Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 12 maart 2024 tot wijziging van de Subsidieregeling energie Noord-Brabant in verband met toevoegen van een paragraaf voor het verstrekken van subsidies voor de aanschaf van radartechniek op windturbines (Veertiende wijziging Subsidieregeling energie Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling energie Noord-Brabant te wijzigen in verband met toevoegen van een paragraaf voor het verstrekken van subsidies voor de aanschaf van radartechniek op windturbines.

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling energie Noord-Brabant

De Subsidieregeling energie Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

Onder vernummering van paragraaf 5 tot paragraaf 6 en vernummering van de artikelen 5.1 tot en met 5.3 tot de artikelen 6.1 tot en met 6.3, wordt na paragraaf 4 een paragraaf ingevoegd, luidende:

 

Paragraaf 5 Radartechniek windturbines

 

Artikel 5.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187);

Awb: Algemene wet bestuursrecht;

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

radartechniek: technische toepassing waarbij een radar nabij het windturbinepark wordt geïnstalleerd om vliegtuigen in de nabijheid van windturbines te detecteren;

transpondertechniek: technische toepassing waarbij transponders in vliegtuigen worden uitgelezen door ontvangers in windturbines;

 

Artikel 5.2 Doelgroep

  • 1.

    Subsidie kan worden aangevraagd door:

    • a.

      een exploitant van een of meerdere windturbines;

    • b.

      een samenwerkingsverband van exploitanten van windturbines.

  • 2.

    Indien een samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid, onder b, geen rechtspersoonlijkheid bezit:

    • a.

      wordt subsidie aangevraagd door een deelnemer van het samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid; en

    • b.

      draagt het project de instemming van alle deelnemers van het samenwerkingsverband, blijkend uit een samenwerkingsverklaring.

Artikel 5.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.

 

Artikel 5.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    de aanschaf van transponder- of radartechniek op een windturbine;

  • b.

    de installatie van de transponder- of radartechniek op een windturbine; en

  • c.

    het uitvoeren van een vliegtest.

Artikel 5.5 Weigeringsgronden°

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project;

  • b.

    voor de windturbine na 31 december 2022 een subsidie is verstrekt op grond van het Besluit Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie;

  • c.

    voor het project reeds subsidie of een bijdrage is verstrekt;

  • d.

    ten aanzien van de subsidieaanvrager, danwel een deelnemer van het samenwerkingsverband, een bevel tot terugvordering als bedoeld in artikel 1, vierde lid, onder a, van de algemene groepsvrijstellingsverordening uitstaat;

  • e.

    de subsidieaanvrager, danwel een deelnemer van het samenwerkingsverband, een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 2, onder 18, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Artikel 5.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    het project heeft betrekking op een windturbine met een minimale tiphoogte van 150 meter;

  • c.

    het project is gericht op het verminderen van de lichthinder veroorzaakt door de obstakelverlichting op windturbines; en

  • d.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen:

    • 1°.

      een planning voor het uitvoeren van het project;

    • 2°.

      op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in dit artikel;

    • 3°.

      een ongetekende offerte die niet ouder is dan zes maanden;

    • 4°.

      een sluitende en realistische begroting.

Artikel 5.7 Subsidiabele kosten

Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende investeringskosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor de aanschaf van de transponder- of radartechniek;

  • b.

    kosten voor de installatie van de transponder- of radartechniek;

  • c.

    noodzakelijke kosten met betrekking tot de infrarood verlichting; en

  • d.

    het uitvoeren van een vliegtest.

Artikel 5.8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 5.7 komen onderhoudskosten niet voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 5.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van 21 maart 2024 tot en met 27 juni 2024.

 

Artikel 5.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode, genoemd in artikel 5.9, vast op € 600.000.

 

Artikel 5.11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie bedraagt 40 % van de begrote subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000 per windturbine.

 

Artikel 5.12 Verdelingswijze

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5.

    De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 5.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger:

  • a.

    rondt het project af binnen binnen twee jaar na verlening van de subsidie; en

  • b.

    past de transpondertechniek of radartechniek na installatie van het systeem nog minimaal 10 jaar na verlening van de subsidie toe.

Artikel 5.14 Verantwoording

  • 1.

    Bij subsidies tot € 25.000 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

    • a.

      een activiteitenverslag;

    • b.

      een verklaring inzake werkelijke gemaakte kosten en opbrengsten, met gebruikmaking van de daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde modelverklaring.

  • 2.

    Bij subsidies van € 25.000 tot € 125.000 de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

    • a.

      een activiteitenverslag;

    • b.

      een verklaring inzake werkelijke gemaakte kosten en opbrengsten, met gebruikmaking van de daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde modelverklaring.

  • 3.

    Bij subsidies vanaf € 125.000 is, op grond van artikel 22, dertiende lid, van de Asv, artikel 21 van de Asv van toepassing, waarbij bij de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling aantoont dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van de volgende bewijsstukken:

    • a.

      een activiteitenverslag;

    • b.

      een verklaring inzake werkelijke gemaakte kosten en opbrengsten, met gebruikmaking van de daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde modelverklaring.

Artikel 5.15 Bevoorschotting en betaling

1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100%.

2. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in één keer betaald.

Artikel 5.16 Subsidievaststelling

De subsidie tot € 25.000 wordt op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vastgesteld.

 

Artikel 5.17 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2026 aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 12 maart 2024

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Toelichting behorende bij de Veertiende wijziging van de Subsidieregeling energie Noord-Brabant

I. Algemeen

Inleiding

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft op 17 oktober 2023 de regeling specifieke uitkering naderingsdetectie op land vastgesteld. Het gebruik van naderingsdetectie brengt kosten met zich mee voor de windparkeigenaren. De Minister voor Klimaat en Energie wil in gezamenlijkheid met Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA) en provincies de ervaren lichthinder beperken. Vanaf de SDE++-ronde 2023 (Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie) wordt verondersteld dat projecten meerkosten van de naderingsdetectie beschouwen als onderdeel van de totale subsidie. Het is daarmee onderdeel van de totale businesscase. Voor bestaande windturbines of -parken geldt dit niet. Het realiseren van naderingsdetectie voor verlichting is dus voor bestaande en in aanbouw zijnde parken veel minder vanzelfsprekend vanwege de kosten en het feit dat het geen juridische verplichting betreft.

 

De nieuwe paragraaf 5 heeft tot doel om exploitanten éénmalig te ondersteunen bij het verminderen van lichthinder bij bestaande windturbines door het subsidiëren van het aanbrengen van naderingsdetectiesystemen. Het betreft de subsidiëring van kosten voor de aanschaf en installatie van een systeem dat luchtvaartuigen detecteert en op basis daarvan de obstakelverlichting in- of uitschakelt, terwijl de infrarood verlichting permanent blijft branden.

 

Op grond van deze regeling wordt een subsidie toegekend voor het aanbrengen van een naderingsdetectiesysteem door de exploitant van een windturbine. Deze kosten betreffen alle kosten die noodzakelijk zijn om te komen tot een operationeel en door de ILT goedgekeurd naderingsdetectiesysteem dat effectief de rode verlichting aanstuurt terwijl de infrarood verlichting permanent blijft branden.

 

Juridisch

Deze subsidieparagraaf is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieparagraaf zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Voor een goed begrip van deze subsidieparagraaf is dus bestudering van de Asv noodzakelijk. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieparagraaf.

 

Staatssteun

Op grond van de nieuwe paragraaf 5 wordt op onderdelen staatssteun verstrekt aan ondernemingen. Om die reden wordt deze paragraaf kennisgegeven onder artikel 36 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV). De regeling heeft als doel om lichtvervuiling tegen te gaan. Op grond van artikel 36 AGVV kunnen ondernemingen worden gesteund om hen in staat te stellen om een verdergaand beschermingsniveau te bereiken dan is voorgeschreven op grond van Europese milieueisen. Als zulke Europese eisen niet bestaan, dan mag steun worden verleend om het feitelijke niveau van milieubescherming te verhogen, ook als steun wordt verleend om aan een betrokken eis van nationale of regionale aard te voldoen. In Europa gelden geen specifieke eisen voor het tegengaan van lichtvervuiling die drukken op de exploitanten van windmolens, waardoor ter plaatse geen EU-norm geldt voor de exploitanten van windturbines om lichtvervuiling tegen te gaan.

 

Om te voldoen aan de vereisten die gesteld worden in genoemde vrijstellingsverordening, zijn er enkele (deels van de Asv afwijkende) specifieke bepalingen opgenomen voor wat betreft de maximale hoogte van de subsidie, de financiële gezondheid van het bedrijf, de niet-subsidiabele kosten en de financiële verantwoording achteraf.

 

Financieel

De regeling is gebaseerd op de Regeling specifieke uitkering naderingsdetectie op land van het Ministerie voor Klimaat en Energie van 27 oktober 2023. De Rijksgelden die beschikbaar worden gesteld dragen voor maximaal 20% bij aan de kosten die per windturbine gemaakt worden tot een bedrag van € 5.000 per turbine. De provincie draagt evenals de minister zelf ook 20% in de kosten van de naderingsdetectie bij.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I (Wijziging Subsidieregeling energie Noord-Brabant)

 

Onder A (Paragraaf Radartechniek windturbines)

 

Artikel 5.5 Weigeringsgronden

De weigeringsgronden in dit artikel komen in aanvulling op de weigeringsgronden uit de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en de weigeringsgronden uit artikel 8 Asv.

 

Ingevolge artikel 8, Asv, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien het aangevraagde subsidiebedrag minder bedraagt dan € 1.000, de aangevraagde subsidie niet in voldoende mate in het algemeen provinciaal belang wordt geacht, de activiteiten van de aanvrager niet gericht zijn op de provincie Noord-Brabant, de activiteiten van de aanvrager niet aantoonbaar ten goede komen aan de inwoners van de provincie Noord-Brabant of de subsidieontvanger op enigerlei wijze handelt in strijd met de fundamentele rechtsbeginselen.

 

Tevens wordt subsidie geweigerd indien de aanvrager bestuurders of andere personen die voor hem werkzaam zijn, in het desbetreffende kalenderjaar hoger bezoldigt dan 100 procent van de bezoldiging van een minister en de aanvrager voor meer dan 25 procent van zijn inkomsten afhankelijk is van subsidies of bijdragen van de overheid. Bij de beoordeling of sprake is van een hogere bezoldiging dan de bezoldiging van een minister betrekken Gedeputeerde Staten de in het desbetreffende kalenderjaar genoten vakantie- en eindejaarsuitkering, toelagen en toeslagen van de bestuurders en andere personen die werkzaam zijn voor de subsidieaanvrager.

 

In artikel 5.5 is aanvullend nog geregeld dat subsidie ook geweigerd wordt indien reeds voor indiening van de aanvraag begonnen is met de uitvoering van het project. Uit hoofde van de staatssteunregels mag de uitvoering van een project niet zijn begonnen voordat de aanvraag voor een subsidie is ingediend. Het ‘stimulerend effect’ van de subsidie zou dan ontbreken. Juridisch bindende toezeggingen tot uitvoering dan wel andere onomkeerbare handelingen, worden beschouwd als uitvoering.

 

Tot slot wordt subsidie ook geweigerd indien na 31 december 2022 een subsidie is verstrekt op basis van het Besluit Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat of voor het project reeds subsidie of een bijdrage is verstrekt. Tot slot zijn de standaardbepalingen over ondernemingen in moeilijkheden en een openstaand bevel tot terugvordering opgenomen zoals volgt uit de Algemene Groepsvrijstellingsverordening waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikel 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

 

Artikel 5.6 Subsidievereisten

De activiteiten dienen binnen de Provincie Noord-Brabant te worden uitgevoerd. De aanvrager dient daarom de coördinaten van de windturbine bij de aanvraag te overleggen.

 

Het projectplan bevat een ongetekende offerte. De offerte dient ongetekend te zijn omdat voorbereidingskosten en kosten voorafgaand aan de subsidieverlening niet mogen worden vergoed wegens het stimulerende effect van de regeling. Indien een getekende offerte wordt ingediend wordt de subsidie geweigerd op grond van artikel 5.5, aanhef en onder a.

 

Artikel 5.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De verplichtingen zijn aanvullend op de verplichtingen van de artikelen 16 en 17 van de Algemene subsidieverordening.

 

Artikel 5.14 Verantwoording

De aanvrager dient in samenspraak en overleg met de Inspectie Leefomgeving en Transport de toepassing van de naderingsdetectie te implementeren. Het activiteitenverslag bevat een weergave van dit overleg.

 

Bij subsidies tot € 25.000 verstrekt de subsidieaanvrager bij de aanvraag tot vaststelling desgevraagd een activiteitenverslag en een verklaring inzake werkelijke gemaakte kosten en opbrengsten. Bij subsidies vanaf € 25.000 dient een subsidieaanvrager bij de aanvraag tot vaststelling in alle gevallen deze stukken te verstrekken. Het model voor de verklaring inzake werkelijke gemaakte kosten en opbrengsten is te vinden op de site van de Provincie Noord-Brabant.

 

Op grond van de risicoanalyse is op grond van artikel 22, dertiende lid, van de Asv bepaald dat artikel 21 van overeenkomstige toepassing is op subsidies vanaf € 125.000.

 

Artikel 5.17 Evaluatie

De subsidieregeling is gebaseerd op een eenmalige SPUK. Derhalve wordt geen periodieke evaluatie opgenomen maar zal slechts eenmalig in 2026 een verslag van de effecten en doeltreffendheid van deze regeling worden opgesteld.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

 

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

 

drs. G.H.E. Derks MPA

 

Naar boven