Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 19 november 2024 tot wijziging van de Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 in verband met het wijzigen van de openstellingsperiode van paragraaf 2, alsmede het doorvoeren van enkele wijzigingen in die paragraaf (Zesentwintigste wijziging Subsidieregeling verkeer en vervoer 2016 Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 te wijzigen in verband met het wijzigen van de openstellingsperiode van paragraaf 2, alsmede het doorvoeren van enkele wijzigingen in die paragraaf;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016

De Subsidieregeling verkeer en vervoer Noord-Brabant 2016 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel u. onder 1°. wordt “1 januari 2023” vervangen door “1 januari 2030”.

  • 2.

    In onderdeel u. onder 2°. wordt “1 januari 2025” vervangen door “1 januari 2030”.

B.

 

Artikel 2.7 komt te luiden:

Artikel 2.7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      kosten voor de verwerving van gronden ten behoeve van het project tot maximaal de taxatiewaarde;

    • b.

      kosten voor het aankopen van een onroerende zaak ten behoeve van het project tot maximaal de taxatiewaarde;

    • c.

      kosten voor het aanpassen van de verkeerssituatie;

    • d.

      kosten voor de aanleg en aanpassing van de snelfietsroute of het snelfietsroutedeel met inbegrip van kosten voor maatregelen om herkenbaarheid, aantrekkelijkheid, comfort of omgevingskwaliteit van de snelfietsroute of het snelfietsroutedeel te vergroten;

    • e.

      kosten voor de aanleg en aanpassing van een kunstwerk;

    • f.

      kosten voor de aanleg en aanpassing van een voetgangersvoorziening, bewegwijzering, markering en verlichting;

    • g.

      kosten voor projectonderdelen, die gericht zijn op de toepassing van innovatieve producten of technieken;

    • h.

      kosten voor het verleggen van kabels en leidingen;

    • i.

      interne loonkosten in de vorm van engineeringskosten;

    • j.

      externe adviseurskosten in de vorm van engineeringskosten.

  • 2.

    Voor de berekening van subsidiabele uurtarieven van arbeids- en personeelsuren, bedoeld in het eerste lid, onder i, past de subsidieaanvrager naar keuze toe:

    • a.

      de berekeningswijze, genoemd in artikel 1.4, eerste lid, onder c, van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant en hanteert daarbij ingevolge artikel 1.7 van die regeling een uurtarief van € 75; of

    • b.

      de berekeningswijze genoemd in artikel 1.4, eerste lid, onder a, juncto artikel 1.5 van de Regeling algemene subsidienormen Noord-Brabant.

  • 3.

    De kosten, genoemd in het eerste lid, onder i en j, bedragen gezamenlijk maximaal 15 procent van de kosten, genoemd in het eerste lid, onder a tot en met h.

C.

 

Artikel 2.9 komt te luiden:

Artikel 2.9 Vereisten subsidieaanvraag

Subsidieaanvragen worden ingediend van 3 mei 2018 tot en met 3 juni 2025.

 

D.

 

Artikel 2.13 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In onderdeel g. onder 1°. wordt “1 januari 2023” vervangen door “1 januari 2030”.

    • b.

      In onderdeel g. onder 2°. wordt “1 januari 2025” vervangen door “1 januari 2030”.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 3 mei 2018.

’s-Hertogenbosch, 19 november 2024

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven