Provinciaal blad van Noord-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 17537 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Brabant | Provinciaal blad 2024, 17537 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 november 2024 tot wijziging van de regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant in verband met een aanpassing van paragraaf 2 en het openstellen van paragraaf 6 (Vierde wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant)
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat het wenselijk is de regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant te wijzigen in verband met een technische aanpassing aan paragraaf 2 en het openstellen van paragraaf 6;
Artikel I Wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant
De regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 2.2.10, derde lid, wordt “€ 1.420.000” vervangen door “€ 1.538.228”.
In hoofdstuk 2 komt paragraaf 6 als volgt te luiden:
Paragraaf 6 Samenwerking integrale gebiedsontwikkeling
Artikel 2.6.1 Subsidiabele activiteit
Artikel 2.6.2 Integraal gebiedsplan
Een integraal gebiedsplan als bedoeld in artikel 2.6.1 bestaat uit minimaal één van de volgende maatregelen:
Subsidie als bedoeld in artikel 2.6.1, eerste lid, kan worden verstrekt aan de initiatiefnemer van een samenwerkingsverband in oprichting.
Artikel 2.6.4 Samenwerkingsverband
Een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 2.6.3 bestaat uit ten minste twee actoren waarvan ten minste één landbouwer.
Artikel 2.6.5 Aanvraagvereisten
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 bevat een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 2.6.1, eerste lid:
Artikel 2.6.6 Weigeringsgronden
Onverminderd artikel 1.5 wordt subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.1, eerste lid, geweigerd indien:
Artikel 2.6.7 Berekening subsidiabele kosten
Artikel 2.6.9 Subsidiepercentage en subsidiehoogte
De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.6.1, eerste lid, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 40.000.
Artikel 2.6.10 Aanvraagtijdvak
Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2.6.1, eerste lid, worden ingediend van 18 november 2024, 9:00 uur, tot en met 13 januari 2025, 17:00 uur.
Artikel 2.6.11 Subsidieplafond
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.6.1, eerste lid, voor de periode genoemd in artikel 2.6.9 vast op € 500.000.
Artikel 2.6.12 Selectiecriteria
Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, onder b, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten de termijn eenmalig met maximaal zes maanden te verlengen.
Artikel 2.6.14 Bevoorschotting en deelbetaling
Na bijlage 5, behorende bij de regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant, wordt bijlage I behorende bij deze regeling ingevoegd.
’s-Hertogenbosch, 5 november 2024,
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. G.H.E. Derks MPA
Bijlage I bij de vierde wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant
Bijlage 6 behorende bij artikel 2.6.11, eerste lid, van de regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant
Voor het bepalen van de rangschikking van projecten zijn vier selectiecriteria benoemd. Het bepalen van de scores van de selectiecriteria vindt als volgt plaats. Per selectiecriterium zijn diverse aspecten benoemd op basis waarvan een project wordt beoordeeld. De som van de score van alle drie de thema’s dient minimaal 60% te zijn van de maximaal te behalen totaalscore om de aanvraag te kunnen honoreren.
1. Mate waarin de aanvrager in staat is een gebiedsplan op te stellen in relatie tot de opgave van het gebied (maximaal 5 punten, de weging is 2, totaal te behalen punten is 10)
Hierbij wordt gekeken naar de mate waarin de aanvrager een gebiedsplan weet op te stellen in relatie tot de opgave van het gebied. In dit verband zijn de volgende elementen van belang:
De punten worden als volgt toegekend:
2. Mate waarin de aanvrager in staat is het samenwerkingsverband te organiseren (maximaal 5 punten, de weging is 2, totaal te behalen punten is 10)
Hierbij wordt gekeken naar de mate waarin de aanvrager in staat is het beoogde samenwerkingsverband bij elkaar te brengen. In dit verband zijn de volgende elementen van belang:
De punten worden als volgt toegekend:
3. De voorgenomen organisatie en samenstelling van het samenwerkingsverband (maximaal 5 punten, de weging is 1, totaal te behalen punten is 5)
Hierbij wordt gekeken welke partijen in het beoogde samenwerkingsverband voor de uitvoering van het gebiedsplan betrokken zijn. Hoe meer variatie en hoe meer partners, hoe hoger op de kwaliteit van de samenstelling van het samenwerkingsverband gescoord kan worden. Van elke beoogde partner in het samenwerkingsverband moet kernachtig een duidelijke toegevoegde waarde beschreven worden voor de uitvoering van het op te stellen gebiedsplan. Het beoogde samenwerkingsverband wordt bepaald door de betrokkenheid van de volgende partners:
De punten worden als volgt toegekend:
4. De haalbaarheid van de activiteiten (maximaal 5 punten, de weging is 1, totaal te behalen punten is 5)
3 punten als de haalbaarheid voldoende is. De voorziene activiteiten kunnen realistisch worden uitgevoerd, de risico’s rondom een voorbereiding van het gebiedsplan zijn inzichtelijk gemaakt (bijvoorbeeld technische risico’s in de vorm van onvoorziene extra werkzaamheden, of organisatorische risico’s in de vorm van belangenconflicten), maar nog niet concreet beheersbaar gemaakt.
Toelichting behorende bij de vierde wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant
Artikel I (Wijziging regeling Europese Landbouwsubsidies 2023-2027 Noord-Brabant)
Paragraaf 6 Samenwerking integrale gebiedsontwikkeling
Deze interventie dient om in te kunnen spelen op de behoefte aan maatwerk voor de eigen context van gebieden en waar naar verwachting een meerjarige programmatische aanpak meerwaarde biedt. Het uitgangspunt is dat met elkaar samenhangende en afgestemde activiteiten met een actieve rol van een samenwerkingsverband effectiever zijn aan te pakken dan als losstaande projecten. Een programmatische aanpak verlaagt ook de afhankelijkheid van andere projectgerichte GLB-steunmogelijkheden via openstellingen, die vaak maar eens per jaar plaatsvinden en lange doorlooptijden kennen, waardoor tijd- en momentumverlies wordt voorkomen.
Een samenwerkingsverband dat een breed gedragen integraal gebiedsplan kan uitvoeren en een integraal gebiedsplan zelf is in veel gebieden niet aanwezig. Daarom wordt ook steun verleend voor de oprichting van een samenwerkingsverband en het opstellen van het integraal gebiedsplan.
Door gebruik te maken van een samenwerkingsverband met een mandaat om binnen de kaders van een goedgekeurd gebiedsplan voor meerdere jaren diverse acties te steunen, ontstaat meer inspraak, draagvlak en gebundelde energie voor de uitvoering vanuit het gebied zelf.
Elk project zal duidelijk moeten maken hoe het project bijdraagt aan de doelen klimaat, water of biodiversiteit, maar hoe ook het project bijdraagt aan de opgaven zoals nitraat en stikstof. Steun voor voorbereiding van integrale gebiedsontwikkeling, dat wil zeggen voor het opstellen van een integraal gebiedsplan, met een gebiedsorganisatie en draagvlak in het gebied, leidt niet automatisch tot steun voor de uitvoering integrale gebiedsontwikkeling.
Artikel 2.6.1 Subsidiabele activiteit
Bij de uitvoering van een integraal gebiedsplan door een samenwerkingsverband kunnen de volgende activiteiten worden uitgevoerd:
Investeringen die in het kader van het gebiedsplan uitgevoerd kunnen worden, zijn bijvoorbeeld (niet limitatief) investeringen ten behoeve van de bodemverbetering, precisie landbouw, watergebruik/beheer, investeringen voor het aanleggen van een bloemrijke rand, de aanleg van voorzieningen (o.a. plas-dras) voor weidevogelbeheer, de aanleg van landschapselementen/agroforestry, de aanleg van kruidenrijk grasland, de aanleg van greppels ten behoeve van waterkwaliteit of natuurvriendelijke oevers, plasdras sloten.
Subsidie kan worden aangevraagd voor het oprichten van het nieuwe samenwerkingsverband, het (laten) opstellen van een gebiedsplan en de voorbereiding voor het realiseren van het plan. Dit betekent dat na afloop van de activiteit aangetoond moet worden dat er een samenwerkingsverband is opgericht én een plan is opgesteld. De aanvraag kan worden gedaan door een initiatiefnemer namens het beoogde samenwerkingsverband voor het gebied.
De volgende specifieke GLB-doelstellingen staan centraal in deze paragraaf:
Biodiversiteit en cultuurhistorisch landschap (SO6): Meer en herstel biodiversiteit (soorten en habitatten en daarmee ook landschappen) in landbouwgebieden, door middel van verandering in bedrijfsvoering; Landbouw zo ingericht dat ecosysteemdiensten (producerende en regulerende) geleverd kunnen worden; Instandhouding en herstel van (cultuur)landschappen.
Artikel 2.6.2 Integraal gebiedsplan
Een integraal gebiedsplan kan bestaan uit verschillende onderdelen:
Tot de voorbereiding en uitvoering van ruilverkaveling (ook wel kavelruil genoemd) behoren geen investeringen die naar aanleiding van de ruilverkaveling worden gedaan, zoals voor de toegang tot de kavels of kavelpaden. Het gaat bij de voorbereiding en uitvoering van ruilverkaveling om de activiteiten die verricht moeten worden om tot een plan te komen tot en met de kosten voor het passeren van de notariële aktes om de ruilverkaveling te verwerken in de openbare registers.
De hierboven onderdelen zijn limitatief, maar niet cumulatief. Het is niet verplicht om alle onderdelen op te nemen in het gebiedsplan.
De subsidie voor het voorbereiden en oprichten van een samenwerkingsverband, het formuleren van een gebiedsopgave en de uitwerking daarvan in een integraal gebiedsplan kan aangevraagd worden door de initiatiefnemer van het integraal gebiedsplan.
Artikel 2.6.4 Samenwerkingsverband
Aan een samenwerkingsverband moet minimaal één landbouwer deelnemen.
Artikel 2.6.6 Weigeringsgronden
Subsidie voor de voorbereidingsfase (het oprichten van nieuwe samenwerkingsverbanden en het laten opstellen van het gebiedsplan) wordt alleen verleend voor nieuwe samenwerkingsverbanden. Wordt de aanvraag ingediend door een al bestaand samenwerkingsverband dan wordt de subsidie geweigerd.
Subsidie wordt eveneens niet verleend voor activiteiten waarvoor de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur steun heeft verleend op grond van titel 5.8 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021.
De totale subsidie voor de voorbereidende activiteiten betreft een bedrag van maximaal € 40.000 euro dat wordt toegekend aan initiatiefnemers die voldoen aan de subsidiecriteria. De subsidie is bedoeld voor alle kosten ten behoeve van het opstellen van het gebiedsplan, het mobiliseren van de partijen uit het gebied en het samenstellen van een samenwerkingsverband dat de uitvoering van het plan in de 2e fase op zich kan nemen. Het gaat dan vooral om kosten voor het organiseren van bijeenkomsten, studies, adviseurs, communicatie, personeelskosten. Uitgesloten zijn kosten voor uitvoering van het plan. De prestatie is een gebiedsplan, een uitwerking van het beoogde samenwerkingsverband en een begroting van het beoogde project.
Artikel 2.6.12 Selectiecriteria
Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis van selectiecriteria.
In bijlage 6 is uitgewerkt hoe het bepalen van de scores op basis van de selectiecriteria plaatsvindt. Hierbij geldt op grond van artikel 1.12, vierde lid, dat een aanvraag niet wordt gehonoreerd als deze minder dan 60% van het totaal aantal te behalen punten behaalt. Uit het tweede en derde volgt dat een aanvraag maximaal 30 punten kan behalen. Voor deze activiteit is de drempel daarmee 18 punten (60% van 30). Een aanvraag die 17 punten of minder behaalt, wordt afgewezen.
Aansluiting op het nationale en Europese EIP-netwerk draagt ertoe bij dat samenwerkingsverbanden gedurende het gehele project gebruik kunnen maken van beschikbare kennis en ervaring voor een hogere effectiviteit. Het doel hiervan is dat het delen van de kennis die opgedaan wordt tijdens de projecten, door anderen gebruikt kan worden en daardoor bijdraagt effectievere en innovatieve gebiedsplannen in Nederland en in Europa. Daarnaast kunnen via de netwerken ook interacties ontstaan tussen de verschillende samenwerkingsverbanden zodat deze elkaar kunnen versterken door een community te vormen.
De subsidieontvanger is daarom verplicht om de opgedane kennis en resultaten van het project gedurende de uitvoering van het project openbaar te maken via het nationale en Europese EIP-netwerk als bedoeld in artikel 127 van verordening 2021/2115 en andere geëigende netwerken.
Het Europese EIP-netwerk is een Europees netwerk dat hoort bij de European Innovation Partnerships. De aanvrager kan er informatie vinden over lopende projecten en bijeenkomsten. Daarnaast staat op de website de EIP-AGRI multiplier toolkit voor startende samenwerkingsverbanden. De toolkit heeft hulpmiddelen om de informatie van het samenwerkingsverband makkelijk te delen. Het EIP-AGRI Facility Point werkt als mediator binnen het netwerk. Het Facility Point is voor vragen en ondersteuning bereikbaar via servicepoint@eip-agri.eu.
Onder geëigende netwerken worden in ieder geval EIP-AGRI, Groen Kennisnet, Netwerk Platteland en Farmbook, begrepen.
Elk project wordt na de subsidieverlening door de RegieOrganisatie GLB (ROGLB) gemeld aan het nationale en Europese EIP-netwerk. Doel hiervan is dat het delen van de kennis die opgedaan wordt tijdens de projecten, door anderen gebruikt kan worden en daardoor bijdraagt aan het moderniseren van de landbouwsector in Nederland en in Europa. Daarnaast kunnen via de netwerken ook interacties ontstaan tussen de verschillende samenwerkingsverbanden, zodat deze elkaar kunnen versterken door een community te vormen. Met Groen Kennisnet, het kennisplatform van de groene sector, is hiervoor door ROGLB een speciale samenwerking aangegaan. Groen Kennisnet neemt hierover contact met de subsidieontvanger op nadat de subsidie is verleend.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/prb-2024-17537.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.