Besluit machtiging Gedeputeerde Staten Noord-Holland projectdirecteur MIRT-verkenning OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Overwegende dat:

 

Gedeputeerde Staten de Samenwerkingsovereenkomst voor de Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)-verkenning OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer op 20 december 2023 zijn aangegaan met onder andere de minister van Infrastructuur & Waterstaat, de gemeente Amsterdam en de gemeente Haarlemmermeer, hierna te noemen de bevoegde gezagen;

 

in de fase van de MIRT-Verkenning van een openbaar vervoer verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer de voorbereidende rechtshandelingen ten behoeve van de besluitvorming door de bevoegde gezagen op grond van de Omgevingswet en het Omgevingsbesluit als in de milieueffectenrapportage (mer) procedure bij de bevoegde gezagen zelf ligt;

 

het vanuit een oogpunt van efficiëntie wenselijk is om met betrekking tot de voorbereidende rechtshandelingen voor het stadium MIRT-verkenning en de mer-procedure de projectdirecteur MIRT-verkenning OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer te machtigen;

 

in het kader van de MIRT-Verkenning en de mer-procedure het nemen van de besluiten, waaronder de voorkeursbeslissing ingevolge artikel 16.34 en artikel 16.36 van de Omgevingswet, blijft voorbehouden aan de bevoegde gezagen;

 

Gelet op: afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de instemming van projectdirecteur MIRT verkenning OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer;

 

Besluiten vast te stellen:

 

Besluit machtiging Gedeputeerde Staten Noord-Holland projectdirecteur MIRT-verkenning OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer

Artikel 1  

Gedeputeerde Staten verlenen aan de projectdirecteur MIRT-verkenning OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer machtiging voor het uitoefenen van de volgende bevoegdheden en de daarmee samenhangende rechtshandelingen:

 

  • 1.

    Het uitvoeren van een verkenning in de zin van artikel 5.48, eerste en tweede lid, van de Omgevingswet;

  • 2.

    Het raadplegen van wettelijke adviseurs en instanties in de zin van de artikelen 16.36, 16.38 en 16.39 van de Omgevingswet, waarbij de bevoegdheid van artikel 16.39 Omgevingswet slechts kan worden uitgeoefend wanneer dit gebeurt voorafgaand aan terinzagelegging van de voorkeursbeslissing in de zin van artikel 5.49 Omgevingswet;

  • 3.

    De onder lid 1 genoemde bevoegdheid wordt uitgeoefend na voorafgaande afstemming met het bevoegde gezag conform artikel 8 lid 1 van de Samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 2  

  • 1.

    Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst en eindigt op 31 december 2025.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit machtiging Gedeputeerde Staten Noord-Holland projectdirecteur MIRT-verkenning OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk

Voorzitter

M.J.H. van Kuijk

provinciesecretaris

Naar boven