Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 november 2024 tot wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant in verband met een wijziging van paragraaf 7 van die regeling (Veertigste wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

 

Overwegende dat het wenselijk is de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant te wijzigen in verband met een wijziging van paragraaf 7 van die regeling;

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel I Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

De Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Paragraaf § 7 komt te luiden:

 

§ 7 Versterken cultureel ondernemerschap

 

Artikel 7.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

culturele instelling: organisatie met rechtspersoonlijkheid die zich op professionele wijze bezighoudt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur;

cultureel ondernemerschap: streven naar een optimale balans tussen zakelijke en artistieke doelen;

Kunstloc Brabant: kennis- en uitvoeringsorganisatie die werkt in opdracht van de provincie Noord-Brabant die zich inzet voor het brede kunst- en cultuurveld;

maker: individuele kunstenaar of onderneming zonder rechtspersoonlijkheid die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en die zich op professionele wijze bezighoudt met de ontwikkeling, productie, beoefening of presentatie van kunst en cultuur;

talentontwikkelprogramma: talentontwikkelprogramma als bedoeld in paragraaf 9 van deze regeling.

 

Artikel 7.2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door:

  • a.

    culturele instellingen;

  • b.

    makers.

Artikel 7.3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze paragraaf projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.

 

Artikel 7.4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het versterken van het cultureel ondernemerschap met betrekking tot:

  • a.

    artistieke profilering;

  • b.

    zakelijke doorontwikkeling; of

  • c.

    zichtbaarheid en vindbaarheid.

Artikel 7.5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de subsidieaanvrager binnen twee jaar reeds twee keer een subsidie heeft ontvangen voor projecten als bedoeld in artikel 7.4;

  • b.

    aan de subsidieaanvrager reeds subsidie of een bijdrage is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale regeling;

  • c.

    het project bestaat uit een opleiding of workshop.

Artikel 7.6 Subsidievereisten

Om voor subsidie als bedoeld in artikel 7.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de aanvrager voert in belangrijke mate de reguliere activiteiten uit in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    het project is gericht op het structureel versterken van het cultureel ondernemerschap met betrekking tot één van de volgende onderwerpen:

    • 1°.

      artistieke profilering;

    • 2°.

      zakelijke doorontwikkeling; of

    • 3°.

      zichtbaarheid en vindbaarheid.

  • c.

    de subsidieaanvrager heeft ten minste twee jaar relevante werkervaring en toont dit aan door middel van een curriculum vitae of projectenportfolio;

  • d.

    het project is gericht op het oplossen van een door de subsidieaanvrager ervaren belemmering in de ontwikkeling van het cultureel ondernemerschap en hieruit volgt de hoofdleervraag van het project;

  • e.

    het project wordt uitgevoerd onder begeleiding van een expert of coach;

  • f.

    de expert of coach bedoeld onder e:

    • 1°.

      gaat in op de hoofdleervraag van de subsidieaanvrager en de daarbij behorende oplossingsrichting, blijkend uit een op maat gemaakte en onderbouwde offerte;

    • 2°.

      beschikt over de voor het soort project benodigde deskundigheid, blijkend uit zijn curriculum vitae;

  • g.

    het project heeft kans van slagen, blijkend uit een door Kunstloc Brabant ingevuld kansen- en risicoformulier, overeenkomstig het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde format;

  • h.

    de subsidieaanvrager overlegt een projectplan met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde format.

Artikel 7.7 Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen de kosten voor de inhuur van een expert of coach in aanmerking op basis van de offerte, bedoeld in artikel 7.6, onderdeel f, onder 1° .

 

Artikel 7.8 Niet subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 7.7 komen de kosten voor de aanschaf van materialen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking

 

Artikel 7.9 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend van 13 januari 2025 tot en met 15 december 2025.

 

Artikel 7.10 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 7.4, voor de periode, genoemd in artikel 7.9, vast op € 200.000.

 

Artikel 7.11 Subsidiehoogte

De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 7.4, bedraagt 100% van de begrote subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000.

 

Artikel 7.12 Verdelingswijze

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond op enige dag te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4.

    De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5.

    De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 7.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    De subsidieaanvrager rondt het project af binnen zes maanden na de in het projectplan genoemde startdatum van het coachingstraject.

  • 2.

    Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal drie maanden.

Artikel 7.14 Verantwoording

De subsidieaanvrager toont desgevraagd aan dat het project waarvoor de subsidie is verleend, is afgerond en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van facturen en betaalbewijzen van de gemaakte kosten.

 

Artikel 7.15 Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende subsidiebedrag.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten betalen het voorschot in een keer.

Artikel 7.16 Subsidievaststelling

De subsidie wordt op grond van artikel 20, eerste lid, onder b, van de Asv ambtshalve vastgesteld.

 

Artikel 7.17 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2026 en vervolgens telkens na twee jaar aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze paragraaf in de praktijk.

Artikel II Intrekking reglement adviescommissie impulsgelden

Het reglement adviescommissie impulsgelden Noord-Brabant 2022 wordt ingetrokken.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 5 november 2024

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Toelichting behorende bij de Negenendertigste wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant

I. Algemeen

 

Achtergrond

De Veertigste wijziging van de Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant wijzigt paragraaf 7, Kennisvouchers impulsgelden naar een nieuwe inhoudelijke paragraaf 7, Versterken cultureel ondernemerschap.

 

Doel van deze wijziging van de subsidieparagraaf is om makers en culturele instellingen in staat te stellen zich te kunnen ontwikkelen op zakelijk en artistiek vlak. Op deze wijze kunnen zij voorzien in passend en inclusief aanbod. Om makers en instellingen te ondersteunen is de paragraaf Versterken cultureel ondernemerschap beschikbaar gesteld.

 

Deze paragraaf sluit aan bij het op 3 februari 2023 vastgestelde beleidskader Levendig Brabant 2030. In dat beleidskader en de daaruit voortkomende uitvoeringsagenda 2024-2027 zet de provincie in op passend en inclusief kunst- en cultuuraanbod. Het aanbod van de producten en diensten van cultuur, erfgoed, sport en vrijetijd sluit in 2030 aan op de behoeften van inwoners en bezoekers. Het aanbod draagt ertoe bij dat Brabant een aantrekkelijke en fijne plek is om te wonen en te werken, ook voor groepen die nu minder goed worden bereikt.

 

Staatssteun

De activiteiten onder paragraaf 7 zijn bedoeld voor individuele makers en culturele instellingen die over het algemeen genomen niet als een onderneming gezien kunnen worden omdat er geen economische activiteiten op een markt plaatsvinden. Bovendien hebben deze instellingen een regionale of provinciale functie, zodat sprake is van een puur lokaal karakter. Mocht derhalve op onderdelen toch sprake zijn van economische activiteiten, dan is er geen sprake van een beïnvloeding van het tussenstaatse handelsverkeer, dan wel slechts zeer marginaal. Voor paragraaf 7 is derhalve geen sprake van staatssteun.

 

II. Artikelsgewijs

 

Artikel I (Wijziging Subsidieregeling hedendaagse cultuur Noord-Brabant)

 

Onder A

 

(artikel 7.4 Subsidiabele activiteit)

Algemeen

Subsidie kan worden verstrekt voor één van de drie soorten projecten. Coachingstrajecten kunnen zijn gericht op artistieke profilering, zakelijke doorontwikkeling of zichtbaarheid en vindbaarheid.

 

Onder a Artistieke profilering

Onder artistieke profilering verstaan Gedeputeerde Staten de manier waarop de maker zichzelf, het eigen werk, en de eigen creatieve identiteit vormgeeft en zich zichtbaar maakt voor de buitenwereld. Het helpt de maker om een band op te bouwen met een publiek en zijn positie in de kunstwereld te versterken.

 

Onder b Zakelijke doorontwikkeling

De zakelijke doorontwikkeling zien Gedeputeerde Staten als een proces waarin een maker of instelling zichzelf verder ontwikkelt op zakelijk vlak om te groeien, gerichter te werken en nieuwe kansen te benutten. Een passende insteek daarbij vinden Gedeputeerde Staten het verbeteren van de bedrijfsvoering en realiseren van duurzame groei.

 

Onder c Zichtbaarheid en vindbaarheid

Onder het versterken van de zichtbaarheid en vindbaarheid van de maker of culturele instelling verstaan Gedeputeerde Staten dat zij in staat zijn zichzelf, hun werk en activiteiten actief te promoten binnen de kunst- en cultuurwereld en daarbuiten. Dit proces draait dus om het vergroten van fysieke en online aanwezigheid. Hierdoor hebben publiek en potentiële klanten gemakkelijker toegang tot het werk, het aanbod en de creatieve identiteit van de maker of culturele instelling.

 

(artikel 7.5 Weigeringsgronden)

Onder b stapelen cultuursubsidies

Het stapelen van cultuursubsidies is niet mogelijk. De subsidie wordt geweigerd indien een maker of culturele instelling bijvoorbeeld eerder subsidie heeft ontvangen voor talentontwikkeling op grond van paragraaf 9 Talenthub, maar ook een stapeling met subsidies uit de andere paragrafen van de subsidieregeling Hedendaagse Cultuur is niet toegestaan.

 

Onder c cursus of workshop

De subsidie wordt geweigerd indien de aanvraag ziet op kosten voor een cursus of workshop. Het versterken van het cultureel ondernemerschap vraagt maatwerk dat is toegespitst op de individuele situatie en leervraag van de aanvrager. Een duurzaam effect van een ontwikkeltraject is optimaal wanneer de specifieke expertise van de coach aansluit op de individuele concrete leervraag van de aanvrager.

 

(artikel 7.6 Vereisten)

Onderdeel h Curriculum vitae en offerte

Van de subsidieaanvrager wordt verlangd dat een curriculum vitae en een offerte van de in te schakelen expert of coach wordt overgelegd.

Het curriculum vitae is belangrijk omdat via deze weg meer informatie wordt gekregen over de kennis en achtergrond van de ingeschakelde coach. Op deze manier kan beoordeeld worden of de ingeschakelde coach inderdaad de geschikte persoon is om een bijdrage te leveren aan de door aanvrager geschetste leervraag.

Onder een op maat gemaakte onderbouwde offerte verstaan Gedeputeerde Staten een offerte die minimaal inzicht verschaft in de te verrichten acties en aanpak van de coach voor de specifieke leervraag van de aanvrager en die inzicht geeft in het beoogde eindresultaat. Tevens dient uit de offerte een onderbouwde specificatie van de duur van de coaching, de ureninzet en de kosten per uur te blijken. Uit de offerte dient ook duidelijk te blijken wat het totale begrote bedrag is dat aan subsidie wordt aangevraagd.

 

(artikel 7.7 Subsidiabele kosten)

Onder de subsidiabele kosten worden ook de eventuele reiskosten van de coach verstaan.

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

 

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

 

de secretaris,

drs. G.H.E. Derks MPA

Naar boven