Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023

Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 10 december 2024, nr. 585094, houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023.

 

Gedeputeerde staten van Zeeland,

  • overwegende dat voor verstrekking van subsidies in het kader van de Impuls Jongerencultuur bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 zijn opgenomen;

  • overwegende dat het wenselijk is om in deze bijzondere bepalingen enkele wijzigingen aan te brengen om knelpunten in de uitvoering op te lossen en gewenste beleidswijzigingen te implementeren;

  • gelet op artikel 7 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2023;

besluiten vast te stellen het navolgende:

 

Artikel I  

Het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 31.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel c wordt ‘cultureel erfgoed (bijvoorbeeld monumenten, archeologie)’ vervangen door ‘cultureel erfgoed (bijvoorbeeld monumenten, archeologie, immaterieel erfgoed)’.

  • 2.

    Onderdeel e van artikel 31.1 vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt.

B.

In artikel 31.2 wordt ‘en die een toevoeging zijn op of een uitbreiding vormen van het bestaand cultureel aanbod in Zeeland’ vervangen door ‘en die een toevoeging, uitbreiding, professionalisering of bestendiging vormen van het bestaand cultureel aanbod in Zeeland’.

 

C.

Artikel 31.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

    • d.

      de activiteit start vóór 1 januari 2026.

  • 2.

    In het tweede lid wordt ‘€ 50.000,-‘ vervangen door ‘€ 25.000,-‘.

  • 3.

    Het derde lid vervalt.

D.

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 31.4, tweede lid, onderdeel c door een puntkomma wordt aan artikel 31.4, tweede lid, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d.

    er binnen dezelfde openstelling eerder subsidie is verleend aan de aanvrager.

E.

Artikel 31.5, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    De subsidie bedraagt:

    • a.

      bij een subsidie tot en met € 10.000,-: maximaal 90% van de subsidiabele kosten;

    • b.

      bij een subsidie hoger dan € 10.000,-: maximaal 80% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000,-.

F.

In artikel 31.6, derde lid, wordt ‘in de twee voorgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar’ vervangen door ‘in de afgelopen 36 maanden’.

 

G.

Het derde lid van artikel 31.7 vervalt, onder vernummering van het vierde tot het derde lid.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 10 december 2024.

H.M. de Jonge, voorzitter

Drs. M.C.J. Franken, secretaris

Naar boven