Verkeersbesluit voor provinciale weg Steenbergen – Grevelingendam (Philipsdam) (N257); van km 11.448 tot km 20.300 en de parallelweg langs de N257 van km 12.900 tot km 16.500;

  • opheffen aanduiding autoweg;

  • gesloten verklaring voor ruiters, vee, wagens, landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines, brommobielen, fietsen, snorfietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

  • gesloten verklaring voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

  • aanduiding voorrangsweg;

  • intrekken ingestelde maximumsnelheid van 70 km/h;

  • aanduiding rotonde met regeling voorrang en verplichte rijrichting;

  • aanduiding fiets/bromfietspad;

  • voorrangsregeling bij nieuwe fietsoversteek;

  • instellen inhaalverbod;

  • toestaan brommobielen (op de parallelweg).

 

Middelburg, 15 maart 2024

Zaaknummer : 414846

Afdeling : Infrastructuur en Vastgoed

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

betreft:

Verkeersbesluit voor de provinciale weg Steenbergen – G r evelingendam (Philipsdam) (N257);

van km 11.448 tot km 20.300 en de parallelweg langs de N257 van km 12.900 tot km 16.500;

- opheffen aanduiding autoweg;

- gesloten verklaring voor ruiters, vee, wagens, landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines, brommobielen, fietsen, snorfietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

- gesloten verklaring voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen;

- aanduiding voorrangsweg ;

- intrekken ingestelde maximumsnelheid van 70 km/h;

- aanduiding rotonde met regeling voorrang en verplichte rijrichting;

- aanduiding fiets/bromfietspad;

- voorrangsregeling bij nieuwe fietsoversteek;

- instellen inhaalverbod;

- toestaan brommobielen (op de parallelweg).

Overwegingen met betrekking tot het besluit

Bevoegdheidsgrondslag

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens.

De betreffende weg N257 en de langs de N257 gelegen parallelweg zijn in beheer bij de provincie Zeeland.

Op grond van artikel 18, eerste lid onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn wij bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Motivering en belangenafweging

De provinciale weg Steenbergen – Grevelingendam (Philipsdam) (N257) is gecategoriseerd als regionale stroomweg met een maximumsnelheid van 100 km/h. De weg bestaat uit één baan met hierop twee rijstroken, voor verkeer uit beide richtingen en is voorzien van een parallelstructuur voor langzaam verkeer.

Het is een relatief rustige regionale stroomweg (5967 motorvoertuigen per etmaal), die door het Natura2000 gebied Krammer en Volkerak heen loopt.

Aan de weg moet volgens de onderhoudscyclus groot onderhoud worden gepleegd. Dit onderhoud bestaat uit het vervangen van de asfaltconstructie van de weg. Tevens waren in het onderhoudsplan enkele verbeteringen vanwege de verkeersveiligheid opgenomen, waaronder een rotonde en een veilige fietsoversteek. De weg voldoet niet meer aan de huidige gestelde inrichtingseisen. Om een veilige weg te creëren zijn een aantal inrichtingsvormen onderzocht. Na uitwerking van deze varianten en onderzoek naar de effecten daarvan op de bereikbaarheid, heeft hierover met de meest betrokken partijen, te weten de gemeenten Tholen en Schouwen-Duiveland, Rijkswaterstaat en Connexxion overleg plaatsgevonden.

In onze belangenafweging hebben wij het relatief kleine verlies aan bereikbaarheid minder zwaar laten wegen dan de veel lagere kosten en de gunstige effecten op verkeersveiligheid en natuur/milieu. Daarom hebben wij in onze vergadering van 20 april 2021 besloten de weg in te richten als een gebiedsontsluitingsweg met een maximumsnelheid van 80 km/h.

Hiertoe dient een aantal verkeersmaatregelen te worden genomen.

De weg is nu aangeduid als autoweg, waarvoor een maximumsnelheid van 100 km/h uur geldt. Vanwege de snelheidsverlaging van 100 km/h naar 80 km/h dient de aanduiding autoweg te worden opgeheven.

Vanwege de opheffing aanduiding autoweg en het gewijzigde snelheidsregime dient:

- de hoofdrijbaan tegelijkertijd gesloten te worden verklaard voor langzaam verkeer. Dit omdat ter plaatse een parallelweg aanwezig is.

- de maximumsnelheid van 70 km/h, ter hoogte van een aantal zgn. gevarenpunten, conform paragraaf 4 van de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens (UvBABWVt), te worden opgeheven.

De verwachting is dat een lagere snelheid tot minder (ernstige) (bijna) ongevallen en wildongevallen kan bijdragen. Bij een lagere snelheid heeft de weggebruiker onder andere meer (reactie)tijd om eventuele fouten te corrigeren. Volgens de onderzoeken leidt verlaging van de maximale snelheid niet tot een reële of substantiële aantasting van de bereikbaarheid.

Ter verbetering van de verkeersveiligheid en de doorstroming wordt de kruising met parallelwegen ten zuiden van de Krammersluizen vervangen door een rotonde. Deze rotonde met regeling voorrang en verplichte rijrichting dient als zodanig te worden aangeduid.

Nabij de nieuwe rotonde wordt ter verbetering van de verkeersveiligheid van (brom)fietsers:

- een nieuw fietspad aangelegd, dat dient te worden aangeduid als fiets/bromfietspad;

- een fietsoversteek gerealiseerd, die in twee richtingen bereden kan worden. Deze fietsoversteek is voorzien van een middengeleider waardoor het oversteken veiliger is. (Brom)fietsers kunnen nu per rijstrook (gefaseerd) oversteken en hebben de mogelijkheid om op de middengeleider te wachten om het overige deel van de rijbaan over te steken. Overstekend (brom)fietsverkeer zal voorrang moeten verlenen aan bestuurders op de kruisende provinciale weg N257. Hiertoe worden de verkeersborden B6 geplaatst en ter ondersteuning van deze bebording worden haaientanden aangebracht.

Omdat (brom)fietsverkeer nabij de rotonde gebruik dient te maken van de nieuwe fietsoversteek en het naastgelegen nieuwe fiets/bromfietspad, dient de weg nabij de rotonde voor hen gesloten te worden verklaard.

Een van de uitgangspunten van verkeersveiligheidsbeleid volgens de principes van Duurzaam Veilig is het voorkomen van conflicten tussen weggebruikers uit verschillende richtingen. Het invoeren van inhaalverboden kan hieraan bijdragen. Inhalen is een onveilige manoeuvre omdat men op de weghelft met verkeer in tegengestelde richting komt.

Op de N257 zijn op verschillende wegvakken inhaalverboden ingesteld. Vanwege de nieuwe inrichting van de weg is het vanuit oogpunt van verkeersveiligheid, eenduidigheid, uniformiteit en administratieve overzichtelijkheid gewenst een inhaalverbod voor het gehele wegvak door middel van een dubbele doorgetrokken asstreep in te stellen.

De N257 is nu aangeduid als voorrangsweg. Vanwege de nieuwe inrichting van de weg is het vanuit oogpunt van eenduidigheid, uniformiteit en administratieve overzichtelijkheid gewenst de aanwijzing als voorrangsweg in een nieuw besluit op te nemen.

Voor voornoemde verkeersmaatregelen zal de benodigde bebording en markering worden geplaatst, verwijderd en aangebracht.

Zoals hiervoor aangegeven zijn deze verkeersmaatregelen ter (preventieve) verbetering van de verkeersveiligheid tot stand gekomen na een zorgvuldige voorbereiding met veelvuldig bestuurlijk en ambtelijk overleg. Dit vanwege de complexe situatie en tegenstrijdige belangen, zoals de wegcategorisering, de inrichting van de weg en de daarmee aanwezige gevarenpunten, de (on)mogelijkheden (financieel en ruimtelijk) voor aanpassing van de weg, de verkeersveiligheid voor weggebruikers, de bereikbaarheid en de doorstroming van het verkeer. Na afweging van alle belangen, waarbij wij naast het algemeen belang van de verkeersveiligheid, ook financiële aspecten en natuur-/milieuaspecten in overweging hebben genomen, is getracht met deze maatregelen al deze belangen zoveel als mogelijk te borgen.

Op zowel de hoofdrijbaan als op de parallelweg zijn brommobielen niet toegestaan. Naast vorenstaande te nemen verkeersmaatregelen als gevolg van de gewijzigde inrichting van de weg (GOW-80), is het daarom gewenst, vanwege het gebrek aan acceptabele alternatieve routes, op de parallelweg van de N257, van km 12.900 tot km 16.500, brommobielen toe te staan. Hiertoe zal bij het huidige verkeersbord C12 een onderbord worden geplaatst met de tekst “uitgezonderd brommobielen”.

Overig

De in dit verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen strekken tot de volgende in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen:

Lid 1, sub. a.: het verzekeren van de veiligheid op de weg;

Lid 1, sub. b.: het beschermen van weggebruikers en passagiers;

Lid 1, sub. c.: het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

Gelet op artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is overleg gepleegd met de politie. Er is een positief advies gegeven vanuit de politie.

Gelet op artikel 25 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is overleg gepleegd met de aangrenzende wegbeheerders, te weten Rijkswaterstaat en de gemeenten Tholen en Schouwen-Duiveland.

Zoals hiervoor aangegeven is overleg gepleegd met Connexxion.

De Veiligheidsregio is ingelicht over de voorgenomen maatregelen.

Gelet op artikel 26 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en artikel 2, 5 en 6 van de Bekendmakingswet wordt dit besluit bekendgemaakt door publicatie in het Provinciaal Blad en is voor een ieder in te zien op www.overheid.nl.

Planning uitvoering werkzaamheden medio juni, juli en augustus 2024.

Besluit

Op grond van vorenstaande overwegingen

Besluiten wij:

Op respectievelijk de provinciale weg Steenbergen – Grevelingendam (N257) (Philipsdam), van km 11.448 tot km 20.300, en de langs voornoemde weg gelegen parallelweg, van km 12.900 tot km 16.500, onderstaande verkeersborden van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) te plaatsen of te verwijderen en onderstaande markering aan te brengen:

1. Plaatsen en/of handhaven verkeersborden B1,en waar nodig, B2, van km 11.448 tot km 20.300, aanduiden als voorrangsweg; (met handhaving van verkeersborden B6 op de rotonde nabij km 12.000 en verkeersborden B6 en/of B7 op de zijwegen);

2. Plaatsen verkeersborden B6, respectievelijk:

I. voorrangsregeling op de rotonde, zodanig dat voorrang dient te worden verleend aan bestuurders op de rotonde, ter hoogte van:

a. km 16.497; (2x)

b. km 16.514;

c. km 16.527;

d. km 16.538: (2x)

II. voorrangsregeling bij de nieuwe fietsoversteek, zodanig dat voorrang dient te worden verleend aan bestuurders op de hoofdrijbaan van de kruisende weg (N257); ter hoogte van:

a. km 16.486;

b. km 16.489;

3. Plaatsen verkeersborden C9, gesloten verklaring hoofdrijbaan, in beide richtingen, voor ruiters, vee, wagens, landbouw- en bosbouwtrekkers, motorrijtuigen met beperkte snelheid, mobiele machines, brommobielen, fietsen, snorfietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, ter hoogte van:

a. km 12.048;

b. km 16.491;

c. km 16.555;

d. km 20.299;

4. Plaatsen verkeersborden C15, gesloten verklaring hoofdrijbaan, in beide richtingen voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen. Deze categorie weggebruikers dient gebruik te maken van de nieuwe fietsoversteek en het naastgelegen nieuwe fiets/bromfietspad; ter hoogte van:

a. km 16.514;

b. km 16.524;

5. Plaatsen verkeersborden D1, de nieuw aangelegde rotonde met verplichte rijrichting, als zodanig aan te wijzen, ter hoogte van:

a. km 16.515;

b. km 16.518;

c. km 16.520;

6. Plaatsen verkeersborden D2-RO, alle bestuurders te gebieden het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft, ter hoogte van:

a. km 16.335;

b. km 16.690;

7. Plaatsen verkeersborden G12a en G12b, de nieuwe fietsoversteek en langs de weg gesitueerde nieuwe fietspaden aan te duiden als fiets/bromfietspad voor het verkeer in beide richtingen, ter hoogte van:

a. km 16.486;

b. km 16.489;

c. km 16.514;

8. Verwijderen verkeersborden A1-70, intrekken maximumsnelheid van 70 km/h; ter hoogte van:

a. km 16,2 – km 16,5; (voor verkeer richting Sint Philipsland);

b. km 16,8 – km 16,5; (voor verkeer richting Grevelingendam);

c. km 20.035 tot de rotonde; (voor het verkeer op de toeleidende rijstrook in de richting van de rijksweg N59);

9. Verwijderen verkeersborden G3 en G4, opheffen aanduiding als autoweg;

10. Aanbrengen van een dubbele doorgetrokken asstreep, als bedoeld in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), in de as van de hoofdrijbaan van km 12.000 tot km 20.300, bestuurders verbieden de streep naar links te overschrijden en zich links van de streep te bevinden;

11. Plaatsen onderbord OB065 (‘uitgezonderd brommobielen’) onder verkeersbord C12 op de parallelweg langs de provinciale weg N257, van km 12.900 tot km 16.500, genoemde categorie op de parallelweg toestaan;

12. In te trekken:

a. besluit van 20 januari 2004, Nummer 400192, Afdeling Beheer;

b. besluit van 13 september 2005, Nummer 0503486, Afdeling Beheer, voor zover het betreft het dictum sub. I.;

c. besluit van 16 september 2013, Nummer 13019441, Afdeling Beheer en Onderhoud;

d. besluit van 15 mei 2018, Corsanummer 18006105, Afdeling Beheer en Onderhoud;

e. besluit van 7 november 2008, Nummer 08032428, Afdeling Beheer, voor zover het betreft het dictum sub. 1., aanduiding voorrangsweg

f. voor zover nodig, overige eerder genomen besluiten betreffende de N257.

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND,

namens dezen,

 

F. Chervet,

Manager Infrastructuur en Vastgoed

 

Mededeling(en)

Inlichtingen

Voor nader gewenste inlichtingen kunt u contact opnemen op onderstaande telefoonnummers:

Verkeersmaatregelen:

+31 6 21 12 48 09

+31 6 28 90 40 04

+31 6 25 70 93 43

Procedure:

+31 6 25 72 65 07

Rechtsmiddelen

Belanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij: Gedeputeerde Staten van Zeeland, t.a.v. de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg.

Wie is belanghebbende?

Volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht bent u belanghebbende als uw belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is. Uw belang moet zich dan wel onderscheiden van de belangen van grote aantallen anderen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als u eigenaar, huurder of gebruiker bent van een perceel in de directe omgeving van de weg waarop het besluit betrekking heeft. Volgens vaste jurisprudentie is dat onderscheid bij een willekeurige verkeersdeelnemer onvoldoende aanwezig.

In het bezwaarschrift neemt u ten minste op uw naam en adres, de dagtekening van het bezwaarschrift, tegen welk besluit u bezwaar maakt en waarom. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend.

U moet het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. I.c. is dat de dag na de datum van bekendmaking in het Provinciaal Blad. Overschrijding van de inzendtermijn kan ertoe leiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden.

Als u overweegt bezwaar te maken, kunt u een informatiefolder aanvragen op telefoonnummer 0118-631000. U kunt de informatie ook downloaden via https://www.zeeland.nl/subsidieregels-en-procedures/bezwaar-maken.

Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, team bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven