormt een formele uitwerking van het Provinciaal Inpassingsplan en de Tracébesluiten van de A4 en de A44 voor de RijnlandRoute. Voor bijbehorende verkeersmaatregelen is een verkeersbesluit benodigd.

Bevoegdheid

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben de bevoegdheid om op grond van artikel 18, eerste lid, sub b van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) en artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) verkeersbesluiten te nemen voor wegen die bij haar in beheer zijn. Krachtens het wijzigingsbesluit Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de opgavengerichte organisatie van de provincie Zuid-Holland, is deze bevoegdheid door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gemandateerd aan het hoofd van de eenheid Advies Beheer Assets.

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Krachtens artikel 15 lid 1 van de WVW dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. Voor maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken, moet een verkeersbesluit worden genomen krachtens artikel 15 lid 2 van de WVW.

Motivering

Uit het oogpunt van (zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van de WVW):

  • het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • het beschermen van weggebruikers en passagiers;

  • het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

Is het van belang dat de geplaatste bebording in overeenstemming is met het regime/inrichting van de weg en de krachtens verkeersbesluiten daarbijbehorende snelheidslimieten. Het is daarom gewenst om de N434 in te richten als een 80 kilometerweg, aansluitingsbogen met de A4 als 70 kilometerweg en de aansluitbogen met de A44 als 50 kilometerweg.

Is het gewenst om een inhaalverbod in te stellen voor vrachtverkeer in de Corbulotunnel.

Belangenafweging

Verkeersveiligheid

De aansluitbogen naar de A44 en de A4 hebben een ontwerpsnelheid die lager ligt dan de maximumsnelheid van 80 km/h. Het is daarom niet verantwoord om op de aansluitbogen een snelheid van 80 km/h toe te passen. Door de maximumsnelheid in de aansluitbogen terug te brengen naar 50 km/h met de A44 en naar 70 km/h met de A4 wordt de verkeersveiligheid daarom vergroot.

 

De Veiligheidsregio Hollands Midden heeft de eis gesteld dat een inhaalverbod voor vrachtverkeer moet worden ingesteld in de Corbulotunnel. Dit om de kans op gevaarlijke situaties te verminderen. Deze eis is gehonoreerd door het projectteam, en draagt bij aan de verkeersveiligheid.

 

Geluidhinder

Op basis van milieuonderzoeken die in het kader van het Provinciaal Inpassingsplan zijn uitgevoerd, is besloten om een maximumsnelheid van 80 km/h in te stellen op de gehele N434 (met uitzondering van de aansluitbogen), met name om geluidhinder en luchtvervuiling te beperken en om de verkeersveiligheid te verbeteren. Deze snelheid wijkt af van de maximumsnelheid van 100 km/h die normaal op autowegen geldt.

Met deze verkeersmaatregelen wordt de vrijheid van verkeer gewaarborgd en de bruikbaarheid van de weg bevorderd. Alles tegen elkaar afgewogen zijn de te nemen maatregelen dus in ieders belang.

Overleg

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is er overleg gepleegd met de korpschef van de Nationale Politie. Dit besluit is in concept voorgelegd aan de daartoe gemachtigde medewerker verkeersadvisering van de eenheid Den Haag. Deze heeft ingestemd met de maatregel(en).

Besluit

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, gelet op het voorgaande en overeenkomstig bijgaande verkeersplan tekeningen met kenmerken T 3.4.3.2 UO OVE 06210 t/m 06216, 06310 t/m 06314 en 06410 t/m 06417 besluiten:

  • 1.

    Alle eerder genomen verkeersbesluiten in te trekken die strijdig of gelijk zijn met de hieronder beschreven verkeersmaatregelen die betrekking hebben op het instellen c.q. aanwijzen van verkeersmaatregelen aan desbetreffende wegen of weggedeelten opgenomen in dit besluit;

  • 2.

    Voor de buiten de bebouwde kom van de gemeente Leiden en de gemeente Voorschoten gelegen provinciale weg N434 tussen HM 1,0 en HM 7,4 (tussen de aansluitingen met de A4 en A44) de volgende verkeersmaatregelen vast te stellen:

    • a.

      Door plaatsing van borden B06 uit bijlage I van het RVV op de Linksaf richting van de Ommedijkseweg vanuit Leiden richting de toerit om voorrang te laten verlenen aan de recht doorgaande voertuigen op de Ommedijkseweg, komend vanuit Wassenaar;

    • b.

      Door plaatsing van borden G03 en A1(70) uit bijlage I van het RVV op de toerit b HM 1,0 van de N434 om de toegang naar de autoweg en de snelheid te bepalen;

    • c.

      Door plaatsing van borden B06 met aan de achterzijde C02 uit bijlage I van het RVV op de afrit c HM 1,0 van de N434 richting de Ommedijkseweg om voorrang te laten verlenen aan de voertuigen op de Ommedijkseweg en spookrijden tegen te gaan;

    • d.

      Door plaatsing van borden G04 met aan de achterzijde C02-OB705f uit bijlage I van het RVV op de afrit c HM 1,5 van de N434 om het einde van de autoweg aan te geven en spookrijden tegen te gaan;

    • e.

      Door plaatsing van borden G03 en A01(70) uit bijlage I van het RVV op de N434 rechts HM 1,7 na de samenvoeging van de A44 rechts en de N434 rechts;

    • f.

      Door plaatsing van borden F03 uit bijlage I van het RVV op de N434 rechts HM 1,95 om een inhaalverbod voor vrachtverkeer in te stellen;

    • g.

      Door plaatsing van borden C01 met onderbord ‘uitgezonderd werkverkeer’ uit bijlage I van het RVV op de N434 rechts HM 2,0 en de Ommedijkseweg ter hoogte van de doorsteek ten behoeve van onderhoud;

    • h.

      Door plaatsing van bord A01 (50) uit bijlage I van het RVV op de N434 rechts HM 2,02 net voor de start van de krappe verbindingsboog om de snelheid te verlagen;

    • i.

      Door plaatsing van bord A01 (70) uit bijlage I van het RVV op de afrit c van de N434 HM 1,95 na de splitsing tussen de afrit en de aansluiting naar de A44;

    • j.

      Door plaatsing van borden G01 uit bijlage I van het RVV op de A44 links HM 19,25 om aan te duiden dat men de snelweg op gaat;

    • k.

      Door plaatsing van borden A01 (80) uit bijlage I van het RVV op de N434 rechts HM 2,3 voor de snelheidsbepaling;

    • l.

      Door plaatsing van bord A01 (50) uit bijlage I van het RVV op de N434 Links HM 2,82 net voor de start van de krappe verbindingsboog om de snelheid te verlagen;

    • m.

      Door plaatsing van borden G01 uit bijlage I van het RVV op de N434 links HM 1,98 om aan te duiden dat men de snelweg op gaat;

    • n.

      Door plaatsing van borden G03 met A01 (70) uit bijlage I van het RVV op de afrit f N434 HM 2,28, om de toegang naar de autoweg en de snelheid te bepalen;

    • o.

      Door plaatsing van borden A01 (70) uit bijlage I van het RVV op de N434 links HM 2,55 net na de splitsing naar de twee overbindingsbogen richting de A44;

    • p.

      Door plaatsing van bord A01 (80) uit bijlage I van het RVV op de afrit f N434 HM 2,6, voor de snelheidsbepaling;

    • q.

      Door plaatsing van borden F03 uit bijlage I van het RVV op de N434 rechts HM 2,95 om een inhaalverbod voor vrachtverkeer in te stellen;

    • r.

      Door plaatsing van borden F03 met A01(80) uit bijlage I van het RVV op de N434 links HM 6,15 om een inhaalverbod voor vrachtverkeer in te stellen en voor de snelheidsbepaling;

    • s.

      Door plaatsing van bord A01(70) uit bijlage I van het RVV op de toerit e HM 6,5 van de N434 rechts voor de snelheidsbepaling;

    • t.

      Door plaatsing van bord A01 (50) uit bijlage I van het RVV op de N434 rechts HM 6,5 net voor de start van de verbindingsboog om de snelheid te verlagen;

    • u.

      Door plaatsing van borden G03 en A01(70) uit bijlage I van het RVV op de N434 links HM 7,4 om de toegang naar de autoweg en de snelheid te bepalen;

    • v.

      Door plaatsing van borden G01 met A01 (100) uit bijlage I van het RVV op de boog e HM 6,78 van de N434 rechts om aan te duiden dat men de snelweg op gaat en de snelheid te bepalen;

    • w.

      Door plaatsing van borden G03 en A01(70) uit bijlage I van het RVV op de boog h HM 6,72 van de N434 Links om de toegang naar de autoweg en de snelheid te bepalen;

    • x.

      Door plaatsing van borden G01 met A01 (100) uit bijlage I van het RVV op de N434 rechts HM 6,9 om aan te duiden dat men de snelweg op gaat en de snelheid te bepalen;

  • 3.

    Dit besluit te publiceren in de Staatscourant

Bezwaar en beroep

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit worden toegezonden, onder vermelding van “Awb-Bezwaar” in de linkerbovenhoek van enveloppe en bezwaarschrift. Het bezwaar moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en het volgende te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • dagtekening;

  • omschrijving van het besluit waar tegen het bezwaar is gericht;

  • gronden van het bezwaar.

 

Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan – als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend – ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de Voorzieningen rechter van de Rechtbank ’s-Gravenhage, sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag (bezoekadres: Prins Clauslaan 60 te Den Haag), een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Voor het verzoek zal griffierecht worden geheven.

Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om een voorlopige voorziening toe te zenden aan: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag.

 

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland

Naar boven