Goedkeuringsprocedure plannen voor de uitbreiding van de Buiten-Eems

Kennisgeving

van het gewijzigde plan voor de uitbreiding van de federale waterweg Eems door de verdieping van de Buiten-Eems tot Emden, van km 40,7 tot km 74,6

I.

De Bondsrepubliek Duitsland (Wasserstraßen- und Schifffahrtsverwaltung des Bundes, Federale Administratie van Waterwegen en Scheepvaart), vertegenwoordigd door het Wasserstraßen- und Schifffahrtsamt Ems-Nordsee (Autoriteit voor Waterwegen en Scheepvaart Eems-Noordzee, de trekker van het project (hierna: TvP)), heeft verzocht om een voorzetting van de in 2012 aangevraagde goedkeuringsprocedure van de plannen na een fundamentele aanpassing van de plandocumenten. Overeenkomstig art. 73 lid 8 Verwaltungsverfahrensgesetz (VwVfG, Wet bestuursrecht) en art. 22 Gesetz über die Umweltverträglichkeitsprüfung (UVPG, Wet op de milieueffectrapportage) leidt het voorgaande tot een nieuwe inspraakprocedure, voor zover het verantwoordelijkheidsgebied van een autoriteit of een vereniging in de zin van art. 73 lid 4 zin 5 UVPG of de belangen van derde partijen voor het eerst of in grotere mate dan voorheen in het geding zijn en voor zover documenten in de zin van art. 19 lid 2 UVPG worden gewijzigd. Vanwege het grote aantal noodzakelijke wijzigingen heeft de TvP besloten om opnieuw een volledige set plandocumenten ter vaststelling voor te leggen aan de bevoegde instantie voor hoorzittingen over en goedkeuring van plannen.

De TvP is van plan om de bestaande vaargeul te verdiepen, een zwaaikom aan te leggen ter hoogte van de Emspier en technische maatregelen te nemen ten behoeve van de stroming van de rivier door de verlenging van een kribbenpaar ter hoogte van Eems-km 47.

De verdieping van de vaargeul met ongeveer één meter strekt zich in totaal uit over een deel van het traject van Eems-km 40,7 tot Eems-km 74,6, met het zwaartepunt in het gebied van het Emder vaarwater (bij de buitenste haven tot Höhe Knock-Delfzijl). De bestaande loop van de vaargeul wordt niet veranderd, ook de breedte van de vaargeul blijft hetzelfde. Bij de uitbreiding wordt de uitgegraven bagger binnen de waterloop verplaatst en een deel ervan zal worden overgeslagen op baggerdepots in de Wybelsumer Polder.

Het project omvat ook de aanleg van een zwaaikom voor het scheepvaartverkeer ter hoogte van de Emspier (Eems-km 41,2 tot 42,1); het gebied dat daardoor wordt beïnvloed, heeft een afmeting van 340 m x 900 m. Daarnaast is het de bedoeling om kribben 6 en 7 rond Eems-km 47 met maximaal 140 m te verlengen, tot ongeveer 50 m van de betonningslijn.

Ten opzichte van het oorspronkelijke plan uit 2012 is het ontwerp voor de aanleg van de zwaaikom enigszins veranderd. Deze is, rekening houdend met nautische eisen, in het zuidelijke deel meetkundig aangepast.

Het project zal naar verwachting effecten hebben voor de natuur en het landschap en met bijzondere waardeverminderingen van Natura 2000-gebieden. Noodzakelijke compensatiemaatregelen en mitigerende maatregelen zijn gepland aan het Aper Tief in de gemeente Apen (Duitsland) en aan de Eems in het gebied van Borsum (Eems-km 213) in de gemeente Rhede (Duitsland).

Voor de maatregelen bij het Aper Tief moet land van derden worden gebruikt. De TvP heeft hiervoor een overeenkomst met de eigenaren gesloten. De overige gebieden die nodig zijn om het project te realiseren, zijn in eigendom van de Wasserstraßen- und Schifffahrtsverwaltung des Bundes (Federale Administratie van Waterwegen en Scheepvaart ).

Nadere details zijn te vinden in de documenten.

II.

Voor de uitbreiding zal een goedkeuringsprocedure voor de planvorming worden doorlopen overeenkomstig art. 14 e.v. Bundeswasserstraßengesetz (hierna: WaStrG; Federale wet op de waterwegen) jo. art. 72 e.v. Verwaltungsverfahrensgesetz (hierna: VwVfG; Wet bestuursrecht). Op grond van de wettelijke bepalingen in het Gesetz über die Umweltverträglichkeitsprüfung (hierna: UVPG; Wet op de milieueffectrapportage) is het plan m.e.r.-plichtig en dient een milieueffectrapport (hierna: MER) te worden opgesteld. De TvP heeft, overeenkomstig art. 16 UVPG, voor het project een aangepaste versie van het MER opgesteld, welke, op grond van art. 22 UPVG, tot een nieuwe inspraakprocedure leidt.

Omdat het project aanzienlijke grensoverschrijdende milieueffecten kan hebben, is, conform art. 54 e.v. UPVG, een grensoverschrijdende inspraakprocedure vereist. Daarbij wordt rekening gehouden met de gemeenschappelijke verklaring over de samenwerking bij het uitvoeren van grensoverschrijdende milieueffectbeoordelingen en grensoverschrijdende strategische MER’s in het Duits-Nederlandse grensgebied.

Het bevoegd gezag voor hoorzittingen over en goedkeuring van plannen is de Generaldirektion Wasserstraßen und Schifffahrt (GDWS, Directie-Generaal Waterwegen en Scheepvaart). Indien het project aan de wettelijke eisen voldoet dan wordt een bouwvergunning verleend overeenkomstig art. 14b WaStrG jo. art. 74 VwVfG. 

III.

De plannen, inclusief het MER op grond van art. 19 lid 2 UPVG, worden overeenkomstig art. 14a lid 3 WaStrG

van 2.4.2024 tot en met 2.5.2024

ter inzage en online gepubliceerd op www.gdws.wsv.bund.de/SharedDocs/Planfeststellungsverfahren/DE/200_VertiefungAussenems.html. De kennisgeving en de plannen zullen ook, overeenkomstig art. 19 lid 2 sub 1 en 2 UVPG, beschikbaar worden gesteld op de website www.uvp.portal.de van de Bundes für Umweltverträglichkeitsprüfungen von Bundesbehörden (Federatie voor milieueffectbeoordelingen van federale autoriteiten).

In deze periode kunnen de documenten ook worden ingezien

in Ruimte 004 van de WSA Ems-Nordsee, Am Eisenbahndock 3, 26725 Emden (Duitsland), van maandag tot en met vrijdag, tijdens kantooruren, na telefonische afspraak (tel.: +49 4921-802-0)

en

in het provinciehuis van de Provincie Groningen, Sint Jansstraat 4 te Groningen, op werkdagen tijdens kantooruren, na telefonische afspraak: 050-3164911.

In overleg kunnen tijdens de inzagetermijn andere toegangsmogelijkheden op aanvraag beschikbaar worden gesteld. Neem hiervoor contact op met de bevoegde instantie voor hoorzittingen over en goedkeuring van plannen via onderstaande gegevens.

De raadpleging over de ter inzage liggende planningsdocumenten voldoet ook aan de vereisten voor inspraak van het publiek ten aanzien van de milieueffecten van het project overeenkomstig art. 18 lid 1 en art. 19 UVPG, evenals art. 56 UVPG.

De volgende documenten zijn online in te zien:

  • -

    Toelichtend rapport;

  • -

    Kaarten en plannen (overzichtsplan, dwarsdoorsnede);

  • -

    Documenten voor grondaankoop;

  • -

    Samenvatting van de milieueffecten ;

  • -

    Milieueffectrapport (MER), onder meer in aanvulling op de Bijlagen bij het Bundes-Klimaschutzgesetz (Federale Klimaatbeschermingswet);

  • -

    Natura 2000-Verträglichkeitsuntersuchung (FFH-VU, Natura 2000-Comptabiliteitsonderzoek) en documenten over de afwijkingstoets overeenkomstig art. 34 lid 3 Bundesnaturschutzgesetz (BNatSchG, Federale Natuurbeschermingswet);

  • -

    Untersuchung zur speziellen artenschutzrechtlichen Prüfung (UsaP, Onderzoek naar de wettelijke bescherming van bijzondere soorten);

  • -

    Landschaftspflegerischer Begleitplan (LBP, Ondersteuningsplan voor behoud van het landschap);

  • -

    Basisrapportages

    • o

      Waterbouwkundige systeemanalyse

      • met rapporten over de uitbreidingsgerelateerde veranderingen in de hydrodynamica, transport en zeedeining, door schepen gegenereerde belastingen en de omvang van stormvloeden;

      • met een vergelijking van geactualiseerde modelprognoses met modelresultaten uit het jaar 2012;

      • met een onderzoek naar de minimalisering van milieueffecten en een verklaring over de geldigheid van modelresultaten.

    • o

      Baggeropslagconcept, rapport over schadelijk stoffen, prognose van geluidsemissies, prognose van stikstofuitstoot;

    • o

      Kosten-batenanalyses.

  • -

    Rapport over de visserij, Rapport over het toerisme;

  • -

    Technische artikelen over de Wasserrahmenrichtlinie (WRRL, EU Kaderrichtlijn Water) en de Meeresstrategie-Rahmenrichtlinie (MSRL, EU Kaderrichtlijn Mariene Strategie).

Het Toelichtend rapport en de samenvatting van het MER zijn in het Nederlands vertaald. Dat geldt ook voor enkele hoofdstukken van het MER, de FFH-VU en het technische artikel inzake de WRRL.

Voor nadere informatie of vragen kunt u contact opnemen met de TvP (Wasserstraßen- und Schifffahrtsamt Ems-Nordsee, Am Eisenbahndock 3, 26725 Emden, Duitsland) of met GDWS, de bevoegde instantie voor hoorzittingen over en goedkeuring van plannen (Schloßplatz 9, 26603 Aurich, Duitsland).

IV.

  • 1.

    Bezwaren tegen het project, zienswijzen van erkende (milieu-) verenigingen en verklaringen van het betrokken publiek, dienen - bij voorkeur in elektronisch vorm - uiterlijk 17.06.2024 te zijn ingediend bij de GDWS Deze kunnen

per e-mail aan: aurich.gdws@wsv.bund.de

of

schriftelijk aan: Generaldirektion Wasserstraßen und Schifffahrt, Schloßplatz 9, 26603 Aurich, Duitsland (maatgevend is de datum van ontvangst van het bezwaar, niet de datum van de poststempel).

worden verzonden.

De bezwaren, zienswijzen en verklaringen moeten de naam en het adres van de bezwaarmaker, de persoon die de zienswijze indient of de milieuorganisaties bevatten. Tevens dient het rechtsbelang of belang dat in het geding is, te worden vermeld en de gevreesde effecten te worden verklaard. Wanneer het gaat om negatieve effecten op eigendommen, dan moeten ook de perceelnummers en de markeringen van de getroffen grondstukken, waar mogelijk, worden gespecificeerd.

De bezwaren, zienswijzen en verklaringen die de GWDS eerder al heeft ontvangen in het kader van de inspraakprocedure in 2013, blijven geldig en zullen in het verdere traject in aanmerking worden genomen, tenzij deze worden vervangen door nieuwe bezwaren, zienswijzen of verklaringen.

  • 2.

    Bezwaren van privépersonen, zienswijzen van het betrokken publiek of verklaringen van milieuorganisaties die na het verstrijken van de bezwaar- en commentaartermijn zijn ontvangen, zijn uitgesloten, tenzij deze op bijzondere privaatrechtelijke titels berusten. De uitsluiting van bezwaren beperkt zich tot deze administratieve procedure. In een latere gerechtelijke procedure kunnen deze bezwaren, verklaringen en zienswijzen worden herzien. Vorderingen wegens onvoorzienbare nadelige gevolgen van het project kunnen ook na afloop van de bezwaartermijn worden ingediend, krachtens art. 75 lid 2 zin 2 tot 5 VwVfG.

  • 3.

    Over de tijdig ingediende bezwaren, de tijdig ingediende zienswijzen en de tijdig afgelegde verklaringen van autoriteiten en milieuorganisaties zal een hoorzitting worden gehouden, die afzonderlijk zullen worden aangekondigd, tenzij de instantie die de vergunning verleent, afziet van een hoorzitting overeenkomstig artikel 14a, lid 5, zin 1 WaStrG. In dit stadium moet worden opgemerkt dat als een partij niet aanwezig is, de hoorzitting zonder die partij kan worden gehouden.

  • 4.

    Personen, die bezwaren hebben geuit of die een zienswijze over het project hebben ingediend, en milieuverenigingen die verklaringen hebben ingediend, evenals degenen die opmerkingen hebben gemaakt over de milieueffecten van het project, kunnen via een openbare aankondiging op de hoogte worden gesteld van de datum van de hoorzitting. De kennisgeving van de beslissing over de bezwaren, zienswijzen en verklaringen kan worden vervangen door een openbare bekendmaking indien er naast de kennisgeving aan de autoriteiten en TvP, meer dan 50 kennisgevingen moeten worden gedaan. De kennisgeving, interpretatie en bekendmaking van de interpretatie van het besluit ter vaststelling van het plan kan, indien nodig, ook worden uitgevoerd door het besluit gedurende veertien dagen te publiceren op de website van de instantie die het plan goedkeurt, samen met informatie over rechtsmiddelen en het goedgekeurde plan.

V.

Op het moment dat de oorspronkelijke planningsdocumenten in 2013 werden ingediend, werd overeenkomstig art. 15 WaStrG een wijzigingsverbod van kracht voor de eigendommen waar de plannen betrekking op hadden. Dat houdt in dat zolang de grond niet in gebruik is genomen of zolang het besluit tot goedkeuring van de plannen definitief is, er geen wijzigingen mogen worden aangebracht die de waarde van de grond aanzienlijk verhogen of het geplande bouwproject belemmeren. Dit heeft geen invloed op veranderingen die vooraf op een wettelijk toegestane manier zijn gestart, onderhoudswerkzaamheden en de voortzetting van een eerder toegepast gebruik. Overeenkomstig art. 74 lid 2 VwVfG en art. 14b sub1 WaStrG worden ongeoorloofde wijzigingen niet in aanmerking genomen bij het opstellen van voorzorgsmaatregelen en -installaties en in de compensatieprocedure.

VI.

Op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) wijzen wij erop dat persoonlijke gegevens (zoals naam, adres, betrokken partij etc.) door de bevoegde instantie voor de goedkeuring van plannen worden verzameld in het kader van de bovengenoemde goedkeuringsprocedure voor de plannen vastgesteld en door de TvP worden ingediend of in bezwaar worden meegedeeld, uitsluitend worden verzameld, bewaard en verwerkt ten behoeve van de goedkeuringsprocedure voor de plannen. De persoonsgegevens zijn nodig om de omvang van de impact te kunnen beoordelen en om een correcte goedkeuringsprocedure uit te voeren. De persoonsgegevens kunnen worden doorgegeven aan de TvP en de voor deze partij optredende derden. Het gaat daarbij om een noodzakelijke verwerking van persoonsgegevens in overeenstemming met art. 6 lid 1 p. 1 onder e AVG. Voor meer informatie wordt verwezen naar de ‘Informatie over gegevensbescherming in het goedkeuringsproces van plannen’ op de website

www.gdws.wsv.bund.de/DE/wasserstrassen/planfeststellung/Datenschutz_Planfeststellung.html

Voor de toegankelijkheid van de documenten die bestemd zijn voor publicatie, wordt verwezen naar de toegankelijkheidsverklaring op de homepage van de GDWS:

www.gdws.wsv.bund.de/DE/service-navi/Barrierefreiheit/Barrierefreiheit_node.htm

 

In opdracht

gez. Medlin

Naar boven