Artikel I
Het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2023 wordt als volgt gewijzigd:
A.
Artikel 31.1 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In onderdeel c wordt ‘cultureel erfgoed (bijvoorbeeld monumenten, archeologie)’ vervangen door ‘cultureel erfgoed (bijvoorbeeld monumenten, archeologie, immaterieel erfgoed)’.
- 2.
Onderdeel e van artikel 31.1 vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt.
B.
In artikel 31.2 wordt ‘en die een toevoeging zijn op of een uitbreiding vormen van het bestaand cultureel aanbod in Zeeland’ vervangen door ‘en die een toevoeging, uitbreiding, professionalisering of bestendiging vormen van het bestaand cultureel aanbod in Zeeland’.
C.
Artikel 31.3 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
- d.
de activiteit start vóór 1 januari 2026.
- 2.
In het tweede lid wordt ‘€ 50.000,-‘ vervangen door ‘€ 25.000,-‘.
- 3.
D.
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 31.4, tweede lid, onderdeel c door een puntkomma wordt aan artikel 31.4, tweede lid, een onderdeel toegevoegd, luidende:
- d.
er binnen dezelfde openstelling eerder subsidie is verleend aan de aanvrager.
E.
Artikel 31.5, eerste lid, komt te luiden:
- 1.
De subsidie bedraagt:
- a.
bij een subsidie tot en met € 10.000,-: maximaal 90% van de subsidiabele kosten;
- b.
bij een subsidie hoger dan € 10.000,-: maximaal 80% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000,-.
F.
In artikel 31.6, derde lid, wordt ‘in de twee voorgaande belastingjaren en het lopende belastingjaar’ vervangen door ‘in de afgelopen 36 maanden’.
G.
Het derde lid van artikel 31.7 vervalt, onder vernummering van het vierde tot het derde lid.