Provinciaal blad van Gelderland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2024, 18714 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2024, 18714 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de vertrouwenscommissie inzake de benoeming van de commissaris van de Koning in Gelderland 2024
Bekendmaking van het besluit van 14 oktober 2024- zaaknummer 2024-012298 tot vaststelling van een regeling
Provinciale Staten van Gelderland
Gelezen de brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties d.d. 2 september 2024 met betrekking tot het eervol ontslag van de commissaris van de Koning;
Gelet op artikel 61 en 145 van de Provinciewet, de Archiefwet 1995, het Archiefbesluit 1995 en de circulaire "Procedureregels bij benoeming van een commissaris van de Koningin" van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 november 2005;
Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie inzake de benoeming van de commissaris van de Koning in Gelderland 2024, luidende als volgt:
In deze verordening wordt verstaan onder:
de profielschets: de eisen en competenties die aan de te benoemen commissaris worden gesteld met betrekking tot de vervulling van het ambt, die het onderwerp van het in artikel 61, tweede lid van de Provinciewet bedoelde overleg zijn geweest, door Provinciale Staten zijn vastgesteld en als leidraad geldt voor de selectie van kandidaten.
Een lid van de commissie kan uitsluitend in geval van een te verwachten langdurige verhindering van meer dan een maand worden vervangen. De betreffende fractievoorzitter wijst uit zijn fractie een vervanger aan, die het betreffende lid voor de rest van de procedure als lid van de commissie vervangt.
De griffie van Provinciale Staten levert de secretaris en plaatsvervangend secretaris van de commissie. Artikel 73, eerste lid, van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2023 is hierbij van toepassing. De secretaris en plaatsvervangend secretaris zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht.
Op voordracht van Gedeputeerde Staten wordt uit hun midden een adviseur aan de commissie toegevoegd. De adviseur is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht. De commissie beslist in voorkomende gevallen over de aanwezigheid van de adviseur bij haar vergaderingen. De adviseur kan uitsluitend in geval van een te verwachten langdurige verhindering van meer dan een maand op voordracht van Gedeputeerde Staten door een andere gedeputeerde worden vervangen voor de rest van de procedure.
De verplichtingen welke bij of krachtens wettelijk voorschrift, de circulaire, of de onderhavige verordening aan de leden en de secretaris van de commissie zijn opgelegd, zijn op gelijke wijze van toepassing op de plaatsvervangende leden en de plaatsvervangend secretaris, alsmede op de adviseur als bedoeld in het zesde lid.
De in het derde en vierde lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste drie dagen voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen, kan van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde termijn worden afgeweken, doch geschiedt de oproeping ten minste 24 uren voorafgaand aan de vergadering.
Alle stukken, bestemd voor de commissie, worden vanaf het e-mailadres van de secretaris aan (of per post aan het huisadres van) de leden van de commissie, de adviseur, de secretaris en de plaatsvervangend secretaris gericht en aldaar door hen bewaard op een wijze, die recht doet aan de in deze verordening aan hen opgelegde geheimhoudingsverplichtingen.
Noch aan de afzonderlijke leden van Provinciale Staten die geen zitting hebben in de commissie, noch aan anderen, wordt inzage in of informatie over de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken of het behandelde ter vergadering verstrekt. Aan Provinciale Staten als zodanig wordt deze informatie slechts verstrekt voor zover dit door de commissie noodzakelijk wordt geacht in het kader van de conceptaanbeveling als bedoeld in artikel 6, derde lid.
De commissie voert gesprekken met de door de minister geselecteerde kandidaten en eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten die de commissie wil spreken. Niet geselecteerde kandidaten kunnen zich rechtstreeks tot de commissie wenden met het verzoek te worden uitgenodigd. De commissie beslist zo spoedig mogelijk op een dergelijk verzoek en stelt hiervan de minister op de hoogte.
De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt daaromtrent schriftelijk verslag uit aan Provinciale Staten en aan de minister. De commissie doet dit verslag als bedoeld in het vierde lid vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van twee kandidaten die naar haar oordeel -in de volgorde van haar voorkeur- voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid. Zowel het verslag als de conceptaanbeveling zijn geheim.
De commissie besluit over de vaststelling van een conceptaanbeveling als bedoeld in het derde lid bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Daarbij streeft de commissie naar unanimiteit. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in de volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de verschillende meningen van de leden van de commissie in het verslag opgenomen.
Onverminderd het bepaalde in artikel 61, zesde lid van de Provinciewet en artikel IX, vierde lid van de circulaire, bevelen Provinciale Staten de minister in volgorde van hun voorkeur twee kandidaten aan. Deze aanbeveling is geheim, met uitzondering van de naam van de kandidaat welke de eerste voorkeur van de Provinciale Staten heeft.
Ten aanzien van al hetgeen tijdens en na het verrichten van de werkzaamheden van de commissie direct of indirect door de commissie wordt besproken, schriftelijk wordt vastgelegd of aan de leden van de commissie wordt voorgelegd, geldt voor de voorzitter en leden van de commissie, alsmede de adviseur, de secretaris en de plaatsvervangend secretaris die hen bijstaan, een geheimhoudingsplicht.
Ten aanzien van al hetgeen door de commissie aan Provinciale Staten wordt overgelegd, medegedeeld of anderszins ter kennis wordt gebracht geldt voor de voorzitter, de afzonderlijke leden van Provinciale Staten, alsmede de griffier, adviseur, secretaris en plaatsvervangend secretaris van de vertrouwenscommissie die Provinciale Staten bij hun werkzaamheden terzijde staan, een geheimhoudingsplicht.
Archivering en vernietiging van stukken
De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor dat op het in artikel 11, tweede lid bedoelde moment alle archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft opgemaakt, onverwijld in verzegelde enveloppen en gerubriceerd als 'geheim' worden overgebrachte naar de krachtens de Archiefwet door Provinciale Staten aangewezen archiefbewaarplaats. De voorzitter en de secretaris dragen er eveneens zorg voor dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.
De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de provinciale archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.
Alle aan de voorzitter, de commissieleden, alsmede de griffier, de adviseur, de secretaris en plaatsvervangend secretaris verstrekte bescheiden, alsmede alle eventuele kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden, worden uiterlijk zeven dagen na het in het artikel 11, tweede lid bedoelde tijdstip door de genoemde personen bij de secretaris van de commissie ter vernietiging ingeleverd.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie, met inachtneming van het bij of krachtens wettelijk voorschrift bepaalde. Zo nodig voert de voorzitter van de commissie vooraf overleg met de minister.
De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgend op die waarop de benoeming van de commissaris van de Koning in Gelderland bekend is gemaakt door middel van het toezenden van het daartoe strekkende Koninklijk Besluit door de minister aan Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van Gelderland.
Deze verordening vervalt -met uitzondering van het bepaalde in artikel 8, vijfde lid- op de achtste dag volgend op die waarop de benoeming van de commissaris van de Koning in Gelderland bekend is gemaakt door middel van het toezenden van het daartoe strekkende Koninklijk Besluit door de minister aan Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van Gelderland.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de vertrouwenscommissie inzake de benoeming van de commissaris van de Koning in Gelderland 2024.
Een vertrouwenscommissie in te stellen die belast is met de taken zoals omschreven in artikel 2 van de Verordening op de vertrouwenscommissie inzake de benoeming van de commissaris van de Koning in Gelderland 2024 en deze op basis van artikel 3 van de verordening als volgt samen te stellen:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-18714.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.