Wijziging van de Subsidieregeling Stimulering HRM en scholing voor MKB

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen

 

Overwegende dat:

  • -

    Op 5 maart 2024 de Subsidieregeling Stimulering HRM en scholing voor MKB is vastgesteld;

  • -

    Nadien is gebleken dat de regeling op een aantal onderdelen dient te worden gewijzigd.

Gelet op:

  • -

    artikel 18, 29 en 31 van Verordening nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 (laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2023 (EG) nr. 2023/1315) waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (“de algemene groepsvrijstellingsverordening”);

  • -

    Verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L15-12-2023);

  • -

    de Subsidieregeling JTF 2021-2027;

  • -

    het Operationeel Programma JTF 2021-2027;

  • -

    de Subsidieregeling Stimulering HRM en scholing voor MKB.

Besluiten:

 

De Subsidieregeling Mkb personeel en scholing (JTF) te wijzigen als volgt:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING

A.

 

In artikel 6, lid 1 wordt de volgende tekst:

 

“Een aanvraag kan worden ingediend in de periode vanaf 20 maart 2024 9.00 uur tot en met 31 december 2024 17.00 uur.”

 

vervangen door:

 

“Een aanvraag kan worden ingediend in de periode vanaf 20 maart 2024 9.00 uur tot en met 30 juni 2025 17.00 uur.”

 

B.

In artikel 11a, sub c wordt de volgende tekst:

 

“de loonkosten, inclusief overhead, van de HR-adviseur. Hierbij wordt gerekend met een vast uurtarief van € 55,-;”

 

Vervangen door:

 

“de loonkosten, inclusief overhead, van de HR-adviseur. Hierbij wordt gerekend met een vast uurtarief van € 55,- of met een vast maandtarief van € 7.800,-;

 

C.

In artikel 11b, lid 1 sub c wordt de volgende tekst:

 

“wordt gegeven door een opleidingsinstituut, een trainingsbureau of examenaanbieder die in het bezit is van het NRTO-keurmerk.”

 

Vervangen door:

 

“wordt gegeven door een opleidingsinstituut, een trainingsbureau of examenaanbieder die in het bezit is van het NRTO- en/of het CRKBO-keurmerk.”

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE TOELICHTING

De toelichting van de Subsidieregeling Stimulering HRM en scholing voor MKB wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In de toelichting wordt een toelichting op artikel 11a sub c toegevoegd. Deze wordt als volgt geformuleerd:

 

“Artikel 11a sub c Loonkosten

De aanvrager mag kiezen tegen welk tarief zij de loonkosten van het project willen berekenen. Hiervoor zijn twee tarieven bepaald, met elk haar eigen administratieve last.

 

Uurtarief € 55,-

Het betreft een vast tarief, waarin inflatiecorrectie reeds is verdisconteerd. Dit tarief kan worden gehanteerd voor medewerkers die in loondienst zijn.

 

Ter onderbouwing van de loonkosten dient gedurende en na uitvoering van het project moeten de volgende documenten worden overlegd:

  • -

    Urenregistratie per medewerker (een format hiervoor is beschikbaar op de website van het SNN)

  • -

    Indien sprake is van verloning: verzamelloonstaat of een ander document (bijvoorbeeld een uitdraai uit een betrouwbaar personeelssysteem) ter onderbouwing van het dienstverband.

Vast maandbedrag € 7.800,-

Dit maandbedrag kan worden gehanteerd voor medewerkers die voor een vast deel van hun arbeidstijd aan het project werken. Dit vaste maandbedrag kan naar rato van de ingezette uren per medewerker variëren.

 

Bij het opstellen van de begroting vooraf, worden de totale loonkosten per medewerker berekend door het vaste maandbedrag van € 7.800,- te vermenigvuldigen met het verwachte aantal maanden dat de medewerker inzet voor het project zal leveren. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het standaardpercentage van de werkweek dat de medewerker naar verwachting aan het project zal werken.

 

Als medewerkers een vast percentage van hun tijd werkzaam zijn voor de uitvoering van een project, kan een werkgeversdocument volstaan als onderbouwing van de ureninzet. De werkgever stelt voor de medewerkers een document op met vermelding van de namen van de medewerkers en het vaste percentage van de tijd per maand dat zij werkzaam zijn voor het project. Het document wordt bij voorkeur voorafgaand aan de start van de projectactiviteiten opgesteld. Indien de arbeidstijd van de medewerker aan het project gedurende de projectperiode wijzigt, dient er een nieuw werkgeversdocument aangeleverd te worden. Een format voor het werkgeversdocument wordt beschikbaar gesteld op de website van het SNN.

 

Voorbeeld:

Vast maandbedrag (bij fulltime dienstverband)

€ 7.800,-

Percentage werkzaam voor project

50%

Aantal maanden werkzaam voor project

10

Te begroten loonkosten

€ 39.000,-

 

Ter onderbouwing van de loonkosten dient gedurende en na uitvoering van het project moeten de volgende documenten worden overlegd:

  • -

    Werkgeversdocument waaruit de tijdsinzet voor het project van de medewerker(s) blijkt.

  • -

    Een document waaruit het dienstverband en de omvang daarvan blijkt van de medewerker.

Berekening aantal subsidiabele uren:

De berekening van het totaal aan subsidiabele loonkosten per kalenderjaar gaat uit van een 40-urige werkweek. Indien de medewerker een arbeidsovereenkomst heeft met een lager aantal contracturen per week, dan wordt het aantal uren van 1.720 naar verhouding aangepast.

 

Hieronder staan een aantal voorbeelden van de maximale subsidiabele loonuren van een aangepast aantal contracturen:

  • -

    24-urige werkweek: 1.032 uur per jaar (24/40 x 1720);

  • -

    32-urige werkweek: 1.376 uur per jaar;

  • -

    36-urige werkweek: 1.548 uur per jaar.”

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciale Blad van de provincie Groningen.

Groningen, 3 december 2024

Gedeputeerde Staten van Groningen:

René Paas

Hans Schrikkema

Naar boven