Provinciaal blad van Limburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2024, 19286 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Limburg | Provinciaal blad 2024, 19286 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere subsidieregels flexibele inzet ondersteuning woningbouw 2025-2027
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze nadere subsidieregels wordt verstaan onder:
Artikel 2 Doelstellingen/doelen van de regeling
In woningbouwprojecten en bij de totstandkoming van woonzorgvisies kunnen vertragingen ontstaan doordat er regionaal onvoldoende capaciteit en/of expertise beschikbaar is in de voorfase. Om voorgaande te voorkomen, is enerzijds het doel van deze nadere subsidieregels het financieel ondersteunen van Nederlands Limburgse gemeenten voor een flexibele inzet van extra capaciteit en/of expertise die in de gemeentelijke organisatie worden ingezet ter bevordering van de snelheid in de voorfase bij de vijf processtappen zoals gesteld in artikel 4, lid 1.
De Woondeal Limburg en de Wet versterking regie op de Volkshuisvesting (WvrV) vragen beide van alle stakeholders in het werkveld Volkshuisvesting een andere manier van (samen)werken en het vastleggen van nieuwe beleidsinhoud en -ambities. De Woondeal Limburg en de WvrV vragen om regionale afstemming en samenwerking voor het 1) op tempo brengen en houden van de woningbouwrealisaties, 2) nieuwbouw en verbouw voor de juiste doelgroepen en 3) juiste verdeling van de woningvoorraad. In het kader Leefbare steden en dorpen 2024-2027 is het provinciale beleid ten aanzien van Volkshuisvesting uitgeschreven en zijn de kaders gesteld voor het beschikbaar stellen van middelen voor de ondersteuning van gemeenten. De producten en taken zoals gesteld in artikel 4, lid 2 maken daar onder andere onderdeel van uit. Om voorgaande te stimuleren, is anderzijds het doel van deze nadere subsidieregels het financieel ondersteunen van Nederlands Limburgse gemeenten voor een flexibele inzet van extra capaciteit en/of expertise die in de gemeentelijke organisatie worden ingezet ter bevordering van de snelheid om te komen tot bovenstaande producten en taken.
Aanvragen voor gebundelde capaciteitsinzet kunnen door één Nederlands Limburgse gemeente (mede) namens meerdere betrokken Nederlands Limburgse gemeenten worden ingediend, met dien verstande dat aanvragen op het specifieke deelterrein zoals gesteld in artikel 4, lid 1, sub e en lid 2 gebundeld moeten worden ingediend.
In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2023 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:
Hoofdstuk 3 Financiële aspecten
Indien de aanvraag betrekking heeft op de inzet van extra capaciteit en/of expertise voor de voorfase ten behoeve van één of meerdere processtappen zoals gesteld in artikel 4, lid 1, sub a tot en met d, bedraagt het te verstrekken subsidiebedrag niet meer dan 50% van de totale subsidiabele kosten gemoeid met de extra capaciteit en/of expertise waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met inachtneming van het bepaalde in lid 2 van dit artikel.
Indien de aanvraag betrekking heeft op de inzet van extra capaciteit en/of expertise voor de voorfase ten behoeve van de processtap zoals gesteld in artikel 4, lid 1, sub e bedraagt het te verstrekken subsidiebedrag maximaal 100% van de totale subsidiabele kosten gemoeid met de extra capaciteit en/of expertise waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met inachtneming van het bepaalde in lid 4 van dit artikel.
Kosten gemoeid met de inzet van extra capaciteit en/of expertise met betrekking tot één of meerdere van de processtappen zoals vermeld in artikel 4, lid 1 mogen samenhangen met financiële of contractuele verplichtingen die zijn aangegaan voordat de subsidieaanvraag door Gedeputeerde Staten is ontvangen, mits deze verplichtingen vanaf 1 januari 2023 zijn aangegaan.
Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard (digitaal) aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.
Het standaard (digitaal) aanvraagformulier dient volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend te worden en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven op het formulier en dient bij voorkeur digitaal, middels eHerkenning (aanvragen van organisaties) of DigiD (aanvragen van particulieren), te worden ingediend. Een aanvraag per e-mail is niet mogelijk.
Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel
Deze Nadere subsidieregels flexibele inzet ondersteuning woningbouw 2025-2027 vervallen met ingang van 1 januari 2028, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.
Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 10 december 2024
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter,
dhr. E.G.M. Roemer
secretaris,
dhr. D. Timmer
Algemene en artikelsgewijze toelichting
De afgelopen periode is er vanuit het Ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ingezet op het versnellen van de woningbouw. Het inrichten van flexpools om vertragingen in woningbouwprojecten te voorkomen dient ter ondersteuning van deze afspraken. Provincies hebben hierin de rol als schakel. Een flexpool is een groep van flexibele medewerkers die op oproepbasis ingezet kunnen worden wanneer dat nodig is. Het doel van een groep flexwerkers is om snel en gemakkelijk extra personeel in te kunnen zetten bij onvoorziene piekmomenten of wanneer er behoefte is aan meer personeel voor een project.
Met deze regeling beoogt de provincie om bij de gemeenten de snelheid te bevorderen in de voorfase van woningbouwprojecten en het ondersteunen bij het opstellen van regionaal afgestemde woonzorgvisies en producten en taken die regionaal opgeapkt kunnen worden die samenhangen met woningbouwrealisatie voor de woningbouw zoals overeengekomen in de Woondeal Limburg. De woonzorgvisies gaan over het hebben van toereikende woningen met passende zorg en ondersteuning voor ouderen en aandachtsgroepen.
De voorbereidende werkzaamheden om tot woningbouw te komen zijn divers en complex. Deze omvatten onder andere het uitwerken van mobiliteitsplannen, het opstellen van grondexploitaties, het opstellen van omgevingsplannen, het voeren van onderhandelingen met marktpartijen en de juridische afwikkeling van de vergunningverlening.
Gemeenten hebben slechts beperkte capaciteit om uitvoering te geven aan deze werkzaamheden. Daarnaast ontbreekt het in sommige gemeenten aan de expertise om (complexe) woningbouwprojecten van de grond te krijgen en woonzorgvisies op te stellen en regionaal af te stemmen en zijn de middelen om externe expertise in te huren beperkt. Om vertraging in de woningbouw en in de totstandkoming van regionaal afgestemde woonzorgvisies zo veel mogelijk te beperken is het van belang dat gemeenten voldoende kennis en expertise hebben om de planvorming en vergunningverlening in deze uitdagende omstandigheden op peil te houden.
Met deze nadere subsidieregels worden gemeenten in staat gesteld om op een flexibele wijze extra capaciteit en/of expertise in te zetten (al dan niet regionaal). Daarbij kan de focus liggen zowel op het tijdelijk vergroten van de capaciteit van de organisatie als op het aanleveren van specifieke expertise. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om expertises zoals verkeerskundigen die gemeenten ondersteunen bij het uitwerken van het mobiliteitsprofiel, planeconomen die de financieel-economische doorrekeningen van woningbouwprojecten opstellen of verifiëren, juristen die nodig zijn om de procedures vergunningverlening af te handelen of experts op het terrein van regionale samenwerking in relatie tot het opstellen van woonzorgvisies. Ook dient er om uitvoering te geven aan de Woondeal afspraken en de Wet versterking regie op de volkshuisvesting steeds meer regionaal samengewerkt te worden. Ook hiervoor en de hiermee samenhangende taken en processen kan extra capaciteit in regionaal verband worden aangetrokken.
Met deze nadere subsidieregels worden gemeenten in staat gesteld om op een flexibele wijze de beschikbare gelden voor extra capaciteit en/of expertise te bundelen voor een gecombineerde aanvraag namens meerdere betrokken gemeenten. Dit ter stimulering en ondersteuning van inzetbaarheid voor regionale thematische uitvoering ten behoeve van de Woondeal Limburg of voor bijvoorbeeld de opstelling van een regionale woon(zorg)visie, regionaal afgestemde programmeringen, huisvestingsverordening, volkshuisvestingsprogramma’s, monitoring, regionale aanpak flexwonen etc. Hierdoor is het o.a. mogelijk om bouwplannen die gemeentegrensoverstijgend zijn mee te nemen in de versnelling voor de woningbouwopgave. Het biedt gemeenten de ruimte om op verschillende locaties tegelijk woningbouwprojecten te versnellen en te initiëren. Daarnaast bevordert het kennisdeling, samenwerking en afstemming tijdens de versnellingstafels. Een versnellingstafel is een werkvorm waarbij meerdere partners betrokken bij woningbouwrealisatie met elkaar aan tafel gaan om hindernissen te slechten en afspraken te maken over hoe het sneller kan. Ook kan er door de financiële bundeling meer structurele ruimte gevonden worden met samenwerkende en ondersteunde expertise(teams).
Door regionale afspraken te maken over de producten en taken die samen opgepakt worden, wordt efficienter omgegaan met de beschikbare ambtelijke capaciteit en inzichtelijk gemaakt wat er nog nodig is. De hiermee gemoeide kosten kunnen gedekt worden uit deze subsidie als dit leidt tot woningbouwrealisatie.
Indien een Nederlands Limburgse gemeente een subsidie (mede) namens meerdere gemeenten aanvraagt, is de aanvragende gemeente tevens de subsidieontvanger (indien zij voldoet aan alle voorwaarden zoals opgenomen in de Nadere subsidieregels) die daarmee ook verantwoordelijk is voor de verantwoording van de subsidie. De betreffende gemeenten dienen/kunnen hier onderling afspraken over (te) maken.
a) Vergunningverlening van woningbouwprojecten:
De vergunningverlening is een complex juridisch traject. Met de subsidie op grond van deze nadere subsidieregels kan er specifieke juridische expertise worden ingehuurd. Daarnaast kan het zijn dat een gemeente een bepaalde periode een piek in aanvragen ziet aankomen. Financiële ondersteuning vanuit deze regeling kan dan vertraging voorkomen door tijdelijk de capaciteit en/of expertise te vergroten.
b) Het uitwerken van een woningbouwproject:
De uitwerking van een woningbouwproject vraagt expertises op vele vlakken. Bijvoorbeeld verkeerskundig, financieel en/of organisatorisch. Het formuleren van randvoorwaarden, overleg met inwoners, stedenbouwkundige inpassing, klimaatadaptatie, parkeeroplossingen en mobiliteitsknelpunten zijn enkele aspecten die uitgewerkt moeten worden. Daarnaast moet er een grondexploitatie of businesscase worden opgezet. Niet elke gemeente heeft evenveel ervaring met het uitwerken van (grote) woningbouwprojecten, waardoor de benodigde expertise beperkt aanwezig is binnen het ambtelijk apparaat. Subsidieverlening op grond van deze nadere subsidieregels stelt gemeenten in staat om specifieke expertises in te huren zoals een verkeerskundige, planeconoom of projectleider.
c) Het sluiten van anterieure overeenkomsten met marktpartijen:
Een belangrijk element in de voorfase is de anterieure overeenkomst waarin privaatrechtelijke afspraken worden gemaakt tussen gemeenten en private partijen die betrokken zijn bij woningbouwprojecten. Subsidieverlening op grond van deze nadere subsidieregels kan ingezet worden voor het inhuren van expertise bij deze onderhandelingen, bijvoorbeeld een jurist.
d) Het opstellen van omgevingsplannen en het doorlopen van de bijbehorende procedure:
Het omgevingsplan is de basis voor het verlenen van de omgevingsvergunning en daarom is het van belang dat deze wordt vastgesteld. Het vaststellen van een omgevingsplan kent vele stappen waaronder inspraakprocedures en het bepalen van de impact op de bestaande omgeving. Subsidieverlening op grond van deze nadere subsidieregels stelt gemeenten in staat om specifieke expertise in te huren, bijvoorbeeld een jurist.
De binnen het subsidieplafond beschikbare middelen voor de inzet van extra capaciteit en/of expertise voor de voorfase ten behoeve van één of meerdere processtappen zoals gesteld in artikel 4, lid 1, sub a tot en met d zijn niet toereikend om de complete capaciteitsvraag van gemeenten op te vangen. De rijks- en provinciale middelen zijn daarvoor niet toereikend. Daarom worden de subsidies voor individuele gemeenten verstrekt met een cofinancieringsvoorwaarde van 50%.
e) De totstandkoming van (regionaal afgestemde) woonzorgvisies:
In de rijksprogramma’s ‘Een thuis voor Iedereen’ en ‘Wonen en Zorg voor Ouderen’ staat dat alle gemeenten vanaf 2023 een brede, integrale en regionale dan wel regionaal afgestemde woonzorgvisies dienen te maken voor de vooraf bepaalde aandachtsgroepen en ouderen.
De woonzorgvisies worden onderdeel van het volkshuisvestingsprogramma, zoals aangekondigd in het Wetsvoorstel versterking regie volkshuisvesting (Wvrv). In Wvrv krijgen het Rijk, de provincies en gemeenten de wettelijke instrumenten om samen en met regionale afstemming regie te voeren op de volkshuisvesting, zodat er meer en meer passende woonplekken komen voor mensen die nu moeilijk een woonplek kunnen vinden. Daarnaast zodat de overheden meer grip hebben op hoeveel, wat, waar en voor wie er wordt gebouwd, dat er sneller gebouwd kan worden en dat kwetsbare mensen met urgentie een woning krijgen.
Ook zal er in de woonzorgvisies aandacht moeten zijn voor de evenwichtige(re) verdeling van sociale huur en doelgroepenhuisvesting (aandachtsgroepen en ouderen) over gemeenten, inclusief de garantie van zorgpartijen om ondersteuning, hulp en zorg (in de nabije omgeving) te kunnen ontvangen. Een passend voorzieningenniveau is daarbij van groot belang. Vrijwel alle woonzorgvisies zullen bestaan uit het resultaat van een brede consultatie van partners: woningcorporaties, zorg- en welzijnspartners, ouderen/inwoners en het zorgkantoor.
Het opstellen van de regionaal afgestemde woonzorgvisie is een middel om concrete doelstellingen te formuleren waaraan elke samenwerkingspartner zijn bijdrage kan en moet leveren en waarin rollen en taken concreet benoemd worden. Op die manier kunnen regionaal afgestemde woonzorgvisies worden doorvertaald naar uitvoeringsprogramma’s, actieagenda’s, een brede doelgroepenbenadering (niet alleen ouderen, maar ook andere inwoners met een ondersteunings- en/of zorgvraag), uitvoeringsprogramma’s en/of prestatieafspraken.
Met de Woondeal Limburg zijn afspraken gemaakt over de woningbouwambitie en woningbouwrealisatie in de provincie Limburg tot en met 2030. Deze ambitie wordt bij tijd en wijle herijkt (opgehoogd of verlaagd) en verrijkt (kwalitatief verdeeld) en vastgesteld tijdens het bestuurlijke overleg Woondeal met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De uitvoering van de Woondeal Limburg vergt om afstemming tussen gemeenten, binnen de regio’s Noord-, Midden- en Zuid-Limburg. Op verschillende vlakken wordt reeds samengewerkt om onder anderen te komen tot verdeling van de woningbouwambitie, programmering per regio, fair share van aandachtsgroepen, ouderenhuisvesting, planvorming en procedures en vergunningverlening. Maar denk dan ook aan het wegnemen van belemmeringen.
Door regionale afspraken te maken over de producten en taken die samen opgepakt worden, wordt efficiënter omgegaan met de beschikbare ambtelijke capaciteit en inzichtelijk gemaakt wat er nog nodig is. De hiermee gemoeide kosten kunnen gedekt worden uit deze subsidie als dit leidt tot woningbouwrealisatie. Het is mogelijk om inzet of inhuur van capaciteit op regionaal niveau te organiseren. Voorbeelden van inhuur zijn: een regio coördinator voor het coördineren van taken en producten tussen gemeenten, regionale ondersteuning, bureaus voor het opstellen van producten (bijv. huisvestingsverordening, programmering, uitvoeringsageda’s, woonbeleid, onderzoeken) en/of begeleiden van processen, regionale inhuur van expertise voor meerdere gemeenten (vliegende brigade), etc.
Voorbeelden van taken en producten zijn: versnellingsacties (bijvoorbeeld versnellingstafels), standaardisatie van vergunningverlening, ruimtelijke procedures, gebiedsontwikkeling, projectleiding, programmering, monitoring, planvorming, grondexploitaties (GREX), visievorming, rapportages en onderzoeken, volkshuisvestingsprogramma’s, woonzorgvisies, ruimtelijke visies, etc.
In de regionale afspraken in het kader van woningbouwrealisatie wordt overeengekomen: 1) de wijze van samenwerken op het gebied van volkshuisvesting (organisatie en processen), 2) de producten en acties die minimaal tot en met 2027 (planning) regionaal worden opgepakt en 3) de financiële en capacitaire verdeling die daarbij hoort om tot uitvoering en realisatie te komen van de Woondeal Limburg afspraken. Deze regionale afspraken worden in het regionale bestuurlijke overleg vastgesteld. Na regionale bestuurlijke vaststelling en afstemming met de Provincie Limburg komen gemeenten in aanmerking voor subsidie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-19286.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.