Provinciaal blad van Gelderland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2024, 17922 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Gelderland | Provinciaal blad 2024, 17922 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Deze publicatie bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst. Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De publicatie wordt standaard getoond met verschilmarkering. Door te kiezen voor ‘Was’ of ‘Wordt’ kunt u de voormalige of vernieuwde tekst op zichzelf bekijken.
Toon versie van document
Dit document bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst.
Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
Gelet op artikel 1 van de Delegatieverordening leefomgeving Gelderland;
Besluiten
De Omgevingsverordening Gelderland wordt gewijzigd zoals is aangegeven in 'bijlage A'.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
Henri Lenferink,
Commissaris van de Koning
Frederik van Ardenne,
Secretaris
A
Artikel 1.10 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De bijlage Overzicht informatieobjecten bevat de in deze verordening aangewezen gebieden waarvan de geometrische plaatsbepaling en begrenzing zijn vastgelegd in een GML-bestand.
De regels in deze verordening zijn van toepassing in de provincie Gelderland, waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in de bijlage Overzicht informatieobjecten, voor zover er bij een regel geen geometrische begrenzing van een specifiek gebied of specifieke locatie is vastgelegd.
De begrenzing van de aangewezen gebieden is exact met uitzondering van de volgende gebieden waarvan de begrenzing indicatief is:
Als provinciaal netwerk voor het doorgaand vervoer van gevaarlijke stoffen zijn aangewezen alle provinciale wegen, met uitzondering van de in de bijlage Wegen en wegdelen buiten de routering vervoer gevaarlijke stoffen genoemde wegen en weggedeelten.
Voor de vaststelling van de geluidproductieplafonds als omgevingswaarden worden aangewezen de provinciale wegen zoals opgenomen in bijlage Geluidproductieplafonds provinciale wegenhet geografisch informatieobject 'provinciale weg'.
B
Artikel 4.82 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden in een beperkingengebied met betrekking tot een provinciale weg met betrekking tot een provinciale weg een gedenkteken te plaatsen zonder dit ten minste vier weken voor het begin ervan te melden.
C
Artikel 5.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
D
Artikel 5.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor zover een omgevingsplan van toepassing is op locaties in het Gelders natuurnetwerk, wordt een nieuwe activiteit of ontwikkeling alleen toegelaten als uit onderzoek blijkt dat die geen nadelige gevolgen kan hebben voor de oppervlakte, samenhang of kwaliteit van het Gelders natuurnetwerk als bedoeld in bijlage Kernkwaliteiten Gelders natuurnetwerk en Groene ontwikkelingszone.
Er is geen sprake van nadelige gevolgen voor de oppervlakte als die in overeenstemming met de artikelen 5.12 tot en met 5.175.18 worden gecompenseerd:
E
Artikel 5.6 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In afwijking van artikel 5.5, eerste lid, laat een omgevingsplan binnen het Gelders natuurnetwerk terreinverharding en bouwactiviteiten op militaire terreinen en terreinen met een militair object als bedoeld in artikel 5.150, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving alleen toe als de nadelige gevolgen voor de oppervlakte, samenhang of kwaliteit gelijkwaardig worden gecompenseerd in overeenstemming met de artikelen 5.12 tot en met 5.175.18.
F
Artikel 5.8 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In afwijking van artikel 5.5, eerste lid, kan een omgevingsplan een uitbreiding van een bestaande activiteit binnen het Gelders natuurnetwerk alleen toelaten als:
In afwijking van het eerste lid kan een omgevingsplan een uitbreiding van een in bijlage Groeilocaties groei-krimpbeleid Veluwe bedoeld bedrijf alleen mogelijk maken als:
de uitbreiding plaatsvindt op een in bijlage Groeilocaties groei-krimpbeleid Veluwe aangegeven uitbreidingslocatie;
het toegekend aantal hectares uit bijlage Groeilocaties groei-krimpbeleid Veluwe niet wordt overschreden;
de uitbreiding uiterlijk op 1 januari 2027 is opgenomen in een onherroepelijk omgevingsplan; en
de initiatiefnemer per hectare aan natuur die verloren gaat door de uitbreiding een vergoeding van € 33.000 aan de provincie heeft betaald.
G
Afdeling 5.6 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze afdeling is opgenomen met het oog op het veilig en doelmatig gebruik en de instandhouding van een beperkingengebied met betrekking tot een provinciale weg.
Een omgevingsplan bevat geen regels die het gebruik, de instandhouding, de verbetering of de vernieuwing van een beperkingengebied met betrekking tot een provinciale weg belemmeren.
H
Bijlage I wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
aaneengesloten terrein voor de bedrijfsmatige uitoefening van industriële, logistieke, ambachtelijke en dienstverlenende activiteiten en groothandel met de daarbij horende voorzieningen, bedoeld voor de vestiging van meerdere bedrijven;
beperkingengebied met betrekking tot een provinciale weg: aangewezen gebied als bedoeld in artikel 1.10 op of langs een provinciale weg dat omvat: de rijbanen, bromfiets-, fiets- en voetpaden, parkeer-, carpool- en halteplaatsen, vluchtstroken en andere stroken, bermen, glooiingen, grondkeringen, bermsloten en alle zich op, aan, in, onder of boven een weg bevindende voorzieningen en werken;
schip als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Binnenvaartwet;
gebied buiten het stedelijke gebied;
bedrijf dat in een waterwingebied grondwater onttrekt voor de openbare drinkwatervoorziening;
bedrijf voor het telen of veredelen van gewassen in kassen als bedoeld in paragraaf 3.6.2 van het Besluit activiteiten leefomgeving geheel of nagenoeg geheel met behulp van glasopstand van minimaal twee hectare;
de in een veehouderijbedrijf of veehouderijtak gehouden landbouwhuisdieren worden voor meer dan de helft voorzien van voer dat is geteeld op gronden die in de nabijheid van het dierenverblijf zijn gelegen en waarop de veehouder rechten heeft;
water dat vrij onder het aardoppervlak voorkomt, met de daarin aanwezige stoffen;
handeling of milieubelastende activiteit die nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het grondwater veroorzaakt of kan veroorzaken;
verplaatsing van een veehouderijbedrijf naar een andere bestaande veehouderijlocatie binnen Gelderland;
verplichting tot vaststelling van een legger als bedoeld in artikel 2.39, eerste lid, van de wet;
locatie met als hoofdfunctie natuur en als nevenfunctie begraafplaats;
type natuur zoals weergegeven op de beheerkaart bij het Natuurbeheerplan provincie Gelderland, gebaseerd op de Index Natuur en Landschap;
zone als bedoeld in het Handboek Wegontwerp van het kennisplatform CROW, publicatie 2013;
afvoeren van restladingdamp uit een ladingtank waarbij restladingdampen terechtkomen in de open lucht;
een openbare weg, zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet en Wegenwet in beheer bij de provincie, met inbegrip van de daarin gelegen kunstwerken en wat verder naar zijn aard daartoe behoort
een niet-primaire waterkering in beheer bij een waterschap waarvoor in deze verordening een omgevingswaarde is opgenomen;
beperken of ongedaan maken van de blootstelling aan de verontreiniging van de bodem of het beperken of ongedaan maken van de verontreiniging van de bodem;
stoffen opgenomen in bijlage Lijst van schadelijke stoffen of andere stoffen, combinaties van stoffen, preparaten of andere producten, in welke vorm dan ook, waarvan verwacht wordt dat ze het grondwater verontreinigen of kunnen verontreinigen;
(bij veehouderij) vergroting van de agrarische bebouwing;
water binnen de provincie Gelderland dat openstaat voor openbaar scheepvaartverkeer, voor zover vermeld in artikel 2.7;
voor een vlotte en veilige scheepvaart ten minste noodzakelijke breedte en diepte van een vaarweg;
voertuig als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
bedrijventerrein of locatie voor een kantoor of voor perifere detailhandel;
door wind aangedreven bouwwerk waarmee energie wordt opgewekt met uitzondering van een historische of monumentale molen;
park bestaande uit tenminste drie windturbines;
installatie van zonnepanelen, grondgebonden of op water, inclusief de bijbehorende technische constructies en onderdelen.
I
Bijlage II wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_ff96d5fab5494c7485b9dd8eafab212e/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_eaa137425cc74000aeee2c041f88f48f/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_68630c202abb459c84255eb4f552233c/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_a3be227602c9420c8ed748b6cdbc35af/nld@2024‑11‑21;3
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_9c797eb338eb435e828fccf77bafaa1d/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_93bbf858b5004aecbc3b647e1493a27c/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_93bbf858b5004aecbc3b647e1493a27c/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_58ce8ddf32b248a1ad1e226bb625e378/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_5a1f87e6cfee4378a655345a7324f882/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_42ea711d1ebb41d3a91630e67ad80158/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/norm_6430fb2299d148cbb0d8a10dc1837e00/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/norm_44b9db6c42974db8a3614cebf2ad3033/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/norm_3773037356cf4870a8c8b7e02ea93e56/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/norm_f55e9f6f940845a9b46c223c16307087/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/norm_70537a5a43db4e6cbd48b1c258978938/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_826c6a5e3dae4c4cac6502b6c4e1a537/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_826c6a5e3dae4c4cac6502b6c4e1a537/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_bd6bfb96a1054434840a0ce5c754a6c3/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_5210fd6845e344ed99757a637297b5c8/nld@2024‑04‑25;3
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_5210fd6845e344ed99757a637297b5c8/nld@2024‑11‑21;4
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_7a68dbbc4a7f4096922ed57956f5b1de/nld@2024‑04‑25;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_7a68dbbc4a7f4096922ed57956f5b1de/nld@2024‑11‑21;3
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_a5fb298441934b46b424e0c1359acc3b/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_8fc835adde4b478697d854df18f32804/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_1fa6c0f45f6e4d069c8346506be88350/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_c458f7e4e95d420085cd39282876a4c4/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_4114b266a66f4eb38dee9467b2a8deea/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_c1b8ea843bae4ad38f0907c6482134fa/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_724a8f9662a24c13923fbee470a46a69/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_502af37844614e65b08c8edf27e335e3/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_ff382f9498ba4072a1645ad66bfef01c/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_59725e7f19aa4bdbbf1e6e6e862a3cea/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_c31337e4e90540cf9a2dbba7f3da44eb/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_61f3f83a58a34e55ae61618869b39510/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_887f9fb4534341e0a500ce20d0b48286/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_2fa1310b26ac40e6b51e6689a690511a/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_418949736ee5474ca4fd00f77860f33c/nld@2024‑04‑25;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_418949736ee5474ca4fd00f77860f33c/nld@2024‑11‑21;3
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_c34a242588074cb7b03ad4bae6b4f95e/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_c34a242588074cb7b03ad4bae6b4f95e/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_c17cab080b8d41aab547cf95f8833cbf/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_a644fe058a3b482e88f0ff40327f0fed/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_a644fe058a3b482e88f0ff40327f0fed/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_109eb71e19e840ecbbc1ca4c13bbe0a3/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_a024d3c4653b45658eb23d3124ce0c23/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_9582ffdfe9314db195dfa33874f3714d/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_9582ffdfe9314db195dfa33874f3714d/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_7fd4ad8aeff047c68c1d5a3c230cc91d/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_7fd4ad8aeff047c68c1d5a3c230cc91d/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_661f50bd15e348409cad26efa1c4adb2/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_661f50bd15e348409cad26efa1c4adb2/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_fe5579a5115e4b53937112cab603d3e9/nld@2024‑04‑25;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_fab537005b3b47c29bdc8688f44e7601/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_7c6a1537b9564d808485f5bcb2fa9d72/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_872e1950ddec40f9bd8db20c83961324/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_1f8d13161cd049beb23060ee64721314/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_4d8c6871d3944df2be4d644ba51c497b/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_a3be227602c9420c8ed748b6cdbc35af/nld@2024‑04‑25;2
/join/id/regdata/pv25/2024/gebiedsaanwijzing_ed49143549cc423d8c8477b963446aa8/nld@2024‑11‑20;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_02f5607bc3a74877bf85642abd88f354/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_02f5607bc3a74877bf85642abd88f354/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_fc2a8a2c8e7c4f92ba895838b70ff1bc/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_a5e65b12690b49958d95e718238258a2/nld@2024‑04‑25;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_a5e65b12690b49958d95e718238258a2/nld@2024‑11‑21;3
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_cacb2ca7a6334d61a0302d02660aaad7/nld@2024‑04‑25;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_cacb2ca7a6334d61a0302d02660aaad7/nld@2024‑11‑21;3
/join/id/regdata/pv25/2023/norm_ac775480cfa642ac997dcefc4d41d31c/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/norm_5cddca27c249406286d0fdf327dc9719/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/norm_f5f4a26dcfd145a1a38177f8348a4896/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/locatiegroep_0e6cecd7d169499c88d8b0676c3ed820/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/locatiegroep_b1cc7a1fd4cf497b92e3a50de93e24c5/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/locatiegroep_a8db1e4a8a1e40a4bb71476556210a86/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/locatiegroep_4eb80288e63e4b9dadefd00fcbf60ec5/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_cb4853536a74433c8f5cca0e9eac2e42/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_cb4853536a74433c8f5cca0e9eac2e42/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_1d0fefc09d594a7194dec293ea991115/nld@2023‑11‑30;1
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_1d0fefc09d594a7194dec293ea991115/nld@2024‑11‑21;2
/join/id/regdata/pv25/2023/gebiedsaanwijzing_93bfb80f921240af8a6696f70475ad32/nld@2023‑11‑30;1
J
Binnen bijlage III wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bijlage bij artikel 1.10, vijfde lid.
Aangewezen provinciale wegen voor geluidproductieplafond
[Vervallen]
K
Binnen bijlage III wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bijlage bij artikel 4.4.
Periode: hele jaar
Gebied: hele grondgebied van Gelderland
Bijzondere voorwaarden per soort
Soort | Toegestaan middel |
Aardmuis | Vangkooi |
Bosmuis | Vangkooi |
Bruine kikker | Schepnet |
Dwergmuis | Vangkooi |
Dwergspitsmuis | Vangkooi |
Egel | Vangkooi |
Gewone bosspitsmuis | Vangkooi |
Gewone pad | Schepnet |
Haas | Vangkooi |
Huisspitsmuis | Vangkooi |
Kleine watersalamander | Schepnet |
Konijn | Vangkooi |
Meerkikker | Schepnet |
Middelste groene kikker | Schepnet |
Ondergrondse woelmuis | Vangkooi |
Ree | Vangkooi |
Rosse woelmuis | Vangkooi |
Tweekleurige bosspitsmuis | Vangkooi |
Veldmuis | Vangkooi |
Vos | Vangkooi |
Woelrat | Vangkooi |
L
Binnen bijlage III wordt de volgende sectie op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bijlage bij artikel 5.20.
Het bevoegd gezag bepaalt de versterkingsopgave en versterkingsmaatregelen voor een nieuwe activiteit of ontwikkeling in de Groene ontwikkelingszone aan de hand van onderstaande stappen. De genoemde tabellen zijn ook als rekentabel beschikbaar zie https://www.gelderland.nl/themas/omgevingsvisie/regels-groene-ontwikkelingszone. Hier staat ook een uitgebreide handleiding voor het invullen van de tabellen.
Stap 1: de versterkingsopgave
De versterkingsopgave wordt uitgedrukt in punten op basis van een verliesfactor en een impactfactor.
De verliesfactor wordt berekend met tabel 1 Verliesfactor.
De verliesfactor kwantificeert het verlies aan natuur- of landschapselementen die bijdragen aan de kernkwaliteiten van het betreffende deel van de Groene ontwikkelingszone, als gevolg van de nieuwe activiteit of ontwikkeling.
De impactfactor wordt berekend met tabel 2 Impactfactor.
De impactfactor kwantificeert de impact van de nieuwe activiteit of ontwikkeling op actuele en potentiële natuur- en landschapswaarden als gevolg van fysiek ruimtebeslag, verstoring van de omgeving door bijvoorbeeld geluid, licht en fysieke aanwezigheid en ligging.
Als de versterkingsopgave niet bepaald kan worden aan de hand van de tabellen, onderbouwt het bevoegd gezag de versterkingsopgave die gehanteerd wordt.
Het bevoegd gezag kan in onvoorziene gevallen gemotiveerd afwijken van tabel 1 Verliesfactor als het toepassen ervan leidt tot een onredelijke uitkomst.
Stap 2: de versterkingsmaatregelen
De versterkingsmaatregelen worden uitgedrukt in punten.
De versterkingsmaatregelen worden bepaald met tabel 3 Versterkingsmaatregelen.
De versterkingsmaatregelen kwantificeren de maatregelen die genomen kunnen worden om de Groene ontwikkelingszone te versterken. De versterkingsmaatregelen, uitgedrukt in punten, moeten meer zijn dan de versterkingsopgave, uitgedrukt in punten.
Als de versterkingsmaatregelen niet bepaald kunnen worden aan de hand van de tabellen, onderbouwt het bevoegd gezag de versterkingsmaatregelen die gehanteerd worden.
Het bevoegd gezag kan in onvoorziene gevallen gemotiveerd afwijken van tabel 3 Versterkingsmaatregelen als het toepassen ervan leidt tot een onredelijke uitkomst.
De locatie van de versterkingsmaatregelen wordt gekozen op basis van de volgende prioritering:
binnen het plangebied, grenzend aan het Gelders natuurnetwerk;
grenzend aan het plangebied en aan het Gelders natuurnetwerk, binnen de Groene ontwikkelingszone;
nabij het plangebied, binnen of grenzend aan de Groene ontwikkelingszone.
Bij deze prioritering gelden de volgende voorwaarden:
De locatie van de versterkingsmaatregelen draagt zoveel mogelijk bij aan de samenhang van de Groene ontwikkelingszone en het Gelders natuurnetwerk.
Als de nieuwe activiteit of ontwikkeling in een ecologische verbindingszone ligt, dragen de versterkingsmaatregelen bij aan de invulling van dezelfde verbindingszone. De versterkingsmaatregelen leiden niet tot een aantasting van de kwaliteit van natte landnatuur.
De versterkingsmaatregelen vinden zo veel mogelijk plaats:
buiten verstoringszones van de nieuwe activiteit of ontwikkeling;
buiten verstoringszones van activiteiten die al in de nabije omgeving aanwezig zijn;
binnen verstoringszones van de nieuwe activiteit of ontwikkeling als de versterkingsmaatregelen expliciet bijdragen aan het beperken van het verstorende karakter van de activiteit of ontwikkeling.
Categorie | Voorbeelden van beheertypen | Leeftijd | Punten per ha |
Natuurvriendelijke oever, poel, zoete plas | L01.15, L01.01, N04.02 | 4000 | |
Houtwal, houtsingel, elzensingel, bomenlaan, rij knotwilgen, solitaire bomen die niet vallen onder de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet in combinatie met afdeling 11.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving | L01.02, L01.03, L01.07,L01.08 | leeftijd < 25 jaar | 3000 |
leeftijd 25-100 jaar | 4000 | ||
leeftijd >100 jaar | 5000 | ||
Struweelhaag of scheerhaag | L01.05 en L01.06 | 4000 | |
Hoogstamboomgaard | L01.09 | 2700 | |
Moeras, rietland | N05.04 | 2700 | |
Nat schraalland / vochtig hooiland | N10.01 en N10.02 | 2000 | |
Vochtig weidevogelgrasland | N13.01 | 1000 | |
Droge natuurgraslanden | N11.01, N12.02, N12.03 | 1000 | |
Kruiden- en faunarijke akker | N12.05 | 1000 | |
Ruigteveld of -zoom | N12.06 | 1000 | |
Alle typen bos die niet vallen onder de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet in combinatie met afdeling 11.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving | N14, N15, N16 en N17 | leeftijd < 25 jaar | 3000 |
leeftijd 25-100 jaar | 4000 | ||
leeftijd >100 jaar | 5000 |
Categorie | Eenheid | Basispunten/eenheid | Toeslagfactor nieuwe functie op deze locatie | Toeslagfactor open landschap | Toeslagfactor aardkundige warden voor zover buiten open landschap | Toeslagfactorligging in Ecologische verbindingszone (EVZ) |
Woningen | wooneenheid | 20 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Woningen | ha woonbestemming | 400 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Woonwijk | wooneenheid | 25 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Woonwijk | ha woonwijk | 600 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Bedrijventerrein -milieucategorie 1 en 2 | ha bedrijventerrein | 1500 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Bedrijventerrein -milieucategorie 3 en 4 | ha bedrijventerrein | 3000 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Bedrijventerrein -milieucategorie 5 en 2 | ha bedrijventerrein | 4500 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Windturbine | aantal turbines verstoringsafstand en verstoringsgraad | 600 | 1,5 | 1 | 1 | 1,25 |
Zonnepark | ha functioneel zonneveld | 600 | 1,5 | 1,5 | 1,25 | 1,25 |
Parkeerterrein | ha verharding of halfverharding | 1000 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Wegen < 80 km/uur | ha verharding | 2000 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Wegen 80-99 km/uur | ha verharding | 3000 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Wegen >=100 km/uur | ha verharding | 4000 | 2 | 2 | 1,5 | 1,25 |
Categorie | Voorbeelden van beheertypen | Basispunten per ha | Factor tijdelijke maatregel | Factor bijdrage EVZ |
Natuurvriendelijke oever | L01.15 | 3000 | 0,7 | 1,25 |
Poel | L01.01 | 3000 | 0,7 | 1,25 |
Houtwal, houtsingel, elzensingel | L01.02 en L01.03 | 3000 | 0,7 | 1,25 |
Struweelhaag of scheerhaag | L01.05 en L01.06 | 3000 | 0,7 | 1,25 |
Laan (dubbele bomenrij | L01.07 | 3000 | 0,7 | 1,25 |
Rij knotwilgen | L01.08 | 3000 | 0,7 | 1,25 |
Hoogstamboomgaard | L01.09 | 2000 | 0,7 | 1,25 |
Zoete plas | N04.02 | 2000 | 0,7 | 1,25 |
Dynamisch moeras | N05.04 | 2000 | 0,7 | 1,25 |
Nat schraalland / Vochtig hooiland | N10.01 en N10.02 | 2000 | 0,7 | 1,25 |
Vochtig weidevogelgrasland | N13.01 | 1000 | 0,7 | 1,25 |
Droge natuurgraslanden | N11.01, N12.02, N12.03 | 1000 | 0,7 | 1,25 |
Kruiden- en faunarijke akker | N12.05 | 1000 | 0,7 | 1,25 |
Ruigteveld of -zoom | N12.06 | 1000 | 0,7 | 1,25 |
Alle typen natuurlijk bos | N14, N15, N16 en N17 | 2000 | 0,7 | 1,25 |
Speciale elementen | ||||
Stobbenwallen | hoge toegevoegde waarde over kleine oppervlakten | 5000 | 0,7 | 1,25 |
Takkenril/ houtstapel | hoge toegevoegde waarde over kleine oppervlakten | 5000 | 0,7 | 1,25 |
Nestkast steen-, bos- of kerkuil | 10 | 0,7 | 1,25 | |
Bijenhotel | per m2functioneel oppervlak | 10 | 0,7 | 1,25 |
Kleine-zoogdiertunnel | das, bever, kleine marters e.a. | 100 | 0,7 | 1,25 |
Herpetofaunatunnel | reptielen en amfibieën | 300 | 0,7 | 1,25 |
Boombrug | marters, eekhoorn | 100 | 0,7 | 1,25 |
Hop-over' | vleermuizen, vlinders en vogels | 100 | 0,7 | 1,25 |
Loopstroken of -richels | bij bestaande brug of duiker,voor zoogdieren | 100 | 0,7 | 1,25 |
De regels in deze bijlage geven invulling aan het per saldo en naar rato van de ingreep versterken van de kernkwaliteiten of ontwikkelingsdoelen. Elk initiatief in de Groene ontwikkelingszone leidt tot een versterking naar rato en per saldo. De omgevingsverordening stelt daarnaast dat de samenhang niet verloren mag gaan. Het ligt voor de hand om eerst te toetsen of de samenhang als gevolg van de ontwikkeling verloren gaat.
Naast deze regels gelden ook de regels uit paragraaf 5.2.2 van de omgevingsverordening. Bij de voorbereiding op het doorlopen van de stappen is onderzoek nodig (artikel 5.22). Op basis hiervan kunnen de eerste opties voor versterking worden ontworpen, die worden doorgerekend in de tabellen behorend bij stappen 1 en 2. De versterkingsmaatregelen worden uitgewerkt en onderbouwd in stap 3 (de locatie van de versterkingsmaatregelen).
Met de rekentabellen is beoogd een eenvoudig en objectief instrument te bieden om de versterkingsopgave en -maatregelen vast te stellen.
In de meeste gevallen is het gemeentebestuur het bevoegd gezag.
Het bevoegd gezag heeft twee mogelijkheden om met maatwerk zelf de versterkingsopgave vast te stellen, namelijk als:
de versterkingsopgave (verliesfactor aan natuur of de impactfactor van de ontwikkeling) niet kan worden bepaald aan de hand van de tabellen. Bijvoorbeeld omdat de natuur die verloren gaat niet staat omschreven in de tabel;
de uitkomsten onredelijk zijn én sprake is van een onvoorzien geval. Met onvoorziene gevallen bedoelen we situaties waarmee bij het opstellen van de regels geen rekening is gehouden. Denk aan nieuwe technologische ontwikkelingen bij windturbines waardoor de impact afneemt. Het bevoegd gezag motiveert waarom sprake is van een onvoorzien geval en waarom toepassing van de regels leidt tot een onevenredige uitkomst. De stelling dat de puntenscore in een concreet geval onevenredig uitpakt, omdat uit onderzoek blijkt dat de impact lager is, is niet voldoende.
Als het bevoegd gezag besluit af te wijken, moet de afwijking zoveel mogelijk aansluiten bij de tabellen.
De derde vorm van maatwerk volgt uit artikel 1.7. Hierin staat dat Gedeputeerde Staten, na inspraak van Provinciale Staten, kan afwijken van instructieregels als sprake is van een groot openbaar belangzwaarwegende maatschappelijke belangen, geen reële alternatieve locaties beschikbaar zijn en voldoende wordt gecompenseerd.
De verliesfactor (tabel 1) is objectief vast te stellen. Hierbij wordt in de eerste plaats gekeken naar de categorie natuur- of landschapselement die aangetast wordt door de nieuwe ontwikkeling. Tabel 1 onderscheidt categorieën. Deze categorieën zijn ontleend aan de kernkwaliteiten uit de bijlage Kernkwaliteiten Gelders natuurnetwerk en Groene ontwikkelingszone. In de eerste kolom staat de omschrijving van de natuur, in de tweede kolom staat de code gebaseerd op de Index natuur en landschap. Deze codering wordt vooral gebruikt in het Natuurbeheerplan voor subsidie natuur- en landschapsbeheer. De codes dienen als voorbeeld van het betreffende natuur- of landschapselement. Ook als een element niet precies voldoet aan de kwalificaties van de beheertypen, telt deze natuur mee voor de verliesfactor.
Bij het bepalen van de verliesfactor gaat het om de feitelijk aanwezige natuur- of landschapselementen die verloren gaan. Niet elk feitelijk aanwezige natuur- of landschapselement dat verloren gaat, telt mee. Alleen natuur- of landschapselementen die bijdragen aan de kernkwaliteiten van het betreffende deel van de Groene ontwikkelingszone tellen mee. In de praktijk zijn de meeste natuur- of landschapselementen wel onderdeel van een of meer kernkwaliteiten, omdat de kernkwaliteiten over het algemeen ruim zijn geformuleerd. Wanneer een natuur- of landschapselement dat verloren gaat naar het oordeel van het bevoegd gezag geen onderdeel is van een kernkwaliteit, moet dat worden gemotiveerd. Een houtopstand in de zin van de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet is geen onderdeel van de verliesfactor. Op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving (en artikel 7.28 van de Omgevingsverordening) geldt al een herbeplantingsplicht. Omdat deze plicht al uit de wet en omgevingsverordening volgt, telt het tenietgaan van deze houtopstanden niet mee in de verliesfactor en hoeft dit dus ook niet versterkt te worden met versterkingsmaatregelen. Houtopstanden die niet beschermd worden door de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving tellen wel mee in de verliesfactor.
De impactfactor (tabel 2) kwantificeert de invloed die de activiteit of ontwikkeling heeft op de omgeving. Deze factor kent een aantal categorieën van activiteiten of ontwikkelingen. Aan elke activiteit of ontwikkeling zijn punten toegekend en voor elke activiteit of ontwikkeling gelden toeslagfactoren die verband houden met de locatie van de activiteit of de ligging van de ontwikkeling. Factoren die zorgen voor een toeslag zijn een ecologische verbindingszone, open landschap, aardkundige waarden en het niet grenzen aan een bestaand vlak met dezelfde bestemming of functieaanduiding als de voorgenomen bestemming of functieaanduiding in het plan. Kaarten van de ligging van de ecologische verbindingszones zijn te vinden in de bijlage Kernkwaliteiten Gelders natuurnetwerk en Groene ontwikkelingszone. De kaarten open landschap en aardkundige waarden zijn te raadplegen op Kaarten en cijfers (gelderland.nl).
Wanneer de natuurversterking alsde bestemming of functieaanduiding natuur (of gelijkwaardig daaraan) wordt bestemdkrijgt, telt deze oppervlakte niet mee voor het bepalen van de impactfactor.
Voor het berekenen van de impact van een zonnepark moet worden uitgegaan van de totale oppervlakte functioneel zonneveld. Daarbij gaan wij uit van de technische installaties (zonnepanelen, omvormer- en transformator stations), onderhoudspaden, en de grasstroken die nodig zijn om beschaduwing van zonnepanelen te voorkomen. Onderhoudspaden kunnen meetellen als kruidenrijk gras als versterkingsmaatregel, mits sprake is van natuurgericht beheer. Dit geldt ook voor groenstroken tussen de panelen zover ze de breedte overstijgen die al nodig is om beschaduwing van de zonnepanelen te voorkomen.
De impact van een windpark wordt bepaald op basis van het aantal windturbines, de verstoringsafstand en de verstoringsgraad. Deze laatste twee zijn geen eenvoudige kengetallen maar moeten worden bepaald in ecologisch onderzoek. Het grootste deel van dat onderzoek vindt bij plannen voor windparken al plaats in het kader van de omgevingsvergunning voor de flora- en fauna-activiteit en eventueel de Natura 2000-activiteit.
De verstoringsafstand wordt bepaald op basis van onder andere effecten van geluid, slagschaduw en bewegende wieken/aanvaringskans, en is ook afhankelijk van de kernkwaliteiten en ontwikkelingsdoelen voor het betreffende deelgebied van de Groene Ontwikkelingszone, dus actuele en potentiële waarde. De verstoringsafstand is minimaal de wieklengte.
De verstoringsgraad wordt bepaald op basis van onder andere effecten van geluid, slagschaduw en beweging op daarvoor gevoelige diersoorten die passen bij de kernkwaliteiten en de ontwikkelingsdoelen voor het betreffende deelgebied van de Groene Ontwikkelingszone. Het onderzoek moet zowel op de actuele als op de potentiële waarden worden gericht. De verstoringsgraad kan variëren tussen 100% nabij de as van de windturbine tot 0% aan de rand van de verstoringszone.
Als globale referentiescore hanteren we voor 1 windturbine 250 meter verstoringsafstand en een verstoringsgraad tussen 25 en 50%.
Het is mogelijk dat een activiteit of ontwikkeling niet past in de tabellen, bijvoorbeeld omdat die activiteit of ontwikkeling niet aansluit bij een daarin genoemde categorie. Wanneer de verliesfactor niet bepaald kan worden aan de hand van de tabel, stelt het bevoegd gezag zelf de verliesfactor in punten vast gebaseerd op maatwerk. Hierbij moet zoveel mogelijk worden aangesloten bij de tabellen.
Conform artikel 5.22 van de omgevingsverordening moet onderzoek worden uitgevoerd naar de te verwachten effecten op de oppervlakte, samenhang en kwaliteit van de Groene ontwikkelingszone. De resultaten van dit onderzoek zijn nodig voor het invullen van de tabel. Maar de onderzoekplicht is breder. Zo moet ook onderzoek worden gedaan naar de ecologische samenhang en het voorkomen van beschermde soorten en soorten die op de Rode lijst staan.
De versterkingsmaatregelen worden bepaald aan de hand van tabel 3 Versterkingsmaatregelen. Het zijn maatregelen die leiden tot versterking van kernkwaliteiten. Dus nieuw aan te leggen natuur- en landschapselementen. Eventueel kan ook een bestaand element worden omgevormd naar een natuurelement met hoger puntenaantal. Ook hierbij geldt dat versterkingsmaatregelen die niet in de tabel worden genoemd, kunnen worden ingezet mits het bevoegd gezag dit goed motiveert. Het uitgangspunt is dat bij permanente ontwikkelingen ook de versterkingsmaatregelen permanent worden vastgelegd in een omgevingsplan of geborgd moeten worden. Bij tijdelijke ontwikkelingen hoeft de versterkingsmaatregel niet permanent te zijn. Het is echter wel wenselijk. Wanneer bij tijdelijke ontwikkelingen de versterkingsmaatregelen eveneens voor een beperkte tijd gelden, dan levert dat minder punten op dan bij permanente maatregelen. Maatregelen die bijdragen aan de ecologische verbindingszone leveren extra punten op. Deze maatregelen dragen bij als ze passen in de inrichtingsmodellen die voor de verschillende soorten verbindingszones zijn ontwikkeld (zie bijlage Kernkwaliteiten Gelders natuurnetwerk en Groene ontwikkelingszone). Het is raadzaam om zowel bij aanleg als bij het beheer van nestvoorzieningen en faunapassages samen te werken met lokale natuurgroepen om hun kennis, ervaring of menskracht te benutten. Ook is het raadzaam om de Gelderse streekgidsen landschap te raadplegen als inspiratiebron: www.gelderland.nl/streekgidsen.
Als stap 2 resulteert in een tekort aan versterkingsmaatregelen, dient deze stap opnieuw te worden doorlopen met meer versterkingsmaatregelen. Het bevoegd gezag mag meer versterkingsmaatregelen uitgedrukt in punten eisen dan het minimum dat volgt uit toepassing van de tabel.
De versterking vindt idealiter plaats binnen het projectplangebied. Als het plangebied te klein is (bijvoorbeeld een bouwkavel met hoog aandeel bebouwd oppervlak), moet worden overwogen het plangebied te vergroten.Wanneer versterking binnen het plangebied niet mogelijk is, kan gekeken worden naar een locatie grenzend aan het plangebied. Dit aangrenzend gebied hoeft niet dezelfde bestemming, functiefunctieaanduiding of grondeigenaar te hebben.De versterkingsmaatregelen vinden zoveel mogelijk plaats buiten verstoringszones van de nieuwe activiteit of ontwikkeling, en buiten verstoringszones van bestaande activiteiten in de buurt. Voor vogels en vleermuizen is het van groot belang dat de versterkingsmaatregelen buiten de verstoringszone van windturbines worden gerealiseerd. Is dit niet mogelijk, dan dient met een uitgebreide onderbouwing te worden aangetoond dat de verstoring beperkt blijft.
In de onderbouwing wordt rekening gehouden met:
locatie van de windturbine in relatie met kernkwaliteiten in de omgeving, die van belang zijn voor vleermuizen en vogels;
aanwezigheid van ecologische verbindingszones binnen de verstoringszone en de breedte van deze zone;
type turbine (grootte en hoogte maar ook tot hoe laag de wiek komt).
Als in stap 3 blijkt dat onvoldoende passende locaties beschikbaar zijn, bijvoorbeeld om bij te dragen aan de ecologische verbindingszone, dan dient het totaalplan te worden aangepast en worden de stappen 1, 2 en 3 opnieuw doorlopen.
In artikel 5.23 staat waar het versterkingsplan aan moet voldoen. In artikel 5.24 staat hoe de versterking en uitvoering geborgd moet worden.
M
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Algemeen: Het provinciebestuur is als wegbeheerder verantwoordelijk voor de veiligheid en doorstroming van het verkeer op haar wegen. Een belangrijke oorzaak voor verkeersonveiligheid is afleiding. Afleiding kan worden veroorzaakt door personen, objecten en gebeurtenissen op en langs de weg. Zij hebben invloed op het rij- en kijkgedrag van weggebruikers. De provincie wil daarom zo min mogelijk objecten op, naast of over haar wegen, die kunnen zorgen voor afleiding van de weggebruiker. De verkeersveiligheid en de doorstroming op de weg verminderen hierdoor en het risico op ongevallen neemt toe. Daarom staat de provincie buitenreclame in beginsel niet toe. Buitenreclame kent echter vele verschijningsvormen. Alle voorwerpen die gebruikt worden om reclame op aan te brengen, kunnen er onder vallen.
Zoals hierboven al is aangegeven, is het hebben van buitenreclame in beginsel niet toegestaan. Voor de volgende gevallen wordt op de hoofdregel een uitzondering gemaakt:
verwijzingsborden voor toeristisch-recreatieve objecten;
spandoeken en bogen bij evenementen;
prijzenborden bij tankstations;
buitenreclame met een verkeersfunctie, zoals de campagne 'wij gaan weer naar school';
buitenreclame op rotondes; en
(digitale) informatieborden.
a. Verwijzingsborden toeristisch-recreatieve objecten: De toeristisch-recreatieve bewegwijzering zorgt ervoor dat de ter plaatse onbekende weggebruiker op een vlotte en veilige manier naar toeristisch-recreatieve accommodaties en gebieden wordt geleid. Een omgevingsvergunning voor het plaatsen en het houden van een verwijzingsbord wordt alleen verleend als dit de verkeersveiligheid en -doorstroming ter plaatse verbetert. In hoofdstuk 8 van de CROW 'Richtlijn bewegwijzering 2014' (verder: Richtlijn) zijn hiervoor richtlijnen opgenomen. Om in aanmerking te komen voor toeristisch-recreatieve bewegwijzering moet onder meer aan de volgende voorwaarden uit de Richtlijn worden voldaan:
er moet sprake zijn van een toeristisch-recreatieve voorziening. Hiervan is sprake als de voorziening door aard, omvang en wijze van beheer is ingesteld op bezoek door recreanten en/of toeristen of een vergelijkbare publieksfunctie heeft;
de voorziening moet jaarlijks gedurende een vaste periode van minimaal zes maanden geopend zijn;
er wordt geen aparte verwijzing geplaatst, zolang op basis van de algemene geografische bewegwijzering kan worden gereden naar de geografische bestemming waar het object gelegen is of waarmee het object wordt geassocieerd. Pas op het punt waar de route naar het object hiervan afwijkt, start de toeristische verwijzing;
vanaf wegen buiten de bebouwde kom wordt niet verwezen naar objecten die binnen de bebouwde kom liggen.
Deze richtlijnen zorgen onder andere voor uniformiteit, continuïteit, leesbaarheid en begrijpelijkheid. Om in aanmerking te komen voor toeristisch-recreatieve bewegwijzering moet onder meer aan de volgende voorwaarden uit de Richtlijn worden voldaan:
Vervolgens wordt er gekeken naar het type weg. In bijlage II van de Richtlijn is een overzicht van toeristische-recreatieve bestemmingen waar vanaf een bepaalde wegcategorie naar kan worden verwezen. Categorie 1 heeft betrekking op de gebiedsontsluitingswegen en categorie 2 op de erftoegangswegen. Zo mag er op een gebiedsontsluitingsweg niet worden verwezen naar een golfclub. Dit mag wel vanaf een erftoegangsweg.
b. Spandoeken en bogen bij evenementen: Spandoeken en bogen worden alleen toegestaan bij evenementen en wedstrijden. In die gevallen zal de weg meestal ook zijn afgesloten voor het normale verkeer. De doorrijhoogte van minimaal 4,6 meter houdt verband met de doorgang voor politie, brandweer, ambulance en andere calamiteitendiensten.
c. Prijzenborden bij tankstations: Omgevingsvergunningen voor het plaatsen van prijsborden bij tankstations worden verleend als is voldaan aan de regels genoemd in dit artikel.
d. Buitenreclame met een verkeersfunctie: Buitenreclame met een informatieve en/of verkeersfunctie mag alleen worden geplaatst in bermen van de weg. Buitenreclame boven de weg (onder andere spandoeken en bogen) is niet toegestaan.
e. Buitenreclame op rotondes: Het onderhoud aan het middeneiland van rotondes op provinciale wegen dragen Gedeputeerde Staten zoveel mogelijk over aan lokale overheden. Het middeneiland betreft dat deel van de rotonde dat midden in de cirkelvormige weg ligt en geen rijbaan is. Voor deze overheden ontstaat dan de mogelijkheid om lokale bedrijven het middeneiland te laten onderhouden. Als tegenprestatie mogen deze bedrijven op het middeneiland buitenreclame zonder verkeersfunctie plaatsen. Een omgevingsvergunning hiervoor wordt alleen verleend als is voldaan aan de regels genoemd in dit artikel.
f. (digitale) informatieborden: Een informatiebord ten behoeve van het informeren van weggebruikers en inwoners langs de weg, wordt alleen onder strenge voorwaarden toegestaan. Dit is nodig, omdat deze borden gericht zijn op het passerende wegverkeer. Daardoor kan de verkeersveiligheid negatief worden beïnvloed. Om de verkeersveiligheid te waarborgen moet worden voldaan aan de gestelde voorwaarden. Het informatiebord mag ook digitaal worden uitgevoerd.
In de tekst van de Omgevingsverordening is een aantal redactionele correcties aangebracht en zijn er twee URL's aangepast in de bijlage "Kernkwaliteiten Gelders natuurnetwerk en Groene ontwikkelingszone", zodat deze verwijzen naar de juiste webpagina. Ook zijn er kleine aanpassingen geweest in de geografische data. Hieronder worden de wijzigingen kort uitgelegd.
Deze wijziging betreft een kennelijke fout en een aantal beleidsarme wijzigingen op een viertal locaties. Het gaat bijvoorbeeld om een geval waarbij GNN niet is opgenomen in het bestemmingsplan van de gemeente, dus wordt het in de Omgevingsverordening hersteld in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan. In een ander geval ligt er per abuis GNN over een agrarisch bouwvlak, dat al als zodanig was vastgesteld vóór de begrenzing van GNN. Dit betreft een kennelijke fout. Verder is er een situatie waar al sprake is geweest van compensatie. Tot slot is het GNN herschikt op basis van een onherroepelijk bestemmingsplan.
Op 14 maart 2023 hebben Gedeputeerde Staten een aantal kaarten gewijzigd (Provinciaal blad 2023, 3042). Deze wijzigingen zijn per abuis niet opgenomen in de geografische data. Bij de onderliggende wijziging wordt dit alsnog gedaan.
In de bijlage Versterking Groene ontwikkelingszone worden bepaalde termen gewijzigd in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Artikel 4.4 geeft de mogelijkheid om vrijstelling te krijgen om bepaalde soorten te vangen ten behoeve van beheer, onderhoud en inrichting als er een specifiek vangmiddel wordt gebruikt. Deze soorten zijn genoemd in bijlage III. De woelrat stond in het verleden op deze lijst en staat er om onbekende redenen niet meer op. Dit zou wel het geval moeten zijn. Deze woelrat staat niet op de rode lijst en wordt bijvoorbeeld door het waterschap gevangen bij overlast.
Deze wijziging zorgt ervoor dat het beheergebied provinciale weg wordt aangeduid met vlakken in plaats van lijnen. Dit is gedaan vanwege eisen die gesteld worden binnen het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Ook zijn wegen die zijn overgedragen aan andere beheerders verwijderd van de kaart.
Uit de kaart "aangewezen provinciale wegen voor geluidsproductieplafonds" in actualisatieplan 8 is op dit moment niet duidelijk af te leiden dat deze aanwijzing alleen gaat over de provinciale weg zelf en niet over de soms aanwezige parallelwegen. Met deze wijziging wordt de PDF-kaart omgezet naar een dynamische kaart, waarop de parallelwegen worden uitgesloten van de geluidsproductieplafonds.
In de artikelen 5.5, 5.6 en 5.8 worden kennelijke fouten of verschrijvingen hersteld. Bij een eerdere wijziging van de omgevingsverordening is de hernummering niet correct doorgevoerd. Met deze wijziging wordt dat hersteld.
Voor vier grondwaterbeschermingsgebieden gebruikt de provincie Gelderland een andere naam dan dat Vitens gebruikt. Dat werkt verwarrend. Voor de eenduidigheid wordt voortaan slechts één naam gebruikt voor deze gebieden. Tijdelijk wordt daar nog de oude naam achter geplaatst.
Met deze wijziging wordt de begrenzing van de beschermingszones voor grondwater waar deze bijna samenvalt met eigendomsgrenzen gelijkgetrokken hiermee. De begrenzing volgt herkenbare lijnen in het terrein. Daar waar deze begrenzing heel dicht bij de eigendomsgrens ligt, valt de begrenzing na doorvoeren van de wijziging samen met de eigendomsgrens (die in het terrein nauwelijks herkenbaar is). Door deze wijziging valt een kadastraal perceel hier geheel binnen of geheel buiten de begrenzing van een beschermingszone voor grondwater. Het voordeel van een begrenzing die samenvalt met de eigendomsgrenzen is dat binnen dat perceel dan dezelfde regels gelden. Met deze wijziging liggen veel percelen waar nu 2 of zelfs meer verschillende soorten regels gelden nu geheel binnen de begrenzing van de zone waar het grootste deel van het perceel al in lag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-17922.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.