Openstellingsbesluit subsidie voorbereiding samenwerking integrale gebiedsontwikkeling

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Gelet op de artikelen 1.2 en 2.6.1, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Holland 2023-2027;

 

Besluiten:

 

  • I.

    Gedeputeerde staten stellen open Hoofdstuk 2, paragraaf 6, Samenwerking integrale gebiedsontwikkeling, het onderdeel voorbereiding voor de periode 19 februari 2025 om 9.00 uur, tot en met 30 april 2025 om 17:00 uur.

  • II.

    Gedeputeerde staten stellen voor de onder I. genoemde periode het subsidieplafond ten behoeve van de maatregel vast op € 400.000,-

    De middelen zijn voor 43% afkomstig uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en 57% provinciale middelen.

Gedeputeerde staten stellen de volgende nadere regels vast:

 

Openstellingsbesluit subsidie voorbereiding samenwerking integrale gebiedsontwikkeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Uitvoeringsregeling: Uitvoeringsregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Holland 2023-2027:

  • Verordening 2021/2115: Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PbEU 2021, L 435).

Artikel 2 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    In afwijking van artikel 2.6.1 van de Uitvoeringsregeling kan subsidie uitsluitend worden verstrekt voor het voorbereiden en oprichten van een samenwerkingsverband, het formuleren van een gebiedsopgave en de uitwerking daarvan in een integraal gebiedsplan.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt als de activiteit betrekking heeft op ten minste één van de volgende doelen:

    • a.

      bijdragen aan de beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering, onder meer door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, de koolstofvastlegging te verbeteren of duurzame energie te bevorderen;

    • b.

      bevorderen van de duurzame ontwikkeling of het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door de afhankelijkheid van chemische middelen te verkleinen;

    • c.

      bijdragen aan het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, tot versterking van ecosysteemdiensten en de instandhouding van habitats en landschappen.

Artikel 3 Aanvrager

Overeenkomstig artikel 2.6.3, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling wordt de subsidie verstrekt aan de initiatiefnemer van een samenwerkingsverband in oprichting.

Artikel 4 Aanvraagvereisten

Onverminderd artikel 1.6 van de Uitvoeringsregeling bevat een aanvraag om subsidie:

  • a.

    een korte beschrijving van het beoogde gebied, de uitdagingen waar het gebied voor staat en een visie voor de beoogde bijdrage aan de doelen op het gebied van klimaat, water, bodem, lucht of biodiversiteit;

  • b.

    een korte beschrijving van de organisatiestructuur van het beoogde samenwerkingsverband waaronder de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partners om tot een integraal gebiedsplan te komen;

  • c.

    een beschrijving van welke mogelijke tegenstrijdige effecten bij de uitvoering van het integrale gebiedsplan zouden kunnen optreden en welke beheermaatregelen worden genomen om deze effecten te voorkomen; en

  • d.

    een uitwerking van de beoogde activiteiten voor kennisverspreiding met gebruik van de hiertoe geëigende netwerken, waaronder het nationale en Europese EIP-netwerk, bedoeld in artikel 127 van Verordening 2021/2115.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Onverminderd artikel 1.5 van de Uitvoeringsregeling wordt subsidie geweigerd indien de aanvraag wordt gedaan door een reeds bestaand samenwerkingsverband.

Artikel 6 Hoogte subsidie

De subsidie voor activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000,-.

Artikel 7 Selectiecriteria

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden door een adviescommissie als bedoeld in artikel 1.13 van de Uitvoeringsregeling geselecteerd en gerangschikt op basis van de volgende selectiecriteria en wegingsfactoren:

  •  

    Selectiecriterium

    Wegings-factor

    Te behalen punten

    Maximum per criterium

    a

    Mate waarin de aanvrager in staat is een gebiedsplan op te stellen in relatie tot de opgave van het gebied

    2

    0-5

    10

    b

    Mate waarin de aanvrager in staat is het samenwerkingsverband te organiseren

    2

    0-5

    10

    c

    De voorgenomen organisatie en samenstelling van het samenwerkingsverband

    1

    0-5

    5

    d

    De haalbaarheid van de activiteiten

    1

    0-5

    5

    Maximumaantal te behalen punten

    30

  • 2.

    Overeenkomstig artikel 1.12, vierde lid, van de Uitvoeringregeling wordt een aanvraag geweigerd indien de aanvraag minder 18 punten heeft behaald.

Artikel 8 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt worden 18 maanden na verlening van de subsidie afgerond en uiterlijk op 31 december 2028.

  • 2.

    Het verzoek tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend vóór 1 april 2029.

  • 3.

    Overeenkomstig artikel 2.6.11 en in aanvulling op artikel 1.15 van de Uitvoeringsregeling is de subsidieontvanger verplicht om de opgedane kennis en resultaten van het project gedurende de uitvoering van het project openbaar te maken via het Nationale en Europese EIP-netwerk, bedoeld in artikel 127 van Verordening 2021/2115 en andere geëigende netwerken.

Artikel 9 Subsidiearrangement

  • 1.

    De regels inzake subsidie op basis van arrangement 2, bedoeld in artikel 1.7, eerste lid, onder b, artikel 1.18, tweede lid en artikel 1.20 van de Uitvoeringsregeling zijn van toepassing.

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van het overleggen van een gebiedsplan en een uitwerking van het beoogde samenwerkingsverband.

Artikel 10 Bevoorschotting en deelbetalingen

  • 1.

    Een voorschot bedraagt ten hoogste 50% van de verleende subsidie.

  • 2.

    Er worden geen deelbetalingen verstrekt.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    Dit besluit vervalt op 1 april 2029.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit subsidie voorbereiding samenwerking integrale gebiedsontwikkeling

Haarlem, 10 december 2024

Gedeputeerde staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk, voorzitter

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris

BIJLAGE

 

I. Algemeen

De uitvoeringsregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Holland 2023-2027 vormt de basis voor het verstrekken van NSP-subsidies door Noord-Holland. NSP staat voor Nationaal Strategisch Plan, dit is de Nederlandse invulling van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Dit openstellingsbesluit moet in samenhang gelezen worden met de Uitvoeringsregeling Europese Landbouwsubsidies Noord-Holland 2023-2027, paragraaf 6. Daarnaast zijn de algemene bepalingen uit hoofdstuk 1 en de slotbepalingen uit hoofdstuk 3 van de uitvoeringsregeling ook van toepassing op een aanvraag.

 

Agrariërs en andere gebiedspartners worden middels deze subsidieregeling uitgenodigd en gefaciliteerd om met elkaar de gebiedsopgaven in kaart te brengen en een plan van aanpak op te stellen voor de realisatie van de doelen op het gebied van klimaat, water en biodiversiteit. Voor de uitvoering van het gebiedsplan is een aparte regeling beschikbaar. De verwachting is dat door de partners in het gebied zelf aan het roer te zetten in de versterking van hun gebied op de doelen klimaat, water en biodiversiteit, sneller verbetering in het gebied wordt gerealiseerd dan wanneer individuele gebiedspartners afzonderlijk subsidie voor acties aanvragen en uitvoeren, of wanneer van bovenaf regels worden opgelegd. Door deze aanpak worden agrarisch ondernemers en andere gebiedspartijen uitgedaagd om de kansen in hun gebied zelf in kaart te brengen en vervolgens gezamenlijk acties te bedenken en uit te voeren om het gebiedt te versterken.

 

Beleidsdoel

We streven naar een verbetering van de biodiversiteit, minder stikstofuitstoot, een klimaatadaptief en gezond water- en bodemsysteem, een beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering, minder bodemdaling, een sterke en duurzame agrarische sector en een beleefbaar landelijk gebied. Het is een pré als gebiedsplannen bijdragen aan innovatie.

 

II. Artikelsgewijze Toelichting

 

Artikel 2 Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden aangevraagd voor het oprichten van het nieuwe samenwerkingsverband, het (laten) opstellen van een gebiedsplan en de voorbereiding voor het realiseren van het plan. Dit betekent dat na afloop van de activiteit aangetoond moet worden dat er een samenwerkingsverband is opgericht én een plan is opgesteld. De aanvraag kan worden gedaan door een initiatiefnemer namens het beoogde samenwerkingsverband voor het gebied.

 

Subsidie is beschikbaar voor het maken van een gebiedsplan en de vorming van de samenwerking voor een maximaal subsidiebedrag van € 40.000,-.

 

Voorop staat dat in gebiedsplannen de gebiedskoers zich integraal richt op de Europese doelen voor klimaat, water en bodem en biodiversiteit natuur, verduurzaming van de landbouw en aansluit bij het beleid van provincie, waterschap en gemeenten. Daarom zullen desbetreffende overheden direct betrokken of vertegenwoordigd zijn bij de bepaling van de gebiedskoers, de doelen van het gebiedsplan en mogelijk zelf partner zijn in het samenwerkingsverband in het specifieke gebied.

 

Het integrale gebiedsplan hoeft zich ook niet te beperken tot een of meerdere doelen binnen de reikwijdte van het NSP-GLB. Voorstelbaar is dat er een groter gebiedsplan is waarbij het GLB-aandeel één van de onderdelen is in de instrumentenkoffer en in de dekking van de kosten. Dit kan ook een provinciedekkend plan zijn, met een focus op bepaalde integraal samenhangende thema's zoals landbouwstructuurversterking, het waterbeheersing/peilbeheer en groenblauwe dooradering in agrarisch gebeid. In elk plan dienen afwentelingsrisio's in beeld worden gebracht en hoe hiermee wordt omgegaan.

Plannen die provincies, waterschappen, gemeenten, landbouworganisaties hebben buiten het GLB gebruikmakend van andere regelingen en financieringsbronnen zoals omgevingsplannen, DAW kunnen in samenhang met het GLB worden ingezet. Stapeling, paraplu financiering behoort tot de mogelijkheden bij de uitvoering van het gebiedsplan. Er kan niet twee of meermalen subsidie wordt verstrekt voor dezelfde activiteit. Zorgvuldigheid is hierbij van belang.

 

Van het gebiedsplan dat opgesteld wordt tijdens het planproces wordt verwacht dat minimaal een van de volgende onderdelen worden uitgewerkt in het gebiedsplan:

  • a.

    productieve investeringen als bedoeld in artikel 2.2.2 van de Uitvoeringsregeling;

  • b.

    niet productieve investeringen landbouw als bedoeld in artikel 2.3.1 van de Uitvoeringsregeling;

  • c.

    niet productieve investeringen niet landbouw als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Uitvoeringsregeling;

  • d.

    bijeenkomsten voor kennisoverdracht als bedoeld in artikel 2.10.1, eerste lid, onder a van de Uitvoeringsregeling;

  • e.

    voorbereiding en uitvoering van ruilverkaveling (ook wel kavelruil);

  • f.

    ontwikkelen en/of beproeven van innovaties als bedoeld in artikel 2.5.2 van de Uitvoeringsregeling dienend aan de doelen van het gebiedsplan, of

  • g.

    draagvlakontwikkeling en/of samenwerkingsactiviteiten.

Artikel 3 Aanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door een initiatiefnemer van een nieuw samenwerkingsverband om tot een nieuwe samenwerking en een integraal gebiedsplan te komen. In de aanvraag voor deze subsidie kan alvast een toelichting gegeven worden op het beoogde samenwerkingsverband. Initiatiefnemers kunnen zijn: landbouwers, grondeigenaren, grondgebruikers, landbouworganisaties, natuur- en landschapsorganisaties, provincies, waterschappen, gemeenten, en overige natuurlijke- of rechtspersonen.

 

Artikel 4 Aanvraagvereisten

Een aanvraag voor subsidie voor de voorbereiding van een gebiedsplan bevat als bijlage een uitwerking van de volgende elementen:

  • Een korte beschrijving van het beoogde plangebied, de uitdagingen waar het gebied voor staat en een visie voor de beoogde bijdrage aan de doelen op het gebied van klimaat, water, bodem, lucht of biodiversiteit;

  • een korte beschrijving van de proces- en organisatiestructuur van het beoogde samenwerkingsverband waaronder de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partners om tot een integraal gebiedsplan te komen;

  • een beschrijving van welke mogelijke tegenstrijdige effecten (zoals afwentelrisico's) bij de uitvoering van het integrale gebiedsplan zouden kunnen optreden en welke beheermaatregelen worden genomen om deze effecten te voorkomen;

  • een uitwerking van de beoogde activiteiten voor kennisverspreiding met gebruik van de hiertoe geëigende netwerken, waaronder het nationale en Europese EIP-netwerk als bedoeld in artikel 127 van verordening 2021/2115.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Subsidie voor de voorbereidingsfase (het oprichten van nieuwe samenwerkingsverbanden en het laten opstellen van het gebiedsplan) wordt alleen verleend voor nieuwe samenwerkingsverbanden. Wordt de aanvraag ingediend door een al bestaande samenwerking(sverband) dan wordt de subsidie geweigerd.

 

Artikel 6 Hoogte subsidie

De totaal bedrag financiering voor de voorbereidende activiteiten betreft een bedrag van maximaal €40.000 euro dat wordt toegekend aan initiatiefnemers die voldoen aan de subsidiecriteria. De subsidie is bedoeld voor alle kosten t.b.v. het opstellen (of updaten) van het gebiedsplan, het mobiliseren van de partijen uit het gebied en het samenstellen (of actualiseren) van een samenwerkingsverband die de uitvoering van het plan in de volgende fase op zich kan nemen. Het gaat dan vooral om kosten voor het organiseren van bijeenkomsten, studies, adviseurs, communicatie, personeelskosten. Uitgesloten zijn kosten voor uitvoering van het plan.

 

De prestatie is een gebiedsplan, een uitwerking van het beoogde samenwerkingsverband en een begroting van het beoogde project.

 

Artikel 7 Selectiecriteria

Criteria voor het selecteren van subsidieaanvragen voor het voorbereiden van een gebiedsplan:

  • a.

    Is dit de juiste persoon, organisatie om het gebiedsplan op te stellen gezien de gebiedsopgave?

  • b.

    Is dit de juiste persoon, organisatie om de samenwerking tot stand te brengen?

  • c.

    Zijn de organisatie en het beoogde proces van de voorgenomen samenstelling van het samenwerkingsverband toereikend?

  • d.

    Is het gebiedsplan gelet op de ambities en de voorgestelde activiteiten en tijdsplanning haalbaar?

Uitwerking criteria

  • a.

    Is dit de juiste persoon, organisatie om het gebiedsplan op te stellen gezien de gebiedsopgave?

Score

0 punten als er nauwelijks blijk van wordt gegeven hoe een aanvrager voldoende de uitdagingen van het gebied in kaart kan brengen. Het beoogde gebied, de uitdagingen in het gebied en visie op de beoogde bijdrage aan de doelen op het gebied van klimaat, milieu of biodiversiteit zijn nauwelijks omschreven.

 

1 punt: als beperkt wordt omschreven hoe een aanvrager voldoende de uitdagingen van het gebied in kaart kan brengen. Het beoogde gebied, de uitdagingen in het gebied en visie op de beoogde bijdrage aan de doelen op het gebied van klimaat, milieu of biodiversiteit zijn slechts in zeer algemene termen omschreven.

 

2 punten als wordt omschreven hoe een aanvrager de uitdagingen van het gebied in kaart kan brengen met de meest voor de hand liggende partijen in het gebied, noodzakelijk voor de juiste analyses. Het beoogde gebied, de uitdagingen in het gebied en visie op de beoogde bijdrage aan de doelen op het gebied van klimaat, milieu of biodiversiteit zijn beknopt omschreven.

 

3 punten als wordt omschreven hoe een aanvrager de uitdagingen van het gebied in kaart kan brengen met de meest voor de hand liggende partijen in het gebied, noodzakelijk voor de juiste analyses. Het beoogde gebied, de uitdagingen in het gebied en visie op de beoogde bijdrage aan de doelen op het gebied van klimaat, milieu of biodiversiteit zijn redelijk omschreven.

 

4 punten als wordt omschreven hoe een aanvrager de uitdagingen van het gebied in kaart kan brengen met geschikte maar ook onverwachte (geschikte) partijen in het gebied. Het beoogde gebied, de uitdagingen in het gebied en visie op de beoogde bijdrage aan de doelen op het gebied van klimaat, milieu of biodiversiteit zijn duidelijk omschreven.

 

5 punten als wordt omschreven hoe een aanvrager de uitdagingen van het gebied in kaart kan brengen met geschikte maar ook onverwachte (geschikte) partijen in het gebied. Het beoogde gebied, de uitdagingen in het gebied en visie op de beoogde bijdrage aan de doelen op het gebied van klimaat, milieu of biodiversiteit zijn duidelijk omschreven en zoveel als mogelijk feitelijk onderbouwd.

 

  • b.

    Is dit de juiste persoon, organisatie om de samenwerking tot stand te brengen?

    • Heeft de aanvrager voldoende expertise en draagvlak in het gebied (of kan hij daar anderszins over beschikken?)

Score

 

0 punten als er nauwelijks blijk wordt gegeven hoe een aanvrager een potentieel samenwerkingsverband voor de uitvoering van een gebiedsplan bij elkaar kan brengen.

 

1 punt als beperkt wordt omschreven hoe een aanvrager een potentieel samenwerkingsverband voor de uitvoering van een gebiedsplan bij elkaar kan brengen.

 

2 punten als wordt omschreven hoe een aanvrager een potentieel samenwerkingsverband voor de uitvoering van een gebiedsplan bij elkaar kan brengen en enig inzicht geeft op hoe er draagvlak kan worden gecreëerd.

 

3 punten als wordt omschreven hoe een aanvrager een potentieel samenwerkingsverband voor de uitvoering van een gebiedsplan bij elkaar kan brengen en voldoende zicht geeft op hoe er draagvlak kan worden gecreëerd.

 

4 punten als wordt omschreven hoe een aanvrager een potentieel samenwerkingsverband voor de uitvoering van een gebiedsplan bij elkaar kan brengen en goed zicht geeft op hoe er potentieel draagvlak kan worden gecreëerd.

 

5 punten als wordt omschreven hoe een aanvrager een potentieel samenwerkingsverband voor de uitvoering van een gebiedsplan bij elkaar kan brengen en goed zicht geeft hoe er veel potentieel draagvlak kan worden gecreëerd.

 

  • c.

    Zijn de organisatie en het beoogde proces van de voorgenomen samenstelling van het samenwerkingsverband toereikend?

Score

0 punten als nauwelijks inzicht wordt gegeven over de wijze van organisatie en samenstelling van het samenwerkingsverband rondom het uit te voeren gebiedsplan.

 

1 punt als duidelijk wordt omschreven waaruit het beoogde samenwerkingsverband bestaat en hoe de voorgenomen organisatie eruit komt te zien. Het beoogde samenwerkingsverband bestaat enkel uit landbouwers.

2 punten als duidelijk wordt omschreven waaruit het beoogde samenwerkingsverband bestaat en hoe de voorgenomen organisatie eruit komt te zien. Het beoogde samenwerkingsverband bestaat naast landbouwers enkel uit een andere gebiedspartij.

 

3 punten als duidelijk wordt omschreven waaruit het beoogde samenwerkingsverband bestaat en hoe de voorgenomen organisatie eruit komt te zien. Het beoogde samenwerkingsverband bestaat naast landbouwers uit twee andere verschillende gebiedspartijen.

 

4 punten als duidelijk wordt omschreven waaruit het beoogde samenwerkingsverband bestaat en hoe de voorgenomen organisatie eruit komt te zien. Het beoogde samenwerkingsverband bestaat naast landbouwers uit drie andere verschillende gebiedspartijen.

 

5 punten als duidelijk wordt omschreven waaruit het beoogde samenwerkingsverband bestaat en hoe de voorgenomen organisatie eruit komt te zien. Het beoogde samenwerkingsverband bestaat naast landbouwers uit vier andere verschillende gebiedspartijen.

 

  • d.

    Is het gebiedsplan gelet op de ambities en de voorgestelde activiteiten en tijdsplanning haalbaar?

Score

0 punten: De haalbaarheid is niet onderbouwd. Er is geen vertrouwen dat de activiteit kan worden uitgevoerd.

 

1 punt: De haalbaarheid is gering. Er is enig vertrouwen dat de activiteit kan worden uitgevoerd.

 

2 punten: De haalbaarheid is matig. Om de activiteit te kunnen uitvoeren, moet nog aan een aantal voorwaarden worden voldaan, waarbij het nog onzeker is of aan de voorwaarden voldaan kan worden.

 

3 punten: De haalbaarheid is voldoende. De activiteit kan worden uitgevoerd, de risico’s zijn inzichtelijk gemaakt, maar nog niet concreet beheersbaar gemaakt.

 

4 punten: De haalbaarheid is goed. De activiteit kan worden uitgevoerd, de risico’s zijn benoemd en beheersbaar gemaakt.

 

5 punten: De haalbaarheid is zeer goed. De activiteit kan worden uitgevoerd, de risico’s zijn benoemd en beheersbaar gemaakt.

 

Wegingsfactoren

Hieronder wordt weergegeven welke wegingsfactoren bij welk selectiecriterium van toepassing is. Per selectiecriterium kan een score van 0, 1, 2, 3, 4 of 5 punten worden behaald:

 

Selectiecriterium

Wegings-factor

Te behalen punten

Maximum per criterium

a

Mate waarin de aanvrager in staat is een gebiedsplan op te stellen in relatie tot de opgave van het gebied

2

0-5

10

b

Mate waarin de aanvrager in staat is het samenwerkingsverband te organiseren

2

0-5

10

c

De voorgenomen organisatie en samenstelling van het samenwerkingsverband

1

0-5

5

d

De haalbaarheid van de activiteiten

1

0-5

5

Maximumaantal te behalen punten

30

 

Rangschikking van aanvragen

Voor het rangschikking van alle aanvragen geldt dat een individuele aanvraag minimaal 60% van de maximaal te behalen score (18 punten) moet halen.

 

Er is sprake van een tender binnen deze openstelling. Voor de selectie van de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, is een adviescommissie samengesteld. Aanvragen worden gescoord aan de hand van selectiecriteria en vervolgens gerangschikt. Alleen de aanvragen met de minimumscore of hoger komen voor subsidie in aanmerking, voor zover het binnen het opengestelde plafond past.

 

De plaats in de rangorde wordt bepaald door het aantal punten dat de adviescommissie aan de aanvraag toekent. Voor elke aanvraag geldt dat een minimumaantal punten dient te worden behaald om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen (60% van de maximum aantal te behalen punten). Indien een aanvraag minder dan 18 punten behaalt, wordt de aanvraag niet gehonoreerd. Het doel van deze systematiek is om alle aanvragen onderling te vergelijken en de beste aanvragen uit het totaalaanbod te kunnen selecteren.

 

Aanvragen worden op volgorde van de rangschikking gehonoreerd. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben gekregen en de som van de aangevraagde bedragen dusdanig is dat het subsidieplafond wordt overschreden, dan vindt tussen hen een prioritering plaats op de afzonderlijke scores in de volgorde: a, b, c en d.

 

Indien de aanvragen in het geheel een gelijk aantal punten hebben behaald, dus ook op de afzonderlijke selectiecriteria, dan wordt de rangschikking van de aanvragen bepaald door loting.

Het toekennen van de scores en de rangschikking vindt plaats door een adviescommissie zoals bedoeld in artikel 1.13 van de Uitvoeringsregeling.

 

Artikel 8 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Aansluiting op het Nationale (Netwerk platteland) en Europese EIP netwerk draagt ertoe bij dat samenwerkingsverbanden gedurende het gehele project gebruik kunnen maken van beschikbare kennis en ervaring voor een hogere effectiviteit. Het doel hiervan is dat het delen van de kennis die opgedaan wordt tijdens de projecten, door anderen gebruikt kan worden en daardoor bijdraagt effectievere en innovatieve gebiedsplannen in Nederland en in Europa. Daarnaast kunnen via de netwerken ook interacties ontstaan tussen de verschillende samenwerkingsverbanden zodat deze elkaar kunnen versterken door een community te vormen.

 

De subsidieontvanger is verplicht om de resultaten van het project te delen via de hiertoe geëigende netwerken. Onder geëigende netwerken wordt in ieder geval begrepen:

  • Groen Kennisnet*

  • EIP-netwerk** als bedoeld in artikel 127 VO (EU) nr 2021/2115.

*Met Groen Kennisnet, het kennisplatform van de groene sector in Nederland, is een speciale samenwerking aangegaan. Groen Kennisnet maakt voor elk Nederlands project een pagina aan om de plannen en eindresultaten te delen. Ook tijdens uw project kunt u resultaten delen via Groen Kennisnet. Groen Kennisnet neemt hierover contact met u op.

 

** Het Europees Innovatienetwerk voor de Landbouw (EIP-AGRI) werkt aan de bevordering van concurrerende en duurzame land- en bosbouw in Europa. Het EIP-AGRI-netwerk is onderdeel van het CAP Network van de EU. Elk project wordt gemeld aan dit Europese EIP netwerk.

 

Artikel 9 Subsidie-arrangement

Voor de verantwoording van de subsidie voor de voorbereiding van een gebiedsplan geldt dat hiervoor een maximaal subsidiebedrag van € 40.000 wordt verstrekt. De subsidie wordt verstrekt wanneer de prestatie geleverd is: een samenwerkingsovereenkomst en het gebiedsplan zelf als resultaten van de voorbereiding, het planproces. In de beschikking tot subsidieverlening zal deze prestatie worden vastgelegd.

 

Artikel 10 Voorschot

Bij subsidieverlening wordt een voorschot van 50% van de verleende subsidie direct uitbetaald. Gezien de omvang van de subsidie worden er tussentijds geen deelbetalingen verstrekt.

Naar boven