Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland PZH-2024-862235465 (DOS-2022-0006162), houdende wijziging van de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

 

Gelet op artikel 1.3 vierde lid van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

 

Overwegende dat:

 

  • -

    dat het wenselijk is om de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 aan te passen om de praktische uitvoerbaarheid van de subsidieregeling te verbeteren.

Besluiten:

Artikel I  

De Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Onderdeel t komt te luiden:

     

    • t.

      totale kosten van de aanvraag: het totaal van de opgevoerde kosten in de projectbegroting;

  • 2.

    Onder verlettering van de onderdelen m tot en met v tot n tot en met w wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

     

    • m.

      Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM): een professionele organisatie voor monumentenbehoud (POM) beschikt over meer dan 20 rijksmonumenten en toont aan deze op een professionele wijze in stand te houden en is als zodanig door de bewindspersoon van OCW aangewezen als POM.

B

 

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 1a Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Voorschotten van de op grond van deze regeling verleende subsidies bedragen in totaal maximaal 80% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2.

    Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd, waarvan de hoogte en tijdstippen worden bepaald nadat de subsidieontvanger een aanvraag om bevoorschotting heeft ingediend waarin de datum van het begin van de werkzaamheden is opgenomen.

C

 

In artikel 9 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:

 

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie ten hoogste 60% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van €1.000.000,00, indien de aanvrager een Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM) is.

D

 

Artikel 10 komt te luiden:

 

Artikel 10 Rangschikking

  • 1.

    Indien de binnen de aanvraagperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de volgorde van behandeling een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de bouwtechnische staat waarin het rijksmonument zich vóór aanvang van de werkzaamheden zich bevindt;

    • b.

      de cofinanciering betreft een zo hoog mogelijk percentage van de subsidiabele kosten;

    • c.

      bij de activiteit is tevens sprake van herbestemming of herstel van de oorspronkelijke bestemming na leegstand;

    • d.

      de activiteit levert een duidelijke bijdrage aan de creatie van leerling-werkplaatsen;

    • e.

      de activiteit bevordert de werkgelegenheid.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kennen voor de rangschikking bedoeld in het eerste lid de volgende punten toe:

    • a.

      criterium a: ten hoogste zesendertig punten en wel als volgt:

      voor slechte staat: 37punten;

      voor matige staat: 24 punten;

      voor redelijke staat: 12 punten;

      voor goede bouwtechnische staat: 0 punten;

      [Artikel I onderdeel D van artikel 10 lid 2 sub a bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: criterium b: ten hoogste 37 punten en wel als volgt:]

    • b.

      criterium b: ten hoogste 30 punten en wel als volgt:

      voor cofinanciering van 80% of meer: 27 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 70% maar minder dan 80%: 24 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 65% maar minder dan of gelijk aan 70%: 21 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 62,5% maar minder dan of gelijk aan 65%: 18 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 60% maar minder dan of gelijk aan 62,5%: 15 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 57,5% maar minder dan of gelijk aan 60%: 12 punten

      voor cofinanciering van meer dan 55% maar minder dan of gelijk aan 57,5%: 9 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 52,5% maar minder dan of gelijk aan 55%: 6 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 50% maar minder dan of gelijk aan 52,5%: 3 punten;

      voor cofinanciering van 50% of 40% minder: 0 punten;

      [Artikel I onderdeel D van artikel 10 lid 2 sub b bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: criterium b: ten hoogste 27 punten en wel als volgt:]

    • c.

      criterium c: ten hoogste eenentwintig punten en wel als volgt:

      voor volledige herbestemming of herstel van de bestemming na de restauratie met publieke toegankelijkheid: 20 punten;

      voor een volledige herbestemming naar of herstel van de bestemming met een sociaal-maatschappelijke functie zonder publieke toegankelijkheid: 20 punten;

      voor gedeeltelijke herbestemming met publieke toegankelijkheid: 10 punten;

      voor een gedeeltelijke herbestemming naar of gedeeltelijk herstel van de bestemming met een sociaal-maatschappelijke functie zonder publieke toegankelijkheid: 10 punten;

      voor volledige herbestemming of herstel van de bestemming na de restauratie zonder publieke toegankelijkheid: 9 punten;

      voor gedeeltelijke herbestemming of gedeeltelijk herstel van de bestemming na de restauratie: 4 punten;

      voor geen herbestemming of herstel van bestemming na leegstand: 0 punten;

      voor mogelijke herbestemming maar op dit moment bestemming nog niet bekend: 0 punten;

      [Artikel I onderdeel D van artikel 10 lid 2 sub c bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: criterium c: ten hoogste 20 punten en wel als volgt:]

    • d.

      criterium d: ten hoogste 3 punten

      indien in de aanvraag wordt aangetoond dat er tenminste 1 leerlingwerkplaats wordt gecreëerd en na controle bij Restauratie Opleidings Projecten blijkt dat deze is/zijn aangemeld: 3 punten;

      indien in de aanvraag wordt aangegeven dat er tenminste 1 leerlingwerkplaatsen wordt gecreëerd en na controle bij Restauratie Opleidings Projecten blijkt dat deze niet is/zijn aangemeld: 1 punt;

      indien er geen leerlingwerkplaatsen worden gecreëerd: 0 punten;

    • e.

      criterium e: ten hoogste drie punten en wel als volgt:

      er wordt gebruik gemaakt van een ERM-gecertificeerde adviseur of aannemer: 3 punten;

      er wordt in het bestek een ERM-gecertificeerde aannemer voorgeschreven: 2 punten;

      er wordt geen gebruik gemaakt van een ERM-gecertificeerde adviseur aannemer of dit is niet voorgeschreven in het bestek: 0 punten;

    • f.

      criterium f: ten hoogste 10 punten en wel als volgt:

      de hoogte van de totale kosten bedraagt € 100.000 tot- € 250.000: 10 punten;

      de hoogte van de totale kosten bedraagt € 250.000 tot- € 400.000: 8 punten;

      de hoogte van de totale kosten bedraagt € 400.000 tot- € 550.000: 6 punten;

      de hoogte van de totale kosten bedraagt € 550.000 tot- € 700.000: 4 punten;

      de hoogte van de totale kosten bedraagt € 700.000 tot - € 1.000.000: 2 punten;

      de hoogte van de totale kosten is bedraagt meer dan € 1.000.000 of hoger: 0 punten;

    • g.

      criterium g: 12 punten indien de aanvrager een Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud (POM) is.

  • 3.

    Indien twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de activiteit met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 4.

    Indien na toepassing van het derde lid het subsidieplafond niet is bereikt, wordt de verdeling bedoeld in het derde lid op overeenkomstige wijze toegepast op het overblijvende budget voor de overblijvende aanvragen, zo nodig bij herhaling totdat het overblijvende budget geheel is verdeeld.

E

 

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • 1.

    In het opschrift wordt “ontbindende voorwaarde” vervangen door “Voorwaarde omgevingsvergunning”

  • 2.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Indien de omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet op het moment van de aanvraag voor subsidie nog niet onherroepelijk is, verstrekken Gedeputeerde Staten de subsidie onder de voorwaarde dat de omgevingsvergunning zal worden verleend door de daartoe bevoegde instantie en onherroepelijk is binnen 2 jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening.

F

 

Artikel 12, eerste lid komt te luiden:

 

  • 1.

    In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a.

      de restauratie is uiterlijk binnen 4 jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening gerealiseerd;

    • b.

      het rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan is adequaat verzekerd tegen in ieder geval schade als gevolg van brand, storm en bliksem;

    • c.

      het rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan is gedurende de restauratie Casco-All-Risks verzekerd.

G

 

Artikel 14 vervalt.

 

H

 

Artikel 23 komt te luiden:

 

Artikel 23 Rangschikking

  • 1.

    Indien de binnen de aanvraagperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de volgorde van behandeling een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de kwaliteit van de toegankelijkheidsmaatregelen;

    • b.

      de kwaliteit van de duurzaamheidsmaatregelen;

    • c.

      de publieke toegankelijkheid;

    • d.

      de cofinanciering betreft een zo hoog mogelijk percentage van de kosten;

    • e.

      de activiteit levert een duidelijke bijdrage aan de creatie van leerling-werkplaatsen.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kennen voor de rangschikking bedoeld in het eerste lid de volgende punten toe:

    • a.

      criterium a: ten hoogste 35 punten

      maatregel heeft geen visuele schade tot gevolg: 10 punten;

      maatregel is doelmatig voor beoogd gebruik: 10 punten;

      maatregel is omkeerbaar: 10 punten;

      monument wordt met de maatregel geheel gebruikt: 5 punten;

    • b.

      criterium b: ten hoogste 35 punten;

      maatregel heeft geen visuele schade tot gevolg: 10 punten;

      maatregel is doelmatig voor beoogd gebruik: 10 punten;

      maatregel is omkeerbaar: 10 punten;

      aan de maatregel ligt een duurzaamheidsadvies ten grondslag: 5 punten;

    • c.

      criterium c; ten hoogste 10 punten;

      als er sprake is van herbestemming met een sociaal-maatschappelijke functie zonder publieke toegankelijkheid: 10 punten;

      openstelling van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan gedurende 300 en meer dagen per jaar: 10 punten.

      openstelling van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan gedurende minimaal 100 tot 299 dagen per jaar: 7 punten;

      openstelling van een rijksmonument of een zelfstandig onderdeel hiervan gedurende minimaal 30 tot 99 dagen per jaar: 4 punten;

    • d.

      criterium d; ten hoogste 17 punten;

      voor cofinanciering van 50%: 0 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 50% maar minder dan of gelijk aan 55%: 2 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 55% maar minder dan of gelijk aan 60%: 4 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 60% maar minder dan of gelijk aan 65%: 6 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 65% maar minder dan of gelijk aan 70%: 8 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 70% maar minder dan of gelijk aan 75%: 10 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 75% maar minder dan of gelijk aan 80%: 12 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 80% maar minder dan of gelijk aan 85%: 14 punten;

      voor cofinanciering van meer dan 85% maar minder dan 90%: 16 punten;

      voor cofinanciering van 90% of meer: 17 punten.

    • e.

      criterium e; ten hoogste 3 punten

      indien in de aanvraag wordt aangetoond dat er tenminste 1 leerlingwerkplaats wordt gecreëerd en na controle bij Restauratie Opleidings Projecten blijkt dat deze is/zijn aangemeld: 3 punten;

      indien in de aanvraag wordt aangegeven dat er tenminste 1 leerlingwerkplaats wordt gecreëerd en na controle bij Restauratie Opleidings Projecten blijkt dat deze niet is/zijn aangemeld: 1 punt;

      indien er geen leerlingwerkplaatsen worden gecreëerd: 0 punten.

I

 

Artikel 24 wordt gewijzigd als volgt:

 

  • 1.

    In het opschrift wordt “Ontbindende voorwaarde” vervangen door “Voorwaarde omgevingsvergunning”.

  • 2.

    Het eerste lid komt te luiden:

     

    • 1.

      Indien de omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet op het moment van de aanvraag voor subsidie nog niet onherroepelijk is, verstrekken Gedeputeerde Staten de subsidie onder de voorwaarde dat de omgevingsvergunning zal worden verleend door de daartoe bevoegde instantie en onherroepelijk is binnen 2 jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening.

J

 

Artikel 25, eerste lid komt te luiden:

 

  • 1.

    In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd de toegankelijkheids- en duurzaamheidsmaatregelen uiterlijk binnen 4 jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening te hebben gerealiseerd.

K

 

In artikel 26 onder a wordt “na behoren” vervangen door “naar behoren”.

 

L

 

Artikel 27 vervalt.

 

M

 

In artikel 30 wordt “1 februari” vervangen door “de eerste maandag in februari”.

 

N

 

Artikel 32, onderdeel f komt te luiden:

 

  • f.

    Indien na beoordeling van de totale kosten blijkt dat de subsidiabele kosten lager zijn dan € 20.000 en daarbij de te verstrekken subsidie lager is dan € 10.000;

O

 

Artikel 32, onderdeel g komt te luiden:

 

  • g.

    voor zover er voor dezelfde werkzaamheden aan het dak of dakvlak waarvoor subsidie wordt aangevraagd, op het moment van aanvraag, een andere subsidie is verstrekt bij de provincie Zuid-Holland korter dan 10 jaar geleden

P

 

Artikel 33, onderdeel d vervalt.

 

Q

 

Artikel 34, eerste lid komt te luiden:

 

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komt herstel, aanschaf en plaatsing of herplaatsing van de volgende materialen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de kosten voor de historische dakbedekking met hulpstukken en bevestigingsmaterialen;

    • b.

      de kosten voor panlatten;

    • c.

      de kosten voor sporen en gordingen;

    • d.

      bij een plat dak: de kosten voor de dakbalken;

    • e.

      de kosten voor dakbeschot, indien historisch gezien aanwezig;

    • f.

      de kosten van bliksembeveiligingsinstallatie bij herstel van een rieten dak of dakvla;

    • g.

      de kosten van een vonkenvanger op de schoorsteen bij herstel van een rieten dak of dakvlak.

[Artikel I onderdeel Q van artikel 34 lid 1 sub f bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: de kosten van bliksembeveiligingsinstallatie bij herstel van een rieten dak of dakvlak;]

 

R

 

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    onderdeel c komt te luiden:

     

    • c.

      de kosten voor herstel of plaatsing van spanten, flieringen, gebinten, muurplaten en gootconstructies;

  • 2.

    onderdeel e komt te luiden:

     

    • e.

      de kosten voor herstel of vernieuwing van schoorstenen, dakvensters en van constructies van dakkapellen, inclusief kozijnen;

S

 

In artikel 36 wordt “€ 50.000,00” vervangen door “€ 40.000,00”.

 

T

 

Artikel 38, eerste lid komt te luiden:

 

Artikel 38 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    In aanvulling op de artikelen 3.1 tot en met 3.5 en 6.2 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a.

      het groot onderhoud is uiterlijk binnen 2 jaar na de bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening gerealiseerd;

    • b.

      het rijksmonument is en blijft na de datum van subsidieverlening adequaat verzekerd tegen in ieder geval schade als gevolg van brand, storm en bliksem;

    • c.

      het rijksmonument is gedurende het groot onderhoud Casco-All-Risk verzekerd;

    • d.

      de werkzaamheden worden uitgevoerd volgens de geldende uitvoeringsrichtlijnen gesteld door de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM).

U

 

Artikel 40 vervalt.

 

V

 

Artikel 52 vervalt

Artikel II  

Op subsidies die voor inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd, blijft de Subsidieregeling restauratie rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 zoals deze luidde tot inwerkingtreding van deze regeling van toepassing.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 2 januari 2025.

Den Haag, 12 november 2024

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Mr. A.W. Kolff,

voorzitter

drs. M.J.A. van Bijnen MBA,

secretaris

Naar boven