Artikel I Wijziging Subsidieregeling opruiming drugsafval Noord-Brabant 2021-2024
De Subsidieregeling opruiming drugsafval Noord-Brabant 2021-2024 wordt als volgt gewijzigd:
A.
Artikel 1 komt te luiden:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
bodem: vaste deel van de aarde met de zich daarin bevindende vloeibare en gasvormige bestanddelen en organismen alsmede de bodem en oevers van een oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in bijlage A van de Omgevingswet;
drugsafval: afval dat ontstaat bij de productie van synthetische drugs;
dumping van drugsafval: in strijd met wet- en regelgeving achterlaten van drugsafval in of op de bodem, dan wel het lozen of storten van drugsafval in oppervlaktewater;
kosten derden: kosten die op factuur aantoonbaar aan derden verschuldigd zijn en die direct ten behoeve van de subsidiabele activiteit worden gemaakt;
oppervlaktewater: vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen;
sanering van de bodem: nemen van alle maatregelen die redelijkerwijs kunnen worden gevergd teneinde verontreiniging van de bodem en de directe gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken als bedoeld in afdelingen 1.3, 19.1 en 19.2a van de Omgevingswet;
synthetische drugs: uit chemische grondstoffen geproduceerde verdovende middelen;
verwijdering: verwijdering als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer.
B.
Artikel 5 komt te luiden:
Artikel 5 Weigeringsgronden
Subsidie wordt geweigerd indien:
- a.
de aanvrager verantwoordelijk of medeverantwoordelijk is voor de productie of dumping van het drugsafval of voor de bodemverontreiniging waarop de aanvraag is gericht;
- b.
het drugsafval is aangetroffen binnen een ruimte waar de productie van de synthetische drugs plaatsvond;
- c.
het drugsafval is gedumpt via het rioolstelsel; of
- d.
voor hetzelfde project reeds eerder subsidie is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale subsidieregeling.
C.
In artikel 6, eerste lid, onder d, wordt “2024” vervangen door “2025”.
D.
In artikel 8 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
- e.
3 februari 2025 tot en met 30 januari 2026.
E.
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In onderdeel d, wordt “€ 342.410” vervangen door “€ 443.567”.
- 2.
Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
- e.
€ 351.921 voor de periode, genoemd in artikel 8, onder e.
F.
Artikel 10 komt te luiden:
Artikel 10 Subsidiehoogte
De hoogte van de subsidie bedraagt:
- a.
indien de grond of het water waarop het project betrekking heeft eigendom is van een natuurlijke persoon, privaatrechtelijke rechtspersoon of Staatsbosbeheer, dan wel de subsidieaanvrager een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon is die de grond in erfpacht heeft: 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000;
- b.
indien de grond of het water waarop het project betrekking heeft eigendom is van een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, onder a: 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000, en 100% van de bovenliggende subsidiabele kosten tot een maximum van € 175.000.