Provinciaal blad van Drenthe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2024, 18372 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drenthe | Provinciaal blad 2024, 18372 | ander besluit van algemene strekking |
Provinciale Staten van Drenthe;
gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 18 juni 2024, kenmerk 25/5.3/2024000881;
Samen bouwen aan een slimme en groene economie met impact
Regionale economie is een belangrijke kerntaak van de provincie. Vanuit de ‘Economische Koers Drenthe 2020-2023’ hebben wij de afgelopen jaren samen met onze partners volop geïnvesteerd in een toekomstbestendige en vitale Drentse economie. Het vorige economische beleidskader liep tot 2024. Op basis van het Coalitieakkoord ‘Samen bouwen we Drenthe! 2023-2027’ hebben wij daarom een nieuwe Economische Koers opgesteld. Wij bouwen daarbij voort op de vorige Economische Koers en blijven ons richten op de transities uit de gezamenlijke innovatieagenda ‘Research and Innovation Strategy for Smart Specialisation (RIS3) 2021-2027’ van Noord-Nederland1. Het versterken van de brede welvaart staat in deze nieuwe Economische Koers centraal.
Langjarig kader met tweejaarlijkse uitvoeringsprogramma’s
De Economische Koers is een kader op hoofdlijnen en is zo opgesteld dat deze langjarig kan dienen als inhoudelijk afwegingskader bij het maken van keuzes en als gids bij het bepalen van onze inzet. In de Economische Koers zijn onze economische ambities en opgaven uitgewerkt, wordt beschreven hoe wij gaan werken aan de realisatie van deze opgaven en welke financiële middelen hiervoor nodig zijn. Verdere concretisering van onze acties werken wij uit in tweejaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. Daarmee kunnen wij flexibel inspelen op ontwikkelingen en tijdig bijsturen.
Het belang van een breed draagvlak voor de Economische Koers is groot. De uitvoering van de Koers kunnen we niet alleen en doen we grotendeels samen met onze partners (bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen, regionale samenwerkingsverbanden, belangenorganisaties en medeoverheden). In de voorbereidingsfase hebben we daarom intensief met hen gesproken. In deze gesprekken hebben we onder meer opgehaald hoe onze partners aankijken tegen de huidige provinciale economische beleidsinzet en wat zij graag gecontinueerd of juist anders zouden zien. Daarnaast hebben we in het eerste kwartaal van 2024 een bijeenkomst georganiseerd waarin we met onze partners de economische opgaven verder hebben uitgewerkt. Ook is verkend op welke wijze de provincie vanuit haar rol bij kan dragen aan de realisatie van de opgaven.
De Economische Koers Drenthe is als volgt opgebouwd. Om goed onderbouwde keuzes te kunnen maken over de beleidsinzet in de komende jaren, is het belangrijk een zo objectief mogelijk beeld te hebben van de sociaal-economische uitgangssituatie van Drenthe. Wij starten deze Economische Koers daarom met een analyse van de huidige sociaal-economische situatie in Drenthe en de belangrijkste trends en ontwikkelingen. Vervolgens geven wij onze visie op een vitale en toekomstbestendige economie en beschrijven wij onze economische ambities. Om deze ambities te kunnen realiseren gaan wij achtereenvolgens in op onze economische opgaven en de strategie voor de uitvoering daarvan. Ten slotte beschrijven wij hoe wij onze inzet organiseren, monitoren en financieren.
In dit hoofdstuk beschrijven wij in het kort de sociaal-economische situatie van Drenthe. Een uitgebreidere analyse met de Stand van de Drentse economie is te vinden in de bijlage.
1.1 Hoe staat Drenthe er op dit moment voor?
Brede welvaart: over het algemeen gaat het goed, maar niet iedereen is even welvarend
Het brede welvaartsniveau in Drenthe ligt over het algemeen hoog. Dit blijkt uit het feit dat Drenthe landelijk op de vierde plaats staat van provincies waar inwoners het meest tevreden zijn met hun leven.
De analyse laat zien dat binnen Drenthe Noord- en Zuidwest-Drenthe de regio’s zijn met de hoogste brede welvaart. Hier zijn de mensen over het algemeen gezond, hoger opgeleid, gelukkig en tevreden met hun huis. Daarnaast is het gevoel van veiligheid groot en de werkloosheid laag. Maar het hoge niveau van welvaart en welzijn geldt niet overal en niet voor iedereen in de provincie. Zo behoort Zuidoost-Drenthe tot de regio’s in Nederland waar de brede welvaart relatief laag is. Met name door lagere scores op het gebied van gezondheid en sociaal-economische aspecten zoals het gemiddelde inkomen per huishouden en de deelname aan de arbeidsmarkt.
Daarnaast zijn er in Drenthe groepen inwoners waar problemen zich makkelijk opstapelen, bijvoorbeeld door de oplopende voedsel- en energieprijzen. Gevolg is dat deze groepen nog meer op achterstand komen. Een vitale en toekomstbestendige economie vormt een cruciale randvoorwaarde om voor iedereen in Drenthe brede welvaart te realiseren.
De werkgelegenheid in Drenthe zat de afgelopen jaren in de lift
Bron: Provinciaal werkgelegenheidsregister Drenthe, 2023
In 2023 telde Drenthe 52.400 vestigingen van bedrijven en instellingen. Deze waren samen goed voor bijna 240.000 banen. In de afgelopen jaren heeft Drenthe, ondanks de coronacrisis, per saldo goed weten te profiteren van de hoogconjunctuur. Mede als gevolg van een fors herstel na de eerste coronagolf in 2020, kwamen er in een tijdsbestek van nog geen vijf jaar meer dan 16.000 banen bij in Drenthe. De werkgelegenheidsontwikkeling lag in de periode tussen 2019 en 2023 op een vergelijkbaar niveau als het landelijk gemiddelde.
Vergeleken met het landelijke beeld heeft Drenthe relatief veel banen in de zorg, industrie, landbouw en overheid. Ondanks de sterke toename van de werkgelegenheid in onder meer de zakelijke dienstverlening en IT, zijn deze sectoren nog altijd kleiner dan het landelijk gemiddelde. De zorgsector heeft een aandeel van 20% in de totale werkgelegenheid in Drenthe en is daarmee de grootste werkgever.
Het verdienvermogen vraagt permanente aandacht
Om de welvaart en het welzijn in Drenthe op peil te houden, is het zaak dat er ook voldoende geld wordt verdiend. Het Bruto Binnenlands Product (BBP) is daarvoor een indicator. Deze bedroeg in Drenthe in 2022 € 18 miljard, dat is 1,9% van de Nederlandse economie. Per inwoner omgerekend is het BBP in Drenthe het laagste van alle provincies. Deels komt dit door het relatief grote aandeel ouderen, maar ook meer economische factoren spelen een rol. Zo heeft Drenthe veel werkgelegenheid in sectoren met een relatief lage toegevoegde waarde per arbeidsplaats.
Daarnaast spelen regiospecifieke factoren, zoals de kwaliteit van het vestigingsklimaat en ondernemerschap, opleidingsniveau en de mate waarin een bedrijf internationaal actief is en inwoners deelnemen op de arbeidsmarkt een bepalende rol in de toegevoegde waarde die kan worden gerealiseerd. Uit de cijfers blijkt, dat er in Drenthe mede hierdoor met dezelfde type bedrijfsactiviteiten minder toegevoegde waarde wordt gerealiseerd dan elders in Nederland (een lager verdienvermogen).
Hierbij moet worden opgemerkt, dat Nederland wel één van de meest concurrerende economieën ter wereld is. Als wij Drenthe vergelijken met verschillende regio’s binnen Europa, dan doet Drenthe mee met de meest competitieve en innovatieve regio’s. Desondanks vraagt de verhoging van de arbeidsproductiviteit, zeker met het oog op de verwachte krimp van de beroepsbevolking, onze permanente aandacht.
De bedrijvendynamiek in Drenthe laat een wisselend beeld zien
In Drenthe hebben wij de nodige innovatieve bedrijven. Daar staat tegenover dat Drenthe in verhouding minder startende hoofdvestigingen per jaar telt dan op veel plekken elders in het land. De nieuwe oprichtingen in Drenthe zijn bovendien overwegend zzp’ers. Net als in de rest van Nederland, is er ook in Drenthe hierdoor sprake van een schaalverkleining in de economie. Dit zet de productiviteitsgroei en de innovatiekracht onder druk. Voor beide is namelijk enige bedrijfsomvang nodig. Ook voor professioneel personeelsbeleid en stimulering van een leven lang ontwikkelen is de bedrijfsomvang vaak een bepalende factor.
Bron: Provinciaal werkgelegenheidsregister Drenthe, 2023
Naast zzp’ers zijn er daarom ook ondernemers nodig die uitgroeien tot midden- en kleinbedrijf (mkb, tot 250 werkzame personen). Hoe meer oprichtingen, hoe groter de kans op zogenoemde start- en scale-ups. Dit zijn snelgroeiende bedrijven die van bovengemiddeld belang zijn voor de toekomstige vitaliteit van de economie. Niet alleen omdat juist deze bedrijven in korte tijd een relatief grote werkgelegenheidsgroei weten te realiseren voor alle opleidingsniveaus, maar vooral ook omdat zij veelal aantoonbaar effectiever en innovatiever zijn dan het gevestigde bedrijfsleven. En zo in staat zijn met gebruik van minder productiefactoren meer impact te realiseren. Dit beeld zien wij overigens ook bij bedrijven die internationaal actief zijn.
De regionale verwevenheid op de arbeidsmarkt is groot
Drenthe kenmerkt zich als woonprovincie met minder arbeidsplaatsen dan de beroepsbevolking groot is. Ongeveer één op de drie inwoners is dan ook werkzaam buiten de eigen provinciegrenzen. Tegelijkertijd wordt ook meer dan een kwart van de banen in Drenthe ingevuld door werknemers die woonachtig zijn buiten de provincie. De regionale verwevenheid, met name met Overijssel (Regio Zwolle) en Groningen (Regio Groningen-Assen), is groot. De inwoners van Drenthe profiteren ervan als het economisch goed gaat met de omliggende regio’s en omgekeerd.
De meeste Drenten vinden momenteel goed hun weg op de regionale arbeidsmarkt
De beroepsbevolking van Drenthe telt momenteel ruim 265.000 personen. Het merendeel hiervan is praktisch opgeleid. Ondanks het groeiende aantal personen in Drenthe dat een hbo- of wo-opleiding heeft afgerond, kent Drenthe nog altijd meer praktisch geschoolde mensen dan gemiddeld in Nederland. Mede als gevolg van de hoogconjunctuur is er momenteel veel vraag naar zowel praktisch als theoretisch geschoolde arbeidskrachten.
Een deel van de beroepsbevolking bestaat uit arbeidsmigranten die een belangrijke bijdrage aan de Drentse economie leveren.
Het werkloosheidspercentage ligt met 3,2 historisch laag en onder het landelijk gemiddelde. Daarnaast laten de arbeidsparticipatiecijfers zien dat er nog nooit zoveel personen aan het arbeidsproces hebben deelgenomen. De combinatie van de lage werkloosheid en de voor Drentse begrippen hoge arbeidsparticipatiecijfers maken dat er weinig rek zit in de huidige arbeidsmarkt.
Ingrijpende demografische veranderingen
Delen van Drenthe zijn door het Rijk aangemerkt als regio’s die in de toekomst rekening moeten houden met een bevolkingsdaling. Hoe de bevolking in Drenthe zich de komende decennia zal ontwikkelen is echter moeilijk te voorspellen en kan bovendien sterk verschillen per gemeente. Ontwikkelingen zoals nieuwe infrastructuur (bijvoorbeeld de Nedersaksenlijn) en de hoeveelheid woningen die wordt gebouwd zijn hiervoor medebepalend.
Ondanks de verschillen is de trend in alle prognoses gelijk: zonder ingrijpende wijzigingen in huidige migratiepatronen zal de omvang van de bevolking in Drenthe dalen. Deze verwachte daling wordt vooral veroorzaakt, doordat er meer mensen sterven dan er worden geboren. Ook de samenstelling van de bevolking zal de komende decennia ingrijpend wijzigen (vergrijzing). De potentiële beroepsbevolking in Drenthe (personen in de leeftijd van 15-75 jaar) zal naar verwachting tot 2050 met 51.000 personen afnemen. Het aandeel van de potentiële beroepsbevolking in de totale bevolking zal met 8% afnemen en de groep ouderen (75+) zal met 8% stijgen. De trend van vergrijzing is ook in de rest van Nederland zichtbaar, maar wel in mindere mate. Het verschil in de mate van vergrijzing wordt versterkt door het feit dat er meer jongvolwassenen uit Drenthe vertrekken dan er binnenkomen.
Als deze demografische veranderingen werkelijkheid worden, zijn de gevolgen groot. Sectoren, zoals de zorg, zullen slimmer moeten gaan werken, zodat met minder arbeidskrachten meer werk kan worden verzet. De zorgsector zal de bestuurlijke aandacht houden die zij nu ook heeft. Daarnaast moeten wij ook voldoende werkgelegenheid behouden bij bedrijven die hun diensten en of goederen afzetten buiten Drenthe. Deze zogenoemde stuwende werkgelegenheid is van belang om het verdienvermogen van Drenthe op peil te houden en te versterken.
Toenemende schaarste van productiefactoren
Naast de productiefactor arbeid zijn ook andere productiefactoren in de afgelopen jaren schaarser geworden. Energie, water, grondstoffen, maar ook ruimte om te kunnen ondernemen en groeien zijn in veel mindere mate beschikbaar dan een aantal jaren geleden. Het plaatst bedrijven voor de grote uitdaging om meer uit bestaande productiefactoren te halen. Dit betekent dat zij slimmer en duurzamer (groener) moeten gaan produceren om het verdienvermogen van de regio én de beschikbaarheid en bereikbaarheid van (maatschappelijke) voorzieningen en diensten op de lange termijn op peil te houden. Bijvoorbeeld door versneld de overstap te maken naar een meer circulair businessmodel om zo minder afhankelijk te zijn van grondstoffen van elders. Of door op zoek te gaan naar slimme vormen van samenwerking op het stroomnet om, ondanks de beperkte beschikbaarheid van elektriciteit, doorontwikkeling toch mogelijk te maken.
In zijn algemeenheid gelden deze uitdagingen voor heel Drenthe en in het bijzonder voor het landelijk gebied. Gezien de combinatie van opgaven die bij elkaar komen, is in de komende periode extra aandacht nodig voor het sociaaleconomisch perspectief, waaronder die op het platteland.
Transities leveren uitdagingen en kansen op
Transities brengen grote uitdagingen met zich mee. Denk aan wereldwijde ontwikkelingen, zoals klimaatverandering, het tekort aan grondstoffen en ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en gezondheid. Voor de ontwikkeling van de brede welvaart is het van belang dat bedrijven inspelen op deze uitdagingen en ze omzetten naar economische kansen.
In de RIS3 nemen vier transities een centrale plek in. Deze zijn gekozen omdat zij voor Noord-Nederland het meest kansrijk zijn.
Van een lineaire naar een circulaire economie
Deze transitie zet in op minder en ander gebruik van grondstoffen en materialen en het hergebruik van materialen en producten. De circulaire economie is een oplossing voor veel vraagstukken. Kansen voor Drenthe liggen bijvoorbeeld op het gebied van hernieuwbare en plantaardige grondstoffen en groene chemie. Noord-Nederland mag zich in Europees verband Regional Innovation Valley noemen, daarmee lopen we als regio voorop op het gebied van circulaire economie.
De provincie erkent de strategische rol van de Port of Zwolle - inclusief de haven van Meppel - als cruciaal knooppunt voor logistiek en duurzame economische groei in de energietransitie en de circulaire economie.
Van fossiele naar hernieuwbare energie
De energietransitie brengt niet alleen een enorme opgave op het gebied van energie-infrastructuur met zich mee, maar ook op economisch en sociaal vlak. Door de huidige ervaring in de energiesector is de regio kansrijk en ook al goed op weg om het hoofd te bieden aan de opgaven. Het Klimaatakkoord en het stoppen van de gaswinning in Groningen zijn aanjagers voor de regio. Er zijn grote investeringsplannen op het gebied van (groene) waterstof en Noord-Nederland mag zich de eerste Hydrogen Valley binnen Europa noemen.
Van zorg naar (positieve) gezondheid
Terwijl het gezondheidszorgsysteem in Nederland en in het bijzonder Noord-Nederland tegen zijn grenzen aan loopt qua kosten en menskracht, zijn er steeds meer technologische mogelijkheden om zorg en gezondheid te verbeteren en de duurzame inzetbaarheid van arbeidskrachten te versterken. Hier liggen volop ontwikkelkansen voor Drenthe.
Er is een ingrijpende transitie gaande naar een digitale economie, die raakt aan elk maatschappelijk vraagstuk en elke sector. De kansen voor Drenthe liggen vooral op het gebied van toepassing van digitale technologieën en toepassingen die daaruit zijn voortgekomen. Daarnaast is het van belang het mkb aan te haken bij de omslag naar een digitale economie.
Met de Economische Koers Drenthe werken we op basis van de uitgangspunten slim, groen en met impact, samen met onze partners, aan een toekomstbestendige en vitale economie. Een economie die bijdraagt aan de realisatie van oplossingen voor maatschappelijke opgaven en grote transities van deze tijd. En met voldoende werkgelegenheid, waarbij voor iedereen een passende baan te vinden is. Daarmee willen we de brede welvaart van onze inwoners duurzaam versterken. Wij stimuleren ondernemers en innovaties die hieraan bijdragen.
De bijdrage van economische activiteiten aan het brede welvaartsniveau en het sociaaleconomisch perspectief van onze inwoners is groot. Een vitale economie en de brede welvaart zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, want de welvaart van de inwoners wordt onder meer bepaald door de beschikbaarheid en zekerheid van werk, het inkomen dat daarmee wordt verdiend en de mate waarin wordt deelgenomen op de arbeidsmarkt. Ook door innovatie kunnen verbeteringen optreden in de kwaliteit van leven en de leefomgeving.
De wereld om ons heen verandert snel
Trends en ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op. Dit maakt de toekomst onzeker. Er valt niet te voorspellen naar welke economische activiteiten veel vraag zal zijn of welke technologieën het beste scoren. Daarnaast zorgen tekorten van bijvoorbeeld arbeidskrachten, ruimte, grondstoffen en energie ervoor dat niet alles op elke plek kan. Het vergroten of op peil houden van het brede welvaartsniveau van onze inwoners kan dan ook alleen worden gerealiseerd, als er in Drenthe goed op grote maatschappelijke opgaven (bijvoorbeeld verduurzaming en digitalisering), veranderingen en schaarsten wordt ingespeeld. Zodanig dat het bedrijfsleven flexibel kan meebewegen en weerbaar is bij tegenslagen. Als we dat weten te bereiken, kunnen we de concurrentiekracht en sociaaleconomische vitaliteit uitbouwen en vanuit de economie een positieve bijdrage leveren aan de brede welvaart in Drenthe.
In de afgelopen decennia stond – net als in de rest van Nederland – ons economisch beleid vooral in het teken van de realisatie van extra werkgelegenheid en economische groei. Mede als gevolg hiervan is onze economie fors gegroeid en is het (materiële) welvaartsniveau van onze inwoners toegenomen.
Voor de komende periode hebben we de ambitie om vanuit de economie de brede welvaartsontwikkeling verder te versterken. Een vitale economie met voldoende werkgelegenheid blijft daarbij van groot belang. Het hebben van werk leidt tot economisch perspectief, financiële zelfredzaamheid en eigenwaarde en is daarmee een belangrijke factor als het gaat om het geluk van mensen. In Drenthe willen we deze factoren daarom veiligstellen voor de huidige én toekomstige generatie(s).
We leggen daarbij in de komende jaren – meer dan voorheen – de focus op díe activiteiten die ook op de langere termijn bijdragen aan de welvaart en het welzijn van de inwoners en hun leefomgeving. Want of het nu gaat om gezonde voeding en een gezonde levensstijl, de overgang naar een circulaire economie of het versnellen van de energietransitie, alleen als bedrijven er hun businessmodellen op inrichten, gaat het echt lukken. Onze visie is dan ook dat de economie een belangrijke drijvende kracht is achter de grote veranderingen van deze tijd.
In de praktijk betekent dit dat wij toewerken naar een economie die een positieve invloed heeft op onze omgeving en dat wat wij van waarde vinden. Een gigantische opgave die vraagt om scherpe keuzes.
Ons motto: slim, groen en met impact
Bij het werken aan de hierboven geschetste uitdagingen en het maken van keuzes blijven wij ons motto: ‘slim, groen en met impact’, hanteren. Groen door het stimuleren van duurzame en circulaire oplossingen. Slim door het bevorderen van kennis, innovatie en digitalisering. Met impact: daar waar wij als provincie het verschil maken, met zoveel mogelijk resultaat voor welvaart, welzijn en leefomgeving.
Wij signaleren dat er in Drenthe ondanks alle uitdagingen – zeker in vergelijking tot veel andere plekken in Nederland – nog altijd ruimte is om te kunnen ondernemen en experimenteren. Ook zijn er in de afgelopen periode rondom verschillende sterke sectoren en kansrijke technologieën krachtige innovatie-ecosystemen gerealiseerd. Hierin werken bedrijfsleven, overheid en kennis- en onderwijsinstellingen samen aan innovaties.
Drenthe is bij uitstek een geschikte toepassingsregio en proeftuin. De grote maatschappelijke transities en uitdagingen op het gebied van circulaire economie, energie, zorg en digitalisering zien wij dan ook als kansen voor nieuwe economische activiteiten en oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Kortom, Drenthe is de provincie waar oplossingen niet alleen bedacht worden, maar ook worden gemaakt en in de praktijk worden toegepast.
3. Inzet en economische opgaven
Op basis van de huidige sociaaleconomische situatie, de trends en ontwikkelingen en onze economische ambities hebben wij de economische opgaven geformuleerd. Waar staan wij nu, waar willen wij in de toekomst staan en vooral wat is nodig om daar te komen? Wij willen investeren in de economisch sterke kanten van de provincie, maar zeker ook nieuwe kansen grijpen. Het zijn opgaven van de hele provincie, van alle samenwerkingspartners, kennisinstellingen, dienstverleners en niet in de laatste plaats onze (toekomstige) bedrijven.
3.1 Introductie van de opgaven
Wij streven naar een toekomstbestendige en vitale economie die bijdraagt aan de brede welvaart op basis van de uitgangspunten slim, groen en met impact. Onze inzet concentreert zich de komende jaren op de realisatie van vijf opgaven. Deze zijn in te delen in drie sporen.
Voor een vitale en toekomstbestendige economie is het belangrijk dat de economische basis op orde is. Daarbij gaat het om het vestigingsklimaat, de arbeidsmarkt en het ondernemerschap. De activiteiten binnen het eerste spoor zijn generiek van aard en richten zich op de economie, het bedrijfsleven en de beroepsbevolking in de volle breedte.
Spoor 2: Creëren van nieuwe economische kansen
De inzet binnen het tweede spoor is gericht op het verzilveren van de kansen die zich voordoen als gevolg van trends en ontwikkelingen. Daarbij richten we ons specifiek op bedrijven die door slim en groen te werken innovaties realiseren die bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen.
De inzet in het laatste spoor is gericht op de toekomstbestendigheid en uitbouw van de krachtige economische pijlers van Drenthe. Het gaat dan specifiek om aanwezige bedrijven en clusters die van groot belang zijn voor het verdienvermogen van onze provincie. Bijvoorbeeld omdat er binnen de aanwezige clusters bovengemiddeld veel inwoners werkzaam zijn (zoals bij de aanwezige Rijksdiensten in Drenthe). Of omdat het specifieke cluster een bovengemiddelde bijdrage heeft aan de toegevoegde waarde, zoals in de medische en biotechnologie, agrofood, (maak)industrie, groene chemie en circulaire plastics.
De recreatieve en toeristische sector beschouwen wij (om een andere reden) ook als kracht van Drenthe. Naast een bijdrage aan het verdienvermogen en de werkgelegenheid, levert deze sector ook een belangrijke bijdrage aan het aantrekkelijke leefklimaat in Drenthe. Mede gelet hierop vindt de provinciale beleidsinzet gericht op deze sector plaats vanuit een zelfstandige agenda: de ‘Agenda Recreatie & Toerisme’.
Binnen alle sporen werken wij aan thema’s waar in voorgaande jaren al op werd ingezet, maar ook aan nieuwe thema’s die urgenter zijn geworden. Daarnaast geldt dat de realisatie van alle opgaven in meer of mindere mate afhankelijk is van de inzet vanuit andere provinciale beleidsprogramma’s.
Bij de totstandkoming van deze Economische Koers is daarom geïnventariseerd welke samenwerking met andere provinciale beleidsdomeinen nodig is om de economische opgaven te kunnen realiseren. En hoe wij met deze Economische Koers kunnen bijdragen aan de andere beleidsdoelen van de provincie. Realisatie van alle opgaven vraagt in meer of mindere mate ook om lobby en samenwerking binnen en buiten Drenthe.
In deze paragraaf worden de economische opgaven uitgewerkt en gaan wij in op onze rol. De volgorde waarin de verschillende opgaven behandeld worden zegt niets over de prioritering.
Opgave 1: Versterken van het vestigingsklimaat
Wat is de opgave en hoe draagt realisatie daarvan bij aan een toekomstbestendige en vitale economie?
Het vestigingsklimaat is één van de fundamenten van de economie. Het bepaalt voor een belangrijk deel de aantrekkingskracht op ondernemers en de mogelijkheden om hun bedrijf te ontwikkelen. Drenthe is steeds meer in trek als vestigingslocatie voor bedrijven uit zowel binnen- als buitenland, mede door ruimtegebrek elders in het land. Ook hebben diverse bestaande bedrijven in Drenthe uitbreidings- of verhuisplannen. Tegelijkertijd is ook onze ruimte schaars en lopen we tegen knelpunten aan op het gebied van stikstof, beschikbare netcapaciteit, personeelskrapte en de watervoorziening.
Voor een vitale economie is het van belang dat het vestigingsklimaat aansluit bij de voortdurend veranderende eisen van het bedrijfsleven. Toekomstbestendige werklocaties dragen bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat en vervullen een belangrijke rol in de energietransitie, circulaire economie en zijn natuurinclusief en klimaatadaptief. Om andere sectoren effectief en efficiënt te laten functioneren, is een toekomstbestendige logistieke sector noodzakelijk. Groningen Airport Eelde is eveneens van belang voor ons vestigingsklimaat. Daarnaast zijn keuzes en een heldere strategie nodig voor de vestiging, verplaatsing en uitbreiding van bedrijven. Met een gerichtere promotie- en acquisitieaanpak sturen wij steeds meer op waarde (kwaliteit) in plaats van volume (kwantiteit). Welke bedrijven zijn koplopers, dragen bij aan de transities, werken samen met kennisinstellingen in de regio, hebben vernieuwende technologieën, passen het beste bij onze beroepsbevolking, zijn de ontbrekende schakels in het regionaal ecosysteem, etcetera? Ofwel: welke soorten bedrijvigheid hebben het meest te bieden voor de Drentse economie?
Wij willen ervoor zorgen dat Drenthe ook de komende jaren een aantrekkelijke vestigingslocatie blijft met voldoende ontwikkelmogelijkheden. Voor de reeds gevestigde bedrijven en instellingen en voor nieuwkomers die iets toevoegen aan de Drentse economie. Om voldoende ontwikkelmogelijkheden te kunnen bieden, moeten onze werklocaties aantrekkelijk, toekomstbestendig en goed bereikbaar zijn en blijven. Zij moeten voldoen aan de veranderende eisen die gebruikers én de maatschappij stellen.
De provinciale inzet richt zich met name op bedrijventerreinen en detailhandelslocaties. Hiervoor hebben wij zowel ruimtelijk omgevingsbeleid als economisch beleid. Vanuit het economisch beleid trekken wij samen op met onze partners (gemeenten, parkmanagementorganisaties, etc.) om de bedrijventerreinen toekomstbestendig en aantrekkelijk te maken en houden. Vanuit ruimtelijk beleid streven wij onder meer naar vitale centrum- en winkelgebieden met goede voorzieningen voor de inwoners. Ook infrastructurele ontwikkelingen, zoals de realisatie van de Nedersaksenlijn, kunnen een aanzienlijke impuls geven aan ons vestigingsklimaat. Als provincie maken wij ons daar hard voor.
Door middel van gerichte promotie en acquisitie willen wij Drenthe op de kaart zetten als aantrekkelijke provincie voor bedrijven om zich te vestigen. Ook willen wij het bestaande bedrijfsleven behouden en versterken. Bij het aantrekken van bedrijven sturen wij met ons acquisitiebeleid op de regionale economische meerwaarde van een bedrijf. En houden wij voor ogen dat een aantrekkelijk en duurzaam werkgelegenheidsaanbod ook de aantrekkingskracht van het woonklimaat in Drenthe kan vergroten.
Wat is nodig om de ambitie te realiseren en welke rol heeft de provincie daarbij?
Op hoofdlijnen zien wij voor onszelf de volgende rollen en taken:
Stimuleren en faciliteren van partijen die werken aan toekomstbestendige bedrijventerreinen
Schaarste aan ruimte, energie en water, de klimaat- en natuuropgave en de overgang naar een circulaire en digitale samenleving maken dat de (inrichtings-)eisen aan bedrijventerreinen veranderen. Vanuit een integraal programma ‘Toekomstbestendige bedrijventerreinen’ ondersteunt de provincie initiatieven die bijdragen aan het versterken van de organisatiegraad op bedrijventerreinen. Ook stimuleren we partijen om maatregelen te nemen om de inrichting van bedrijventerreinen toekomstbestendig te maken.
Sterkere provinciale sturing op (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen
In lijn met de Omgevingsvisie en het Rijksbeleid om samen met decentrale overheden de regie op de ruimtelijke ordening in Nederland te vergroten, geven wij samen met de gemeenten sturing aan de kwantitatieve en de kwalitatieve ruimtevraag. Zo sturen wij om de juiste bedrijven op de juiste plekken te laten landen, te behouden en te laten groeien. Behoud van voldoende ruimte om te werken is hierbij een belangrijk onderdeel. Ter ondersteuning van herstructurering en herontwikkeling van panden, of (delen van) bedrijventerreinen worden de mogelijkheden van een herstructureringsfonds verkend. Deze kan eventueel worden ondergebracht in een herstructureringsmaatschappij.
Gerichte promotie en acquisitie
Onze acquisitiestrategie voor de vestiging, verplaatsing en uitbreiding van (internationale) bedrijven gaan wij herijken (zie ook paragraaf 4.3). Het accent bij het aantrekken van bedrijven zal daarbij verschuiven van volume naar waarde. Op basis van de evaluatie van TopDutch in 2024 bepalen wij hoe wij de internationale promotie van Drenthe in de komende jaren gaan vormgeven. Deze promotie zal worden afgestemd op nader te maken afspraken met gemeenten en regio’s over hun economische profiel (lokaal, regionaal, nationaal).
Naast de hierboven beschreven rollen en taken die wij oppakken vanuit het economisch domein, worden ook vanuit andere domeinen in het provinciehuis volop bijdragen geleverd aan het vestigingsklimaat. Zo wordt bijvoorbeeld vanuit het ruimtelijke domein gewerkt aan een aantrekkelijk woningaanbod, landschappelijke inpassing en de infrastructuur (zoals de Nedersaksenlijn). Ook wordt vanuit het Steden- en dorpenfonds bijgedragen aan vitale centrum- en winkelgebieden van de vier grote steden en van grotere kernen. Vanuit de Cultuuragenda wordt gewerkt aan een aantrekkelijk cultureel aanbod. De Agenda Recreatie en Toerisme gaat in op de recreatiemogelijkheden.
Opgave 2: Samenwerken aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt
Wat is de opgave en hoe draagt realisatie daarvan bij aan een toekomstbestendige en vitale economie?
De krapte op de arbeidsmarkt raakt alle sectoren. Van industrie tot zorg en van horeca tot logistiek, overal is behoefte aan (extra) werknemers. Als gevolg van schommelingen in de economische situatie, kan het zijn dat de schaarste in een aantal sectoren de komende jaren iets minder nijpend wordt. Toch is het vrijwel zeker dat, gezien de bevolkingsprognoses, de krapte blijft bestaan en op langere termijn groter wordt.
Een groot deel van de vraag naar personeel betreft namelijk ‘vervangingsvacatures’ als gevolg van de vergrijzing. De krapte raakt ook Drentse inwoners. Er rijden minder treinen, technologische ontwikkelingen (in het bijzonder die van kunstmatige intelligentie en beveiliging van elektronische gegevens) lopen achter, huizen worden later opgeleverd en de energietransitie stagneert door gebrek aan personeel in de installatie- en bouwsector. Ook kunnen de wachtlijsten in de zorg niet worden weggewerkt.
Naast de kwantitatieve opgave signaleren wij ook in toenemende mate een meer kwalitatieve opgave. Door transities en technologische ontwikkelingen worden voortdurend andere eisen gesteld aan werknemers. Om hier tijdig op te kunnen inspelen, is het zaak dat zowel werkgevers als werknemers inzicht hebben in de aard en omvang van deze ontwikkelingen. Daarnaast zijn systeemveranderingen noodzakelijk om werkgevers en werknemers in staat te stellen voortdurend te kunnen meebewegen. Ingrijpende aanpassingen in de onderwijsstructuur zijn nodig om ‘Leven Lang Ontwikkelen’ als uitgangspunt te kunnen integreren in de leercultuur van werkgevers en werknemers. Om te kunnen profiteren van de economische kansen die transities bieden, moeten bestaande knelpunten in loopbaanveranderingen worden opgelost. Zodanig dat het niet alleen makkelijker wordt om van baan, maar ook van carrière te veranderen. Beleid om mensen die aan de zijlijn staan aan een baan te helpen, blijft daarbij van groot belang. Niet alleen omdat de productiefactor arbeid schaars is, maar vooral omdat het hebben van een baan een belangrijke randvoorwaarde is voor de bestaanszekerheid en bijdraagt aan een gevoel van eigenwaarde.
Vanwege de tekorten op de arbeidsmarkt moet de arbeidsproductiviteit omhoog. Een goed uitgeruste en toekomstbestendige arbeidsmarkt is daarvoor essentieel. Zowel op de korte als de lange termijn is er een groeiende behoefte aan een goed opgeleide en flexibel inzetbare beroepsbevolking. Als provincie kijken wij voorbij de waan van de dag om samen met onze partners te werken aan een vitale arbeidsmarkt met wendbare en weerbare mensen en organisaties. Een vitale arbeidsmarkt die minder gevoelig is voor economische schommelingen waar werkenden, werkzoekenden, studenten en ondernemers hun talenten benutten, zich blijven ontwikkelen en kunnen meebewegen met de uitdagingen van vandaag en morgen. Daarnaast willen wij het arbeidspotentieel van migranten beter benutten.
Wat is nodig om de ambitie te realiseren en welke rol heeft de provincie daarbij?
De provincie heeft geen formele of wettelijke taak op het terrein van arbeidsmarkt. De uitvoering van arbeidsmarktbeleid is in handen van de Rijksoverheid, het UWV, (centrum)gemeenten en sociale partners. Voor de provincie liggen er voornamelijk taken om kennisoverdracht te bevorderen, het organiserend vermogen te versterken en de samenwerking van partijen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Er is nadrukkelijk geen sprake van een uitvoerende rol. Als partner willen wij aanvullend zijn ten opzichte van de activiteiten van de genoemde partijen en toegevoegde waarde creëren. Daarom ondersteunen we organisaties die primair verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het arbeidsmarktbeleid.
Op hoofdlijnen doen wij dit door:
Opgave 3: Versterken van het ondernemerschap
Wat is de opgave en hoe draagt realisatie daarvan bij aan een toekomstbestendige en vitale economie?
Bedrijven zorgen voor werk, welzijn en ontmoeting. Zij zijn een bindmiddel in onze samenleving. Bovendien hebben wij de innovatiekracht van onze ondernemers nodig om maatschappelijke veranderingen, die ondersteunend zijn aan het verhogen van de brede welvaart, te versnellen. Internationaal ondernemen is van belang voor duurzame ontwikkeling van bedrijvigheid in de regio. Bedrijven die internationaal opereren zijn productiever innovatiever en kunnen risico’s beter spreiden.
Een bloeiend ondernemersklimaat in Drenthe, waarin bedrijven toekomstgericht kunnen ondernemen en groeien, is essentieel voor onze welvaart en ons welzijn. De schaarste aan productiefactoren, nieuwe economische modellen, maatschappelijke opgaven, technologische ontwikkelingen en internationalisering vragen steeds meer van ondernemers. Om op al deze ontwikkelingen te kunnen inspelen en voor het voortbestaan van hun bedrijf, moeten ondernemers in toenemende mate wendbaar en weerbaar zijn. Om hen hierbij te ondersteunen is het cruciaal dat het ondernemersklimaat in Drenthe optimaal is ingericht op de uitdagingen waarvoor ondernemers staan en de hulp die zij daarbij nodig hebben.
Binnen en buiten Drenthe is een ondersteuningsstructuur aanwezig van waaruit Drentse ondernemers geholpen worden bij het inspelen op de voortdurende veranderingen van de economie en samenleving. Zo worden ondernemers bijvoorbeeld geholpen met de toegang tot financiering, netwerken en kennis(instellingen). Of worden zij ondersteund bij specifieke vraagstukken over circulariteit, digitalisering of internationalisering. Een beperkt deel van het ondersteuningsaanbod ontsluiten en/of financieren wij vanuit de provincie. Dat gebeurt bijvoorbeeld via de eerstelijnsdienstverlening vanuit het programma Ik Ben Drents Ondernemer (IBDO), ondernemersprogramma’s vanuit de organisaties als de IT Hub, TechHub en Health Hub Roden en vanuit het MKB Fonds Drenthe. Daarnaast wordt ook een deel van de ondersteuning door andere partijen aangeboden.
Onze ambitie is dat de beschikbare ondersteuningsstructuur – de optelsom van ons eigen aanbod en het aanbod van anderen – zodanig op elkaar aansluit, dat ondernemers in Drenthe optimaal in staat worden gesteld te werken aan een toekomstgericht en bestendig businessmodel. Wij hebben daarbij ook oog voor de specifieke vraagstukken die spelen bij de retail en de vele familiebedrijven in Drenthe.
Samen met de andere noordelijke provincies en organisaties willen wij een beter aanbod realiseren voor bedrijven die internationaal actief zijn of willen worden.
Wat is nodig om de ambitie te realiseren en welke rol heeft de provincie daarbij?
Met het programma IBDO vult de provincie samen met de Drentse gemeenten en kennisinstellingen een belangrijk deel van de eerstelijnsdienstverlening voor ondernemers in. In dit programma worden ondernemers door onafhankelijke adviseurs op weg geholpen bij het vinden van antwoorden op hun vragen. Een adviesraad met daarin de betrokken partners en ook enkele ondernemers ondersteunt het programma. Vanuit de uitvoering van dit programma hebben we zicht op vraagstukken van ondernemers en de mate waarin de beschikbare ondersteuningsinfrastructuur hierop aansluit.
Dit inzicht zetten wij proactief in om de ondersteuningsinfrastructuur verder te optimaliseren. Dat doen wij door data te verzamelen over de mate waarin de vraag en het aanbod op elkaar aansluiten en deze data systematisch te analyseren en te delen met onze partners. Zo zijn wij in staat om samen met verschillende dienstverleners een ondersteuningsinfrastructuur te bieden, die optimaal inspeelt op de vraagstukken van het generieke mkb. Witte vlekken in de dienstverlening rondom specifieke ondernemersvraagstukken (bijvoorbeeld over export) of in de dienstverlening aan specifieke doelgroepen van ondernemers (start- en scale-ups) weten wij zo samen met onze partners alsnog in te vullen.
3.2.2 Spoor 2: Creëren van nieuwe economische kansen
Opgave 4: Benutten van de economische kansen rondom transities en maatschappelijke opgaven
Wat is de opgave en hoe draagt realisatie daarvan bij aan toekomstbestendige en vitale economie?
De transities en maatschappelijke opgaven bieden niet alleen uitdagingen, maar ook kansen voor de Drentse economie. Innovatieve bedrijven die oplossingen bieden voor maatschappelijke vraagstukken leveren economische en maatschappelijke meerwaarde. Daarmee dragen zij bij aan het verdienvermogen. Digitalisering heeft bijvoorbeeld invloed op veel aspecten in ons bestaan. Het zorgt ervoor dat huidige economische activiteiten veranderen of overbodig worden. Tegelijkertijd ontstaan er vanuit dezelfde transitie ook mogelijkheden om nieuwe verdienmodellen te realiseren. Ook in het landelijk gebied zien wij ontwikkelingen die vragen om nieuwe economische mogelijkheden.
Welke economische kansen zich precies voor zullen doen, kunnen wij nu nog niet precies voorzien. Wel gaan wij ervoor zorgen dat de randvoorwaarden in Drenthe dusdanig op orde zijn, dat het Drentse bedrijfsleven optimaal in staat wordt gesteld kansen te creëren en te verzilveren.
Door nieuwe economische kansen die ontstaan vanuit de grote maatschappelijke veranderingen en opgaven te benutten, willen we het verdienvermogen in Drenthe versterken. Ook willen wij het bedrijfsleven in staat stellen om te komen tot innovaties. Onze ambitie is de economische kansen die passen bij Drenthe én aansluiten bij de RIS3-transities en ons motto ‘slim, groen en met impact’ zoveel mogelijk tot ontwikkeling te laten komen.
Wat is nodig om de ambitie te realiseren en welke rol heeft de provincie daarbij?
Deze opgave gaan wij als provincie niet alleen realiseren, dit doen we samen met bedrijven, kennisinstellingen, andere organisaties en overheden van binnen en buiten Drenthe. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de samenwerking met de provincies Groningen, Fryslân en Overijssel. Om binnen deze opgave het verschil te (blijven) maken, moeten wij keuzes maken. Niet elk initiatief kan worden ondersteund. Hoe de provincie deze afweging maakt staat beschreven in hoofdstuk 4.
Voor zowel het ontstaan van kansen als het verzilveren ervan is de kwaliteit van het innovatie-ecosysteem in Drenthe van groot belang. Om te zorgen dat er economische kansen zullen ontstaan en om deze te benutten, ziet de provincie voor zichzelf op hoofdlijnen de volgende rollen en taken.
Bijdragen aan een optimale kennis- en innovatie-infrastructuur, door:
deze infrastructuur door te ontwikkelen op zo’n manier dat nieuwe economische kansen ontstaan. Dit kan door het stimuleren van de samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen, zoals bijvoorbeeld binnen de Greenwise Campus is gerealiseerd. Maar ook door het uitbouwen en verdiepen van bestaande samenwerking rondom nieuwe marktkansen en/of sleuteltechnologieën2;
3.2.3 Spoor 3: Economische kracht van Drenthe
Opgave 5: Ontwikkelen van de economische kracht van Drenthe
Wat is de opgave en hoe draagt realisatie daarvan bij aan een toekomstbestendige en vitale economie?
De collectieve uitgaven zullen sterker oplopen dan de inkomsten, als er geen maatregelen worden getroffen. Dit komt onder andere door de toenemende vergrijzing, milieuvraagstukken en de afgenomen productiviteitsgroei. Deze ontwikkeling zou betekenen dat een steeds groter deel van onze welvaart besteed wordt aan collectieve voorzieningen. Daardoor profiteren huishoudens nauwelijks van welvaartsgroei.
Daarom is het belangrijk dat we aandacht hebben en houden voor ons verdienvermogen. In opgave 4 zetten wij in op het stimuleren en benutten van economische kansen, zodat nieuwe verdienmodellen kunnen ontstaan. Maar dit is niet voldoende. Er ligt voor Drenthe ook een grote opgave om het huidige verdienvermogen in stand te houden. Dit doen wij door het verder ontwikkelen en uitbouwen van de economische kracht van Drenthe. Het gaat hier specifiek om de reeds aanwezige bedrijven en clusters rond een aantal sterke sectoren, die van groot belang zijn voor het verdienvermogen van onze provincie. Bijvoorbeeld omdat er binnen de aanwezige clusters en bedrijven veel inwoners werkzaam zijn (zoals bijvoorbeeld bij de aanwezige Rijksdiensten in Drenthe). Of omdat het specifieke cluster of bedrijf een bovengemiddelde bijdrage levert aan de toegevoegde waarde die in Drenthe wordt gerealiseerd of de potentie heeft dit binnen afzienbare tijd te doen.
Onze inzet richt zich met name op het faciliteren van de doorontwikkeling van Drentse bedrijven, organisaties en clusters die zich bezighouden met bijzondere innovatieve en technologische economische activiteiten. En die dit doen binnen wereldwijde groeimarkten. Vaak ligt er een duidelijke relatie met de vier transities uit de RIS3. Deze bedrijven en clusters zijn daarmee een belangrijke kracht achter het (toekomstige) regionale verdienvermogen.
De kracht van Drenthe beschouwen we als de optelsom van bedrijven en clusters die voldoen aan eerdergenoemde kenmerken. Kijkend naar de nationale analyse van groeimarkten en sleuteltechnologieën zijn dit momenteel bedrijven en clusters die voornamelijk actief zijn rondom: groene chemie, circulaire plastics, medische en biotechnologie, agrofood en in de (maak)industrie. Ook ASTRON is een voorbeeld van een organisatie die voldoet aan de geschetste kenmerken.
Onze ambitie is de bedrijven en clusters die samen de economische kracht van Drenthe vormen, optimaal te faciliteren in hun ontwikkeling en stevig te verankeren in de economische structuur van de regio. Zodanig dat de toegevoegde waarde die binnen deze bedrijven en clusters in Drenthe wordt gecreëerd, kan worden uitgebouwd. Onder meer door onze inzet van de afgelopen jaren voort te zetten en samen met onze partners in te zetten op de bouw van sterke ecosystemen rond deze bedrijven en clusters.
Wat is nodig om de ambitie te realiseren en welke rol heeft de provincie daarbij?
Met als doel ecosystemen te versterken rondom de economische kracht van Drenthe, zijn in de afgelopen jaren verschillende hub’s of andere publiek-private samenwerkingsvormen opgezet, zoals de Greenwise Campus. Vanuit deze samenwerkingsverbanden vergroten we samen met onze partners de toegang van bedrijven tot kennis, financiering, talent en netwerk, waardoor de concurrentie- en innovatiekracht van de partijen binnen het ecosysteem toeneemt.
Wij willen samen met de betrokken partners de opgebouwde samenwerkingsverbanden uitbouwen. De provincie ziet daarbij voor zichzelf op hoofdlijnen de volgende rollen en taken.
4.1 Algemene strategische uitgangspunten bij het werken aan de opgaven
De provinciale organisatie heeft een belangrijke rol bij de uitvoering van de Economische Koers, maar heeft daar ook andere partijen voor nodig. Daarnaast heeft de Economische Koers raakvlakken met diverse andere provinciale beleidsvelden. Om de uitvoering tot een succes te maken, is een integrale aanpak nodig. De rol en het instrumentarium van de provincie zijn niet bij alle opgaven gelijk. Bij de uitvoering van de verschillende activiteiten en projecten hanteren we de volgende strategische uitgangspunten. +
Economische structuurversterking staat voorop
Onze inzet is altijd gericht op versterking van de economische structuur op de lange(re) termijn. Dit doen we door verder te bouwen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat en goed ondernemerschap. Om het concurrentie- en innovatievermogen van Drentse ondernemers te vergroten, zorgen wij voor sterke ecosystemen rondom vitale en kansrijke sectoren. Belangrijkste doel is dat het reeds gevestigde bedrijfsleven verbonden blijft aan de regio en dat Drenthe de nodige aantrekkingskracht heeft op bedrijvigheid van buiten de regio. Wij zetten onze acquisitie- en promotiestrategie gericht in op bedrijven die een meerwaarde hebben voor de Drentse economie.
Onze rolopvatting kan verschillen per opgave
Op welke wijze wij onze inzet plegen, wordt voor een groot deel bepaald door de rol die wij voor onszelf zien. Deze rol verschilt per opgave. Wij beseffen dat onze invloed beperkt is. Bovendien is de economie niet maakbaar. De basishouding van de provincie is faciliterend en verbindend en wij zetten alleen in op onderdelen waar wij het verschil kunnen maken, een wettelijk taak hebben en/of die in het algemeen belang zijn. Daarnaast zien wij op onderdelen voor onszelf meer een regierol. Vanuit deze rol bewaken we bijvoorbeeld dat er geen versnippering ontstaat in het ondersteuningsaanbod voor ondernemers. Markt- en/of systeemfalen kan er tot slot toe leiden dat de provincie optreedt als (mede)initiator of (mede)financier van economische projecten en activiteiten. Nieuwe initiatieven proberen wij daarbij onder te brengen in het bestaande innovatie-ecosysteem. Ook voeren wij lobby om onder meer belemmeringen voor het bedrijfsleven weg te nemen en Rijks of Europese middelen naar Drenthe te halen.
Wij kiezen het schaalniveau waar wij de meeste meerwaarde kunnen creëren
Om de effectiviteit en efficiëntie van onze inzet te vergroten, bepalen wij per activiteit wat het juiste schaalniveau is, de passende provinciale rol en benodigde instrumenten. Het schaalniveau is vaak regionaal of bovenprovinciaal. Zo werken wij nauw samen in noordelijk verband, maar bijvoorbeeld ook met de provincie Overijssel of het buurland Duitsland, in de Regio Groningen-Assen, Dutch Techzone en Regio Zwolle. Waar nodig maken wij regiospecifieke afwegingen in de uitvoering van ons beleid, met als doel zo optimaal mogelijk in te kunnen spelen op de opgaven van die regio.
Wij maken gerichte keuzes bij het stimuleren van innovatie
Wij kunnen onze beperkte middelen slechts één keer uitgeven. Ons motto: ‘groen, slim en met impact’ is daarom leidend bij het stimuleren van innovaties. Wij stimuleren alleen innovaties die bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke opgaven en RIS3-transities en die aansluiten bij de kracht en talenten van onze regio. Het gaat om innovaties in brede zin: product-, proces-, markt- en sociale innovatie.
Onze investeringen dienen als stimulans voor het aantrekken van investeringen van anderen
Onze eigen investeringen proberen wij zoveel mogelijk te gebruiken om investeringen van anderen uit te lokken. Zo vergroten wij het effect van onze inzet. Wij gaan met samenwerkingsverbanden die ondersteunend zijn aan het ecosysteem, waaronder de eerder genoemde hub’s en NICE, in gesprek over de langjarige (financierings)strategie. Deze strategie geeft de partijen zicht op de reikwijdte van onze (financiële) betrokkenheid. Op deze wijze opereren wij als betrouwbare overheid richting onze samenwerkingspartners.
Bij het aangaan van financiële verplichtingen met onze samenwerkingspartners zoeken wij een optimale balans tussen de verstrekking van leningen en subsidies. Opeenstapeling van leningen en subsidies proberen wij waar mogelijk te voorkomen. Wij zijn terughoudend met het verstrekken van incidentele subsidies, maar in sommige gevallen kan het wenselijk zijn dat wij toch investeren in één initiatief of partij. Bijvoorbeeld omdat de economische structuur dusdanig ijl of kwetsbaar is, dat het vertrek of de komst van één partij grote gevolgen heeft op het ecosysteem als geheel.
4.2 Specifieke afwegingscriteria bij investeringen
De economische opgaven waar wij voor staan zijn groot en de economische kansen die ontstaan rond de verschillende transities zijn talrijk. Tegelijkertijd zijn onze middelen en menskracht beperkt. Bovendien moet er voldoende ruimte overblijven om flexibel te zijn in de uitvoering en in te kunnen spelen op nieuwe economische kansen wanneer deze zich voordoen. In het uitvoeringsprogramma, waarin concreter invulling wordt gegeven aan de economische opgaven, wordt dan ook nadrukkelijk een afweging gemaakt welke activiteiten, wanneer en in welke volgorde door de provincie worden opgepakt.
Gedurende de uitvoeringsperiode zullen er nieuwe initiatieven komen en ontwikkelingen zijn die invloed hebben op de economische opgaven. Om in de uitvoeringsperiode zo objectief mogelijk en in het belang van Drenthe te kunnen bepalen of nieuwe initiatieven inzet van de provincie vragen, wordt het afwegingskader gehanteerd.
4.3 Specifieke strategische uitgangspunten in relatie tot acquisitie
Deze Economische Koers en het afwegingskader in paragraaf 4.2 werken door op de acquisitiestrategie die wij hanteren bij het aantrekken van bedrijven en instellingen. Gelet op de schaarste van verschillende productiefactoren, verschuiven wij (in lijn met het landelijke acquisitiebeleid) de focus van ‘volume naar waarde’. Dit betekent dat de mate waarin een nieuwe vestiger waarde toevoegt aan de economische structuur, een belangrijk afwegingscriterium is in de nieuwe acquisitiestrategie van de provincie Drenthe.
Concreet betekent dit dat wij ons samen met onze partners (Noordelijke Ontwikkelings- en Investeringsmaatschappij, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, de Netherlands Foreign Investment Agency en gemeenten) richten op het aantrekken van bedrijven die meer toevoegen aan de Drentse economie dan het leveren van werkgelegenheid alleen. In het verlengde van deze Economische Koers wordt de acquisitiestrategie van de provincie opgesteld. De verschuiving in focus zal daarin nader worden uitgewerkt in kansrijke, passende acquisitiedoelgroepen, instrumentarium en afwegingscriteria voor aan te trekken bedrijven.
Vestigingscriteria waaraan gedacht kan worden, zijn bijvoorbeeld de mate waarin een nieuwe vestiger bijdraagt aan:
Of de mate waarin een nieuwe vestiger:
Met deze Economische Koers en bijhorende werkwijze willen we een afgewogen en verantwoorde bijdrage leveren aan de Drentse economie. Voor de realisatie is passende uitvoering en sturing nodig. Bij het inrichten hiervan hanteren wij drie principes.
Tweejaarlijkse uitvoeringsprogramma’s en integrale sturing
Om onze economische ambities te kunnen realiseren, is meer nodig dan alleen inzet vanuit het economisch domein van de provincie. Het vraagt om een integrale benadering. Wij kunnen onze beschreven doelen alleen halen door proactieve, intensieve samenwerking en afstemming met andere provinciale beleidsthema’s, zoals wonen, energie, ruimtelijke ontwikkeling, sociaal beleid, recreatie & toerisme, klimaat, natuur en mobiliteit. De Omgevingsvisie van Drenthe vormt hierbij een richtinggevend kader.
Voor de uitvoering van de Economische Koers sluiten we aan bij de reguliere Planning & Control cyclus (P&C cyclus) van de provincie Drenthe. In de praktijk betekent dit het volgende:
het uitvoeringsprogramma komt tot stand door voorafgaand aan de uitvoeringsperiode met interne en externe partners en experts te bepalen in hoeverre de voorgenomen activiteiten nog bijdragen aan de opgaven en welke nieuwe activiteiten nodig zijn. Het uitvoeringsprogramma wordt zo periodiek bijgesteld, waarbij nieuwe accenten kunnen worden gelegd.
Voldoende menskracht voor flexibiliteit in de uitvoering
Om de beschreven opgaven te realiseren is voldoende menskracht nodig. Een langjarige visie vraagt bovendien om flexibiliteit in de uitvoering. Binnen het team dat verantwoordelijk is voor de uitvoering moet daarom voldoende ruimte aanwezig zijn om flexibel in te kunnen spelen op onvoorziene situaties. Het is daarbij van groot belang dat het team tijdig nieuwe ontwikkelingen signaleert. In de uitvoering zal namelijk constant de afweging gemaakt moeten worden of geplande acties (nog) aansluiten bij de behoeften van het bedrijfsleven in Drenthe en welke nieuwe initiatieven moeten worden opgepakt.
Effectieve en gerichte samenwerking met partners in de regio
Essentieel voor een effectieve uitvoering van de opgaven is de samenwerking met onze partners. Hierin maken wij onderscheid in de samenwerking met andere overheden en die met andere partijen, waaronder bedrijven, kennisinstellingen en belangenorganisaties. De samenwerking met de partijen die niet tot de overheid behoren, vindt voornamelijk plaats op het niveau van de afzonderlijke projecten en acties. Met andere overheden vindt daarnaast ook beleidsmatige afstemming plaats over de opgaven. Hierbij wordt uiteraard gebruik gemaakt van de signalen en inzichten die vanuit de samenwerking met de andere partijen worden opgehaald.
Om de doeltreffendheid en doelmatigheid van onze inzet goed te kunnen beoordelen en monitoren, hebben wij inzicht nodig in zowel de effecten van onze eigen inspanningen, als in de bredere ontwikkeling van de sociaaleconomische situatie in Drenthe. Om dit inzicht te verkrijgen gedurende de uitvoeringsperiode en op basis hiervan de mogelijkheid te hebben onze inzet bij te sturen, hebben wij een monitorings- en evaluatiesystematiek ingericht. Deze systematiek is opgebouwd uit vier bouwstenen.
Bouwsteen 1: Periodiek inzicht in de ontwikkeling van de sociaal-economische situatie in Drenthe
Elke twee jaar actualiseren wij de Stand van de Drentse economie. In dit rapport wordt aan de hand van openbare data de ontwikkeling van de sociaaleconomische situatie en brede welvaart geanalyseerd. De analyse laat zien in hoeverre de sociaaleconomische situatie in Drenthe de gewenste kant op gaat en welke regionale verschillen binnen Drenthe aanwezig zijn. Ook wordt de ontwikkeling in Drenthe vergeleken met het landelijke beeld.
De analyse wordt uitgevoerd voorafgaand aan de actualisatie van het uitvoeringsprogramma, zodat de inzichten uit de analyse en de andere bouwstenen gebruikt kunnen worden bij de bijstelling van de beleidsinzet van de provincie. De analyse wordt in Gedeputeerde Staten besproken en gedeeld met Provinciale Staten.
Bouwsteen 2: Permanente aandacht voor de signalen vanuit het bedrijfsleven en samenwerkingspartners
Naast de analyse van de sociaal-economische situatie in Drenthe, willen wij graag weten of de feitelijke ontwikkeling vanuit de data ook aansluit bij het beeld dat het bedrijfsleven en onze samenwerkingspartners daarvan hebben. De nieuwe ontwikkelingen die wij signaleren, toetsen wij voortdurend in de contacten met het bedrijfsleven en onze samenwerkingspartners. Daarnaast zijn wij van plan om voorafgaand aan iedere uitvoeringsperiode van twee jaar een stakeholderbijeenkomst te organiseren. Tijdens deze bijeenkomst komt de Stand van de Drentse economie aan bod en blikken wij terug op de inzet van de afgelopen periode. Vervolgens kijken wij samen wat dit betekent voor de beleidsinzet van de provincie en of bijsturing nodig is.
Bouwsteen 3: Monitoring van de resultaten via de reguliere P&C-cyclus
In het uitvoeringsprogramma staan per opgave de beoogde resultaten van onze inzet beschreven. Via de reguliere P&C-cyclus leggen wij verantwoording af aan Provinciale Staten in hoeverre deze zijn gerealiseerd.
Bouwsteen 4: Inzet van gerichte monitoring en evaluaties
Door gerichte monitoring en evaluatie van belangrijke instrumenten, organisaties, programma's en projecten, beoordelen wij in hoeverre de door ons gerealiseerde resultaten ook een bijdrage leveren aan de door ons gewenste sociaaleconomische situatie. De monitoring en evaluatie op dit niveau gebruiken we daarnaast om te beoordelen in hoeverre onze inzet efficiënt is (doelmatig). De inzichten hieruit kunnen worden gebruikt om waar nodig bij te sturen.
In dit hoofdstuk worden de middelen gepresenteerd die nodig zijn om onze ambities te realiseren en te werken aan de verschillende opgaven uit deze Economische Koers. Het gaat hierbij om middelen uit de Meerjarenbegroting, inclusief de extra middelen van de 1e en 2e uitwerking van het Coalitieakkoord ‘Samen bouwen we Drenthe! 2023-2027’.
De indeling in opgaven is een andere dan momenteel in onze begroting wordt gehanteerd. Met ingang van 2025 willen wij met de nieuwe indeling gaan werken. Overigens zijn niet alle activiteiten en budgetten heel scherp toe te delen naar een opgave. Ook kan er waar nodig geschoven worden tussen opgaven. Sommige activiteiten dragen bij aan meerdere opgaven. Wij streven er bovendien juist naar, dat onze activiteiten zo mogelijk bijdragen aan meerdere doelen.
Beschikbare budgetten per opgave in euro’s
Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 13 november 2024.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-18372.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.