Wijziging Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Overijssel

Gedeputeerde Staten van Overijssel,

 

BESLUITEN

 

De Regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Overijssel als volgt te wijzigen.

 

In Artikel 1.1 Begripsbepalingen wordt voor landbouwer onderstaande ingevoegd:

 

landbouwbedrijf: alle voor landbouwactiviteiten gebruikte en door een landbouwer beheerde eenheden op het grondgebied van eenzelfde lidstaat;

 

In Artikel 1.7 Subsidie-arrangementen wordt in lid 1 ‘verstrekken’ vervangen door ‘verlenen’.

 

In Artikel 1.12 Verdelingswijze wordt de punt aan het slot van onderdeel c vervangen door een puntkomma en onderdeel d. toegevoegd, luidende:

 

  • d.

    onverminderd onderdeel c wordt bij een aanvraag bestaande uit investeringen binnen meerdere investeringscategorieën, bedoeld onder a, voor de rangschikking het per investeringscategorie aan de investeringen toegekende aantal punten opgeteld en vervolgens door het aantal investeringscategorieën gedeeld.

In Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn wordt de tekst Gereserveerdvervangen door onderstaande artikelen 2.2.1 tot en met 2.2.12 inclusief toelichting op deze artikelen.

 

Artikel 2.2.1 Criteria Jonge landbouwer

  • 1.

    Een jonge landbouwer is iemand die:

    • a.

      jonger is dan 40 jaar op 31 december van het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd, en;

    • b.

      bedrijfshoofd is op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, wat betekent dat hij:

      • i.

        als natuurlijk persoon een landbouwbedrijf uitoefent in eigen naam, en;

      • ii.

        mede belast is met de dagelijkse bedrijfsvoering, en;

      • iii.

        als natuurlijk persoon langdurige blokkerende zeggenschap heeft als bestuurder van een rechtspersoon, beherende vennoot, maat in de maatschap of als bestuurder van een vereniging of stichting, en;

      • iv.

        een landbouwdiploma of bewijs van vakbekwaamheid heeft, bestaande uit:

        • 1°.

          een diploma of een getuigschrift van een basisopleiding landbouw, tuinbouw of aanverwant op mbo-, hbo- of wo-niveau, of

        • 2°.

          een bewijs van ten minste 2 jaar aantoonbare ervaring met land- en tuinbouwproductie op het tijdstip van de aanvraag om subsidie, aangevuld met een diploma of een getuigschrift van een cursus op het gebied van bedrijfsovername, agrarische bedrijfsvoering of aanverwant.

  • 2.

    Van langdurige blokkerende zeggenschap als bedoeld in het eerste lid, onder b, subonderdeel iii, is sprake als de jonge landbouwer ten minste een blokkerende zeggenschap heeft ter zake van ondernemingsbeslissingen met een financieel belang van meer dan 25.000 euro.

  • 3.

    Van langdurige blokkerende zeggenschap als bedoeld in het eerste lid, onder b, subonderdeel iii, is geen sprake als:

    • a.

      de jonge landbouwer een commanditaire vennoot van het betreffende landbouwbedrijf is; of

    • b.

      de door alle maten of vennoten ondertekende schriftelijke overeenkomst door elk der partijen eenzijdig kan worden gewijzigd of opgezegd.

Toelichting

 

derde lid

Als dus geen sprake is van één van de situaties genoemd in dit lid is sprake van langdurig zeggenschap als bedoeld in lid 1 sub b onder iii. Ook bijvoorbeeld een proefperiode voor een landbouwer in de maatschap valt onder eenzijdig opzeggen. Zit een landbouwer dus in een proefperiode dan is geen sprake van langdurige zeggenschap en hiermee ook niet voldaan aan alle voorwaarden om als jonge landbouwer te worden aangemerkt.

 

Artikel 2.2.2 Subsidiabele activiteit

  • 1.

    Subsidie wordt alleen verstrekt aan investeringen zoals opgenomen in de Investeringslijst Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn (Bijlage 2).

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt als de activiteit bijdraagt aan minimaal één van de volgende doelen:

    • a.

      matiging van en aanpassing aan klimaatverandering of bevorderen van duurzame energie;

    • b.

      bevorderen van duurzame ontwikkeling of efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen;

    • c.

      het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, versterking van ecosysteemdiensten of instandhouding van habitats of landschappen;

    • d.

      verbetering van dierenwelzijn.

  • 3.

    Subsidie voor een investering in de productie van biobrandstoffen of hernieuwbare energie wordt alleen verstrekt indien de opgewekte energie of warmte gebruikt wordt door de eigen landbouwonderneming(en).

Toelichting

 

Onder investeringen in bedrijfsmiddelen valt zowel aanschaf als financial lease van bedrijfsmiddelen. Wanneer sprake is van financial lease dient subsidieontvanger wel eigenaar te zijn voordat de instandhoudingsverplichting als bedoeld in artikel 1.15, derde lid sub d, is verlopen. Dat betekent dat hij voor die tijd alle termijnen moet hebben voldaan.

 

Artikel 2.2.3 Aanvrager

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt aan landbouwers of een samenwerkingsverband van landbouwers.

  • 2.

    Per landbouwer kan op slechts één keer subsidie worden aangevraagd.

  • 3.

    Indien een landbouwbedrijf uit meerdere landbouwers bestaat wordt slechts één keer subsidie verstrekt aan het landbouwbedrijf.

Artikel 2.2.4 Aanvraagvereisten

  • 1.

    Als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer met een biologische bedrijfsvoering wordt, in aanvulling op artikel 1.6, de aanvraag vergezeld van een erkend certificaat of kwaliteitskeurmerk waaruit dit blijkt.

  • 2.

    Als de aanvraag wordt ingediend door een landbouwer die in omschakeling is naar biologische landbouw wordt, in aanvulling op artikel 1.6, de aanvraag vergezeld van het inschrijfnummer en documentatie van een certificerende instantie ter onderbouwing dat de bedrijfsomschakeling is gestart.

  • 3.

    Als de aanvraag wordt ingediend door een jonge landbouwer zoals bedoeld in artikel 2.1.1 wordt in aanvulling op artikel 1.6 de aanvraag vergezeld van de volgende onderbouwing:

    • a.

      Kopie van een identiteitsdocument van de jonge landbouwer, en;

    • b.

      Bewijs dat de jonge landbouwer bedrijfshoofd is op het moment van indienen aanvraag.

  • 4.

    Wanneer de aanvraag betrekking heeft op een investering in de productie van biobrandstoffen of hernieuwbare energie dient de aanvrager bewijs aan te leveren dat het gemiddelde jaarverbruik (brandstof/energie) aantoont.

Toelichting

 

eerste lid

Een voorbeeld van een erkend certificaat is het Skal-certificaat, afgegeven door Skal Biocontrole. Demeter is een voorbeeld van een kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouw.

 

Vierde lid

Het worden van (netto) energieleverancier door deze vorm van investering is niet subsidiabel.

 

Artikel 2.2.5 Subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 1.8 komen alleen kosten als bedoeld in artikel 1.8, onder a, b en e, voor subsidie in aanmerking;

 

Toelichting

De kosten als bedoeld in artikel 1.8 onder a en b worden berekend conform Artikel 1.9a Berekening subsidiabele kosten zonder vereenvoudigde kostenoptie.

 

Aritkel 2.2.6 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op en onverminderd het bepaalde in artikel 1.10 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:

 

  • 1.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor apparatuur benodigd voor het aflezen en weergeven van de ICT- en sensortechnieken waaronder computers, laptops, tablets en smartphones;

  • 2.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor abonnementen op software updates en servicecontracten. Indien er voor het in gebruik stellen van de machine een abonnement noodzakelijk is dan dient de aanvrager uit eigen middelen de noodzakelijke abonnementen op software updates en servicecontracten af te sluiten;

  • 3.

    Er wordt geen subsidie verstrekt voor de aanschaf van (semi) zelfrijdende tractoren/trekkers.

Artikel 2.2.7 Weigeringsgrond

In aanvulling op artikel 1.5 weigeren Gedeputeerde Staten de subsidie indien na de inhoudelijke beoordeling blijkt dat de te verlenen subsidie lager is dan € 15.000,-.

 

Artikel 2.2.8 Hoogte Subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt 40% van de subsidiabele kosten.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie 55% van de subsidiabele kosten indien de aanvrager aangemerkt wordt als jonge landbouwer als bedoeld in artikel 2.2.1.

  • 3.

    De subsidie bedraagt maximaal €120.000,-.

Toelichting

 

tweede lid

Wanneer er namens een samenwerkingsverband subsidie wordt aangevraagd kunnen aanvragers alleen aanspraak maken op het verhoogde subsidiepercentage zoals bedoeld in art 2.2.7 lid 2 als alle leden van het samenwerkingsverband jonge landbouwers betreffen.

 

Artikel 2.2.9 Rangschikking

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden gerangschikt op basis van een investeringslijst.

  • 2.

    Bij de rangschikking wordt aan landbouwers met een biologische bedrijfsvoering en landbouwers die omschakelen naar biologische landbouw een extra punt toegekend.

  • 3.

    Indien het subsidiebedrag wordt overschreden door meerdere aanvragen en de onderlinge rangschikking tussen de aanvragen is gelijk, zal selectie plaatsvinden door middel van loting.

Artikel 2.2.10 Realisatietermijn

  • 1.

    De subsidiabele activiteit dient binnen 18 maanden na datum subsidiebeschikking te zijn gerealiseerd, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening anders is bepaald.

  • 2.

    Indien de subsidiabele activiteit wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij tot uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging van de termijn tot en met uiterlijk 31 december 2028.

Artikel 2.2.11 Bevoorschotting en deelbetalingen

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken conform artikel 1.17 een voorschot van 50% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.18 verstrekken Gedeputeerde Staten geen deelbetalingen.

Artikel 2.2.12 Verantwoording bij vaststelling

In overeenstemming met artikel 1.7 lid 5, wordt voor subsidies die vallen onder arrangement 1 als bedoeld in artikel 1.7 lid 1 onder a verantwoording afgelegd volgens de regels inzake arrangement 2 als bedoeld in artikel 1.7 lid 1, onder b.

 

Toelichting

 

Door toepassing van dit artikel geldt voor alle verleningen dat het verzoek tot vaststelling moet worden ingediend conform hetgeen in Artikel 1.20 Vaststelling subsidies arrangement 2 wordt genoemd.

 

In Artikel 2.5.1 Begripsbepalingen wordt GVE: grootvee-eenheden; gewijzigd in:

 

GVE: grootvee-eenheden volgens de vereenvoudigde omzettingscoëfficiënten bedoeld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2290 van de Commissie van 21 december 2021 tot vaststelling van regels voor de berekeningsmethoden voor de gemeenschappelijke output- en resultaatindicatoren die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013 (PbEU 2021, L 458).

 

De begripsbepalingen ketenpartij, operationele groepen en verdienmodelvervallen.

 

Onderstaande tekst wordt uit de Toelichtingverwijderd:

 

Operationele groepen

 

Het samenwerkingsverband dat een projectaanvraag indient wordt een operationele groep genoemd. Alle deelnemers binnen deze operationele groep buigen zich over het vraagstuk waar het project zich op richt en werken gezamenlijk aan een innovatieve oplossing. Een operationele groep moet zo samengesteld zijn dat de deelnemers beschikken over de juiste/vereiste expertise voor het welslagen van het samenwerkingsverband.

 

In Artikel 2.5.3 Aanvrager wordt lid 1 vervangen door onderstaand lid 1:

 

  • 1.

    Subsidie als bedoeld in artikel 2.5.2, eerste lid, kan worden verstrekt aan de deelnemers van een samenwerkingsverband dat:

    • a.

      bestaat uit minimaal twee deelnemers, waarvan minimaal een landbouwer; en

    • b.

      is gericht op het ontwikkelen, valideren en verfijnen van innovaties.

In Artikel 2.5.4 Aanvraagvereisten, onderdeel d, wordt ‘de EIP groep’ vervangen door ‘de activiteiten van het samenwerkingsverband’.

 

In Artikel 2.5.7 Hoogte subsidie wordt aan lid 2 onderdeel a na ‘investeringen’ de tekst ‘in bedrijfsmiddelen’ toegevoegd.

 

In Artikel 2.5.10 Verplichting ‘Nationale’ gewijzigd in ‘nationale’.

 

In Artikel 2.5.12 Voorgangsverslag en deelbetaling wordt in de aanhef ‘voortgangsverslag en deelbetalingsverzoek’ gewijzigd in ‘voortgangsverslag of deelbetalingsverzoek’.

 

In onderdeel a wordt ‘de EIP groep’ vervangen door ‘de activiteiten van het samenwerkingsverband’ en wordt ‘heeft geprofiteerd/zal profiteren’ vervangen door ‘heeft geprofiteerd of zal profiteren’.

 

In Artikel 2.5.13 Inhoudelijk verslag wordt ‘de EIP-groep’ vervangen door ‘de activiteiten van het samenwerkingsverband’.

 

In Artikel 2.7.4 Aanvrager wordt de tekst onder LEADER gebied Noord Overijssel volledig vervangen door:

 

  • a.

    rechtspersonen;

  • b.

    ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid;

  • c.

    samenwerkingsverbanden van onder a en b genoemden;

  • d.

    de (penvoerder van de) LAG (voor samenwerkingsprojecten van een LAG).

De tekst onder LEADER gebied Noordoost Twente, LEADER gebied Salland en LEADER gebied Zuidwest Twente wordt c. vervangen door onderstaande:

 

  • c.

    samenwerkingsverbanden, bestaande uit rechtspersonen en/of ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid;

 

In Artikel 2.10.9Voortgangsverslag, deelbetaling en inhoudelijk verslag lid 1 wordt ‘voortgangsverslag en deelbetalingsverzoek’ gewijzigd in ‘voortgangsverslag of deelbetalingsverzoek’.

 

BIJLAGE 2: INVESTERINGSLIJST Paragraaf 2 Productieve investeringen groen-blauw en dierenwelzijn

 

Water

 

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Regelbare drainage

Subsidiabel:

 

De aanschaf en aanleg van:

 

  • Regelbare drainage

  • De aanpassing van bestaande drainage met een extra ontluchtingsdrain, waardoor deze regelbaar wordt

R9/R16/R26

18

2

Stuwen

Subsidiabel

 

De aanschaf en aanleg van:

 

  • Waterconserveringsstuw

  • Knijpstuw

  • Zoete stuw

R9/R16/R26

17

3

Ondergrondse waterberging

Subsidiabel

 

De aanschaf en aanleg van:

 

  • Voorzieningen voor ondergrondse wateropslag, waaronder freshmaker, kreekrug- infiltratiesystemen en diepdraininfiltratie

R9/R16/R26

18

4

Materieel voor bewerking van percelen gericht op vermindering perceelafspoeling

Subsidiabel

 

Aanschaf van:

 

  • Drempelmachine voor ruggenteelten

  • Wafeltjesmachine

R9/R16

18

5

Waterbesparende precisieberegening en irrigatie

Subsidiabel

 

De aanschaf en aanleg van:

 

  • Dripirrigatie/druppelslangen, inclusief besturing voor beregening/irrigatie en fertigatiesystemen

  • Aanschaf vlaksproeiers (alleen in combinatie met beregeningsbomen)

  • Aanschaf beregeningsboom

  • RWS (Root Watering System)

  • Sub-surface druppelirrigatie

  • Flippers en vernevelaars

  • Laagvolume sproeier ten behoeve van nachtvorstbestrijding

  • Elektrische aansturing van deze beregeningsbevloeiingsapparatuur

  • Debietmeter voor pomp + telemetrie ten behoeve van het gebruik van bovenstaande investeringen

  • Software voor alle soorten sensor-gestuurde irrigatie, in combinatie met bovenstaande investeringen

Niet subsidiabel

 

  • Reguliere beregeningshaspels, inclusief slang

  • Pompen

  • Aggregaat

  • Sproeibomen voor gewasbescherming

  • Reservoir voor opslag van beregeningswater/bevloeiingswater

R9/R16/R26

18

6

Waterbeheervoorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling bij een veehouderij of door afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Overdekte of onoverdekte verharde, vloeistofdichte vul- en wasplaats voor spuitmachines, inclusief een voorziening voor opvang en opslag en zuivering of verdamping van waswater.

  • Een vloeistofdicht biologisch zuiveringssysteem of de aanschaf van zuiveringssystemen die werken op basis van ozon of UV voor het zuiveren van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Systemen voor de verdamping van was- en spoelwater van spuitmachines.

  • Aanleg en inrichting van een erf waarbij erfwater wordt opgevangen voor afvoer of verwerking middels zuiveren of verdampen voor een gesloten erf voor gewasbeschermingsmiddelen.

  • Kistenwasser, inclusief opvang restwater voor afvoer of verwerking middels zuiveren of verdampen.

  • Een waterdichte opvangput waarmee verontreinigd afvalwater van het bedrijf gescheiden blijft van regulier rioolsysteem, inclusief de buizen, goten, richels voor afvoer

  • Aanvullende erf-en zuiveringsvoorzieningen voor de bollenteelt met spoelwater

  • Helofytenfilter voor het zuiveren afspoelend water van het erf of voor gebruik in de erfsloot

  • Opvang- en afvoersysteem van perssappen onder sleufsilo’s

Niet subsidiabel

 

  • Systemen voor het lozen van drain- of afvalwater vanuit kassen

  • Overkapping voor een voederopslag

  • Overkapping voor een mestopslag

  • Kosten voor herinrichting van het erf

  • Erfverharding welke niet noodzakelijk is voor bovenstaande investeringen

  • Hemelwatersysteem waaronder dakgoten, buizen voor afvoer en reguliere riolering

  • Kuilplaten

  • Installaties of machines voor opvang van perssap of percolaat indien een overloopvoorziening is of wordt aangebracht naar het reguliere riool, de bodem of het oppervlaktewater.

R26

16

7

Bovengrondse wateropvang (inclusief hemelwateropvang)

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Waterbassins en silo’s ten behoeve van hemelwateropvang inclusief bijbehorende pijpleidingen en voorzieningen ten behoeve van de opvang van hemelwater van daken.

  • Bijbehorende kosten voor, hekwerk, taludbescherming, graafwerk en de aanleg van een opvangput voor hemelwater dat gebruikt wordt voor het verdund uitrijden van mest.

R9/R16/R26

17

8

EC meters en monitoringssensoren

Subsidiabel:

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • EC meters en monitoringssystemen voor het bepalen van vocht-, zuur- en zoutgehalte

  • Continuemeters

  • Grondwatermeters

  • Oppervlaktewatermeters bij beregening uit oppervlaktewaters

  • Penetrometers

  • PH meters

  • Vochtsensoren

  • Monitoringssensoren voor nitraat en fosfaat voor zowel bodem als oppervlaktewater

R9/R16/R32

18

 

Biodiversiteit en biologische bestrijding

 

Categorie

Investering

Wel/niet subdiabel

R-indicator

Punten

1

Autonome en semi-autonome niet-chemische bestrijding

Subsidiabel

 

Aanschaf van:

 

  • Autonome en Semi-autonome systemen die ziekten/plagen/onkruiden herkennen en op duurzame wijze bestrijden in het veld

     

    • Thermisch

    • Mechanisch

    • Laser

    • Elektrisch

  • Systemen ten behoeve van niet-chemische bestrijding van schadelijke insecten

Niet subsidiabel

 

  • Sorteermachines

R9/R32

17

2

Strokenteelt en vaste rijpaden

Subsidiabel

 

Aanschaf van:

 

  • Zaaimachines voor inzaaien voor "ondergewassen" zoals gras bij mais

  • Strokenfrees of strokenploeg

  • Zaai- en oogstmachines of andere aangepaste machines voor gewasmanagement, zoals onkruidbestrijding

  • Machines, hulpmiddelen of aanpassingskosten voor het overschakelen op een teeltsysteem met een vaste werkbreedte

  • Aanpassing van machines voor het werken met vaste rijpaden waarbij onbereden bedden ontstaan

  • Zelfrijdende machines voor strokenteelt

  • GPS/GIS of aanpassingen aan de apparatuur in combinatie met bovenstaande investeringen

R9/R26/R32

17

3

Vermindering bodemverdichting door brede banden en rupsbanden

Subsidiabel

 

Aanschaf van:

 

  • Rupsbanden voor onder tractor of zelfrijdende oogstmachine

  • Luchtdrukwisselsystemen met een zodanige capaciteit dat de banden binnen 5 minuten op 2 bar kunnen worden gebracht in combinatie met maximaal vier VF banden per aangeschaft systeem

R9/R26/R32

14

4

Onkruid-, plaag- en ziektebestrijding

Subsidiabel

 

Aanschaf van:

 

  • Een machine waarmee ziekten, plagen of onkruiden mechanisch of met laser in het veld worden bestreden op basis van plaatsspecifieke waarneming

  • Camera besturing voor bestaande schoffelwerktuigen

  • Schoffeltuig

  • Mechanische loofsnijder of mechanische wortelsnijder of looftrekker

  • Vinger- of torsiewieders en wiedeggen

  • Maaiers voor paden in de fruitteelt

  • Doorzaaimachine voor blijvend grasland

  • Weed seed crusher

R9/R26/R32

15

5

Verwerken bedrijfsgewassen tot krachtvoer en/of meststoffen

Subsidiabel

 

Aanschaf van:

 

  • Machines of installaties om producten mee te bewerken zoals malen, pletten en snijden.

  • Toepassingen om (gras)klaver te verwerken zodat deze bruikbaar is als kunstmest- en krachtvoervervanger, op voorwaarde dat dit gebeurt met hernieuwbare energie (bijvoorbeeld drogen, persen, pelleteren en opslaan).

Niet subsidiabel

 

  • Voermengwagen of machines voor het uitkuilen of verwerken van ruwvoer.

  • Opslag zoals sleufsilo’s en kuilplaten en silo’s machines of systemen om krachtvoer te verstrekken.

  • Maïshakselaars en combines.

Opmerking

 

  • Alleen machines voor eerstegraad bewerking zijn subsidiabel

R9/R26

18

6

Verwerken en toepassen van organisch restmateriaal

Omschrijving

Investeringen die specifiek bedoeld zijn voor de verwerking van organisch restmateriaal met als doel het verhogen van bodemkwaliteit, zoals materieel voor het maaien en ophalen van slootkanten, het verwerken en toepassen van gewasresten, maaisel van slootkanten, bermen of natuurterreinen, slootbagger of compost hiervan.

 

Subsidiabel

 

Aanschaf van:

 

  • Machines en werktuigen voor het inwerken, mulchen of onderwerken van gewasresten, ruige mest, vaste mest en groenbemester met behulp van schijven(eg), rollen, tanden of snijders.

  • Eco-ploeg waarmee op 15 cm diep geploegd kan worden.

  • Materiaal om specifiek voor het maaien van slootkanten maaisel op de kant te kunnen deponeren en ophalen voor verdere verwerking

  • Maai/blaas systemen voor het maaien van slootkanten

  • Materieel voor het verwerken van organisch restmaterieel zoals compostverwerkers.

  • Baggerspuit voor het verspreiden van slootbagger over het perceel.

  • Lekvrije, emissie reducerende opslagplaatsen voor compost, champost en bokashi voor langere termijn (meer dan 9 maanden)

  • Werktuigen voor het snijden of hakselen en gelijkmatig uitstrooien van beheergras, bermmaaisel, slootmaaisel of gewasresten over landbouwgrond

  • GPS in combinatie met één van bovenstaande investeringen

  • Wildredder in combinatie met één van bovenstaande systemen/werktuigen

Niet subsidiabel

 

  • Mestverwerkingsinstallaties

  • Reguliere grasmaaiers

  • Afleverkosten en abonnementen.

  • Kiepwagens, silagewagens en opraapwagens

R9/R26/R32

18

 

Energie en klimaat

 

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Machines of werktuigen met elektrische of waterstof aandrijving gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten

Subsidiabel

 

Aanschaf en/of aanleg van:

 

  • Mobiele machines bestemd voor het verrichten van werkzaamheden in de land- en tuinbouw, waarbij de aandrijving is voorzien van een elektromotor en voor de opslag van energie één of meerdere accu’s worden toegepast

  • Volledig elektrisch aangedreven tractoren en volledig elektrisch aangedreven zelfrijdende zaai-, bewerkings- en oogstmachines zoals combines of aardappelrooiers

  • • Elektrische automatische voermachine / volledig elektrisch aangedreven voertuigen en machines voor ruwvoerverstrekking

  • Op waterstof aangedreven machines/werktuigen gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten

  • Oplaadpunt voor elektrisch aangedreven mobiele machines, bestemd voor het verrichten van landbouwactiviteiten, voor het elektrisch laden van accu’s van eigen elektrisch aangedreven mobiele machines die zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving, waarbij het oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein

  • Een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem, een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een stekkerherkenningssysteem

  • Oplaadpunten en -systeem voor waterstof aangedreven machines

Niet subsidiabel

 

  • Elektrische auto’s, fietsen of andere vervoersmiddelen voor personen

  • Mest – en voerschuiven

  • Heftrucks, shovels, hoogwerkers en grasmaaiers

  • PV-systemen (zonnepanelen, fotovoltaïsch)

R9/R16

12

2

Aanpassing klimaatverandering

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Nachtvorst propeller

  • Anti hagelgeneratiesystemen

  • Hagelnetten

  • Regenkappen

  • Parasols ter voorkoming van zonnebrand bij fruitteelt

  • Insectengaas

R9/R16

18

3

Duurzame energie en warmtewinning

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Accusysteem voor de opslag van eigen opgewekte zonne- of windenergie

  • Temperatuurregulatie in bedrijfsgebouwen niet zijnde bedrijfswoningen door warmtewisselaars, warmtepompen of aardwarmtesystemen

  • Kleinschalige wind turbines, met een ashoogte tot maximaal 15 meter en een vermogen tot maximaal 20 kW.

  • Een kleine electrolyser om zelf met duurzame energie waterstof te maken.

  • Slow fill installatie voor waterstof

  • Lichtdoorlatende zonnepanelen geïntegreerd in de teelt

Niet-subsidiabel

 

  • Temperatuurregulatie voor bedrijfswoningen

  • Zonnepanelen voor bedrijfsgebouwen

R9/R16

17

4

Vergistingsinstallaties voor plantaardig materiaal

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Vergistingsinstallatie voor plantaardig materiaal

  • Bijbehorende verwerkingsinstallaties voor de verdere verwerking zodat de afzetmogelijkheden van het eindproduct worden vergroot (alleen in combinatie met aanschaf van een vergistingsinstallatie)

Niet subsidiabel

 

  • Mestvergistingsinstallaties

  •  

R9/R16

18

 

Veehouderij

 

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Comfortabele ligplaatsen voor melkrundveehouderij (incl. vrouwelijk jongvee)

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Een mat, matras, waterbed, gelmatras voor koeien om op te rusten met voldoende indrukbaarheid conform DLG test (uitslag: blijvende elasticiteit ≥ 15 mm indrukking bij een belasting van 2000N per 75 cm2 of DLG test goed (++)).

  • Een diepstrooiselbox: dik ingestrooide ligbox met zaagsel, stro, zand of ander organisch materiaal, met uitzondering van dikke fractie uit mestscheiders. Met strooiselkering aan voor- en achterzijde van de box van minimaal 15 cm hoog, gemeten loodrecht vanaf de bodem. Indien boxen in een dubbele rij liggen en aan de kopkant op elkaar aansluiten dan is daar geen strooiselkering vereist.

  • Een combinatie van mat of matras met diepstrooisel, waarbij indrukbaarheid mat/matras conform DLG test met uitslag goed (+) de hoogte strooiselkering loodrecht gemeten vanaf bovenkant mat/matras 8 cm.

Niet subsidiabel

 

  • Alle andere varianten op rustmogelijkheden voor dieren

  • De stal of plek waar de matrassen of waterbedden in komen

R9/R44

18

2

Mestscheidingsinstallaties

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Mechanische mestscheidingsapparatuur zodat de ruwe mest door de mechanische bewerking wordt gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie.

  • Stikstofkrakers

R9/R26

18

3

Stalklimaat

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanlegvan:

 

  • Koelsystemen voor dieren; water mistvernevelsystemen en airco

  • Automatisch gecontroleerde natuurlijke ventilatie (ACNV)

  • Voor kraamstal zeug en biggen: Directe warmtebron, infrarood paneel, vloerverwarming en/of (vloer)koeling voor zeugen

  • Voor pluimvee: Infraroodpanelen en/of vloerverwarming voor het verwarmen van jonge kuikens

  • Voor pluimvee en varkens: Daglichtvoorzieningen die minstens 2% van het vloeroppervlak beslaan met lichtdoorlatende wand-of dakplaten

  •  

Niet subsidiabel:

 

  • Elektrische stalverlichting

  •  

R9/R16/R44

17

4

Gedeeltelijk dichte vloer in hokken voor biggenopfok

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Minimaal 40% van de totale vloeroppervlakte met een dichte kunststof vloer voor biggenopfok

R9/R44

18

5

Technieken die uitkomst van eieren in vleeskuikenstallen mogelijk maken

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Systemen voor uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens met aparte vervolghuisvesting welke voldoen aan specificaties AP4

Niet subsidiabel

 

  • Bouw en verbouw van overige stalonderdelen.

  •  

R9/R44

16

7

Vrijloopkraamhokken zeugen

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Vrijloopkraamhokken voor zeugen in plaats van gangbare huisvesting van kraamboxen.

  •  

R9/R44

18

8

Gekartelde schoftboom en roterende koeborstel

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Gekartelde schoftboom inclusief bevestigingsmateriaal zoals beugelklemmen e.d.

  • Roterende koeborstel

Niet subsidiabel

 

  • Overige kosten voor onderdelen van ligboxafscheidingen, zoals de ligboxen zelf

  • Niet roterende koeborstel, bijvoorbeeld met een spiraalveer

R9/R44

18

 

Precisielandbouw

 

Categorie

Investering

Wel/niet subsidiabel

R-indicator

Punten

1

Groei- en Oogstmonitoring

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanlegvan:

 

  • Digitale systemen ten behoeve van inzicht in oogstvariabelen, groeivariabelen (akkerbouw) en grasoogst (veehouderij)

  • Digitale systemen voor plaatsspecifieke opbrengstmetingen

  • Digitale systemen om de groei te monitoren, bijvoorbeeld door het gebruik van satelliet- of drones om data te verzamelen

  •  

R9/R26/R31

18

2

Precisiebemesting

Subsidiabel

 

Aanschaf en aanleg van:

 

  • Systemen die plaatsspecifiek vloeibare stikstofhoudende (kunst)meststoffen in de bodem kunnen toepassen.

  • Systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen aan het gewas (fertigatie)

  • Systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt doorvertaald in het doseren van de meststoffen

  • Systemen voor rijenbemesting met dierlijke mest

  • Systemen voor het digitaal meten van opbrengsten voor opbrengstkaarten ten behoeve van plaats specifieke teeltoptimalisatie

  • GPS/GIS apparatuur, inclusief bodemkaart voor bovenstaande systemen (alleen in combinatie met aanschaf van bovenstaande systemen)

Niet subsidiabel

 

  • Zodenbemester

R9/R26/R32

18

3

Precisiegewasbescherming

Subsidiabel

 

Aanschaf van:

 

  • Spuitmachine bestemd voor het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen aan gewassen in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit- of vollegrondsteelt, of bedekte teelt waarbij het ontstaan van restvloeistof in de spuittank wordt voorkomen of met ten minste 50% wordt gereduceerd

  • Machine bestemd voor plaatsspecifieke bestrijding van ziekten, plagen of onkruiden in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegrondsteelt of bedekte teelt zonder gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen

  • Spuitmachine met driftreducerende technieken, zoals driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning, luchtvloeistofmengsystemen sleepdoektechniek waardoor minimaal 95% driftreductie wordt bereikt.

  • Spuitmachine met volumereducerende technieken

  • Een spuitmachine met volledig gescheiden vloeistofsystemen voor schoon water en spuitvloeistof

  • Een spuitmachine waarbij de gewasbeschermingsmiddelen op het laatste moment voor het spuiten op het gewas in de spuitleiding vermengd worden door een selectieve doseringseenheid

  • Driftreducerende technieken, zoals driftarme doppen, elektrische kantdoppen, luchtondersteuning, luchtvloeistofmengsystemen voor een bestaande spuitmachine die zorgen voor minimaal 95% driftreductie.

  • Systemen die op basis een taakkaart kunnen spuiten, eventueel in combinatie met PWM doppen (pulse width modulation)

  • Spotspray toepassingen: herkenning van onkruid met behulp van camera’s waarna alleen het onkruid bespoten wordt (sterke middelreductie)

Niet subsidiabel

 

  • Kosten voor gebruik van drift reducerende additieven

Opmerkingen

 

  • Het percentage restvloeistofreductie of driftreductie moet worden vermeld op de offerte.

R9/R26/R32

17

 

Dit besluit treedt in werking 1 dag na publicatie van dit provinciaal blad.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd.

Naar boven