Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 december 2024, nr. UTSP-4437239-4820 tot vaststelling van het Openstellingsbesluit GLB 2023-2027 productieve investeringen voor bedrijfsverduurzaming groen-blauw en dierenwelzijn provincie Utrecht 2025 (Openstellingsbesluit GLB 2023-2027 productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn provincie Utrecht 2025)

Gedeputeerde Staten van Utrecht

 

Gelet op artikel 1.2 van hoofdstuk 1 en paragraaf 2 van hoofdstuk 2 uit de Verordening Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 provincie Utrecht;

 

Besluiten:

  • I.

    het subsidieplafond voor het Openstellingsbesluit GLB 2023-2027 productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn provincie Utrecht 2025 vast te stellen op € 1.966.013,60, welk bedrag bestaat uit: € 931.251,21(voor 100% aan Europese middelen) en uit € 1.034.762,39 (waarvan € 444.947,83 Europese middelen (43% ELFPO) en € 589.814,56 aan provinciale middelen (57%));

  • II.

    dat aanvragen kunnen worden ingediend van 15 januari 2025 9.00 uur tot en met 31 maart 2025 17.00 uur;

  • III.

    de volgende nadere regels vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepaling

In aanvulling op artikel 1.1 van de Verordening wordt in deze nadere regels verstaan onder:

  • 1.

    Agroforestry: landbouwsystemen en -praktijken die houtige meerjarige planten (bomen en struiken) bewust combineren op hetzelfde stuk land waar ook andere landbouwgewassen worden geteeld of veehouderij plaatsvindt, daaronder mede begrepen voedselbossen, waarbij een ecologische en economische wisselwerking plaats vindt tussen houtige en niet-houtige onderdelen van landbouwsystemen.

  • 2.

    Investeringslijst: de investeringslijst in de bijlage bij dit openstellingsbesluit.

  • 3.

    Kleinschalige windmolens: turbines met een tiphoogte tot maximaal 15 meter en een vermogen tot maximaal 20 kW die windenergie omzetten in elektriciteit door middel van een generator ten behoeve van gebruik op het eigen bedrijf.

  • 4.

    Landbouwer: een natuurlijke of rechtspersoon of een groep natuurlijke of rechtspersonen die landbouwproducten produceert als bedoeld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bijlage I, met uitzondering van visserijproducten, alsmede hakhout met korte omlooptijd of die landbouwareaal in een staat houdt die begrazing of teelt mogelijk maakt zonder dat daarvoor voorbereidende activiteiten nodig zijn die verder gaan dan activiteiten op basis van de gebruikelijke landbouwmethoden en -machines;

  • 5.

    Landbouwbedrijf: alle bij de Kamer van Koophandel ingeschreven eenheden ondernemingen op het grondgebied van Nederland die voor landbouwactiviteiten (als bedoeld in bijlage 1 VWEU) worden gebruikt en door een landbouwer worden beheerd.

  • 6.

    NSP: Nederlands Nationaal Strategisch Plan GLB 2023-2027.

  • 7.

    Regelbare drainage: drainage waarbij overtollig, ondiep grondwater niet meteen wordt afgevoerd maar langer wordt vastgehouden in de bodem en waarbij de intensiteit van de drainage worden ingesteld dooroor de ontwateringsbasis in hoogte te variëren.

  • 8.

    Verordening: Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 Utrecht.

  • 9.

    Voedselbos: een door mensen ontworpen productief ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos, met een hoge diversiteit aan meerjarige en/of houtige plantensoorten die deels voor de mens als voedsel dienen (vruchten, zaden, bladeren, stengels, wortels).

  • 10.

    Zelfrijdende werktuigen: werktuigen gecombineerd met een voertuig met een eigen aandrijving.

Artikel 2 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de fysieke investeringen die zijn opgenomen in de investeringslijst en worden geplaatst/gebruikt in de provincie Utrecht.

  • 2.

    Subsidie wordt verstrekt voor de in de investeringslijst als subsidiabel genoemde activiteiten.

  • 3.

    Een aanvraag om subsidie kan betrekking hebben op maximaal een investeringscategorie.

  • 4.

    Wanneer sprake is van financial lease dient subsidieontvanger wel eigenaar te zijn voordat de instandhoudingstermijn als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening is afgelopen. Dat betekent dat hij voor die tijd alle termijnen moet hebben voldaan.

Artikel 3 Aanvrager

Overeenkomstig artikel 2.2.3 van de Verordening wordt subsidie verstrekt aan landbouwers of een samenwerkingsverband van landbouwers.

Artikel 4 Aanvraagvereisten

Onverminderd artikel 2.2.4 van de Verordening en in aanvulling op artikel 1.6 van de Verordening zijn de volgende subsidievereisten van toepassing:

  • 1.

    De aanvraag is voorzien van:

    • a.

      een heldere nadere beschrijving die ten minste de volgende informatie bevat: de investering, de categorie en een onderbouwing waaruit blijkt dat de investering binnen de categorie past;

    • b.

      één of meerdere offertes als onderdeel van de toelichting op de begroting;

    • c.

      in het geval het project vergunningsplichtig is: een bewijsstuk van het starten van de vergunningprocedure dan wel reeds verkregen vergunning.

  • 2.

    Het financieringsplan als bedoeld in artikel 1.6 van de Verordening moet voorzien in volledige dekking van de kosten van het project.

  • 3.

    Als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer met een biologische bedrijfsvoering of een landbouwer die in omschakeling is naar biologische landbouw wordt de aanvraag vergezeld van een erkend SKAL-certificaat of kwaliteitskeurmerk waaruit dit blijkt.

  • 4.

    Als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer die in omschakeling is naar biologische landbouw wordt de aanvraag vergezeld van het inschrijfnummer en documentatie van een certificerende instantie ter onderbouwing dat de bedrijfsomschakeling is gestart.

  • 5.

    Wanneer de aanvraag betrekking heeft op een investering in de productie van biobrandstoffen of hernieuwbare energie dient de aanvrager bewijs aan te leveren dat het gemiddelde jaarverbruik (brandstof/energie) van het landbouwbedrijf van de aanvrager aantoont.

  • 6.

    Aanvragen worden ingediend via het online portaal van RVO.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidiabel zijn kosten van nieuwe machines en installaties met betrekking tot de investeringscategorieën zoals vastgelegd in de investeringslijst.

  • 2.

    Overeenkomstig artikel 2.2.5, eerste lid van de Verordening komen alleen kosten zoals bedoeld in artikel 1.8 onder e van de Verordening voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    Subsidiabele kosten worden berekend volgens artikel 1.9a uit de Verordening.

Artikel 6 Niet subsidiabele kosten

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1.10 van de Verordening komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten voor de aanschaf van zelfrijdende werktuigen met uitzondering van investeringen die ingediend worden onder categorie 2 (Biodiversiteit en biologische bestrijding) en categorie 1 (Energie en klimaat) van de investeringslijst.

    • b.

      kosten voor abonnementen op software-updates en servicecontracten.

    • c.

      kosten voor apparatuur benodigd voor het aflezen van de ICT en sensor techniek waaronder computers, laptops, tablets en smartphones.

  • 2.

    Een investering ten behoeve van energieopwekking komt niet voor subsidie in aanmerking, als de energie wordt opgewekt ten behoeve van levering aan derden.

Artikel 7 Hoogte subsidie

Onverminderd de artikelen 1.2 en 2.2.7 van de Verordening geldt dat:

  • 1.

    De subsidie 40% van de subsidiabele kosten bedraagt;

  • 2.

    De subsidie minder dan € 100.000,- bedraagt.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 van de Verordening wordt subsidie geweigerd indien de te beschikken subsidie bij verlening van het project lager is dan € 10.000,-.

  • 2.

    Onverminderd artikel 1.5 van de Verordening wordt subsidie geweigerd indien de aanvrager in hetzelfde aanvraagtijdvak al voor dezelfde investeringen een aanvraag om subsidie heeft ingediend op grond van deze paragraaf.

  • 3.

    Per landbouwer kan op grond van dit openstellingsbesluit slechts één keer subsidie worden aangevraagd.

  • 4.

    Indien een landbouwbedrijf uit meerdere landbouwers bestaat wordt in het kader van dit openstellingsbesluit slechts één keer subsidie verstrekt aan het landbouwbedrijf.

Artikel 9 Selectie en rangschikking

  • 1.

    Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van rangschikking van de aanvragen op basis van de investeringslijst.

  • 2.

    Voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.12 lid 1 sub c en artikel 2.2.8 van de Verordening hanteren Gedeputeerde Staten de scores van de investeringslijst.

  • 3.

    In overeenstemming met artikel 2.2.8 lid 3 krijgen landbouwers met een biologische bedrijfsvoering en landbouwers die omschakelen naar biologische landbouw een extra punt toegekend.

  • 4.

    De aanvragen worden gerangschikt op volgorde van puntenaantal beginnend bij de aanvraag met de meeste punten.

  • 5.

    In het geval het subsidieplafond zal worden overschreden door een aanvraag waarbij het gevraagde subsidiebedrag hoger is dan het resterende bedrag van het subsidieplafond of indien het subsidiebedrag wordt overschreden door meerdere aanvragen en de onderlinge rangschikking tussen de aanvragen is gelijk, zal selectie plaatsvinden door middel van loting.

Artikel 10 Voorschot en deelbetalingen

In afwijking van de artikelen 1.17 en 1.18 van de Verordening verstrekken Gedeputeerde Staten geen voorschot of deelbetaling.

Artikel 11 Verplichtingen

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1.15 van de Verordening is de subsidieontvanger verplicht de aanvraag tot subsidievaststelling binnen één jaar na dagtekening van subsidieverlening in te dienen.

  • 2.

    Indien de subsidiabele activiteit wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de projectperiode, genoemd in het eerste lid, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij gedeputeerde staten tot verlenging van de termijn tot en met uiterlijk 31 december 2028.

  • 3.

    Ongeacht het te verstrekken subsidiebedrag, en in aanvulling op artikel 1.7 van de Verordening gelden voor de vaststelling van subsidies welke zijn verleend in het kader van dit openstellingsbesluit, de regels voor arrangement 2 zoals opgenomen in artikel 1.20 van de Verordening.

  • 4.

    De subsidieontvanger toont aan dat de verplichting, genoemd in artikel 1.20, vierde lid, onder b van de Verordening, is voldaan door middel van een prestatieverklaring.

  • 5.

    In aanvulling op artikel 1.22 van de Verordening is het niet mogelijk om van investeringscategorie te wijzigen.

  • 6.

    In geval het project vergunningsplichtig is: bij vaststelling wordt de verleende vergunning meegezonden.

Artikel 12 Publicatie en inwerkingtreding

Dit besluit wordt geplaatst in het Provinciaal Blad en treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13 Werkingsduur

Dit besluit vervalt op 31 december 2029.

Artikel 14 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Openstellingsbesluit GLB Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn provincie Utrecht 2025.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 10 december 2024.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

Mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol- van Leeuwen

Toelichting bij het Openstellingsbesluit GLB Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn provincie Utrecht 2025

LEESWIJZER

 

Voorliggend openstellingsbesluit moet in samenhang gelezen worden met de Verordening Europese landbouwsubsidies 2023-2027 van de provincie Utrecht.

 

Met dit openstellingsbesluit wordt paragraaf 2 uit hoofdstuk 2 van de Verordening – productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn – opengesteld. De artikelen 2.2.1 tot en met 2.2.8 van paragraaf 2 uit hoofdstuk 2 van de Verordening moeten tezamen gelezen worden met de artikelen in dit openstellingsbesluit. Daarnaast zijn de algemene bepalingen uit hoofdstuk 1 en slotbepalingen uit hoofdstuk 3 van de Verordening ook van toepassing op een aanvraag.

 

  • I.

    Algemeen

Voorliggende regeling is een regeling vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in de Provincie Utrecht. Het GLB loopt van 2023 tot en met 2027. Alle projecten moeten voor 1 april 2029 worden vastgesteld. Het programma is gericht op slimme veerkrachtige landbouw, milieu-, biodiversiteits- en klimaatdoelen en brede plattelandsontwikkeling.

 

De maatregel voor productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn (gericht op bedrijfsverduurzaming) is vooral bedoeld om de aanschaf van moderne installaties en machines te stimuleren, waarmee landbouwers het eigen bedrijf kunnen verduurzamen. Dit doen zij door met specifieke investeringen een bijdrage te leveren aan de milieu- en klimaatdoelen en het efficiënt gebruiken van natuurlijke hulpbronnen, zoals water en bodem en biodiversiteit. Ook is er binnen deze regeling ruimte voor investeringen met betrekking tot dierenwelzijn. Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komen niet voor op de lijst.

 

Gedeputeerde Staten van Utrecht stellen een lijst vast met innovatieve duurzame investeringen die relevant zijn voor de bedrijfsvoering van landbouwers in Utrecht. Op deze lijst zijn alleen investeringen opgenomen die voldoen aan de minimale bijdrage aan de doelen voor verduurzaming. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan de innovatie, effectiviteit, haalbaarheid en efficiëntie. De investeringen zijn zo gekozen dat zij bijdragen aan één of meerdere doelstellingen (Strategic Objectives; SO’s) behorend bij deze interventie, zoals die benoemd zijn in het Nationaal Strategisch Plan (NSP), de Nederlandse uitwerking van het Europese GLB, namelijk:

  • -

    SO1 Het bieden van steun met het oog op een leefbaar bedrijfsinkomen en veerkracht van de landbouwsector in de hele Unie, ten behoeve van een grotere voedselzekerheid voor de lange termijn, van een meer diverse landbouw, en van een economisch duurzame landbouwproductie in de Unie.

  • -

    SO2 Vergroting van de marktgerichtheid en het concurrentievermogen van landbouwbedrijven voor zowel de korte als de lange termijn, onder meer door meer aandacht voor onderzoek, technologie en digitalisering.

  • -

    SO4 Bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en meer koolstof vast te leggen, en duurzame energie te bevorderen.

  • -

    SO5 Bevordering van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen.

  • -

    SO6 Bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en tot de instandhouding van habitats en landschappen.

  • -

    SO9 Beter inspelen door de landbouw van de Unie op de maatschappelijke verwachtingen inzake voedsel en gezondheid, onder meer wat betreft hoogkwalitatief, veilig en voedzaam voedsel dat op duurzame wijze is geproduceerd, en voorts vermindering van de voedselverspilling, verbetering van het dierenwelzijn, en bestrijding van antimicrobiële resistentie.

Aan iedere investeringscategorie zijn één of meerdere resultaatindicatoren gekoppeld. Het betreft:

  • -

    R.09 Modernisering van landbouwbedrijven: Aandeel van landbouwbedrijven dat investeringssteun ontvangt om te herstructureren en te moderniseren, onder meer om de hulpbronnenefficiëntie te verbeteren;

  • -

    R.16 Investeringen in verband met klimaat: Aandeel van landbouwbedrijven dat profiteert van GLB-investeringssteun die bijdraagt aan de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering, en aan de productie van nieuwe energie of biomaterialen;

  • -

    R.26 Investeringen in verband met natuurlijke hulpbronnen: Aandeel van landbouwbedrijven die profiteren van productieve en niet-productieve investeringssteun van het GLB in verband met de zorg voor de natuurlijke hulpbronnen;

  • -

    R.32 Investeringen in verband met biodiversiteit: Aandeel van landbouwbedrijven dat profiteert van investeringssteun van het GLB dat bijdraagt aan biodiversiteit;

Landbouwbeleid provincie Utrecht

 

De provincie Utrecht streeft naar een maatschappelijk gewaardeerde én duurzame landbouw. Een landbouw die circulair en natuurinclusief is en zeker ook economisch rendabel: een landbouw met perspectief. Een duidelijk (ontwikkel)perspectief voor individuele agrariërs is een belangrijke sleutel om de doelen op het gebied van natuur, water en klimaat te kunnen halen (Het provinciaal landbouwbeleid is beschreven in de Landbouwvisie 2018, Landbouw met Perspectief, en in de bijbehorende Samenwerkingsagenda Landbouw 2019).

 

Onder ‘Natuurinclusieve kringlooplandbouw’ verstaan wij: landbouw die de natuur spaart (minder emissies), werkt met natuur en natuur produceert. Daarmee worden circulaire landbouw (minder emissies, efficiënt gebruik natuurlijke hulpbronnen) en klimaatneutrale landbouw (minder broeikasgassen, adaptatie) verbonden met natuurinclusieve landbouw.

 

De openstelling productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn maakt het voor landbouwers mogelijk om door middel van het investeren in fysieke maatregelen bij te dragen aan de Utrechtse doelen als natuurinclusieve kringlooplandbouw.

 

Aanvraagprocedure en benodigde documenten

Om in aanmerking te komen voor subsidie op basis van dit openstellingsbesluit moet er een subsidie aanvraag worden ingediend via het online portal van RVO. De link naar het online aanvraagportal wordt enkele dagen voor de openstelling bekend gemaakt via de website van de Provincie Utrecht. Om uw aanvraag te kunnen doen is E-herkenning 3+ benodigd.

 

Bij de aanvraag moeten verschillende verplichte bijlagen worden meegestuurd, waaronder een volledig ingevuld format begroting en een onderbouwing van de kosten. Ook kunnen er één of meerdere bijlagen verplicht zijn in uw situatie, zoals een volledig ingevulde MKB-verklaring of een vergunning, indien deze noodzakelijk is voor het uitvoeren van het project.

 

Na afronding van het project is er 13 weken de tijd om een vaststellingsverzoek in te dienen in het online portal. De eisen welke daaraan worden gesteld zijn uitgewerkt in de toelichting van artikel 9.

 

  • II.

    Artikelsgewijs

Hierna volgt een nadere toelichting bij de artikelen uit paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Verordening die van toepassing zijn op voorliggend openstellingsbesluit.

 

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Op basis van de investeringslijst in de bijlage van het openstellingsbesluit kan aangegeven worden voor welke investeringen in welke investeringscategorieën subsidie wordt aangevraagd. Alleen investeringen die direct aansluiten bij de voorwaarden en omschrijvingen uit de investeringslijst komen voor subsidie in aanmerking.

 

Onder investeringen in bedrijfsmiddelen valt zowel aanschaf als financial lease van bedrijfsmiddelen.

 

Artikel 3 Aanvrager

Subsidie wordt enkel en alleen verstrekt aan landbouwers of samenwerkende landbouwers.

 

Artikel 4 Aanvraagvereisten

In de aanvraag om subsidie moeten de begrote kosten duidelijk worden gespecificeerd aan de hand van bijvoorbeeld een offerte of kostenspecificatie. Op de offerte dienen de investeringen uitgebreid gespecificeerd te worden zodat vanuit de onderbouwing met de offerte een duidelijke link gelegd kan worden met de aangevinkte investeringscategorie.

Subsidie wordt alleen aan landbouwers verstrekt. Om aan te tonen dat sprake is van een landbouwbedrijf, wordt de inschrijving van het landbouwbedrijf bij de Kamer van Koophandel gecontroleerd. Wanneer de investeringen vergunningplichtig zijn, moet bij de aanvraag een bewijs van aanvraag van de vergunning of het besluit op de vergunningaanvraag worden overlegd. Voor investeringen in stuwen en peilgestuurde drainage dient u voor een vergunning contact op te nemen met uw waterschap.

 

Ten aanzien van artikel 4 lid 3 van dit openstellingsbesluit:

Een voorbeeld van een erkend certificaat is het Skal-certificaat, afgegeven door Skal Biocontrole. Demeter is een voorbeeld van een kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouw.

 

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten kunnen enkel bestaan uit overige kosten (kosten bij derde partijen, ook wel ‘kosten derden’ genoemd) ten behoeve van de voorgenomen investeringen.

In overeenstemming met artikel 2.2.5 van de verordening komen alleen kosten zoals bedoeld in artikel 1.8 onder e van de Verordening voor subsidie in aanmerking. Dit betekent dat géén subsidie wordt verstrekt voor:

  • -

    loonkosten inclusief overheadkosten;

  • -

    de kosten van door een subsidieontvanger verrichte eigen arbeid inclusief overheadkosten;

  • -

    bijdragen in natura in de vorm van door of namens de subsidieontvanger op geld te waarderen inbreng van producten of diensten, waar geen bonnen en betaalbewijzen voor beschikbaar zijn en die voldoen aan de criteria genoemd in artikel 67, eerste lid, van verordening 2021/1060 of

  • -

    afschrijvingskosten als bedoeld in artikel 67, tweede lid, van verordening 2021/1060;

  • -

    Subsidie wordt alleen verstrekt voor andere kosten dan de hiervoor genoemde, onder de voorwaarde dat een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overlegd.

De subsidiabele kosten worden berekend overeenkomstig artikel 1.9a van de Verordening. Dit houdt in dat de begroting op basis van werkelijke kosten wordt opgesteld. De begroting bevat altijd kosten exclusief BTW. Alleen wanneer een aanvrager BTW niet kan verrekenen, kan BTW worden opgevoerd als kosten. Een onderneming kan BTW altijd verrekenen met de belastingdienst, waardoor BTW niet subsidiabel is.

 

Artikel 6 Niet subsidiabele kosten

Deze regeling is gericht op enkel het subsidiëren van nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen voor het landbouwbedrijf. Kosten voor bijvoorbeeld het gebruik of beheer van de investering, bijvoorbeeld een machine, zijn niet subsidiabel. Ook kosten van investeringen die in relatie staan tot energieopwekking die verder gaat dan het eigen gebruik op het landbouwbedrijf, zijn niet subsidiabel (het worden van een (netto)energieleverancier. Een investering ten behoeve van energieopwekking is alleen subsidiabel, indien de energie wordt opgewekt ten behoeve van de eigen landbouwonderneming.

 

Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven komen niet voor op de lijst en vervanging van dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig zijn komt niet voor subsidie in aanmerking. Daarnaast wordt er geen subsidie verstrekt voor de aanschaf van (semi) zelfrijdende werktuigen of tractoren/trekkers. Dergelijke voertuigen zijn voorzien van een motor. Volledig zelfrijdende of autonome werktuigen behoeven geen bestuurder terwijl bij semiautonome werktuigen de bestuurder ondersteund wordt door slimme sensoren, cameratechnieken en systemen.

Ook komen abonnementen op software updates en servicecontracten en apparatuur benodigd voor het aflezen en weergeven van de ICT- en sensortechnieken waaronder computers, laptops, tablets en smartphones niet voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 7 Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt 40% van de kosten van de investeringen wat betekent dat de eigen bijdrage minimaal 60% bedraagt. De subsidie voor investeringen ligt bij verlening tussen € 10.000,- en € 100.000,-.

 

Artikel 8 Weigeringsgronden

De weigeringsgronden zoals beschreven in artikel 1.5 van de Verordening zijn hier van toepassing en onverminderd het bepaalde in artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt subsidie geheel of gedeeltelijk geweigerd indien:

  • 1.

    door aanvrager voor dezelfde activiteiten reeds subsidie is aangevraagd in dezelfde aanvraagperiode;

  • 2.

    voor dezelfde activiteiten en subsidiabele kosten op grond van enige regeling reeds subsidie is verstrekt tot het op grond van deze regeling toegestane maximale subsidiepercentage of -bedrag;

  • 3.

    de activiteiten niet overwegend plaatsvinden in provincie Utrecht, tenzij de activiteiten of de resultaten ervan aantoonbaar ten goede komen aan ingezetenen van provincie Utrecht, of de activiteiten of de resultaten daarvan aantoonbaar op enigerlei wijze het belang van de provincie Utrecht dienen;

  • 4.

    in het opstellingsbesluit de benodigde nationale overheidsfinanciering als bedoeld in artikel 1.4, niet of niet volledig beschikbaar is gesteld en de aanvraag niet voorzien is van een bijdrageverklaring of een subsidiebeschikking voor de benodigde resterende nationale overheidsfinanciering;

  • 5.

    de aanvrager een onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in de relevante voorschriften inzake staatssteun van de Europese Unie;

  • 6.

    ten aanzien van de subsidieaanvrager een uitstaand bevel tot terugvordering bestaat, volgend op een eerdere beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard;

  • 7.

    de activiteiten een voorziene negatieve uitwerking hebben op het dierenwelzijn van landbouwhuisdieren, te weten dieren die in het kader van de uitoefening van een landbouwbedrijf worden gehouden in verband met de productie van bijvoorbeeld melk, vlees, wol, veren of eieren of in verband met het berijden van dieren;

  • 8.

    de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag op de uiterste datum van indiening;

  • 9.

    reeds gestart is met de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, voordat de aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 9 Selectie en rangschikking

In de investeringslijst staat per investering het puntenaantal die kan worden behaald. Naast de punten die in de investeringslijst staan genoemd worden aan landbouwers met een biologische bedrijfsvoering en landbouwers die omschakelen naar biologische landbouw een extra punt toegekend. Indien de aanvraag wordt gedaan door een samenwerkingsverband met landbouwers wordt er per samenwerkingsverband één extra punt toegekend wanneer een of meer landbouwers biologische bedrijfsvoering hebben of omschakelen naar biologische landbouw. Dit extra punt wordt opgeteld bij het puntenaantal bij betreffende investering in de investeringslijst.

 

Na sluiting van de indieningstermijn worden alle tijdig ontvangen aanvragen op basis van deze punten gerangschikt. Aanvragen worden op volgorde van de rangschikking gehonoreerd. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben gekregen en de som van de aangevraagde bedragen dusdanig is dat het subsidieplafond wordt overschreden wordt de rangschikking, en daarmee de selectie, van de aanvragen bepaald door loting.

 

Artikel 10 Voorschot en deelbetalingen

Gedeputeerde Staten verstrekken geen voorschot of deelbetaling.

 

Artikel 11 Verplichtingen

Binnen een jaar na subsidietoekenning moet het investeringsplan zijn uitgevoerd en de kosten van de investeringen gemaakt zijn. Vanaf het moment van indienen van de aanvraag mag al gestart worden met het doen van investeringen. Uitbetaling van de subsidie vindt plaats op basis van het overleggen van een prestatieverklaring, een bewijs waaruit blijkt dat de investeringen ook daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Subsidieverstrekking vindt plaats in de vorm van een vast bedrag.

Bijlage: Investeringslijst bij het Openstellingsbesluit GLB Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn provincie Utrecht 2025

Water

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Regelbare drainage

Subsidiabel:

De aanschaf en aanleg van:

  • Regelbare drainage

  • De aanpassing van bestaande drainage met een extra ontluchtingsdrain, waardoor deze regelbaar wordt

R9/R16/R26

18

2

Stuwen

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Waterconserveringsstuw

  • Knijpstuw

  • Zoete stuw

R9/R16/R26

17

3

Ondergrondse waterberging

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Voorzieningen voor ondergrondse wateropslag, waaronder freshmaker, kreekrug- infiltratiesystemen en diepdraininfiltratie

R9/R16/R26

18

4

Materieel voor bewerking van percelen gericht op vermindering perceelafspoeling

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Drempelmachine voor ruggenteelten

  • Wafeltjesmachine

R9/R16

18

5

Waterbesparende precisieberegening en irrigatie

Subsidiabel

De aanschaf en aanleg van:

  • Dripirrigatie/druppelslangen, inclusief besturing voor beregening/irrigatie en fertigatiesystemen

  • Aanschaf vlaksproeiers (alleen in combinatie met beregeningsbomen)

  • Aanschaf beregeningsboom

  • RWS (Root Watering System)

  • Sub-surface druppelirrigatie

  • Flippers en vernevelaars

  • Laagvolume sproeier ten behoeve van nachtvorstbestrijding

  • Elektrische aansturing van deze beregeningsbevloeiingsapparatuur

  • Debietmeter voor pomp + telemetrie ten behoeve van het gebruik van bovenstaande investeringen

  • Software voor alle soorten sensor-gestuurde irrigatie, in combinatie met bovenstaande investeringen

Niet subsidiabel

  • Reguliere beregeningshaspels, inclusief slang

  • Pompen

  • Aggregaat

  • Sproeibomen voor gewasbescherming

  • Reservoir voor opslag van beregeningswater/bevloeiingswater

R9/R16/R26

18

6

Waterbeheervoorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling bij een veehouderij of door afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Overdekte of onoverdekte verharde, vloeistofdichte vul- en wasplaats voor spuitmachines, inclusief een voorziening voor opvang en opslag en zuivering of verdamping van waswater.

  • Een vloeistofdicht biologisch zuiveringssysteem of de aanschaf van zuiveringssystemen die werken op basis van ozon of UV voor het zuiveren van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Systemen voor de verdamping van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Aanleg en inrichting van een erf waarbij erfwater wordt opgevangen voor afvoer of verwerking middels zuiveren of verdampen voor een gesloten erf voor gewasbeschermingsmiddelen.

  • Kistenwasser, inclusief opvang restwater voor afvoer of verwerking middels zuiveren of verdampen.

  • Een waterdichte opvangput waarmee verontreinigd afvalwater van het bedrijf gescheiden blijft van regulier rioolsysteem, inclusief de buizen, goten, richels voor afvoer

  • Aanvullende erf-en zuiveringsvoorzieningen voor de bollenteelt met spoelwater

  • Helofytenfilter voor het zuiveren afspoelend water van het erf of voor gebruik in de erfsloot

  • Opvang- en afvoersysteem van perssappen onder sleufsilo’s

Niet subsidiabel

  • Systemen voor het lozen van drain- of afvalwater vanuit kassen

  • Overkapping voor een voederopslag

  • Overkapping voor een mestopslag

  • Kosten voor herinrichting van het erf

  • Erfverharding welke niet noodzakelijk is voor bovenstaande investeringen

  • Hemelwatersysteem waaronder dakgoten, buizen voor afvoer en reguliere riolering

  • Kuilplaten

  • Installaties of machines voor opvang van perssap of percolaat indien een overloopvoorziening is of wordt aangebracht naar het reguliere riool, de bodem of het oppervlaktewater.

R26

16

7

Bovengrondse wateropvang (inclusief hemelwateropvang)

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Waterbassins en silo’s ten behoeve van hemelwateropvang inclusief bijbehorende pijpleidingen en voorzieningen ten behoeve van de opvang van hemelwater van daken.

  • Bijbehorende kosten voor, hekwerk, taludbescherming, graafwerk en de aanleg van een opvangput voor hemelwater dat gebruikt wordt voor het verdund uitrijden van mest.

R9/R16/R26

17

8

EC meters en monitoringssensoren

Subsidiabel:

Aanschaf en aanleg van:

  • EC meters en monitoringssystemen voor het bepalen van vocht-, zuur- en zoutgehalte

  • Continuemeters

  • Grondwatermeters

  • Oppervlaktewatermeters bij beregening uit oppervlaktewaters

  • Penetrometers

  • PH meters

  • Vochtsensoren

  • Monitoringssensoren voor nitraat en fosfaat voor zowel bodem als oppervlaktewater

R9/R16/R32

18

Biodiversiteit en biologische bestrijding

Categorie

Investering

Wel/niet subdiabel

R-indicator

Punten

1

Autonome en semi-autonome niet-chemische bestrijding

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Autonome en Semi-autonome systemen die ziekten/plagen/onkruiden herkennen en op duurzame wijze bestrijden in het veld

    • Thermisch

    • Mechanisch

    • Laser

    • Elektrisch

  • Systemen ten behoeve van niet-chemische bestrijding van schadelijke insecten

Niet subsidiabel

  • Sorteermachines

R9/R32

17

2

Strokenteelt en vaste rijpaden

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Zaaimachines voor inzaaien voor "ondergewassen" zoals gras bij mais

  • Strokenfrees of strokenploeg

  • Zaai- en oogstmachines of andere aangepaste machines voor gewasmanagement, zoals onkruidbestrijding

  • Machines, hulpmiddelen of aanpassingskosten voor het overschakelen op een teeltsysteem met een vaste werkbreedte

  • Aanpassing van machines voor het werken met vaste rijpaden waarbij onbereden bedden ontstaan

  • Zelfrijdende machines voor strokenteelt

  • GPS/GIS of aanpassingen aan de apparatuur in combinatie met bovenstaande investeringen

R9/R26/R32

17

3

Agroforestry

Omschrijving

Teelt van houtige gewassen (bomen en struiken) gecombineerd met veeteelt, groenteteelt of akkerbouw op hetzelfde perceel landbouwgrond. De houtige gewassen zijn bedoeld voor de productie van fruit, noten of bessen.

 

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg/aanplant van:

  • Aangepaste machines voor gewasmanagement van houtige gewassen die gecombineerd worden met akkerbouw, groenteteelt of grasland (voor veehouderij), waaronder oogstmachines, snoeimachines en materiaal voor boombescherming

  • Plantgoed van houtige, meerjarige gewassen (bomen en struiken) ten behoeve van fruit- of nootproductie van het bedrijf die bewust gemengd worden met akkerbouw, groenteteelt of grasland (voor veehouderij) op hetzelfde landbouwperceel

  • Plantgoed van houtige, meerjarige gewassen (bomen en struiken) ten behoeve van een perceel voedselbos op landbouwgrond (gewascode 1940), waarbij bomen en struiken voor eetbare producten zorgen

  • Bomen, struiken en windsingels op bouwland.

  • Voederhaag en voederbomen.

  • Kosten voor grondbewerking, aanplant/inzaaien ondergroei van boomstroken en boombescherming.

Niet subsidiabel

  • Aanplant van houtige, meerjarige gewassen, bomen en struiken, ten behoeve van kweekgoed (o.a. kerstbomen).

  • Bomen met als enkel doel hakhout.

  • Snelgroeiende bomen voor energieproductie (biomassa).

  • Niet meer dan 100 bomen/ha en niet meer dan 40% van de oppervlakte van het landbouwperceel mag struiken van éénzelfde teelt bevatten.

R16/R17/R32

18

4

Vermindering bodemverdichting door brede banden en rupsbanden

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Rupsbanden voor onder tractor of zelfrijdende oogstmachine

  • Luchtdrukwisselsystemen met een zodanige capaciteit dat de banden binnen 5 minuten op 2 bar kunnen worden gebracht in combinatie met maximaal vier VF banden per aangeschaft systeem

R9/R26/R32

14

5

Onkruid-, plaag- en ziektebestrijding

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Een machine waarmee ziekten, plagen of onkruiden mechanisch of met laser in het veld worden bestreden op basis van plaatsspecifieke waarneming

  • Camera besturing voor bestaande schoffelwerktuigen

  • Schoffeltuig

  • Mechanische loofsnijder of mechanische wortelsnijder of looftrekker

  • Vinger- of torsiewieders en wiedeggen

  • Maaiers voor paden in de fruitteelt

  • Doorzaaimachine voor blijvend grasland

  • Weed seed crusher

R9/R26/R32

15

6

Verwerken bedrijfsgewassen tot krachtvoer en/of meststoffen

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Machines of installaties om producten mee te bewerken zoals malen, pletten en snijden.

  • Toepassingen om (gras)klaver te verwerken zodat deze bruikbaar is als kunstmest- en krachtvoervervanger, op voorwaarde dat dit gebeurt met hernieuwbare energie (bijvoorbeeld drogen, persen, pelleteren en opslaan).

Niet subsidiabel

  • Voermengwagen of machines voor het uitkuilen of verwerken van ruwvoer.

  • Opslag zoals sleufsilo’s en kuilplaten en silo’s machines of systemen om krachtvoer te verstrekken.

  • Maïshakselaars en combines.

Opmerking

  • Alleen machines voor eerstegraad bewerking zijn subsidiabel

R9/R26

18

7

Verwerken en toepassen van organisch restmateriaal

Omschrijving

Investeringen die specifiek bedoeld zijn voor de verwerking van organisch restmateriaal met als doel het verhogen van bodemkwaliteit, zoals materieel voor het maaien en ophalen van slootkanten, het verwerken en toepassen van gewasresten, maaisel van slootkanten, bermen of natuurterreinen, slootbagger of compost hiervan.

 

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Machines en werktuigen voor het inwerken, mulchen of onderwerken van gewasresten, ruige mest, vaste mest en groenbemester met behulp van schijven(eg), rollen, tanden of snijders.

  • Eco-ploeg waarmee op 15 cm diep geploegd kan worden.

  • Materiaal om specifiek voor het maaien van slootkanten maaisel op de kant te kunnen deponeren en ophalen voor verdere verwerking

  • Maai/blaas systemen voor het maaien van slootkanten

  • Materieel voor het verwerken van organisch restmaterieel zoals compostverwerkers.

  • Baggerspuit voor het verspreiden van slootbagger over het perceel.

  • Lekvrije, emissie reducerende opslagplaatsen voor compost, champost en bokashi voor langere termijn (meer dan 9 maanden)

  • Werktuigen voor het snijden of hakselen en gelijkmatig uitstrooien van beheergras, bermmaaisel, slootmaaisel of gewasresten over landbouwgrond

  • GPS in combinatie met één van bovenstaande investeringen

  • Wildredder in combinatie met één van bovenstaande systemen/werktuigen

Niet subsidiabel

  • Mestverwerkingsinstallaties

  • Reguliere grasmaaiers

  • Afleverkosten en abonnementen.

  • Kiepwagens, silagewagens en opraapwagens

R9/R26/R32

18

Energie en klimaat

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Machines of werktuigen met elektrische of waterstof aandrijving gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten

Subsidiabel

Aanschaf en/of aanleg van:

  • Mobiele machines bestemd voor het verrichten van werkzaamheden in de land- en tuinbouw, waarbij de aandrijving is voorzien van een elektromotor en voor de opslag van energie één of meerdere accu’s worden toegepast

  • Volledig elektrisch aangedreven tractoren en volledig elektrisch aangedreven zelfrijdende zaai-, bewerkings- en oogstmachines zoals combines of aardappelrooiers

  • Elektrische automatische voermachine / volledig elektrisch aangedreven voertuigen en machines voor ruwvoerverstrekking

  • Op waterstof aangedreven machines/werktuigen gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten

  • Oplaadpunt voor elektrisch aangedreven mobiele machines, bestemd voor het verrichten van landbouwactiviteiten, voor het elektrisch laden van accu’s van eigen elektrisch aangedreven mobiele machines die zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving, waarbij het oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein

  • Een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem, een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een stekkerherkenningssysteem

  • Oplaadpunten en -systeem voor waterstof aangedreven machines

Niet subsidiabel

  • Elektrische auto’s, fietsen of andere vervoersmiddelen voor personen

  • Mest – en voerschuiven

  • Heftrucks, shovels, hoogwerkers en grasmaaiers

  • PV-systemen (zonnepanelen, fotovoltaïsch)

R9/R16

12

2

Aanpassing klimaatverandering

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Nachtvorst propeller

  • Anti hagelgeneratiesystemen

  • Hagelnetten

  • Regenkappen

  • Parasols ter voorkoming van zonnebrand bij fruitteelt

  • Insectengaas

R9/R16

18

3

Duurzame energie en warmtewinning

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Accusysteem voor de opslag van eigen opgewekte zonne- of windenergie

  • Temperatuurregulatie in bedrijfsgebouwen niet zijnde bedrijfswoningen door warmtewisselaars, warmtepompen of aardwarmtesystemen

  • Kleinschalige wind turbines, met een ashoogte tot maximaal 15 meter en een vermogen tot maximaal 20 kW.

  • Een kleine electrolyser om zelf met duurzame energie waterstof te maken.

  • Slow fill installatie voor waterstof

  • Lichtdoorlatende zonnepanelen geïntegreerd in de teelt

Niet-subsidiabel

  • Temperatuurregulatie voor bedrijfswoningen

  • Zonnepanelen voor bedrijfsgebouwen

R9/R16

17

4

Vergistingsinstallaties voor plantaardig materiaal

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Vergistingsinstallatie voor plantaardig materiaal

  • Bijbehorende verwerkingsinstallaties voor de verdere verwerking zodat de afzetmogelijkheden van het eindproduct worden vergroot (alleen in combinatie met aanschaf van een vergistingsinstallatie)

Niet subsidiabel

  • Mestvergistingsinstallaties

R9/R16

18

Veehouderij

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Comfortabele ligplaatsen voor melkrundveehouderij (incl. vrouwelijk jongvee)

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Een mat, matras, waterbed, gelmatras voor koeien om op te rusten met voldoende indrukbaarheid conform DLG test (uitslag: blijvende elasticiteit ≥ 15 mm indrukking bij een belasting van 2000N per 75 cm2 of DLG test goed (++)).

  • Een diepstrooiselbox: dik ingestrooide ligbox met zaagsel, stro, zand of ander organisch materiaal, met uitzondering van dikke fractie uit mestscheiders. Met strooiselkering aan voor- en achterzijde van de box van minimaal 15 cm hoog, gemeten loodrecht vanaf de bodem. Indien boxen in een dubbele rij liggen en aan de kopkant op elkaar aansluiten dan is daar geen strooiselkering vereist.

  • Een combinatie van mat of matras met diepstrooisel, waarbij indrukbaarheid mat/matras conform DLG test met uitslag goed (+) de hoogte strooiselkering loodrecht gemeten vanaf bovenkant mat/matras 8 cm.

Niet subsidiabel

  • Alle andere varianten op rustmogelijkheden voor dieren

  • De stal of plek waar de matrassen of waterbedden in komen

R9/R44

18

2

Digitale voorzieningen voor weidegang

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Systemen ten behoeve van weidegang die diergerelateerde zaken kunnen registreren en monitoren

  • Trackers via een oormerk of band

  • Automatische weide-selectiepoorten voor toegang richting de weide

  • Aanschaf van software behorend bij een selectiepoort en/of GPS systeem

R9/R44

18

3

Mestverwerkingssystemen

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • monomestvergisters met een maximale omvang van 25.000m3 mest

  • Alle mestverwerkingsinstallaties al dan niet in combinatie met een monomestvergistingsinstallatie voor de verdere verwerking van de vergiste mest tot een hoogwaardige meststof zoals compost, korrels, vloeibare stikstofhoudende kunstmeststoffen.

  • Installaties voor het drogen, opschonen en comprimeren van het gas uit eigen installatie

  • Installaties voor het opslaan van gecomprimeerd biogas uit eigen installatie in flessen/containers voor mobiel transport, ten bate van eigen gebruik.

Niet subsidiabel

  • Een aansluiting op een mestscheidingsinstallatie.

Opmerkingen

  • Aanvragers komen slechts in aanmerking voor subsidie voor indien er niet ook een verleningsbeschikking is ontvangen voor de SDE++ regeling.

R9/R16/R26

16

4

Mestscheidingsinstallaties

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Mechanische mestscheidingsapparatuur zodat de ruwe mest door de mechanische bewerking wordt gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie.

R9/R26

18

5

Niet digitale voorzieningen voor weidegang voor graasdieren

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Een oversteekplaats zoals een koetunnel

  • Veeroosters

  • Mobiele melkrobot en mobiele melksystemen

  • Schuilmogelijkheden

  • Voorzieningen ter voorkoming van hittestress

  • Voorzieningen voor het beschermen van vee tegen wolven

Niet subsidiabel

  • Kavel- en koepaden

R9/R44

18

6

Stalklimaat

Subsidiabel

Aanschaf en aanlegvan:

  • Koelsystemen voor dieren; water mistvernevelsystemen en airco

  • Automatisch gecontroleerde natuurlijke ventilatie (ACNV)

  • Voor kraamstal zeug en biggen: Directe warmtebron, infrarood paneel, vloerverwarming en/of (vloer)koeling voor zeugen

  • Voor pluimvee: Infraroodpanelen en/of vloerverwarming voor het verwarmen van jonge kuikens

  • Voor pluimvee en varkens: Daglichtvoorzieningen die minstens 2% van het vloeroppervlak beslaan met lichtdoorlatende wand-of dakplaten

Niet subsidiabel:

  • Elektrische stalverlichting

R9/R16/R44

17

7

Brongerichte maatregelen en emissiearme stalsystemen varkenshouderij

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Dagontmestingsystemen (dagelijkse verwijdering van mest) met een mestband/mestschuif onder de roosters of die spoelen met mest of ammoniakarme vloeistof

  • Mestpan met mestkanaal met koelsysteem en waterkanaal onder het kraamhok

Niet subsidiabel:

  • Sloopkosten bestaande systemen

  • Systemen zonder emissie factor

Opmerking

Alleen subsidiabel zijn systemen die aan de maximale emissiewaarden voldoen per 1/1/2020 en voor IPCC bedrijven:

  • Gespeende biggen – 0,21 kg NH3 per dierplaats per jaar (HD1.11)

  • Kraamzeugen – 2,5 kg NH3 per dierplaats per jaar (HD2.13)

  • Guste en drachtige zeugen – 1,3 kg NH3 per dierplaats per jaar (HD3.10)

  • Vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking ( HD5.14)

R9/R26/R44

18

8

Gedeeltelijk dichte vloer in hokken voor biggenopfok

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Minimaal 40% van de totale vloeroppervlakte met een dichte kunststof vloer voor biggenopfok

R9/R44

18

9

Technieken die uitkomst van eieren in vleeskuikenstallen mogelijk maken

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Systemen voor uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens met aparte vervolghuisvesting welke voldoen aan specificaties AP4

Niet subsidiabel

  • Bouw en verbouw van overige stalonderdelen.

R9/R44

16

10

Vrijloopkraamhokken zeugen

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Vrijloopkraamhokken voor zeugen in plaats van gangbare huisvesting van kraamboxen.

R9/R44

18

11

Emissiearme vloeren voor stallen melkveehouderij en vleeskalverhouderij

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Vloerdelen en bijbehorende technieken van emissiearme stalsystemen HA1.38en HA1.35

Niet subsidiabel

  • Fundering waarop vloer ligt

  • Mestkelder

  • Muren en dak stal

  • Mestkanaal

  • Sloopkosten oude vloer

R9/R44

13

12

Gekartelde schoftboom en roterende koeborstel

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Gekartelde schoftboom inclusief bevestigingsmateriaal zoals beugelklemmen e.d.

  • Roterende koeborstel

Niet subsidiabel

  • Overige kosten voor onderdelen van ligboxafscheidingen, zoals de ligboxen zelf

  • Niet roterende koeborstel, bijvoorbeeld met een spiraalveer

R9/R44

18

Precisielandbouw

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Groei- en Oogstmonitoring

Subsidiabel

Aanschaf en aanlegvan:

  • Digitale systemen ten behoeve van inzicht in oogstvariabelen, groeivariabelen (akkerbouw) en grasoogst (veehouderij)

  • Digitale systemen voor plaatsspecifieke opbrengstmetingen

  • Digitale systemen om de groei te monitoren, bijvoorbeeld door het gebruik van satelliet- of drones om data te verzamelen

R9/R26/R31

18

2

Precisiebemesting

Subsidiabel

Aanschaf en aanleg van:

  • Systemen die plaatsspecifiek vloeibare stikstofhoudende (kunst)meststoffen in de bodem kunnen toepassen.

  • Systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen aan het gewas (fertigatie)

  • Systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt doorvertaald in het doseren van de meststoffen

  • Systemen voor rijenbemesting met dierlijke mest

  • Systemen voor het digitaal meten van opbrengsten voor opbrengstkaarten ten behoeve van plaats specifieke teeltoptimalisatie

  • GPS/GIS apparatuur, inclusief bodemkaart voor bovenstaande systemen (alleen in combinatie met aanschaf van bovenstaande systemen)

Niet subsidiabel

  • Zodenbemester

R9/R26/R32

18

3

Precisiegewasbescherming

Subsidiabel

Aanschaf van:

  • Spuitmachine bestemd voor het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen aan gewassen in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit- of vollegrondsteelt, of bedekte teelt waarbij het ontstaan van restvloeistof in de spuittank wordt voorkomen of met ten minste 50% wordt gereduceerd

  • Machine bestemd voor plaatsspecifieke bestrijding van ziekten, plagen of onkruiden in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegrondsteelt of bedekte teelt zonder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen

  • Spuitmachine met driftreducerende technieken, zoals driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning, luchtvloeistofmengsystemen sleepdoektechniek waardoor minimaal 95% driftreductie wordt bereikt.

  • Spuitmachine met volumereducerende technieken

  • Een spuitmachine met volledig gescheiden vloeistofsystemen voor schoon water en spuitvloeistof

  • Een spuitmachine waarbij de gewasbeschermingsmiddelen op het laatste moment voor het spuiten op het gewas in de spuitleiding vermengd worden door een selectieve doseringseenheid

  • Driftreducerende technieken, zoals driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning, luchtvloeistofmengsystemen voor een bestaande spuitmachine die zorgen voor minimaal 95% driftreductie.

  • Systemen die op basis een taakkaart kunnen spuiten, eventueel in combinatie met PWM doppen (pulse width modulation)

  • Spotspray toepassingen: herkenning van onkruid met behulp van camera’s waarna alleen het onkruid bespoten wordt (sterke middelreductie)

Niet subsidiabel

  • Kosten voor gebruik van drift reducerende additieven

Opmerkingen

  • Het percentage restvloeistofreductie of driftreductie moet worden vermeld op de offerte.

R9/R26/R32

17

Naar boven