Subsidieregeling Culturele Projecten Drenthe

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 3, derde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;

 

 

BESLUITEN:

 

 

de Subsidieregeling Culturele Projecten Drenthe vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

adviescommissie: Provinciale Adviescommissie Cultuur Drenthe;

amateurkunstgezelschap: een gezelschap waarbij volwassen uitvoerenden niet professioneel geschoold zijn of niet marktconform betaald worden;

authenticiteit: het project is in inhoud of uitvoeringsvorm bedacht door de aanvrager;

bovenlokaal karakter of provinciale uitstraling: activiteiten worden in meer dan één dorps- of stadskern uitgevoerd of trekken in potentie deelnemers uit de hele provincie;

in Drenthe gevestigde maker: de aanvragende rechtspersoon van het project heeft zijn vestigingsplaats binnen de provincie Drenthe en zijn feitelijke activiteiten worden grotendeels in Drenthe verricht;

jongeren: personen in de leeftijd tot 30 jaar;

kunstdisciplines: beeldende kunst, muziek, theater, toneel, dans, film en literatuur;

musea van provinciaal belang: de aanduiding voor de vijf grotere provinciale musea (naast het Drents Museum) die de provincie Drenthe middels een begrotingssubsidie ondersteunt. Dit zijn het Hunebedcentrum, Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Drents Museum De Buitenplaats, het Gevangenismuseum en Museum De Proefkolonie;

podiumkunsten: die vormen van kunst die uitgevoerd worden op een podium in de aanwezigheid van (virtueel) publiek. Tot de podiumkunsten behoren live-uitvoeringen van muziek, musical, opera, ballet, overige dansvormen, toneel, kleinkunst en combinaties hiervan;

toegankelijkheid: mensen met een beperking en lagere geletterdheid kunnen deelnemen aan het project. Dit wordt mogelijk gemaakt door maatregelen te treffen zoals drempelvrije accommodaties, invalidentoiletten, rondleidingen met gebarentaal, de inzet van braille of het aanbieden van prikkelarme uren/voorstellingen.

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel het stimuleren en onderhouden van een gevarieerd en levendig cultureel klimaat in Drenthe door het mede tot stand laten komen van projecten met een bovenlokaal karakter of provinciale uitstraling.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • a.

    festivals en evenementen: festivals en evenementen in Drenthe waarbij een of meerdere kunstdisciplines een centrale rol innemen;

  • b.

    podiumkunsten: projecten die zorgen voor een kwalitatief hoogstaand aanbod in Drenthe;

  • c.

    beeldende kunst, design en vormgeving: projecten op het gebied van beeldende kunst, design en vormgeving door in Drenthe gevestigde makers of grotendeels binnen de provinciegrenzen uitgevoerd;

  • d.

    media: de realisatie van documentaires, films en podcasts met een link met Drenthe;

  • e.

    literatuur: projecten die het Drentse publiek kennis laten maken met of betrekken bij literatuur. Hierbij gaat het om projecten die nog niet op een soortgelijke manier in Drenthe aangeboden worden;

  • f.

    streektaal: publieksprojecten die het imago of het gebruik van het Drents verbeteren op een eigentijdse manier. Hierbij gaat het om projecten die nog niet op een soortgelijke manier in Drenthe aangeboden worden en waarbij de focus ligt op publieksverbreding;

  • g.

    museale projecten: projecten door een van de vijf musea van provinciaal belang;

  • h.

    verhaal van Drenthe: projecten die door het combineren van kunst en erfgoed of landschap een nieuw of onderbelicht onderdeel van het verhaal van Drenthe voor publiek ontsluiten;

  • i.

    culturele projecten jongeren: culturele projecten die in coproductie met jongeren zijn gemaakt en jongeren als belangrijkste doelgroep hebben.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan een rechtspersoon.

Artikel 5 Aanvraag

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van het elektronisch beschikbaar gestelde aanvraagformulier behorende bij deze regeling en met de daarop aangegeven bijlagen.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Een subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd tot het reguliere werk of tot de reguliere taken van de aanvrager of andere, al dan niet door de provincie gesubsidieerde instellingen, behoren;

  • b.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd onvoldoende aansluiten bij de doelstellingen uit de Cultuurnota Drenthe 2025-2028 ‘Cultuur maakt Drenthe’;

  • c.

    uit de bij de subsidieaanvraag bijgevoegde begroting blijkt dat de subsidie niet nodig is voor de uitvoering van de activiteiten;

  • d.

    de aanvrager in het kalenderjaar waarin de subsidie wordt aangevraagd reeds subsidie heeft ontvangen op grond van deze subsidieregeling;

  • e.

    het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 3.000,- zou bedragen;

  • f.

    de aanvrager reeds driemaal subsidie heeft ontvangen op grond van deze subsidieregeling.

Artikel 7 Adviescommissie

  • 1.

    Subsidieaanvragen van € 20.000,-- of hoger worden voorgelegd aan de adviescommissie, voor zover er voldaan is aan de artikelen 2 tot en met 6 van deze subsidieregeling .

  • 2.

    Subsidieaanvragen van lager dan € 20.000,-- kunnen ter advisering worden voorgelegd aan de adviescommissie.

  • 3.

    De adviescommissie adviseert op grond van de toetsingscriteria als bedoeld in artikel 8 van deze regeling.

Artikel 8 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    kwaliteit van product en organisatie:

    • 1)

      1º. de inhoudelijke samenhang, authenticiteit en originaliteit;

    • 2)

      2º. voorbeeldmateriaal zoals een regieconcept, manuscript en schetsontwerpen;

    • 3)

      3º. de principes van de Governance Code Cultuur, voor zover het aangevraagde subsidiebedrag € 10.000,-- of hoger bedraagt;

    • 4)

      4º. de ervaring van de aanvrager met eerdere projecten die vergelijkbaar zijn in omvang en kwaliteit.

  • b.

    toegankelijkheid: bij een subsidieaanvraag van € 20.000,-- of hoger is er sprake van aantoonbare inzet op het gebied van toegankelijkheid die passend is bij de activiteit.

  • c.

    aanvulling van het cultuuraanbod. Deze aanvulling bestaat uit één of beide van de volgende eigenschappen:

    • 1)

      verbreding: een op zich niet vernieuwende activiteit, maar die op deze plek of voor deze publieksgroep een nieuwe en/of verrijkende ervaring betekent (in plaats van ‘meer van hetzelfde’);

    • 2)

      vernieuwing: een innovatieve kunstzinnige activiteit die nog niet of nauwelijks in Drenthe is uitgevoerd.

  • d.

    cultureel ondernemerschap:

    • 1)

      van de deelnemers dan wel afnemers wordt een redelijke bijdrage dan wel vergoeding gevraagd;

    • 2)

      er wordt aantoonbare inzet gepleegd om andere financiers dan de overheid te vinden;

    • 3)

      voor projecten in de categorie festivals en evenementen, als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, is er cofinanciering door de gemeente;

    • 4)

      voor projecten uit de overige categorieën is cofinanciering of ondersteuning in natura door de gemeente gewenst;

    • 5)

      er is aantoonbaar dan wel aannemelijk te maken draagvlak voor de activiteiten;

    • 6)

      er wordt indien mogelijk gebruik gemaakt van bestaande voorzieningen en kennis en er wordt gezocht naar logische partners die versterkend zijn voor het project.

  • e.

    PR & marketing:

    • 1)

      een doordachte en realistische publieksbenadering. Dit komt tot uiting in een concreet PR-plan, opgenomen in het projectplan;

    • 2)

      aansluiting van methode(s) bij de gekozen doelgroep(en), daar waar dat zinvol is met inzet van sociale media;

    • 3)

      indien een subsidieaanvraag € 20.000,-- of meer bedraagt, bevat de aanvraag een marketingplan;

    • 4)

      indien de aanvraag betrekking heeft op de categorie museale projecten als bedoeld in artikel 3, onderdeel g, kan in afwijking van het vorige subonderdeel worden volstaan met een beschrijving van de bestaande marketingstrategie.

  • f.

    indien de aanvrager een amateurkunstgezelschap is bestaat het project uit een samenwerking met meerdere amateurkunstgezelschappen met medewerking van professionals rond een specifiek thema of gelegenheid.

Artikel 9 Subsidiabele kosten

Subsidiabele kosten zijn de voor het initiatief noodzakelijke kosten die aantoonbaar rechtstreeks zijn toe te rekenen aan het uit te voeren project.

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    kosten voor het opbouwen van reserve/eigen vermogen;

  • b.

    kosten voor uren die al in een boekjaarsubsidie van de provincie Drenthe gesubsidieerd zijn;

  • c.

    kosten ten behoeve van investeringen in accommodaties en aanschaf van apparatuur in accommodaties, behalve voor projecten binnen de categorie museale projecten als bedoeld in artikel 3, onderdeel g;

  • d.

    overige investeringen in interieur of materiaal dat niet specifiek aan het project verbonden is;

  • e.

    het schrijven en publiceren van teksten zoals boeken, brochures, websites, en informatieborden voor zover dit een op zichzelf staand project is;

  • f.

    voorbereidingskosten voor projecten die vallen binnen de categorie media als bedoeld in artikel 3, onderdeel d.

Artikel 11 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 45.000,-- per aanvraag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, indien de aanvraag betrekking heeft op activiteiten als bedoeld in artikel 3, onderdelen a of d, de subsidie maximaal 40% van de subsidiabele kosten bedraagt tot een maximum van € 45.000,-- per aanvraag.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid geldt dat, indien de aanvrager een boekjaarsubsidie van de provincie Drenthe ontvangt of de aanvrager een museum van provinciaal belang is, de subsidie maximaal € 25.000,-- bedraagt per aanvraag.

  • 4.

    Indien de aanvrager niet is gevestigd in de provincie Drenthe en activiteiten gedeeltelijk buiten de provincie Drenthe uitvoert, kan in afwijking van het eerste en tweede lid de maximale subsidiehoogte naar evenredigheid worden verlaagd, indien het te verstrekken subsidiebedrag onevenredig hoog zou zijn ten opzichte van de bijdragen van andere subsidiërende overheden of fondsen.

Artikel 12 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 13 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum en tijdstip van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op hetzelfde moment zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en vervalt op 1 januari 2029.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Culturele Projecten Drenthe.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

J. Otter, plv.voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Assen, 10 december 2024

Kenmerk 4.3/202400@

Toelichting Subsidieregeling Culturele Projecten Drenthe

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Met amateurkunstgezelschap wordt bedoeld een gezelschap een waarbij volwassen uitvoerenden niet professioneel geschoold zijn of niet marktconform betaald worden. Een gezelschap met alleen een professionele dirigent of regisseur of alleen professionele solisten geldt dus ook als amateurkunstgezelschap. Gezelschappen waarbij de uitvoerenden kinderen of jongeren zijn, onder begeleiding van een professional, zijn uitgesloten van deze bepaling.

Met bovenlokaal karakter of provinciale uitstraling wordt bedoeld dat activiteiten in meer dan één dorps- of stadskern worden uitgevoerd of trekken in potentie deelnemers uit de hele provincie. Het gaat om activiteiten die in schaal en opzet het lokale overstijgen en in potentie interessant zijn voor deelnemers of bezoekers uit de hele provincie. Lokale projecten die alleen interessant zijn voor de inwoners van eigen dorp of kern komen niet in aanmerking voor deze subsidie.

 

Artikel 11 Subsidiehoogte

Het vierde lid van dit artikel regelt dat de Drentse bijdrage in verhouding moet zijn met bijdragen van andere overheden of fondsen. Het gaat om gevallen waarbij de aanvrager niet in de provincie Drenthe is gevestigd en ook (vooral) uitvoeringen buiten Drenthe uitvoert. Bijvoorbeeld: een project speelt met name in Groningen (3 uitvoeringen) en heeft ook één uitvoering in Drenthe, dan dient de bijdrage die van bijvoorbeeld aan de provincie Groningen gevraagd wordt drie keer zo hoog te zijn als die van Drenthe gevraagd wordt. Indien dat niet het geval is, wordt de te verstrekken subsidie door de provincie Drenthe naar evenredigheid verlaagd.

Naar boven