Subsidieregeling recreatie, toerisme, sport en gezondheid Zuid-Holland

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

 

Gelet op artikel 1.3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

 

Overwegende dat het wenselijk is subsidiemogelijkheden te bieden om projectsubsidies te kunnen verstrekken om activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de ambities en doelen op het gebied van recreatie, toerisme, sport en gezondheid;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

Subsidieregeling recreatie, toerisme, sport en gezondheid Zuid-Holland

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende openstellingsbesluiten wordt verstaan onder:

  • -

    Asv : Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

  • -

    Awb : Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    voorbereidingskosten: alle kosten om te komen tot uitvoering van een project zoals arbeidskosten en materiaalkosten voor het opstellen van een bestek, het opstellen van offertes voor de uitvoering, communicatie met de omgeving en andere belanghebbenden, aanbesteding en opdrachtverstrekking met uitzondering van kosten gemaakt voor de subsidieaanvraag;

  • -

    vrijwilliger: persoon die onverplicht en onbetaald werk verricht voor andere mensen of voor de samenleving.

Artikel 1.2 Inzet vrijwilligers

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komt de inzet van vrijwilligers voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    De inzet van vrijwilligers komt voor € 35,00 per uur voor subsidie in aanmerking.

  • 3.

    De inzet van vrijwilligers is subsidiabel indien de werkelijke arbeidstijd gecontroleerd kan worden.

  • 4.

    Het deel van de subsidie dat betrekking heeft op de inzet van vrijwilligers wordt opgenomen als cofinanciering van de activiteit en is niet hoger dan het deel van de cofinanciering.

Artikel 1.3 Instellen deelplafonds

  • 1.

    Gedeputeerde staten stellen bij afzonderlijk besluit deelplafonds vast voor de afzonderlijke onderdelen in deze regeling.

  • 2.

    Indien gedeputeerde staten in een openstellingsbesluit voor projecten of voor een onderdeel in deze regeling geen deelplafond hebben vastgesteld, bedraagt het deelplafond voor dat onderdeel € 0,00.

Artikel 1.4 Prestatieverantwoording

Bij een subsidie van minder dan € 25.000,00 toont de subsidieontvanger desgevraagd aan dat de activiteiten zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een eigen verklaring.

Artikel 1.5 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Het voorschot voor subsidies van € 25.000,00 en hoger bedraagt maximaal 80% van de maximale subsidie.

  • 2.

    Het voorschot wordt op basis van prestaties, besteding en liquiditeitsbehoefte in termijnen uitgekeerd waarvan de hoogte en de tijdstippen in de beschikking tot subsidieverlening worden bepaald.

Hoofdstuk 2 Openstellingsbesluiten voor ambities uit het Coalitieakkoord

Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de doelen uit het Coalitieakkoord 2023-2027 ‘Krachtig Zuid-Holland’ die gericht zijn op de ambitie Gezond en veilig Zuid-Holland.

Artikel 2.2 Openstellingsbesluiten

  • 1.

    Gedeputeerde staten stellen nadere regels in de vorm van openstellingsbesluiten vast voor activiteiten, bedoeld in artikel 2.1.

  • 2.

    Gedeputeerde staten kunnen in de openstellingsbesluiten, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval nadere regels opnemen met betrekking tot:

    • a.

      subsidiabele activiteiten en prestatie;

    • b.

      doelgroep;

    • c.

      subsidievereisten;

    • d.

      aanvraagperiode;

    • e.

      aanvraagvereisten;

    • f.

      deelplafond;

    • g.

      subsidiehoogte;

    • h.

      verdelingswijze;

    • i.

      subsidiabele kosten;

    • j.

      niet subsidiabele kosten;

    • k.

      weigeringsgronden;

    • l.

      verplichtingen van de subsidieontvanger;

    • m.

      bevoorschotting en betaling;

    • n.

      staatssteun.

  • 3.

    In afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling worden ingediend binnen de periode genoemd in het openstellingsbesluit, bedoeld in het tweede lid, onder d.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3.1 Intrekking

De Subsidieregeling recreatie, sport en gezondheid Zuid-Holland wordt ingetrokken.

Artikel 3.2 Overgangsrecht

De Subsidieregeling recreatie, sport en gezondheid Zuid-Holland, zoals die luidde op de dag voorafgaande aan de dag van inwerkingtreding van deze regeling, blijft van toepassing op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 3.3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 2 januari 2025.

Artikel 3.4 Werkingsduur en overgangsrecht

Deze regeling vervalt op 1 januari 2029 met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

Artikel 3.5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling recreatie, toerisme, sport en gezondheid Zuid-Holland.

Den Haag, 12 november 2024

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Secretaris,

Drs. M.J.A. van Bijnen MBA

voorzitter,

mr. A.W. Kolff

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling toerisme, recreatie, sport en gezondheid Zuid-Holland

I. Algemeen

Tot en met 2022 werden de subsidies die bijdragen aan de ambities voor sport, recreatie en gezondheid verstrekt op basis van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016. In 2022 is besloten voor deze ambities een eigen subsidieregeling op te stellen: de Subsidieregeling recreatie, sport, en gezondheid Zuid-Holland. Voor subsidieverlening met een toeristisch oogmerk bood de Subsidieregeling toerisme Zuid-Holland de grondslag. Deze regeling is op 31 december 2024 komen te vervallen. Het is wenselijk om subsidieverlening rond de thema’s recreatie, toerisme, sport en gezondheid in één subsidieregeling onder te brengen. In het nieuwe college zijn de beleidsthema’s recreatie, toerisme en sport ondergebracht bij één portefeuillehouder en mede vanwege de sterke overlap op deze thema’s.

Deze regeling is als volgt opgebouwd:

 

Hoofdstuk 1

In hoofdstuk 1 zijn de algemene bepalingen opgenomen die voor de gehele regeling gelden.

 

Hoofdstuk 2

In hoofdstuk 2 wordt de mogelijkheid geboden om openstellingsbesluiten door gedeputeerde staten te laten vaststellen voor de ambities uit het coalitieakkoord, genoemd in artikel 2.1.

 

Juridisch kader

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland (Asv). Ook de openstellingsbesluiten onder hoofdstuk 2 worden vastgesteld op grond van de Asv.

 

Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling of openstellingsbesluiten zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor gedeputeerde staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht.

Naast de verplichtingen opgenomen in de aparte paragrafen van deze subsidieregeling gelden ook nog de verplichtingen in de paragraaf 3 van de Asv. De belangrijkste verplichting daarvan is de meldingsplicht.

 

Meldingsplicht

Als de subsidieontvanger de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht, dient hij dit ingevolge artikel 3.2 van de Asv , verplicht te melden bij gedeputeerde staten. Gedeputeerde staten kunnen dan, afhankelijk van de situatie, de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen. Ook kan er ambtshalve een gewijzigde verleningsbeschikking worden vastgesteld, waarin nieuwe afspraken met de subsidieontvanger worden gemaakt. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.

 

Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling en de openstellingsbesluiten onder hoofdstuk 2.

 

Voor een goed begrip van deze subsidieregeling en de openstellingsbesluiten onder hoofdstuk 2 is dus bestudering van de Asv en de Awb noodzakelijk.

 

Hoofdstuk 2 Openstellingsbesluiten voor ambities uit het Coalitieakkoord

 

Zoals hierboven is aangegeven wordt in hoofdstuk 2 de mogelijkheid geboden om openstellingsbesluiten door gedeputeerde staten te laten vaststellen voor de ambities uit het coalitieakkoord, genoemd in artikel 2.1. Het betreft de ambitie Gezond en veilig Zuid-Holland uit het coalitieakkoord. Die ambitie is de grondslag voor het vaststellen van openstellingsbesluiten voor specifieke onderwerpen. Deze grondslag biedt de mogelijkheid om voor onderwerpen die opeens actueel zijn en die vallen onder deze ambitie een subsidiemogelijkheid te creëren, zonder dat hiervoor een vaste paragraaf in deze regeling hoeft te worden opgenomen.

 

Als voor een nieuwe coalitieperiode bovengenoemde ambitie een andere naam krijgt moet dit artikel door gedeputeerde staten worden gewijzigd zodat de subsidieregeling weer bruikbaar is voor het nieuwe college.

 

In artikel 2.2 is een opsomming gegeven van bepalingen die in de openstellingsbesluiten kunnen worden opgenomen.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel 1.2 Inzet vrijwilligers

De inzet van vrijwilligers kan als cofinanciering opgenomen worden voor de uitvoering van de activiteit en kan niet hoger zijn dan het deel van de cofinanciering. Stel de subsidiabele kosten van een activiteit zijn € 20.000,00 en de hoogte van de subsidie is maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Er wordt dan een subsidie van € 10.000,00 verleend. Hieronder valt dus niet de inzet van vrijwilligers. De inzet van vrijwilligers valt onder de 50% die de aanvrager zelf moet bijdragen aan de activiteit en deze bijdrage mag niet meer bedragen dan € 10.000,00. Verder is de inzet van vrijwilligers gemaximeerd op € 35,00 per uur en is deze alleen subsidiabel indien de werkelijke arbeidstijd gecontroleerd kan worden.

 

Artikel 1.3 Instellen deelplafonds

Elk jaar stellen gedeputeerde staten voor de afzonderlijke onderdelen in deze regeling een deelplafond vast. Als gedeputeerde staten voor een onderdeel in deze regeling geen deelplafond hebben vastgesteld dan bedraagt het deelplafond voor dat onderdeel € 0,00.

Naar boven