Provinciaal blad van Fryslân
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Fryslân | Provinciaal blad 2024, 18882 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Fryslân | Provinciaal blad 2024, 18882 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Besluit van gedeputeerde staten van 19 november 2024 strekkende tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Asv provincie Fryslân 2022
De Uitvoeringsregeling Asv provincie Fryslân 2022 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:
In het tweede lid wordt “Het subsidiabele uurtarief bedraagt in ieder geval niet meer dan € 100,-.” vervangen door “Het berekende uurtarief kan worden vermeerderd met een percentage van maximaal 20% voor overhead. Het subsidiabele uurtarief bedraagt in ieder geval niet meer dan € 100,- exclusief overhead en € 120,- inclusief overhead.”
Artikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:
Het tweede lid komt te luiden:
De subsidie voor het inschakelen van een externe derde wordt bepaald op basis van een uurtarief. Het maximaal subsidiabele uurtarief, exclusief btw, is gelijk aan de norm zoals genoemd in artikel 2.3, eerste lid, van de Wet normering topinkomsten, gedeeld door 1.650, waarbij geldt dat de totale jaarlijkse subsidie voor het inschakelen van een externe derde nooit meer bedraagt dan de hiervoor bedoelde norm.
De toelichting wordt als volgt gewijzigd:
De artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.1, onderdeel i, komt te luiden:
“Onder overhead wordt verstaan de indirecte kosten die betrekking hebben op de eigen organisatie van de subsidieontvanger. De overhead (of vaste lasten) is dus het deel van een budget dat een organisatie aan de eigen organisatie besteedt. Voorbeelden hiervan zijn de kosten voor directie, management, secretariële ondersteuning, personeel en organisatie (HR), informatisering en automatisering (ICT), financiën en control, communicatie, logistiek, huisvestingskosten, juridische zaken en facilitaire zaken. Ook de indirecte kosten die moeten worden gemaakt voor het in dienst hebben van een medewerker, waaronder kosten voor de ondersteunende functies (PIOFACH functies) vallen onder overhead.”
In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 2.4 wordt de tekst “Ook wordt er geen subsidie verstrekt voor overheadkosten. De achtergrond hiervan is dat (project)subsidies bedoeld zijn voor het stimuleren van specifieke projectactiviteiten en niet voor dekking van reguliere organisatietiekosten.” vervangen door de tekst “Het voorgaande betekent dat bij projectsubsidies in beginsel ook geen subsidie wordt verstrekt voor overhead (behoudens de gevallen als bedoeld in artikel 2.5, tweede lid). Bij dergelijke subsidies kan overhead doorgaans namelijk niet rechtstreeks aan het gesubsidieerde project worden toegerekend. Dat is anders bij boekjaarsubsidies en (andere) exploitatiesubsidies waarbij subsidie in de basis wordt verstrekt voor dekking van reguliere organisatiekosten. Omdat overhead doorgaans onderdeel uitmaakt van de gesubsidieerde reguliere organisatiekosten, valt overhead in die gevallen wel onder de kosten die rechtstreeks aan de subsidiabele activiteiten zijn toe te rekenen.”
In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 2.5 wordt de tekst “Daarbij is van belang dat overhead geen onderdeel mag uitmaken van de loonkosten. Voor zover een werkgever normaal wel overhead in de loonkosten verdisconteert, moet dat in de subsidieaanvraag aantoonbaar buiten beschouwing worden gelaten.” vervangen door de tekst: “Daarbij is van belang dat overhead geen onderdeel mag uitmaken van de brutoloonkosten. Wel kan overhead als afzonderlijk onderdeel worden gesubsidieerd in de vorm van een opslag op het berekende uurtarief. Een aanvrager die te maken heeft met overheadkosten kan daarvoor separaat, dat wil zeggen: niet als onderdeel van het uurtarief maar in de vorm van een opslag op dat tarief, subsidie aanvragen en ontvangen. De subsidie voor overhead bedraagt maximaal 20% van het uurtarief zoals dat conform (de tweede zin van) het tweede lid is berekend. Zonder overhead bedraagt het maximum uurtarief € 100,-. Als wel sprake is van overhead wordt het uurtarief vermeerderd met die overhead, tot een maximaal uurtarief van € 120,-.”
In de artikelsgewijze toelichting bij artikel 2.7 wordt na de laatste alinea een onderdeel toegevoegd, luidende:
Voor de hoogte van de subsidie voor het inschakelen van een externe derde is het door die derde gerekende uurtarief bepalend. Een aanvrager moet in zijn subsidieaanvraag daarom aantonen hoe hoog dat uurtarief is. Het maximaal subsidiabele uurtarief is gebaseerd op de norm uit (artikel 2.3, eerste lid, van) de Wet normering topinkomens (Wnt). Enerzijds omdat een uurtarief tot de Wnt-norm nog als redelijk kan worden gezien en anderzijds omdat de Wnt norm jaarlijks wordt geïndexeerd. Door aansluiting te zoeken bij die norm geldt die indexering automatisch ook voor het in dit artikel gehanteerde maximale uurtarief.
Het maximale tarief betreft een tarief zonder btw. Indien en voor zover een subsidieontvanger de btw niet kan verrekenen of compenseren, kan ook subsidie worden verkregen voor de btw die verschuldigd is over het (maximale) tarief. Tot slot is in dit onderdeel bepaald dat de subsidie voor het inschakelen van een externe derde nooit meer bedraagt dan de Wnt-norm.
Het derde lid van dit artikel bepaalt dat het tweede lid, waarin het maximumtarief voor inschakeling van externe derden wordt geregeld, niet van toepassing is indien en voor zover een ingeschakelde externe derde werkzaamheden verricht ter uitvoering van een door gedeputeerde staten bij subsidieverlening opgelegde specifieke verplichting. Daarbij kan in de eerste plaats worden gedacht aan de verplichting om een accountantsverklaring te overleggen bij het verantwoorden van een subsidie. Daarvoor is het vanzelfsprekend noodzakelijk om een accountant in te schakelen. Denkbaar is dat de kosten voor het inschakelen van die accountant hoger zijn dan het maximale tarief uit het tweede lid.
Deze uitzondering heeft alleen betrekking op bijzondere soorten verplichtingen, waarbij het op grond van de subsidiebeschikking duidelijk is welke (soort) externe derde verplicht moet worden ingeschakeld. Het gaat bijvoorbeeld niet om externe derden die worden ingeschakeld ter uitvoering van de (algemene) verplichting om de activiteiten uit te voeren conform de subsidieaanvraag. Ook gaat het niet om het inschakelen van derden ter uitvoering van een verplichting waarvoor die derde niet noodzakelijk is, zoals het inschakelen van een accountant om te voldoen aan de verplichting om een administratie bij te houden.
In dit lid is bepaald dat gedeputeerde staten kunnen afwijken van het maximumtarief. Daarvan wordt niet lichtzinnig gebruikgemaakt. Uitgangspunt is namelijk dat het maximumtarief voor iedereen geldt. Denkbaar is echter dat voor bijzondere gevallen toch een uitzondering nodig is, bijvoorbeeld als over een bepaald uurtarief landelijke afspraken zijn gemaakt en ter voldoening aan die afspraken een afwijkend uurtarief moet worden gehanteerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-18882.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.