Wijzigingsbesluit Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2023

Gedeputeerde Staten van Limburg

 

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v. bekend dat zij in hun vergadering van 20 februari 2024 hebben vastgesteld:

 

Wijzigingsbesluit Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2023

Artikel I Wijziging Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2023 (PB 21 april 2022, nr. 4623)

De Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2023 (PB 21 april 2022, nr. 4623) worden als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    De naam van de “Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2023” wordt gewijzigd in de ‘’Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2024’’.

     

  • B.

    Artikel 3 (Doelstelling/doel van de regeling), luidende:

    ‘’Stimuleren van projecten passend binnen onderstaande speerpunten die bijdragen aan de uitvoering van het beleid zoals beschreven in de Beleidsbrief Erfgoed 2022-2023 ‘De kracht van erfgoed’ (zie https://www.limburg.nl/onderwerpen/cultuur/erfgoed-0/):

    • 1.

      Coöperatieve projecten (Bijlage 1 bij deze regeling);

    • 2.

      Schutterijen (Bijlage 2 bij deze regeling);

    • 3.

      Limburgse taal (Bijlage 3 bij deze regeling);

    • 4.

      Digitalisering (Bijlage 4 bij deze regeling);

    • 5.

      Verenigingen en vrijwilligers (Bijlage 5 bij deze regeling);

    • 6.

      Verwondering door verhalen (Bijlage 6 bij deze regeling).’’

  • wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    ‘’Stimuleren van projecten passend binnen onderstaande speerpunten die bijdragen aan de uitvoering van het beleid zoals beschreven in de Beleidsbrief Erfgoed 2022-2023 ‘De kracht van erfgoed’ (zie https://www.limburg.nl/onderwerpen/cultuur/erfgoed/):

    • 1.

      Coöperatieve projecten (Bijlage 1 bij deze regeling);

    • 2.

      Limburgse taal (Bijlage 3 bij deze regeling);

    • 3.

      Digitalisering (Bijlage 4 bij deze regeling);

    • 4.

      Verenigingen en vrijwilligers (Bijlage 5 bij deze regeling);

    • 5.

      Verwondering door verhalen (Bijlage 6 bij deze regeling).’’

  • C.

    Artikel 3 (Algemene subsidiecriteria), tweede lid, luidende:

    ‘’Een project dat gericht is op digitalisering van erfgoed(collectie(s)) dient aantoonbaar aan te sluiten bij de principes en aanbevelingen en/of adviezen van de Adviescommissie digitalisering Limburgs erfgoed (zie https://www.limburg.nl/onderwerpen/cultuur/erfgoed-0/), en, indien aan de orde, bij nadere afspraken die dienaangaande met de Provincie Limburg zijn gemaakt.’’

     

    wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    ‘’Een project dat gericht is op digitalisering van erfgoed(collectie(s)) dient aantoonbaar aan te sluiten bij de principes en aanbevelingen en/of adviezen van de Adviescommissie digitalisering Limburgs erfgoed (zie https://www.limburg.nl/onderwerpen/cultuur/erfgoed/), en, indien aan de orde, bij nadere afspraken die dienaangaande met de Provincie Limburg zijn gemaakt.’’

     

  • D.

    Artikel 3 (Algemene subsidiecriteria), derde lid, luidende:

    ‘’Het project moet starten in het jaar 2022 of 2023.”

     

    wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    ‘’Het project moet starten in het jaar 2022, 2023 of 2024.”

     

  • E.

    Artikel 4 (Afwijzingsgronden), vierde lid, luidende:

    ‘’hetzelfde project al op een andere wijze door de Provincie Limburg wordt gesubsidieerd en/of gefinancierd. Indien voor het project een bijdrage wordt ontvangen van een organisatie die van de Provincie Limburg subsidie/financiering ontvangt om een bijdrage ten behoeve van projecten te verstrekken, wordt die bijdrage ook beschouwd als subsidiëring/financiering van de Provincie Limburg. Uitzondering zijn bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg. Uitzondering zijn tevens projecten in het kader van Bijlage 1 of Bijlage 4.”

     

    wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    ‘’hetzelfde project al op een andere wijze door de Provincie Limburg wordt gesubsidieerd en/of gefinancierd. Indien voor het project een bijdrage wordt ontvangen van een organisatie die van de Provincie Limburg subsidie/financiering ontvangt om een bijdrage ten behoeve van projecten te verstrekken, wordt die bijdrage ook beschouwd als subsidiëring/financiering van de Provincie Limburg. Uitzondering zijn bijdragen van het Cultuurfonds Limburg. Uitzondering zijn tevens projecten in het kader van Bijlage 1 of Bijlage 4.’’

     

  • F.

    Artikel 7 (Termijn voor indienen aanvraag), eerste lid, luidende:

    ‘’De subsidieaanvraag kan vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling worden ingediend en dient vóór aanvang van het project en uiterlijk 18 december 2023 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.’’

     

    wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    ‘’De subsidieaanvraag kan vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling worden ingediend en dient vóór aanvang van het project en uiterlijk 18 december 2024 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.’’

     

  • G.

    Artikel 7 (Termijn voor indienen aanvraag), tweede lid, luidende:

    ‘’Projecten die starten in januari, februari, maart, april of mei 2022 mogen al begonnen zijn vóór indienen van de subsidieaanvraag, met dien verstande dat een aanvraag voor deze projecten uiterlijk 1 juli 2022 moet zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.’’

     

    wordt aangevuld met de volgende tekst:

     

    ‘Projecten die starten tussen 20 december 2023 en 31 mei 2024 mogen al begonnen zijn vóór het indienen van de subsidieaanvraag, met dien verstande dat een aanvraag voor deze projecten uiterlijk 1 juli 2024 moet zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.’’

     

  • H.

    Artikel 9 (Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel), tweede lid, luidende:

    “’Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.”

     

    wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    “’Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.”

     

  • I.

    Artikel 9 (Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel), derde lid, luidende:

    ‘’Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2023”.

     

    wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    ‘’Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2024”.

     

  • J.

    Bijlage 1 Projectsubsidie Coöperatieve projecten, Specifieke projecten luidende:

    ‘’Om voor een subsidie in deze Bijlage in aanmerking te komen, dient aan alle volgende specifieke criteria te worden voldaan:

    • 1.

      Het project richt zich op het realiseren van een aantoonbare meeropbrengst inzake publieksbereik, behoud en/of beheer van Limburgs erfgoed, nader bepaald:

    • 2.

      projecten die zich primair richten op publieksbereik dienen gedurende de projectperiode tenminste 250 personen fysiek en/of 5.000 personen digitaal en/of via media te bereiken. In de aanvraag dient aannemelijk te worden gemaakt dat het grotendeels personen betreft die niet vanzelfsprekend met Limburgs erfgoed in aanraking komen.

      • a.

        bij projecten die zich primair richten op beheer en/of behoud dient concreet te worden aangegeven welke activiteit(en) gericht op publieksbereik door het project mogelijk worden gemaakt.

      • b.

        Het project wordt uitgevoerd door tenminste twee leden en/of partners van de Coöperatie Erfgoed Limburg, waarvan tenminste één een niet-structureel door de Provincie Limburg gesubsidieerde organisatie. Deze samenwerking maakt de meeropbrengst zoals benoemd onder 1. (mede) mogelijk.

    • 3.

      De meeropbrengst wordt door de Coöperatie Erfgoed Limburg onderschreven en het project is opgenomen in het geheel aan projecten dat de Coöperatie Erfgoed Limburg met haar leden is overeengekomen voor de periode waarin het project start.‘’

  • wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    ‘’Om voor een subsidie in deze Bijlage in aanmerking te komen, dient aan alle volgende specifieke criteria te worden voldaan:

    • 1.

      Het project richt zich op het realiseren van een aantoonbare meeropbrengst inzake publieksbereik, behoud en/of beheer van Limburgs erfgoed, nader bepaald:

      • a.

        projecten die zich primair richten op publieksbereik dienen gedurende de projectperiode tenminste 250 personen fysiek en/of 5.000 personen digitaal en/of via media te bereiken. In de aanvraag dient aannemelijk te worden gemaakt dat het grotendeels personen betreft die niet vanzelfsprekend met Limburgs erfgoed in aanraking komen.

      • b.

        bij projecten die zich primair richten op beheer en/of behoud dient concreet te worden aangegeven welke activiteit(en) gericht op publieksbereik door het project mogelijk worden gemaakt.

    • 2.

      Het project wordt uitgevoerd door ten minste twee leden en/of partners van de Coöperatie Erfgoed Limburg, waarvan tenminste één een niet-structureel door de Provincie Limburg gesubsidieerde organisatie. Deze samenwerking maakt de meeropbrengst zoals benoemd onder 1. (mede) mogelijk.

    • 3.

      De meeropbrengst wordt door de Coöperatie Erfgoed Limburg onderschreven en het project is opgenomen in het geheel aan projecten dat de Coöperatie Erfgoed Limburg met haar leden is overeengekomen voor de periode waarin het project start.’’

  • K.

    Bijlage 2 Schutterijen: Deze Bijlage komt te vervallen.

     

  • L.

    Bijlage 3 Limburgse taal, Specifieke criteria, zesde lid luidende :

    ‘’Voor projecten die starten in het jaar 2023 is een financiële bijdrage van tenminste één gemeente verplicht.’’

     

    wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    ‘’Ten minste één gemeente draagt financieel bij aan het project.’’

     

  • M.

    Bijlage 4 Digitalisering, Specifieke criteria, eerste lid luidende:

    ‘’Het project richt zich op één van de volgende onderdelen:

     

    • a.

      de realisatie van een centrale voorziening binnen de beoogde Linked Open Limburg Infrastructuur voor de Limburg Collectie. Een aanvraag kan alleen worden ingediend door een penvoerder van Linked Open Limburg.

       

    • b.

      het realiseren van publieksprojecten die aansluiten op de centrale voorzieningen die gerealiseerd worden binnen de Linked Open Limburg infrastructuur. Een aanvraag dient aannemelijk te maken dat een breder publiek wordt bereikt dan het publiek dat door aanvrager al bereikt wordt. Een aanvraag kan alleen worden ingediend door het Limburgs Museum voor het Online Limburgs Museum en door het Koninklijk Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap voor de Canon van Limburg.

       

    • c.

      het aanstellen van de erfgoedcoach, voor diens werkzaamheden en eventueel uitvoeringsbudget in 2022 of 2023. Een aanvraag kan alleen worden ingediend door het Huis voor de Kunsten Limburg.’’

  • wordt gewijzigd en komt in zijn volledigheid als volgt te luiden:

     

    ‘’Het project richt zich op één van de volgende onderdelen:

     

    • a.

      de doorontwikkeling van een centrale voorziening binnen de Linked Open Limburg Infrastructuur voor de Limburg Collectie. Een aanvraag kan alleen worden ingediend door de penvoerder van Linked Open Limburg.

       

    • b.

      het doorontwikkelen van publieksprojecten die aansluiten op de centrale voorzieningen die gerealiseerd worden binnen de Linked Open Limburg infrastructuur. Een aanvraag dient aannemelijk te maken dat een breder publiek wordt bereikt dan het publiek dat door aanvrager al bereikt wordt. Een aanvraag kan alleen worden ingediend door het Limburgs Museum voor het Online Limburgs Museum (anders genaamd: Ons Limburgs Museum) en door de penvoerder van Linked Open Limburg voor de Canon van Limburg.

       

    • c.

      het aanstellen van de erfgoedcoach, voor diens werkzaamheden en eventueel uitvoeringsbudget in 2022, 2023 of 2024. Een aanvraag kan alleen worden ingediend door het Huis voor de Kunsten Limburg.’’

       

  • N.

    Bijlage 4 Digitalisering, Subsidiebedrag, derde gedachtenstreepje luidende:

    “- voor een aanvraag in het kader van onderdeel 1c. niet méér dan de daadwerkelijke directe en indirecte loonkosten van minimaal 0,4 fte/jaar in 2022 of 2023, plus uitvoeringsbudget, tot maximaal € 42.000,-.”

     

    “-voor een aanvraag in het kader van onderdeel 1c. niet méér dan de daadwerkelijke directe en indirecte loonkosten van minimaal 0,4 fte/jaar in het betreffende jaar waarin het project plaatsvindt, plus uitvoeringsbudget, tot maximaal € 42.000,-.”

Artikel II Overgangsrecht

  • 1.

    Voor besluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingen blijven de bepalingen van de Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2023 (PB 21 april 2022, nr. 4623) van kracht zoals die golden vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 2.

    Aanvragen die op basis van de Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2023 (PB 21 april 2022, nr. 4623) zijn ingediend en waarover bij inwerkingtreding van deze wijzigingen nog niet is beslist, worden geacht op basis van de Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2024 met inachtneming van deze wijzigingen te zijn ingediend, tenzij Gedeputeerde Staten van oordeel zijn dat de aanvrager in zijn belangen wordt geschaad. In dat laatste geval handelen Gedeputeerde Staten overeenkomstig de Nadere subsidieregels Erfgoed 2022-2023 zoals deze golden voor de inwerkingtreding van deze wijzigingen (PB 21 april 2022, nr. 4623).

Artikel III Inwerkingtreding

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2024.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 20 februari 2024.

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. E.G.M. Roemer

secretaris

dhr. D. Timmer

Naar boven