Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant tot wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant in verband met het vaststellen van een nieuw subsidieplafond en het opnieuw openstellen van de paragrafen 2, 14, 15, 16 en 17 (Vijfendertigste wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat de provincie een specifieke uitkering heeft ontvangen van het Rijk in het kader van de Regeling specifieke uitkering Programma Natuur 2e fase;

Overwegende dat het daarom wenselijk is de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant te wijzigen in verband met het vaststellen van een nieuw aanvraagtijdvak en subsidieplafond voor paragraaf 2 Instandhouding Natura 2000, voor paragraaf 14 Versnelling herstel stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, paragraaf 16 Regievoering GGA landelijk programma natuur

en paragraaf 17 Boscompensatie buiten Natuurnetwerk Brabant, het verlengen van het aanvraagtijdvak voor paragraaf 15 Preventieve maatregelen wolvenschade en het doorvoeren van enkele daarmee samenhangende wijzigingen in deze paragrafen;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

De Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

A.

Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het begrip “Natura 2000” komt te luiden: “Natura 2000: Natura 2000 als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;".

• 2. Het begrip “Natura 2000-gebied” komt te luiden: “Natura 2000 gebied: gebied als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;".

• 3. In het begrip “Natuur Netwerk Brabant” wordt “opgenomen en begrensd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant" vervangen door “aangewezen en begrensd in de Omgevingsverordening Noord-Brabant”.

B.

Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het eerste lid, onder c, wordt “1 januari 2021” vervangen door “1 januari 2024".

• 2. In het tweede lid wordt “artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant" vervangen door “artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant" en vervalt “op grond van artikel 6, tweede lid, van die regeling".

• 3. Na het tweede lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Als de subsidieontvanger beschikt over een geldende goedkeuring van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor het hanteren van de zogenaamde Integrale Kosten Systematiek, kan de subsidieontvanger, in afwijking van het tweede lid, de berekeningswijze, bedoeld in de artikelen 1.4, eerste lid, onder a, en 1.5 van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant toepassen en deze systematiek en de uit deze systematiek voortvloeiende jaarlijkse uurtarieven hanteren.

C.

In artikel 2.8, onder e, wordt “interne personeelskosten” vervangen door “arbeids- en personeelsuren".

D.

Aan artikel 2.9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

• g. 7 januari 2025 tot en met 28 november 2025.

E.

Aan artikel 2.10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

• g. € 15.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 2.9, onder g.

F.

In artikel 2.11, eerste lid, wordt “€ 2.000.000” vervangen door “€ 4.000.000".

G.

Aan artikel 2.13, eerste lid, onderdeel a, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 2° door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

• 3°. uiterlijk 31 december 2027, indien subsidie is verleend na 7 januari 2025.

H.

Artikel 14.1 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het begrip “kosten derden” komt te luiden: “kosten derden: kosten die op factuur aantoonbaar en aan derden verschuldigd zijn en die direct voor de subsidiabele activiteit worden gemaakt;”.

• 2. Het begrip “Natura 2000-beheerplan” komt te luiden: “Natura 2000-beheerplan: plan als bedoeld in artikel 3.8, derde lid, van de Omgevingswet”.

• 3. Het begrip “Natura 2000-gebied” komt te luiden: “Natura 2000-gebied: gebied als bedoeld in bijlage 1 bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;”.

I.

Artikel 14.4 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In de aanhef wordt “het versnellen of intensiveren van het herstel” vervangen door “het versterken of verbeteren”.

• 2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. onderzoek ten behoeve van maatregelen als bedoeld in de onderdelen a tot en met c.

J.

Artikel 14.5, onderdeel d, vervalt, onder verlettering van de onderdelen e tot en met i tot d tot en met h.

.

K.

Artikel 14.6 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

• 2. In de aanhef van het eerste lid wordt na “artikel 14.4” ingevoegd “, onderdelen a tot en met c,”.

• 3. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na “provincie Noord-Brabant,” ingevoegd “, op maximaal 2000 meter afstand van een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied,”.

• 4. Onder verlettering van het eerste lid, onderdelen b tot en met h tot c tot en met i, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. de maatregelen die onderdeel uitmaken van het project zijn additioneel aan de uitvoeringsactiviteiten die worden uitgevoerd in het kader van het Natuurpact;.

• 5. Het eerste lid, onderdeel c (nieuw), wordt als volgt gewijzigd:

  • a. In de aanhef wordt “van” vervangen door “de daarin voorkomende”.

  • b. In onderdeel 1° wordt “ en” vervangen door “, “ en wordt na “nagestreefd” ingevoegd “ en welke drukfactoren, bedoeld in bijlage 11, worden aangepakt”.

• 6. Het eerste lid, onderdeel d (nieuw), wordt als volgt gewijzigd:

  • a. In de aanhef vervalt “, indien het project fysieke uitvoeringsmaatregelen op grond betreft”.

  • b. In onderdeel 1° vervalt “of erfpacht”.

  • c. In onderdeel 2° wordt voor “toestemming” ingevoegd “schriftelijke”, vervalt “of erfpachter” en wordt de punt aan het slot vervangen door een puntkomma.

• 7. Het eerste lid, onderdeel f (nieuw), komt te luiden:

  • f. het project heeft als doel om bij te dragen aan vermindering van de drukfactoren, bedoeld in bijlage 11 bij deze regeling;.

• 8. In het eerste lid, onderdeel g (nieuw), wordt voor “worden afgerond” ingevoegd “uiterlijk 31 december 2028” en vervalt na “worden afgerond” “voor 1 januari 2026”.

• 9. In het eerste lid, onderdeel h (nieuw), wordt voor de tekst ingevoegd “indien relevant, is “ en vervalt na “hydrologie” “is”.

• 10. Het eerste lid, onderdeel i (nieuw), wordt als volgt gewijzigd;

  • a. In onderdeel 3° wordt “exacte” vervangen door “beoogde”.

  • b. Onder vernummering van de onderdelen 4° tot en met 6° tot 5° tot en met 7°, wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

    • 4°. een beschrijving van de nul-situatie;.

  • c. Onderdeel 7° vervalt.

• 11. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Om voor een subsidie als bedoeld in artikel 14.4, onderdeel d, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a. het onderzoek wordt uitgevoerd ten behoeve van de provincie Noord-Brabant;

    • b. het onderzoek draagt bij aan de totstandkoming van de te verrichten activiteiten, bedoeld in artikel 14.4, onderdelen a, b of c of een combinatie van twee of meer onderdelen;

    • c. het onderzoek kan uiterlijk 31 december 2027 worden afgerond, blijkend uit een realistische planning;

    • d. aan de aanvraag ligt een projectplan ten grondslag, waarin in ieder geval is opgenomen:

      • 1°. op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze paragraaf;

      • 2°. een sluitende begroting;

      • 3°. een file geodatabase met de ligging van het onderzoeksgebied.

L.

Artikel 14.7 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In de aanhef wordt na “artikel 14.6” ingevoegd “, eerste lid,”.

• 2. In onderdeel a wordt “herstel” vervangen door “versterken of verbeteren".

• 3. Onderdeel b vervalt, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot b tot en met d.

• 4. In onderdeel b (nieuw) wordt na “op arme” ingevoegd “ of rijke” en vervalt “dan wel op bestaande bossen op rijke zandgronden”.

• 5. In onderdeel c (nieuw), onderdeel 5°, wordt na “10 ton” ingevoegd “steenmeel” en wordt na “hectare” ingevoegd “,

• tenzij uit een bij de aanvraag overgelegd bodemonderzoek blijkt dat van onderdeel d, onderdelen 1° tot en met 5°, moet worden afgeweken”.

M.

Artikel 14.8 vervalt.

N.

Artikel 14.9 wordt als volgt gewijzigd.

• 1. In de aanhef wordt na “artikel 14.6,” ingevoegd “eerste lid,”.

• 2. In onderdeel a wordt “het versnellen en intensiveren van het natuurherstel in” vervangen door “het versterken of verbeteren van”.

• 3. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. het project is additioneel ten opzichte van de KRW-maatregelen uit het waterbeheerplan van het betreffende waterschap;.

• 4. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt, vervalt onderdeel d.

O.

Artikel 14.10 wordt als volgt gewijzigd.

• 1. In het eerste lid, onder b, wordt “1 januari 2021” vervangen door “1 januari 2024”.

• 2. In het eerste lid, onder c, wordt na “artikel 14.4” ingevoegd “, onder a tot en met c”.

• 3. In het eerste lid, onder g, wordt na “aanleg van” ingevoegd “ voorzieningen ten behoeve van”.

• 4. Onderdeel i vervalt, onder verlettering van de onderdelen j tot en met l tot i tot en met k.

• 5. In onderdeel j (nieuw) wordt “onder a tot en met j” vervangen door “onder a tot en met i”.

• 6. In onderdeel k (nieuw) wordt na “van een gemeente” ingevoegd “, niet meer dan € 100 per uur” en wordt de puntkomma aan het slot vervangen door een punt.

• 7. In het derde lid wordt na “de subsidieontvanger,” ingevoegd “anders dan een gemeente, “, wordt “artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant" vervangen door “artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant" en vervalt “op grond van artikel 6, tweede lid, van die regeling".

• 8. Het vierde lid komt te luiden::

  • 4. Als de subsidieontvanger beschikt over een geldende goedkeuring van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor het hanteren van de zogenaamde Integrale Kosten Systematiek, kan de subsidieontvanger, in afwijking van het derde lid, de berekeningswijze, bedoeld in de artikelen 1.4, eerste lid, onder a, en 1.5 van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant toepassen en deze systematiek en de uit deze systematiek voortvloeiende jaarlijkse uurtarieven hanteren.

P.

Artikel 14.11 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In onderdeel b wordt na “de aanschaf” ingevoegd “ en afschrijvingskosten”.

• 2. In onderdeel f vervalt “reeds bestaande”.

Q.

Artikel 14.12 komt te luiden :

Artikel 14.12 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend:

• a. van 22 november 2021 tot en met 29 juni 2023 en 21 september 2023 tot en met 31 oktober 2023;

• b. van 3 februari 2025 tot en met 1 december 2025.

R.

Artikel 14.13 komt te luiden:

Artikel 14.13 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond vast op:

• a. € 53.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 14.12, onder a;

• b. € 10.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 14.12, onder b.

S.

Artikel 14.14 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het eerste lid, onder a, wordt voor “de maximale bedragen per ha” ingevoegd “100% van de subsidiabele kosten tot “.

• 2. In het eerste lid, onder b, wordt “artikel 14.4, onder b en c” vervangen door “artikel 14.4, onder b, c en d”.

• 3. In het tweede lid, onder b, wordt € 10.000.000” vervangen door “€ 2.000.000”.

T.

In artikel 14.15, vijfde lid, vervalt “opeenvolgende”.

U.

Artikel 14.16 vervalt.

V.

Artikel 14.17 wordt als volgt gewijzigd.

• 1. In onderdeel a wordt “31 december 2025” vervangen door “31 december 2027”.

• 2. In onderdeel d wordt “inrichting” vervangen door “uitvoering van maatregelen” en wordt “bijlage 10 bij de Regeling natuurbescherming” vervangen door “Bijlage Vc. bij artikel 3.67 van het Besluit kwaliteit leefomgeving”.

• 3. Onderdeel g komt te luiden:

  • g. de ontvanger schrijft na afronding van de activiteiten een reflectie op de eindsituatie ten opzichte van de nulsituatie;.

W.

Na artikel 14.17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14.17a Uitzondering verplichtingen subsidieontvanger

In afwijking van artikel 14.17, onder a, rondt de subsidieontvanger aan wie voor 1 december 2024 subsidie op basis van deze paragraaf is verstrekt het project uiterlijk 30 maart 2026 af.

X.

In artikel 14.18, eerste lid, worden, onder verlettering van onderdelen b en c tot d en e, onderdelen ingevoegd, luidende:

• b. eventuele onderzoekrapportages ten behoeve van de gesubsidieerde activiteiten;

• c. een file geodatabase met de exacte locatie van de getroffen maatregelen en eventuele onderzoeken, opgebouwd volgens het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde modelregistratieformulier ten behoeve van het vullen van het registratiesysteem GIS subsidies natuur Noord-Brabant;.

Y.

In artikel 14.21 wordt “2023” vervangen door “2026”.

Z.

In artikel 15.9 wordt "17 december 2024" vervangen door "28 november 2025".

AA.

Artikel 16.1 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het begrip “agrarische collectieven” komt te luiden: “agrarische collectieven: de coöperatieve verenigingen BoerenNatuur Brabant Midden, BoerenNatuur Brabant Oost en BoerenNatuur Brabant West;".

• 2. Het begrip “GGA” komt te luiden: “GGA: groenblauwe gebiedsgerichte aanpak, aan de hand waarvan de provincie samen met partners werkt aan de opgaves op het gebied van klimaat, natuur, water en bodem en tegelijkertijd aan het creëren van een duurzaam perspectief voor de Brabantse landbouw in de schil rondom de natuurgebieden;".

• 3. Het begrip “Natura 2000” komt te luiden: “Natura 2000: Natura 2000 als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;".

• 4. Het begrip “Natura 2000-gebied” komt te luiden: “Natura 2000 gebied: gebied als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;".

• 5. Het begrip “Spuk versneld natuurherstel” komt te luiden: “Spuk versneld natuurherstel: specifieke uitkering van de minister van landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, gebaseerd op de Regeling specifieke uitkering Programma Natuur 2e fase.”.

BB.

In artikel 16.2 wordt na “werkgroep” ingevoegd “of een ambtelijke werkgroep van een deelgebied”.

CC.

In artikel 16.4 wordt “projecten” vervangen door “activiteiten”.

DD.

Artikel 16.5 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. voor dezelfde activiteiten van dezelfde werkgroep reeds subsidie of een bijdrage is verstrekt in hetzelfde kalenderjaar op grond van deze paragraaf;

• 2. In onderdeel b wordt “€ 25.000” vervangen door “€ 15.000”.

EE.

Artikel 16.6 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In onderdeel a, aanhef, wordt “het project is” vervangen door “de activiteiten zijn”.

• 2. In onderdeel a, onder 3°, wordt "het provinciaal uitvoeringsprogramma” vervangen door “natuurherstel Aanpak Landelijk Gebied".

• 3. In onderdeel a, onder 5°, vervalt “indien de subsidieaanvrager een vereniging is,” en wordt voor “leden” ingevoegd “bestuur, achterban of”.

• 4. In onderdeel b wordt “is” vervangen door “zijn”.

• 5. In onderdeel c wordt “het project kan” vervangen door “de activiteiten kunnen” en “2023” vervangen door “2025”.

FF.

In artikel 16.7, tweede lid, wordt “artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant" vervangen door “artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant" en vervalt “op grond van artikel 6, tweede lid, van die regeling".

GG.

In artikel 16.8, onder d, wordt “2021” vervangen door “2024”.

HH.

Artikel 16.9 komt te luiden:

Artikel 16.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van:

• a. 2 mei 2022 tot en met 30 juni 2023;

• b. 7 januari 2025 tot en met 1 december 2025.

II.

Artikel 16.10 komt te luiden:

Artikel 16.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond vast op:

• a. € 3.500.000 voor de periode, genoemd in artikel 16.9, onder a;

• b. € 4.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 16.9, onder b.

JJ.

Artikel 16.11 wordt als volgt gewijzigd.

• 1. In het eerste lid wordt “€ 40.000” vervangen door “€ 50.000”.

• 2. In het tweede lid wordt “€ 25.000” vervangen door “€15.000”.

KK.

In artikel 16.12, vijfde lid, vervalt “opeenvolgende”.

LL.

Artikel 16.13 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In onderdeel a wordt “het project” vervangen door “de activiteiten” en wordt “2023” vervangen door “2025”.

• 2. In onderdeel c vervalt “, voor zover het activiteiten betreft die zijn verricht na 1 april 2023,”.

MM.

Artikel 16.14 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In artikel 16.14 wordt, onder vernummering van het eerste tot en met derde lid tot het tweede tot en met vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 1. Bij subsidies tot € 25.000 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

• 2. Het vierde lid (nieuw) vervalt.

NN.

Artikel 16.15 komt te luiden:

Artikel 16.15 Bevoorschotting en betaling

• 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag.

• 2. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald.

OO.

In artikel 16.16 wordt na “2024” ingevoegd “en vervolgens telkens na twee jaar”.

PP.

De titel van paragraaf 17 komt te luiden: § 17 Boscompensatie buiten Natuurnetwerk Nederland.

QQ.

Artikel 17.1 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het begrip “EVZ” wordt “opgenomen en begrensd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant” vervangen door “aangewezen en begrensd in de Omgevingsverordening Noord-Brabant”.

• 2. Het begrip “grote onderneming” komt te luiden: “grote onderneming: onderneming waar minstens 250 personen werkzaam zijn of waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen overschrijdt, als bedoeld in artikel 2, eerste lid van bijlage I van Verordening (EU) 2022/2472, PBEU 2022 L327;”.

• 3. Het begrip ‘kosten derden” komt te luiden: ”kosten derden: kosten die op factuur aantoonbaar en aan derden verschuldigd zijn en die direct voor de subsidiabele activiteit worden gemaakt;”.

• 4. Het begrip “landbouwgrond” komt te luiden: “landbouwgrond: grond die wordt gebruikt als bouwland, blijvend grasland of blijvende teelt, als bedoeld in artikel 4, derde lid, van Verordening 2021/2115, niet zijnde gronden als bedoeld in artikel 6, vierde lid van de Uitvoeringsregeling GLB 2023;”.

• 5. Het begrip “Natura 2000-gebied” komt te luiden: “Natura 2000-gebied: gebied als bedoeld in bijlage 1 bij artikel 1.1 van de Omgevingswet;”.

• 6. Het begrip “NNB: Natuurnetwerk Brabant, zijnde een samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft, en is opgenomen en begrensd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;” vervalt.

• 7. In de alfabetische volgorde wordt ingevoegd “NNN: Natuurnetwerk Nederland als bedoeld in artikel 2.44, vierde lid, van de Omgevingswet, zijnde een samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft als aangewezen en begrensd in de Omgevingsverordening Noord-Brabant;".

RR.

Artikel 17.5 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In onderdeel a wordt “NNB” vervangen door “NNN".

• 2. In de aanhef van onderdeel b wordt na “bestemmingsplan” ingevoegd “of omgevingsplan” en wordt “de bestemming bouwvlak of de bestemming wonen” vervangen door “de bestemming of functie bouwvlak of wonen”.

• 3. Onderdelen g en i vervallen, onder verlettering van onderdeel h tot g, en de onderdelen j tot en met l tot h tot en met k.

SS.

Artikel 17.6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In de aanhef van onderdeel b wordt “NNB” vervangen door “NNN".

• 2. In onderdeel b, onder 1°, wordt “aaneengesloten” vervangen door “gezamenlijke” en wordt “aangrenzend aan het NNB of aangrenzend aan een natuurbos buiten het NNB” vervangen door “, aangrenzend aan het NNN, een EVZ of aan een natuurbos buiten het NNN”.

• 3. Onderdelen c, d en e vervallen.

• 4. Onderdelen f tot en met m worden verletterd tot onderdelen c tot en met j.

• 5. In onderdeel i (nieuw) wordt “voor 31 december 2025“ vervangen door “binnen twee en een half jaar na subsidieverlening”.

• 6. Na onderdeel j (nieuw) wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • k. het project is niet gericht op commercieel levensvatbare houtwinning, het vervoer van hout of de verwerking van hout of andere bosrijkdommen.

TT.

In artikel 17.7, tweede lid, wordt “artikel 3, eerste lid, onder c, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant" vervangen door “artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant" en vervalt “op grond van artikel 6, tweede lid, van die regeling".

UU.

In artikel 17.8, onder a, wordt “1 januari 2021” vervangen door “1 januari 2024”.

VV.

Aan artikel 17.9 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, onderdelen toegevoegd, luidende:

• c. 10 maart 2025 tot en met 2 september 2025;

• d. 16 februari 2026 tot en met 1 september 2026;

• e. 15 februari 2027 tot en met 1 september 2027;

• f. 15 februari 2028 tot en met 1 september 2028.

WW.

Aan artikel 17.10 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, onderdelen toegevoegd, luidende:

• c. € 8.500.000 voor de periode, genoemd in artikel 17.9, onder c;

• d. € 8.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 17.9, onder d;

• e. € 8.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 17.9, onder e;

• f. € 7.000.000 voor de periode, genoemd in artikel 17.9, onder f.

XX.

In artikel 17.14, onder a, wordt “uiterlijk 31 december 2025” vervangen door “binnen twee en half jaar na subsidieverlening”.

YY.

Artikel 17.15 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. een activiteitenverslag, waarin in elk geval de nulsituatie bij aanvang van de activiteiten en de eindsituatie na afronding van de activiteiten zijn beschreven;.

• 2. Het derde lid vervalt.

ZZ.

Bijlage 11 behorende bij artikel 14.6, onder e, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 1 bij deze regeling.

AAA.

Bijlage 14 behorende bij de artikelen 14.8, tweede lid, onderdeel e, onder 1º en 17.6, eerste lid, onderdeel m, onder 7° van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling.

BBB.

In bijlage 17 behorende bij artikel 16.6 ,onder b, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant vervallen “Biesbosch”, “Bosschuizerbergen”, “Weerter en Budelerbergen en Ringselsven” en wordt “De Bult” toegevoegd.

CCC.

Bijlage 18 behorende bij de artikelen 17.5, onder d, en 17. 6, onder g, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 3 bij deze regeling.

DDD.

In bijlage 19 wordt “NNB” telkens vervangen door “NNN".

EEE.

Bijlage 20 behorende bij artikel 17.7, eerste lid, onder a, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant wordt vervangen door bijlage 4 bij deze regeling.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 10 december 2024

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Bijlage 1 , behorende bij artikel I, onderdeel ZZ, van de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Bijlage 11 behorende bij artikel 14.6, onder e, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Tabel Natura 2000-gebieden en drukfactoren

Bijlage 2 , behorende bij artikel I, onderdeel AAA, van de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Bijlage 14 behorende bij artikel 17.6, eerste lid, onderdeel J, onder 7° van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Risicogebieden natuurbranden

De kaart Risicogebieden natuurbranden, tevens digitaal raadpleegbaar, bestaat uit de onderstaande kaartlaag:

Bijlage 3 , behorende bij artikel I, onderdeel CCC, van de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Bijlage 18 behorende bij de artikelen 17.5, onder d, en 17. 6, onder d, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Landschapstypenkaart

De landschapstypenkaart, tevens digitaal raadpleegbaar, bestaat uit de onderstaande kaartlaag:

Bijlage 4 , behorende bij artikel I, onderdeel EEE, van de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Bijlage 20 behorende bij artikel 17.7, eerste lid, onderdeel a, onder 1º, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

Regioprijs per hectare

De regioprijs per hectare bedraagt voor geheel Noord-Brabant: € 88.538.

De regioprijs is gebaseerd op door het Kadaster berekende kengetallen betreffende de agrarische grondmarkt in Noord-Brabant.

De regioprijs is als volgt berekend:

• 1. Per landbouwgebied zijn door het Kadaster de bruikbare agrarische transacties uit de twee voorafgaande gehele kalenderjaren gegroepeerd. De berekende kengetallen beslaan de periode 01-01-2021 t/m 31-12-2022. Verder is door het Kadaster per landbouwgebied voor deze agrarische transacties een statistische spreiding uitgevoerd voor de grondprijs op basis van het totaal verhandelde oppervlak.

• 2. Op basis van de gegevens van het Kadaster wordt geadviseerd om de waarde aan te houden die gelijk staat aan de 75% grens van deze statistische spreiding per landbouwgebied.

Toelichting behorende bij de Vijfendertigste wijziging van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant

I. Algemeen

Met dit besluit worden paragrafen 2 Instandhouding Natura 2000, 14 Versnelling herstel stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden, 15 Preventieve maatregelen wolvenschade, 16 Regievoering GGA landelijk programma natuur en 17 Boscompensatie buiten Natuurnetwerk Brabant van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant gewijzigd.

De Subsidieregeling natuur Noord-Brabant heeft betrekking op maatregelen voor natuur en wordt ingezet om provinciale natuurdoelen te bereiken. Deze subsidieregeling wordt wanneer nodig geactualiseerd. Door de huidige actualisatie wordt de regeling beter leesbaar en toepasbaar. Ook worden subsidieplafonds en subsidietijdvakken gewijzigd. Alle genoemde paragrafen worden begin 2025 weer opengesteld.

De paragrafen 14, 16 en 17 van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant worden ook gewijzigd omdat door de minister van LVVN op 1 november 2024 aan de provincie Noord-Brabant een Specifieke Uitkering (SPUK) is verleend gericht op het wegnemen en verminderen van drukfactoren ten behoeve van natuurherstel van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden en voor de compensatie van sinds 2017 gekapt bos ten behoeve van natuurherstel in Natura 2000-gebieden.

II. Artikelsgewijze toelichting

Onder A. (artikel 2.1)

Omdat de Omgevingswet in werking is getreden en de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant is vervangen door de Omgevingsverordening Noord-Brabant zijn de verwijzingen in de begripsbepalingen aangepast.

Onder B. (artikel 2.7)

In verband met de nieuwe openstelling is de termijn in het eerste lid aangepast: voorbereidingskosten gemaakt vanaf 1 januari 2024 komen voor subsidie in aanmerking.

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant is de verwijzing in het tweede lid aangepast.

In verband met het bieden van de mogelijkheid de zogenaamde Integrale Kosten Systematiek te hanteren is een nieuw lid toegevoegd. Als de subsidieontvanger beschikt over een goedkeuring van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor het hanteren van de zogenaamde Integrale Kosten Systematiek, kan de subsidieontvanger in plaats van de in het tweede lid neergelegde regeling van de berekening van de uurtarieven, deze systematiek hanteren.

Onder C. (artikel 2.8)

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant is de terminologie aangepast.

Onder D. (artikel 2.9)

Met de wijziging van artikel 2.9 is een nieuw aanvraagtijdvak vastgesteld.

Onder E. (artikel 2.10)

Met de wijziging van artikel 2.10 is een nieuw subsidieplafond voor het nieuwe aanvraagtijdvak vastgesteld.

Onder F. (artikel 2.11)

Met de wijziging van artikel 2.11 wordt de maximum hoogte van de subsidie voor het uitvoeren van Natura 2000 maatregelen verhoogd van € 2.000.000 naar € 4.000.000. Dit om onder andere subsidieaanvragen voor cyclisch beheer voor meerdere gebieden voor maximaal drie jaar mogelijk te maken.

Onder G. (artikel 2.13)

Met de wijziging van artikel 2.13 is een nieuwe datum opgenomen voor het afronden van de subsidiabele activiteit.

Onder H. (artikel 14.1)

Met de wijziging van artikel 14.1 worden begrippen aangepast aan de Omgevingswet. De begrippen EVZ en NNN vervallen omdat deze begrippen niet meer voorkomen in deze paragraaf.

Onder I. (artikel 14.4)

Met de wijziging van artikel 14.4 is duidelijk gemaakt dat subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het versterken of verbeteren van stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden of stikstofgevoelige habitattypen of soorten. Dit is mogelijk door maatregelen te treffen die bijdragen aan het wegnemen van drukfactoren.

Verder is het mogelijk subsidie te verlenen voor onderzoek ten behoeve van bosrevitalisering, maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van natuurgebieden en hydrologische maatregelen.

Onder J. (artikel 14.5)

Met de wijziging van artikel 14.5 zijn de weigeringsgronden aangepast.

Onder K. (artikel 14.6)

Met de wijziging van artikel 14.6 zijn enkele technische wijzigingen doorgevoerd om de paragraaf minder complex te maken. Daarnaast zijn termen en data in overeenstemming gebracht met de Regeling Specifieke Uitkering LPN fase 2. Ook zijn in het tweede lid regels toegevoegd die specifiek gelden voor subsidieaanvragen die gericht zijn op onderzoek.

Onder L. (artikel 14.7)

Met de wijziging van artikel 14.7 zijn enkele technische wijzigingen doorgevoerd. Enkele ‘aanvullende subsidievereisten’ uit artikel 14.7 zijn nu opgenomen in artikel 14.6 ‘algemene subsidievereisten’.

Onder M. (artikel 14.8)

Met deze wijziging is artikel 14.8 komen te vervallen. Alle vereisten zijn nu opgenomen in artikel 14.6 ‘Algemene vereisten’.

Onder N. (artikel 14.9)

Met de wijziging van artikel 14.9 zijn de Aanvullende vereisten hydrologische maatregelen aangepast. Met de wijziging van artikel 14.9 zijn enkele technische wijzigingen doorgevoerd en is één vereiste vervallen. Eén ‘aanvullende subsidievereiste’ uit artikel 14.9 is nu opgenomen in artikel 14.6 ‘algemene subsidievereisten’.

Onder O. (artikel 14.10)

Met de wijziging van artikel 14.10 wordt de tekst onder andere geactualiseerd.

In verband met de nieuwe openstelling is de termijn aangepast: voorbereidingskosten gemaakt vanaf 1 januari 2024 komen voor subsidie in aanmerking.

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant wordt de verwijzing aangepast.

In verband met het bieden van de mogelijkheid de zogenaamde Integrale Kosten Systematiek te hanteren wordt een nieuw lid toegevoegd. Als de subsidieontvanger beschikt over een goedkeuring van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor het hanteren van de zogenaamde Integrale Kosten Systematiek, kan de subsidieontvanger in plaats van de in het tweede lid neergelegde regeling van de berekening van de uurtarieven, deze systematiek hanteren.

Waterschappen kunnen onder deze regeling geen subsidie meer aanvragen om nadeelcompensatie te verstrekken aan derden.

Onder P. (artikel 14.11)

Met de wijziging van artikel 14.11 wordt de tekst verduidelijkt.

Onder Q. (artikel 14.12)

Met de wijziging van artikel 14.12 wordt een nieuw aanvraagtijdvak vastgesteld.

Onder R. (artikel 14.13)

Met de wijziging van artikel 14.13 wordt een nieuw subsidieplafond voor het nieuwe aanvraagtijdvak vastgesteld.

Onder S. (artikel 14.14)

Met de wijziging van artikel 14.14 wordt verduidelijkt dat subsidiabele kosten voor 100% vergoed worden, met dien verstande dat deze worden gemaximeerd op basis van maximum bedragen per ha voor bosrevitalisering en/of een maximum bedrag per project.

In het tweede lid is de maximale hoogte van de subsidie voor overige subsidieontvangers verlaagd naar € 2.000.000 per project. Dit om binnen het subsidieplafond meerdere aanvragen te kunnen honoreren.

Onder T. (artikel 14.15)

Met de wijziging van artikel 14.15 is een verdeelregel verduidelijkt. Het weigeren van subsidie bij het bereiken van het subsidieplafond is een verplichte weigeringsgrond. Het is niet wenselijk om opeenvolgende subsidies met een lager subsidiebedrag te weigeren op het moment dat met het verstrekken van een subsidie voor een in de rangorde hogere aanvraag voor een hoger subsidiebedrag het subsidieplafond bereikt zou worden. Dat betekent dat indien een aanvraag niet kan worden gehonoreerd omdat het subsidieplafond ontoereikend is, een opeenvolgende aanvraag die wel past binnen het subsidieplafond wel gehonoreerd kan worden.

Onder U. (artikel 14.16)

Met deze wijziging komt artikel 14.16 te vervallen. Functiewijziging en ook het vestigen van een kwalitatieve verplichting, betreft geen subsidiabele activiteit meer in deze regeling.

Onder V. (artikel 14.17)

Met de wijziging van artikel 14.17 is een nieuwe datum opgenomen voor het afronden van de subsidiabele activiteit. Voor nieuw te beschikken projecten (LPN fase 2) geldt dat de projecten uiterlijk 31 december 2027 moeten zijn afgerond.

Onder W. (artikel 14.17a)

Met het invoegen van dit nieuwe artikel is een voorziening getroffen voor de subsidieontvangers die op basis van LPN fase 1 subsidie hebben ontvangen. Zij krijgen de mogelijkheid om drie maanden later de subsidiabele activiteit af te ronden, namelijk 30 maart 2026.

Onder X. (artikel 14.18)

Met de wijziging van artikel 14.18 is onder andere geregeld dat er ook bij afronding van het project een geodatafile moet worden overgelegd. Zodat duidelijk wordt wat er is veranderd in het gebied.

Onder Y. (artikel 14.21)

Met de wijziging van artikel 14.21 is de evaluatiebepaling geactualiseerd.

Onder Z. (artikel 15.9)

Met de wijziging van artikel 15.9 is het aanvraagtijdvak verlengd van subsidies op grond van § 15 Preventieve maatregelen wolvenschade. Het aanvraagtijdvak eindigde op 17 december 2024 en eindigt met deze wijziging op 28 november 2025.

Onder AA. (artikel 16.1)

Met deze wijziging zijn enkele begripsbepalingen geactualiseerd. Zo wordt nu onder andere verwezen naar de Omgevingswet en de Regeling specifieke uitkering Programma Natuur 2e fase.

Onder BB. (artikel 16.2)

Met de wijziging van artikel 16.2 is de doelgroep verruimd en kan voortaan ook subsidie worden aangevraagd door organisaties of particulieren die deelnemen aan een ambtelijke werkgroep van een deelgebied. Subsidie kon eerder worden aangevraagd door organisaties of particulieren die deelnemen aan de stuurgroep of de brede ambtelijke werkgroep van een GGA.

Onder CC. (artikel 16.4)

Met de wijziging van artikel 16.4 is een tekstuele wijziging gedaan. Deelname aan de GGA-tafel betreft geen project met een begin en een eind. Het begrip ‘activiteit’ wordt meer passend geacht.

Onder DD. (artikel 16.5)

Met deze wijziging is duidelijk gemaakt dat een werkgroep maar éénmaal per kalenderjaar voor dezelfde activiteiten in aanmerking kan komen voor subsidie op basis van deze paragraaf.

Onder EE. (artikel 16.6)

Met deze wijziging is artikel 16.6 geactualiseerd en verduidelijkt en zijn er enkele tekstuele aanpassingen gedaan.

Onder FF. (artikel 16.7)

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant is de terminologie en verwijzing aangepast.

Onder GG. (artikel 16.8)

Met de wijziging van artikel 16.8 is geregeld dat kosten gemaakt voor 1 januari 2024 niet voor subsidie in aanmerking komen.

Onder HH. (artikel 16.9)

Met de wijziging van artikel 16.9 is een nieuw aanvraagtijdvak vastgesteld.

Onder II. (artikel 16.10)

Met de wijziging van artikel 16.10 is een nieuw subsidieplafond voor het nieuwe aanvraagtijdvak vastgesteld.

Onder JJ. (artikel 16.11)

Met de wijziging van artikel 16.11 is de bovengrens voor een subsidie verhoogd van €40.000 naar €50.000 en is de ondergrens voor een subsidie verlaagd van € 25.000 naar € 15.000.

Onder KK. (artikel 16.12)

Met de wijziging van artikel 16.12 is een verdeelregel verduidelijkt. Het weigeren van subsidie bij het bereiken van het subsidieplafond is een verplichte weigeringsgrond. Het is niet wenselijk om opeenvolgende subsidies met een lager subsidiebedrag te weigeren op het moment dat met het verstrekken van een subsidie voor een in de rangorde hogere aanvraag voor een hoger subsidiebedrag het subsidieplafond bereikt zou worden. Dat betekent dat indien een aanvraag niet kan worden gehonoreerd omdat het subsidieplafond ontoereikend is, een opeenvolgende aanvraag die wel past binnen het subsidieplafond wel gehonoreerd kan worden.

Onder LL. (artikel 16.13)

Met de wijziging is artikel 16.13 geactualiseerd en zijn er enkele tekstuele aanpassingen gedaan.

Onder MM. (artikel 16.14)

Met de wijziging van artikel 16.14 is de subsidieverantwoording aangepast. Omdat het subsidiebedrag nu ook minder dan € 25.000 kan bedragen is een extra lid voor het zogenaamde ambtshalve vaststellen in arrangement 1 opgenomen. Ook is SISA medeoverheden niet langer van toepassing.

Onder NN (artikel 16.15)

Met de wijziging van artikel 16.15 is de voorschotverlening aangepast. Voor subsidies lager dan €25.000 bedraagt het voorschot 100%. Dit voorschot wordt in één keer betaald. Dit is nu gelijk getrokken voor alle subsidies, ook subsidies boven € 25.000.

Onder OO. (artikel 16.16)

Met de wijziging van artikel 16.16 is de evaluatiebepaling geactualiseerd.

Onder PP. (Titel paragraaf 17)

Met deze wijziging wordt de titel in overeenstemming gebracht met Natuurnetwerk Nederland.

Onder QQ. (artikel 17.1)

Met de wijziging van artikel 17.1 zijn enkele begripsbepalingen geactualiseerd. Zo wordt nu onder andere verwezen naar de Omgevingswet.

Onder RR.

Met de wijziging van artikel 17.5 zijn onder andere enkele weigeringsgronden gewijzigd.

Onderdeel g vervalt. Deze bepaling had betrekking op gronden binnen het NNN en deze paragraaf is niet van toepassing op gronden binnen het NNN. Onderdeel i vervalt. Dat de subsidieaanvrager actief is in de commercieel levensvatbare houtwinning, het vervoer van hout of de verwerking van hout of andere bosrijkdommen tot producten of tot energiebronnen hoeft subsidieverlening niet in de weg te staan. Het gaat tenslotte om de realisatie van bos, ongeacht de overige activiteiten van de aanvrager.

Onder SS. (artikel 17.6, eerste lid, onder b)

De minimum-oppervlakte te subsidiëren bos is gewijzigd van “minimaal 1 ha” naar “gezamenlijk minimaal 1 ha” (per aanvraag). Dit om ook voor kleinere percelen bosrealisatie mogelijk te maken. Hierbij wordt vanuit overwegingen van kosteneffectiviteit wel de gezamenlijke ondergrens van 1 ha aangehouden. Dit betreft een verruiming van de mogelijkheden. Bos mag nu ook in meerdere delen aangrenzend zijn als het samen maar minimaal 1 ha is. Daarnaast mag het ook aangrenzend zijn aan een ecologische verbindingszone.

Onder TT. (artikel 17.7)

In verband met het inwerkingtreden van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant is de terminologie en verwijzing aangepast.

Onder UU. (artikel 17.8)

Met de wijziging van artikel 17.8 is geregeld dat kosten gemaakt voor 1 januari 2024 niet voor subsidie in aanmerking komen.

Onder VV. (artikel 17.9)

Met de wijziging van artikel 17.9 zijn nieuwe aanvraagtijdvakken vastgesteld.

Onder WW. (artikel 17.10)

Met de wijziging van artikel 17.10 zijn nieuwe subsidieplafonds voor de nieuwe aanvraagtijdvakken vastgesteld.

Onder XX. (artikel 17.14)

Met de wijziging van artikel 17.14 is een nieuwe datum opgenomen voor het afronden van de subsidiabele activiteit.

Onder YY. (artikel 17.15)

Met de wijziging van artikel 17.15 is de subsidieverantwoording aangepast. Uit het activiteitenverslag moet duidelijk blijken in hoeverre de situatie is verbeterd. SISA medeoverheden is niet langer van toepassing.

Artikel BBB (bijlage 17)

In bijlage 17 behorende bij artikel 16.6, onder b, van de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant vervallen “Biesbosch”, “Bosschuizerbergen”, “Weerter en Budelerbergen en Ringselsven” en wordt “De Bult” toegevoegd. Dit is omdat na evaluatie van de Gebiedsgerichte Aanpak (GGA) door Gedeputeerde Staten is besloten om in 12 complexe gebieden door te gaan met de gebiedsgerichte aanpak.