Categoraal aanwijzingsbesluit toezichthouders DCMR Milieudienst Rijnmond januari 2024

De directeur van DCMR Milieudienst Rijnmond,

Gelet op:

  • Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht.

  • Artikel 18.6 van de omgevingswet en artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • Het mandaatbesluit van het college van gedeputeerde staten van Zeeland, zoals deze met ingang van inwerkingtreding van de omgevingswet is komen te luiden.

BESLUIT

  • 1.

    De personen die zijn of worden aangesteld, geplaatst of gedetacheerd bij de gemeenten Kapelle, Reimerswaal, Sluis, Tholen, Veere, Vlissingen, Schouwen-Duiveland, Terneuzen, Borsele, Goes, Hulst, Middelburg en Noord-Beveland;

    en die de zogenaamde brikstaken uitvoeren krachtens de ‘Samenwerkingsovereenkomsten RUD Zeeland/DCMR en de gemeenten Kapelle, Reimerswaal, Sluis, Tholen, Veere, Vlissingen, Schouwen-Duiveland, Terneuzen, Borsele, Goes, Hulst, Middelburg en Noord- Beveland inzake de uitvoering van BRIKS-taken bij BRZO- en RIE4-inrichtingen en overige provinciale inrichtingen in de provincie Zeeland 2021’, aan te wijzen voor zover het betreft de BRIKS-taken bij Seveso-inrichtingen en ippc-installaties/industriële activiteiten, als bedoeld in categorie 4 van bijlage I van de richtlijn industriële emissies, als toezichthouder op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

  • 2.

    Met toepassing van artikel 18.7 van de Omgevingswet zijn de aldus aangewezen toezichthouders tevens bevoegd om, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning te betreden zonder toestemming van de bewoners, indien en voor zover het toezicht op de naleving van een bij of krachtens de Omgevingswet gesteld voorschrift dit vereist, gelet op de door dat voorschrift beschermde belangen.

  • 3.

    Te bepalen dat de aanwijzing tot toezichthouder vervalt met ingang van de dag, waarop het dienstverband of de tewerkstelling of de detachering van de functionaris is beëindigd dan wel dat deze niet meer werkzaam is als (onbezoldigd) functionaris van één van de bovengenoemde gemeenten.

  • 4.

    Aan de toezichthouder wordt ten behoeve van het uitoefenen van toezicht op de naleving van de genoemde wet, tezamen met een afschrift van dit besluit, een legitimatiebewijs als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb.

  • 5.

    Dit besluit treedt in werking op maandag 22 januari 2024 en heeft als doel het eerder genomen categoraal aanwijzingsbesluit voor dit onderwerp te vervangen. Met inwerkingtreding van dit besluit vervalt het “Categoraal aanwijzingsbesluit toezichthouders DCMR Milieudienst Rijnmond augustus 2021” van 1 augustus 2021.

 

 

Schiedam, 18 januari 2024,

Namens het in de aanhef genoemde bestuursorgaan,

Mr. R.M. Thé

Directeur DCMR Milieudienst Rijnmond

Naar boven