Subsidieregeling Naoberschapsfonds

Gedeputeerde Staten van Drenthe;

 

gelet op artikel 3, derde lid en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;

 

BESLUITEN:

 

vast te stellen de Subsidieregeling Naoberschapsfonds

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling worden verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening provincie Drenthe 2023;

lokale culturele activiteiten: inhoudelijke culturele activiteiten of projecten zoals een voorstelling, een tentoonstelling, de aanschaf van een nieuw werk, een festival, bloemencorso of een uitvoering van de plaatselijke toneelvereniging.

Artikel 2 Doel

De subsidie heeft tot doel het stimuleren van lokale culturele activiteiten via de Drentse gemeenten.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de financiering van de uitvoering van lokale culturele activiteiten.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt verstrekt aan een Drentse gemeente.

Artikel 5 Aanvraag

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van het elektronisch beschikbaar gestelde aanvraagformulier behorende bij deze subsidieregeling en met de daarop aangegeven bescheiden.

Artikel 6 Aanvraagperiode

Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend vanaf 1 januari tot en met 1 juli.

Artikel 7 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de aanvrager toont in de aanvraag op hoofdlijnen aan voor welke activiteiten, als bedoeld in artikel 3, de subsidie besteed gaat worden en de mate van cofinanciering door de aanvrager per activiteit;

  • b.

    de te financieren activiteiten, als bedoeld in artikel 3, worden door de aanvrager voor minimaal 50% gefinancierd uit eigen middelen.

Artikel 8 Weigeringsgronden

De subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de aanvraag betrekking heeft op financiering voor de bouw, verbouw of verbetering van vastgoed;

  • b.

    de aanvrager in het kalenderjaar waarvoor subsidie aangevraagd wordt reeds de maximale subsidie heeft ontvangen op grond van deze regeling.

Artikel 9 Deelplafonds en verdeling

De deelplafonds per kalenderjaar voor de looptijd van deze regeling zijn als volgt bepaald:

Gemeente

Deelplafond

Aa en Hunze

€ 33.643,-

Assen

€ 55.398,-

Borger-Odoorn

€ 33.741,-

Coevorden

€ 38.610,-

De Wolden

€ 33.085,-

Emmen

€ 74.993,-

Hoogeveen

€ 48.934,-

Meppel

€ 38.493,-

Midden-Drenthe

€ 37.757,-

Noordenveld

€ 36.564,-

Tynaarlo

€ 38.058,-

Westerveld

€ 30.724,-

Artikel 10 Subsidieverplichting

De subsidieontvanger voert de subsidiabele activiteiten uit in het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 11 Eindverantwoording

In afwijking van artikel 22, derde lid, van de Asv voegt de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling een overzicht van de met de op grond van deze regeling ontvangen subsidie gefinancierde activiteiten en de bijbehorende cofinanciering. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het door Gedeputeerde Staten beschikbaar gestelde format.

Artikel 12 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en vervalt op 1 januari 2029.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Naoberschapsfonds.

Gedeputeerde Staten voornoemd,

J. Otter, plv. voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

Assen, 3 december 2024

Kenmerk 4.1/2024001745

Toelichting Subsidieregeling Naoberschapsfonds

Algemene toelichting

Met deze subsidieregeling worden gemeenten ondersteund bij de financiering van lokale culturele activiteiten. Hiermee wordt aangesloten bij wat gemeenten zelf van belang vinden. Als de gemeente een culturele activiteit ondersteunt, kan vanuit het Naoberschapsfonds een laatste deel cofinanciering aangevraagd worden. Hiermee willen provincie en gemeenten gezamenlijk jaarlijks 1 miljoen euro in cultuur investeren.

In de praktijk vervangt het Naoberschapsfonds de culturele impuls en de snijvlakevenementen (83 kleine evenementen op het snijvlak van cultuur en vrijetijdseconomie, die op voorspraak van de gemeenten op de provinciale begroting werden geplaatst).

Op grond van deze subsidieregeling kunnen gemeenten één keer per jaar een subsidie aanvragen. Voor elke gemeente is een vast bedrag gereserveerd dat bestaat uit een basisbedrag en een bedrag dat naar inwonerrato verdeeld wordt.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

 

Dit artikel bepaalt dat de subsidie kan worden verstrekt voor de financiering van de uitvoering van culturele activiteiten. Dit kan de vorm hebben van losstaande, incidentele projecten, terugkerende culturele activiteiten, of activiteiten van instellingen die bij de gemeente op de begroting staan. De gemeenten mogen de subsidie ook gebruiken om een plus te zetten op hun eigen subsidieregeling voor culturele projecten.

In bovenstaande gevallen moet het gaan om inhoudelijke culturele projecten zoals een voorstelling, tentoonstelling, de aanschaf van een nieuw werk, een lokaal festival, bloemencorso of een uitvoering van de plaatselijke toneelvereniging.

 

Artikel 7 Toetsingscriteria

 

In onderdeel a van dit artikel is bepaald dat de aanvrager in de aanvraag op hoofdlijnen moet aangeven waar de subsidie aan besteed gaat worden. Dat kan bijvoorbeeld bestaan uit een overzicht als:

  • -

    een bedrag voor project X van een begrotingsinstelling

  • -

    een bedrag voor incidenteel project Y

  • -

    een bedrag om de eigen subsidieregeling te versterken

Onderdeel b bepaalt dat de te financieren activiteiten voor minimaal 50% gefinancierd moeten worden door de gemeente uit eigen middelen. Dit moet aangetoond worden bij de aanvraag. Indien het niet mogelijk is om 50% te cofinancieren voor het maximaal beschikbare subsidiebedrag, dan moet er voor een lager bedrag worden aangevraagd, waardoor de 50% cofinanciering mogelijk wordt.

Naar boven