Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 18867 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 18867 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 26 november 2024 tot wijziging van de Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant in verband met het opnieuw vaststellen van paragraaf 1 en het doorvoeren van enkele technische wijzigingen in de paragrafen 2 en 3 (Veertiende wijziging Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant te wijzigen in verband met het opnieuw vaststellen van de paragraaf buurtcultuur, alsmede het doorvoeren van enkele technische wijzigingen in de paragrafen 2 en 3;
Artikel I Wijziging Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant
De subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
buurt: buurtschap, dorp, wijk of gemeenschap;
cultureel ondernemer: eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma die actief is in de culturele sector en is ingeschreven in het handelsregister.
professionele maker: natuurlijk persoon die maker is van kunst en cultuur en zich professioneel manifesteert, blijkend uit zijn curriculum vitae en een portfolio.
projectbuurt: buurt waarop het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd zich richt.
Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:
Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten die op een buurt zijn gericht en de sociale cohesie in die buurt versterken door middel van een creatieve impuls op een of meerdere van de aandachtsgebieden ontmoeting en verbinding, veranderkracht, verbeteren woonomgeving of cultuur voor iedereen.
Subsidie wordt geweigerd indien:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 1.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen alle kosten van het project voor subsidie in aanmerking.
Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 7 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 1.9 Aanvraagtijdvakken
Subsidieaanvragen worden ingediend van;
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4 vast op € 900.000, waarvan:
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 1.4, bedraagt 50% van de begrote subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000.
Artikel 1.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van foto- of videomateriaal van de activiteit.
Artikel 1.15 Bevoorschotting en betaling
Artikel 1.16 Subsidievaststelling
De subsidie wordt op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vastgesteld.
Gedeputeerde Staten zenden in 2025 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.
In artikel 2.4 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
Aan artikel 2.5 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
In artikel 2.6, onder i, wordt na “klimaatbestendigheid,” ingevoegd “biodiversiteit,”.
Artikel 2.7, tweede lid komt te luiden:
Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren van de subsidieaanvrager past de subsidieaanvrager de berekeningswijze, bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant toe. Het forfaitaire vastgesteld uurtarief bedraagt € 50.
Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 3.5 wordt een onderdeel toegevoegd: ”d. voor het schoolplein reeds subsidie is verleend op grond van paragraaf 2 van deze regeling.”
Artikel 3.6 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3.9 wordt als volgt gewijzigd:
Op subsidieaanvragen als bedoeld in de paragrafen 1, 2 en 3 van de Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant, die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling en waarop nog niet onherroepelijk is beslist, blijven de paragrafen 1, 2 en 3 van de Subsidieregeling, zoals die luidden de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling, van toepassing.
’s-Hertogenbosch, 26 november 2024
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Toelichting behorende bij de Veertiende wijziging Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant
Met deze wijzigingsregeling is de paragraaf buurtcultuur opnieuw vastgesteld. In de nieuwe paragraaf zijn de ervaringen van voorgaande jaren verwerkt. Door een scherpere formulering van eisen wordt een verhoging van de kwaliteit van de subsidieaanvragen beoogd. Daarnaast wordt in de bijgestelde eisen meer nadruk gelegd op de creatieve impuls als instrument om de subsidiedoelen te verwezenlijken. In de paragrafen 2 en 3 tenslotte zijn een aantal meer technische wijzigingen verwerkt.
Artikel I (Wijziging Subsidieregeling buurtfonds Noord-Brabant)
Artikel 1.1 onder e (Begripsbepalingen)
Het begrip projectbuurt is nieuw opgenomen in paragraaf 1. Dit begrip is verwerkt in artikel 6, onder c.
Artikel 1.4 (Subsidiabele activiteiten)
Met de wijziging van artikel 1.4 is vastgelegd dat projecten op een buurt moeten zijn gericht. Verder is de nadruk gelegd op de creatieve impuls als het instrument om het doel te bereiken. Te denken valt bijvoorbeeld aan creatieve uitingen zoals een toneel- of theatervoorstelling of een muzikaal optreden.De projecten moeten gericht zijn op een of meerdere van de aandachtsgebieden zoals die nu in artikel 1.4 zijn benoemd.
Artikel 1.5 (Weigeringsgronden)
De beschikbare subsidiegelden zijn bestemd voor projecten. Het is niet de bedoeling dat voor reguliere activiteiten subsidie op grond van deze paragraaf wordt aangevraagd. Daarom zijn reguliere activiteiten als weigeringsgrond aan dit artikel toegevoegd. Ook indien voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van een provinciale regeling wordt subsidie op grond van deze paragraaf geweigerd.
Artikel 1.6 (Subsidievereisten)
Dit artikel is ingrijpend gewijzigd, verscherpt en ingekort, hetgeen nauw samenhangt met de vereenvoudiging van de subsidiabele activiteiten in artikel 1.4. In dit gewijzigde artikel 1.6 zijn de ervaringen met eerdere
subsidieaanvragen in voorgaande jaren verwerkt. Zoals aangegeven onder 1.4 is de nadruk gelegd op de creatieve impuls als het instrument om het doel te bereiken. Te denken valt bijvoorbeeld aan creatieve uitingen zoals een toneel- of theatervoorstelling of een muzikaal optreden. Verder zijn aandachtsgebieden vastgesteld. De projecten moeten gericht zijn op een of meerdere van deze aandachtsgebieden.
Daarnaast is als eis opgenomen dat het project voldoende artistieke kwaliteit heeft. In het onderdeel d is deze eis verder uitgewerkt waarbij betrokkenheid en een uitgewerkte artistieke visie een centrale rol spelen.
Artikel 1.8 (Niet subsidiabele kosten)
Het is niet duurzaam en kosteneffectief om fysieke middelen aan te schaffen voor een eenmalig project, uiteraard tenzij deze middelen bedoeld zijn voor eenmalig gebruik. Indien het voor de uitvoering van een project nodig is om gebruik te maken van fysieke middelen die niet bestemd zijn voor eenmalig gebruik, is het wenselijk dat deze bijvoorbeeld worden gehuurd. Om die reden is onder onderdeel a. opgenomen dat dit type kosten niet voor subsidie in aanmerking komen. Verder komen interne kosten niet voor subsidie in aanmerking. Te denken valt aan interne arbeidsuren of de huur van het eigen gebouw.
Artikel 1.9 (Aanvraagtijdvakken)
Er worden drie jaarlijkse aanvraagtijdvakken ingesteld. Op deze wijze wordt een gelijkmatige spreiding van projecten beoogd en worden aanvragers in de gelegenheid gesteld om aanvragen met voldoende voorbereidingstijd in te dienen.
Artikel 1.10 (Subsidieplafonds)
Omdat nu drie jaarlijkse aanvraagtijdvakken zijn gemaakt zijn de beschikbare subsidiegelden over deze aanvraagtijdvakken verdeeld. De verdeling is in gelijke delen.
Onder B (artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten)
Door toevoeging van de activiteit “het aanleggen of toevoegen van groen dat de biodiversiteit bevordert” wordt de reikwijdte van deze paragraaf groter.
Onder D (artikel 2.6 Subsidievereisten)
Omdat het bevorderen van biodiversiteit een belangrijke beleidsdoelstelling is, komen projecten die hieraan een bijdrage leveren nu ook voor subsidie in aanmerking.
Onder F (artikel 2.11 Subsidiehoogte)
Het subsidiebedrag voor de activiteit “het gezamenlijk aanleggen van groene daken met minimaal drie eigenaren” is nu genormeerd op een bedrag van € 35 per m2 aangelegd groen dak, tot een maximum van € 10.000.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-18867.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.