Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2024, 20134 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2024, 20134 | beleidsregel |
Nota reserves en voorzieningen provincie Drenthe 2024
Provinciale Staten van Drenthe;
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 10 september 2024, kenmerk 37/5.12/2024001281;
gelet op artikel 15 van de Financiële Verordening provincie Drenthe 2024;
Nota reserves en voorzieningen provincie Drenthe 2024
De Financiële verordening Drenthe regelt in de artikelen 15 en 17 dat Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten minstens eenmaal per vier jaar een beleidsnota over de reserves en voorzieningen ter vaststelling aanbieden.
Deze Nota geeft de regels en richtlijnen rondom de reserves en voorzieningen en geeft aan wanneer onttrekkingen en toevoegingen kunnen plaatsvinden. Het is van belang eenduidig en consistent om te gaan met reserves en voorzieningen. Bij zowel de begroting als de jaarrekening worden de standen en bestedingen van de reserves en voorzieningen gemonitord en beoordeeld of bijstelling nodig is.
De vorige Nota reserves en voorzieningen dateert uit 2020.
De keuze voor een reserve en/of voorziening wordt conform het gestelde in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gemaakt. De reserves worden altijd gevormd met eigen middelen en zijn ter dekking van verwachte toekomstige uitgaven. Voorzieningen kunnen worden gevormd met eigen middelen of met middelen van derden.
Hoofdstuk 1: Wettelijk kader, definities en functie
1.1. Functies reserves en voorzieningen
In het financiële beleid hebben reserves en voorzieningen verschillende functies, te weten:
Een reserve of voorziening kan worden ingesteld om te sparen voor toekomstige beleidsdoelen. In dit geval is sprake van een spaarfunctie. Zodra de bestemming tot incidentele uitgaven leidt is sprake van een bestedingsfunctie. Het gaat hierbij om reserves en voorzieningen met een specifiek van tevoren bepaald doel of activiteit.
De Wet financiering decentrale overheden (Fido) beoogt een solide financieringswijze van de decentrale overheden te bevorderen en schommelingen van rentelasten zoveel mogelijk te beperken. De financiering van kapitaaluitgaven kan plaatsvinden door het gebruiken van reserves en voorzieningen als (intern) financieringsmiddel of door het aantrekken van vaste geldleningen. Bij gebruik van reserves en voorzieningen hoeft geen beroep te worden gedaan op de geld- en kapitaalmarkt. Het gebruik van reserves en voorzieningen als intern financieringsmiddel wordt aangeduid met de financieringsfunctie.
Een reserve kan worden gebruikt voor de dekking van de kapitaallasten. Het investeringsbedrag wordt gestort in een reserve en vervolgens worden jaarlijks de kapitaallasten onttrokken aan de reserve. De dekkingsreserve wordt op deze manier aangewend om de jaarlijkse afschrijvingen die ontstaan vanwege de investering te dekken. Budgettair wordt de dekking van investering in het jaar van aanschaf (deels) gestort in de dekkingsreserve waarmee in dat jaar de investering (deels) is afgedekt. Vervolgens worden via de dekkingsreserve de lasten van de investering gedurende de looptijd onttrokken.
Provinciale Staten zijn bevoegd om reserves in te stellen of op te heffen en om middelen aan de reserves toe te voegen dan wel te onttrekken. Reserves zijn eigen - al dan niet voor specifieke doeleinden gereserveerde - middelen op de balans. Ze zijn onderdeel van het eigen vermogen. De in het BBV opgenomen voorschriften onderscheiden de volgende categorieën reserves:
Algemene reserves zijn reserves waaraan geen bestemming is gegeven. Deze reserves zijn verplicht op grond van artikel 43 van het BBV. De algemene reserve is het vrij besteedbare eigen vermogen van de provincie. Deze reserves hebben als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers. Tekorten/overschotten op de jaarrekening worden ten laste/ten gunste van de Reserve voor Algemene Doeleinden gebracht.
De algemene reserves kunnen worden ingedeeld in twee categorieën, te weten:
Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan Provinciale Staten een bepaalde bestemming hebben gegeven. Wanneer vanuit deze reserves bedragen beschikbaar zijn gesteld en die bedragen na afloop van het betreffende jaar niet zijn besteed, dan dient in principe het overschot weer aan de betreffende bestemmingsreserve toegevoegd te worden.
Voorzieningen maken deel uit van het vreemd vermogen van de provincie. Provinciale Staten zijn bevoegd om voorzieningen in te stellen of op te heffen maar hebben daarbij nauwelijks beleidsvrijheid, omdat de vorming hiervan in veel gevallen verplicht voortvloeit uit de bepalingen uit het BBV. Voor de definitie van voorzieningen is binnen het BBV aansluiting gezocht bij het Burgerlijk Wetboek. Voorzieningen zijn passiefposten in de balans, die een schatting geven van de voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn, en die oorzakelijk samenhangen met de periode voorafgaande aan die datum.
Het gaat bij voorzieningen om min of meer onzekere verplichtingen die te zijner tijd tot schulden kunnen worden gerekend, zoals garantieverplichtingen en dergelijke. Ook kunnen voorzieningen betrekking hebben op verplichtingen, samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van bepaalde kosten, zoals groot onderhoud. Voorts kunnen voorzieningen een schatting betreffen van de lasten voortvloeiend uit risico’s die samenhangen met de bedrijfsvoering, zoals rechtsgedingen, reorganisaties en dergelijke. Voor jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, bijvoorbeeld die van vakantieverlof, mogen geen voorzieningen worden gevormd (artikel 44 van het BBV).
Daarnaast kunnen voorzieningen ingesteld worden om heffingen waarvan de besteding in wet- en regelgeving is gelimiteerd onder te brengen.
Voorzieningen dienen naar beste schatting dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico’s. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn ingesteld. Het is daarom niet toegestaan rente toe te rekenen aan voorzieningen (artikel 45 van het BBV). De besteding van voorzieningen is de verantwoordelijkheid van Gedeputeerde Staten. De uitgaven ten laste van voorzieningen worden namelijk al geautoriseerd bij het vormen van de voorzieningen en worden nadien niet opnieuw aan Provinciale Staten voorgelegd. De achterliggende gedachte is dat de uitgaven ten laste van de voorzieningen geen keuzevrijheid kennen en dat Provinciale Staten de bestemming niet meer kunnen wijzigen. Volgens het BBV moeten uitgaven rechtstreeks ten laste van de voorzieningen worden geboekt en lopen ze niet via de exploitatie. Stortingen in de voorzieningen lopen wel via de exploitatie. Als de besteding ook ten laste van de rekening van baten en lasten zou lopen, zou het bedrag namelijk tweemaal als last worden verantwoord. De onttrekkingen worden dus rechtstreeks via de balans afgewikkeld en maken geen deel uit van de exploitatiebegroting/rekening.
Hoofdstuk 2. Provinciaal beleid
In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van de provinciale beleidsuitgangspunten ten aanzien van reserves en voorzieningen.
2.1. Autorisatie en Instellingscriteria reserves
Instelling van een reserve is een bevoegdheid van Provinciale Staten. Reserves worden daarom alleen ingesteld bij een expliciet besluit van Provinciale Staten.
Voor het instellen/handhaven van bestemmingsreserves gelden de volgende regels :
wij gaan terughoudend om met het instellen van bestemmingsreserves. Het uitgangspunt is ‘nee, tenzij’. Het uitgangspunt is, dat alle baten en lasten in de exploitatie worden verantwoord zodat direct duidelijk is welke middelen beschikbaar zijn voor een beleidsdoel. In uitzonderingsgevallen is de instelling van reserves mogelijk, passend binnen en onderbouwd vanuit de eerder in deze nota genoemde functies;
tijdelijk karakter: een bestemmingsreserve is altijd tijdelijk van aard en wordt ingesteld voor een vooraf bepaalde periode. Als de periode op het instellingsmoment niet bekend is dan wordt de reserve ingesteld voor maximaal de resterende duur van de lopende collegeperiode. Na afloop van de collegeperiode vindt altijd een actualisatie van de reserve plaats. Deze kan leiden tot heroverweging van de inzet van de gereserveerde middelen;
2.3. Informatievoorziening, evaluatie en actualisatie
Het verloop van de reserves en voorzieningen wordt elk jaar meegenomen in de accountantscontrole op de jaarrekening.
2.3.2 Wijziging doel, duur of bestemming
Na afloop van een collegeperiode worden alle bestemmingsreserves geactualiseerd. Deze actualisatie kan leiden tot een voorstel aan Provinciale Staten tot afroming of aanvulling van het saldo van een bestemmingsreserve, verlenging van de duur van of omzetting of opheffing van een bestemmingsreserve. Provinciale Staten nemen het besluit.
Vrijvallende middelen uit de reserve vallen onder de algemene middelen en kunnen voor wat betreft de aanwending opnieuw ter besluitvorming worden voorgelegd aan Provinciale Staten.
Rente wordt conform artikel 45 van het BBV niet toegevoegd aan voorzieningen.
Aan reserves wordt ook geen rente toegevoegd, tenzij dit wettelijk is verplicht. Als dit het geval is, dan moet dit onderbouwd worden, samen met het voorgestelde rentepercentage. Dit rentepercentage kan jaarlijks herzien worden.
Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot 18 december 2024.
Provinciale Staten voornoemd,
drs. J. Klijnsma, voorzitter
mr. drs. S. Buissink, griffier
Assen, 18 december 2024
Kenmerk FPC/2024001903
Bijlage 1. Wettelijk kader externe en interne regels
Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.
De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd.
Bijlage 2: Format instelling reserves (en voorzieningen)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-20134.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.